Naslaggids

260 Technische opmerkingen
Objectief
Compatibele objectieven Autofocus is beschikbaar voor AF-S- en AF-I-objectieven.
Autofocus is
niet beschikbaar voor andere G- en D-type objectieven, AF-objectieven
(IX NIKKOR en objectieven voor de F3AF worden niet ondersteund) en
AI P-objectieven.
Objectieven zonder CPU kunnen in de stand M worden
gebruikt, maar dan werkt de belichtingsmeter van de camera niet.
De elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt voor objectieven
die over een maximale diafragmaopening van f/5.6 of korter beschikken.
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende filmvlaksluiter
Snelheid
1
/4000–30 sec. in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW; Bulb; Tijd
Flitssynchronisatiesnelheid X=
1
/200 sec.; synchroniseert met sluiter bij
1
/200 sec. of langer
Ontspannen
Ontspanstand
8 (enkel beeld), ! (continu L), 9 (continu H), J (stil ontspannen)
E (zelfontspanner), " (vertraagd op afstand; ML-L3), # (direct op afstand;
ML-L3); intervalfotografie ondersteund
Beeldsnelheid !: Maximaal 3 bps
9: Maximaal 5 bps (JPEG en 12-bits NEF/RAW) of 4 bps (14-bits NEF/
RAW)
Opmerking: Beeldsnelheden veronderstellen continue servo-AF, handmatig
of sluitervoorkeuze automatische belichting, een sluitertijd van
1
/250 sec. of
korter, Ontspannen geselecteerd voor Persoonlijke instelling a1 (Selectie
AF-C-prioriteit) en andere instellingen bij standaardwaarden.
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec., 20 sec.; 1–9 opnamen
Belichting
Lichtmeetstand DDL-lichtmeting met RGB-sensor met 2016 pixels
Lichtmeetmethode Matrixmeting: 3D-kleurenmatrixmeting II (G-, E- en D-type objectieven);
kleurenmatrixmeting II (andere CPU-objectieven)
Centrumgerichte meting: 75% van het beeld wordt gemeten in een cirkel
van 8-mm in het midden van het beeld
Spotmeting: Meet een cirkel van 3,5-mm (circa 2,5 % van het beeld)
gecentreerd op het geselecteerde scherpstelpunt
Bereik (ISO 100, f/1.4
objectief, 20 °C)
Matrix- of centrumgerichte meting: 020 LW
Spotmeting: 220 LW
Lichtmeterkoppeling CPU
Stand Automatische standen (i automatisch; j automatisch, flitser uit); automatisch
programma met flexibel programma (P); sluitertijdvoorkeuze (S);
diafragmavoorkeuze (A); handmatig (M); onderwerpstanden (k portret;
l landschap; p kinderen; m sport; n close-up; o nachtportret; r nachtlandschap; s Party/
binnen; t strand/sneeuw; u zonsondergang; v schemering; w dierenportret; x kaarslicht;
y bloesem; z herfstkleuren; 0 voedsel); standen voor speciale effecten (% nachtzicht;
g kleurenschets; ' speelgoedcamera-effect; ( miniatuureffect; 3 selectieve kleur; 1 silhouet;
2 high-key; 3 low-key; ) HDR-schilderij)
Belichtingscorrectie
Kan worden aangepast met –5–+5 LW in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW in
standen P, S, A en M
Bracketing
Belichtingsbracketing: 3 opnamen in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW
Witbalansbracketing: 3 opnamen in 1 stap
Bracketing Actieve D-Lighting: 2 opnamen
Belichtingsvergrendeling
Gemeten lichtwaarde vergrendeld bij een gedetecteerde waarde met
A (L)-knop