Naslaggids (volledige instructies)

252 Technische opmerkingen
Foto’s zijn niet scherp:
AF-S-, AF-P- of AF-I-objectief is niet bevestigd: gebruik AF-S-, AF-P- of AF-I-objectief of stel
handmatig scherp.
Camera kan niet scherp stellen met autofocus: gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling (0 52, 55, 57).
Camera bevindt zich in de stand handmatige scherpstelling: stel handmatig scherp (0 57).
Scherpstelling vergrendelt niet wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Gebruik de A (L)-knop om
scherpstelling te vergrendelen wanneer livebeeld uit is en AF-C is geselecteerd voor de
scherpstelstand of tijdens het fotograferen van bewegende onderwerpen in AF-A-stand (0 55).
Kan geen scherpstelpunt selecteren:
e (Automatisch veld-AF; 0 53) is geselecteerd: Kies een andere AF-veldstand.
Druk de ontspanknop half in om stand-by-timer te starten (0 23).
Kan AF-veldstand niet selecteren: Handmatige scherpstelling geselecteerd (0 51, 57).
AF-hulpverlichting brandt niet:
AF-hulpverlichting brandt niet als AF-C is geselecteerd voor autofocusstand (0 51) of als
continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera zich in de stand AF-A bevindt.
Kies
AF-S. AF-hulp is ook niet beschikbaar wanneer 3D-tracking is geselecteerd voor AF-veldstand; als
enkelpunts of dynamisch veld-AF is geselecteerd, selecteer middelste scherpstelpunt (0 53, 55).
De camera bevindt zich momenteel in livebeeld of er wordt een film opgenomen.
Uit is geselecteerd voor Persoonlijke instelling a3 (Ingeb. AF-hulpverlichting, 0 185).
De AF-hulpverlichting kan niet worden gebruikt in sommige opnamestanden (0 248).
De verlichting werd automatisch uitgeschakeld.
De verlichting kan heet worden bij voortdurend
gebruik; wacht tot deze is afgekoeld.
Beeldformaat kan niet worden gewijzigd: Voor beeldkwaliteit is een NEF (RAW)-optie geselecteerd (0 60).
Camera is traag bij het fotograferen:
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en geheugenkaartprestasties, kan het
toegangslampje gedurende ongeveer een minuut gaan branden nadat het fotograferen eindigt
in continue ontspanstanden.
Schakel ruisonderdrukking voor lange tijdopname uit (0 179).
Er verschijnt ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) op foto’s:
Kies een lagere ISO-gevoeligheid of schakel hoge ISO-ruisonderdrukking in (0 180).
Sluitertijd is langer dan 1 sec.: gebruik ruisonderdrukking voor lange tijdopname (0 179).
Schakel Actieve D-Lighting uit om toename van de ruiseffecten te voorkomen (0 95).
Er wordt geen foto gemaakt als de ontspanknop van de afstandsbediening wordt ingedrukt:
Vervang de batterij in de afstandsbediening (0 237).
Kies de ontspanstand van de afstandsbediening (0 70).
Flitser wordt opgeladen (0 23).
De tijd geselecteerd voor Persoonlijke instelling c4 (Wachttijd afstandsb. (ML-L3), 0 187) is
verstreken.
Fel licht verstoort de afstandsbediening ML-L3.
Signaal gaat niet af:
Uit is geselecteerd voor Persoonlijke instelling d1 (Signaal; 0 187).
Camera bevindt zich in de stand stil ontspannen (0 48) of er wordt een film opgenomen (0 126).
MF of AF-C is geselecteerd als de scherpstelstand of het voorwerp beweegt wanneer AF-A is
geselecteerd (0 51).
Er verschijnen vlekken in foto's: Reinig de voorste en achterste objectiefonderdelen.
Mocht het
probleem zich blijven voordoen, reinig dan de beeldsensor (0 241).
Datum wordt niet op foto’s afgedrukt: Voor beeldkwaliteit is een NEF (RAW)-optie geselecteerd (0 60,
190).