Naslaggids (volledige instructies)
3
Inleiding
De standknop
De camera biedt u de keuze uit de volgende opnamestanden:
Standen P, S, A en M
Selecteer deze standen om de camera
volledig naar wens te kunnen instellen.
• P—Automatisch programma (0 84)
• S—Sluitertijdvoorkeuze (0 85)
• A—Diafragmavoorkeuze (0 86)
• M—Handmatig (0 87)
Standen speciale effecten
Gebruik speciale effecten tijdens het
fotograferen.
• % Nachtzicht (0 37)
• g Kleurenschets (0 38, 41)
• ' Speelgoedcamera-effect (0 38, 42)
• ( Miniatuureffect (0 38, 42)
• 3 Selectieve kleur (0 39, 43)
• 1 Silhouet (0 39)
• 2 High-key (0 39)
• 3 Low-key (0 40)
• ) HDR-schilderij (0 40)
Automatische standen
Selecteer deze standen voor eenvoudige
“richten-en-maken”-fotografie.
• i Automatisch (0 19)
• j Automatisch (flitser uit) (0 19)
Onderwerpstanden
De camera optimaliseert automatisch de instellingen
die passen
bij de scène zoals geselecteerd
met de standknop.
Pas uw selectie aan de te fotograferen scène aan.
• k Portret (0 31)
• l Landschap (0 31)
• p Kinderen (0 31)
• m Sport (0 32)
• n Close-up (0 32)
• h Overige scènes (0 33)