Operation Manual

8
Inleiding
Kennismaking met de camera
Het opname-infoscherm
Zodra u de camera inschakelt, verschijnt het opname-infoscherm op
de monitor. Hierop kunt u de opname-informatie controleren zoals de
sluitertijd, het diafragma, het aantal resterende opnamen en de op dat
moment actieve instellingen.
Telkens als u op K (L) drukt, verschijnt een ander scherm in de
onderstaande volgorde:
* Veelgebruikte opname-instellingen kunt u aanpassen op het Weergave voor snelinstellingen (A 48).
C Het opname-infoscherm aan- en uitzetten
Bij de standaardinstellingen verdwijnt het opname-infoscherm ook in de volgende situaties:
Als u de camera gedurende acht seconden niet hebt bediend.
Als u de oogsensor activeert door door de zoeker te kijken (A 31, 123).
Als u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Als het opname-infoscherm uit staat, kunt u het oproepen zoals hieronder aangegeven:
Door de ontspanknop half in te drukken en weer los te laten (A 31).
Door op knop M of C te drukken.
Door op knop F/G te drukken, behalve als Witbalans is geselecteerd bij persoonlijke instelling 11
(F/G-knop; A 112) in de stand e, f, g, h, i, j, k of l.
Door op D te drukken, behalve in de stand f automatisch (flitser uit).
Door op A te drukken in de opnamestand a, b of c.
D Infoschermopmaak
De gewenste indeling van het opname-infoscherm kunt u selecteren bij de optie Infoweergave-
formaat (A 120) in het setup-menu.
Beeldkwaliteit
Vrplts.
OK
Uit
Inst.
Opname-infoscherm
Weergave voor snelinstellingen* Monitor uit