Naslaggids (volledige instructies)
238
❚❚ Vibratiereductie (VR)
AF-S DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR II-objectieven ondersteunen vibratiereductie
(VR) en verminderen onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, waardoor sluitertijden
tot maximaal 4,0 stops langer zijn dan anders het geval zou zijn (gemeten bij een
brandpuntsafstand van 55 mm met een DX-formaat camera overeenkomstig Camera and
Imaging Products Association [CIPA]-normen; effecten verschillen afhankelijk van de
fotograaf en opnameomstandigheden). Dit vergroot het beschikbare aantal sluitertijden
en maakt statiefvrije uit-de-hand-fotografie mogelijk in vele verschillende situaties.
Schuif de schakelaar van de vibratiereductie naar ON (AAN) om
gebruik te maken van vibratiereductie.
Vibratiereductie wordt
geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt,
waardoor de effecten van cameratrillingen op het beeld in de
zoeker worden verminderd en het proces van onderwerpen
kadreren en scherpstellen in zowel autofocus als handmatige
scherpstelstanden eenvoudiger wordt gemaakt.
Wanneer de
camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen toegepast op
bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste
panhandeling (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt
gepand, zal vibratiereductie alleen op verticale trilling worden
toegepast), zodat u de camera veel gemakkelijker zonder
haperingen in een grote boog kunt pannen.
Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief is bevestigd, maar
houd vibratiereductie ingeschakeld als de statiefkop niet is vastgezet of als een statief
met één poot wordt gebruikt.
D Vibratiereductie
Schakel de camera niet uit en verwijder niet het objectief terwijl vibratiereductie in uitvoering is.
Vibratiereductie wordt uitgeschakeld tijdens het laden van de ingebouwde flitser. Wanneer
vibratiereductie actief is, kan het beeld in de zoeker schudden nadat de sluiter wordt ontspannen.
Dit duidt niet op een defect; wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd alvorens te
fotograferen.
A Gebruik van de ingebouwde flitser
Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich op een afstand van ten minste
0,6 m bevinden en verwijdert u de zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen die
ontstaan waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt).
Camera Minimumafstand zonder vignettering
D7100, D7000, D5300, D5200, , D5100, D5000, D3200, D3100, D3000,
serie D300, D200, D100, D90, D80, serie D70, D60, D50, serie D40
Geen vignettering op enige
scherpstelafstand
Aangezien de ingebouwde flitsers van de D100 en de D70 alleen de beeldhoek van een objectief
met een brandpuntsafstand van 20 mm of meer kan beslaan, ontstaat vignettering bij een
brandpuntsafstand van 18 mm.
Schaduw
Schaduw