Naslaggids (volledige instructies)

58
Stand A (Diafragmavoorkeuze)
In automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen terwijl de camera
automatisch de sluitertijd kiest die de optimale belichting oplevert.
Grote diafragma’s
(lage f-waarden) verminderen scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het
hoofdonderwerp onscherp zijn.
Kleine diafragma’s (hoge f-waarden) verhogen de
scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp duidelijk naar
voren komen.
Korte scherptediepte wordt doorgaans gebruikt voor portretten om
achtergronddetails onscherp weer te geven, terwijl lange scherptediepte wordt gebruikt
voor landschapsfoto’s om zowel de voorgrond als de achtergrond scherp weer te geven.
Foto’s maken met automatische diafragmavoorkeuze:
1 Draai de standknop naar A.
2 Kies een diafragma.
Het diafragma wordt in de zoeker en het
informatiescherm weergegeven.
Draai aan de
instelschijf om de gewenste sluitertijd uit
waarden tussen het minimum en maximum
van het objectief te kiezen.
3 Kadreer, stel scherp en maak de foto.
Groot diafragma (f/5.6) Klein diafragma (f/22)
Standknop
Instelschijf