Gebruikshandleiding

109
Batterijniveau laag.
Voltooi de bewerking
en schakel de camera
onmiddellijk uit.
Beëindig het reinigen, zet de camera
uit en laad de accu op of vervang de
accu.
Klok niet ingesteld Stel de cameraklok in.
Geen geheugenkaart
geplaatst
S/s
(knippert)
Schakel de camera uit en controleer
of de kaart correct is geplaatst.
Geheugenkaart is
vergrendeld.
Zet de vergrendeling
in de schrijfstand.
(
(knippert)
Geheugenkaart is vergrendeld (tegen
schrijven beveiligd).
Schuif de
schakelaar van de schrijfbeveiliging
naar de “schrijf”-positie.
Kan deze
geheugenkaart niet
gebruiken. De kaart is
mogelijk beschadigd.
Plaats een andere
kaart.
(/k
(knippert)
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Formatteer de kaart.
Als het
probleem zich blijft voordoen, is de
kaart mogelijk beschadigd.
Neem
contact op met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Fout bij het aanmaken van een
nieuwe map.
Wis bestanden of
plaats een nieuwe geheugenkaart.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Deze kaart is niet
geformatteerd.
Formatteer de kaart.
T
(knippert)
Formatteer de kaart of schakel de
camera uit en plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Kaart is vol
j/A/s
(knippert)
Verlaag beeldkwaliteit of -formaat.
Wis foto’s.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
(knippert)
Camera kan niet scherpstellen met
autofocus.
Verander de compositie of
stel handmatig scherp.
Aanduiding
OplossingMonitor Zoeker