Operation Manual
109
Menugids
Persoonlijke instellingen
Het menu Persoonlijke instellingen kent de volgende opties:
Zie “Gebruik van cameramenu's” (A 94) voor meer informatie over het
gebruik van menu's.
Om de volgende opties op te roepen, selecteert u in het setup-menu Volledig bij Menu Pers.
inst./Setup (A 118).
R Terugzetten A 110
Om alle persoonlijke instellingen terug te zetten op hun standaardwaarden.
01 Signaal A 110
Voor het aan- en uitzetten van de pieptoon die klinkt terwijl de camera aan het scherpstellen is of
als u de zelfontspanner of de afstandsbediening gebruikt.
02 Scherpstelstand A 57
Voor het selecteren van de scherpstelstand.
03 AF-veldstand A 58
Stel in hoe de camera het scherpstelveld moet selecteren.
04 Opnamestand A 54
Selecteer de manier waarop de sluiter wordt ontspannen.
05 Lichtmeting
1
A 62
Selecteer de manier waarop de camera de belichting meet.
06 Geen geheugenkrt? A 110
Voor het vergrendelen of ontgrendelen van de ontspanknop terwijl er geen geheugenkaart is
geplaatst.
07 Beeld terugspelen A 111
Kies of de foto's direct na opname op de monitor moeten verschijnen.
08 Flitscorrectie
1
A 68
Voor het aanpassen van de flitssterkte.
09 AF-hulpverlichting
2
A 111
Om de AF-hulpverlichting aan of uit te zetten.
10 ISO auto
1
A 111
Voor het instellen van de maximale ISO-waarde voor de stand auto-ISO.
11 F/G-knop A 112
Selecteer de functie die is toegewezen aan F/G.
12 AE-L/AF-L A 113
Selecteer de functie die met H moet worden uitgevoerd.
13 AE-vergrendeling A 113
Kies of u de belichting wilt vergrendelen zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
14 Ingebouwde flitser/Optionele flitser
1
A 113
Kies een optie voor de flitssturing van de ingebouwde flitser of de optionele flitser SB-400.
PERSOONLIJKE INST. MENU
Terugzetten
Signaal
Scherpstelstand
AF-veldstand
Opnamestand
Lichtmeting
Geen geheugenkrt?