Operation Manual

40
Handmatige scherpstelling
Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer u geen AF-S- of AF-I-objectief
gebruikt of wanneer autofocus niet het gewenste resultaat oplevert (0 34).
1 Stel de schakelaar voor de scherpstelstand van
het objectief in.
Als het objectief is voorzien van een schakelaar A-M- of
M/A-M-stand, schuif dan de schakelaar naar M.
2 Stel scherp.
Pas, om handmatig scherp te stellen, de scherpstelring van
het objectief aan totdat het weergegeven beeld op het
doorzichtige matglas in de zoeker scherp is.
Er kunnen op elk
gewenst moment foto's worden gemaakt, zelfs wanneer het
beeld niet scherp is.
❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief over een maximaal diafragma van f/5.6 of groter
beschikt, kan de aanduiding voor de zoekerbeeldscherpte worden
gebruikt om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelpunt scherp is (het scherpstelpunt kan worden
geselecteerd uit een van de 39 beschikbare scherpstelpunten).
Druk, na het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt te
hebben geplaatst, de ontspanknop half in en draai aan de scherpstelring van het
objectief tot de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
Merk op dat bij de
onderwerpen die worden vermeld op pagina 34, de scherpstelaanduiding soms wordt
weergegeven wanneer het onderwerp niet scherp is; controleer de scherpstelling in de
zoeker alvorens te fotograferen.
Schakelaar
A-M-stand
Schakelaar
M/A-M-stand