Operation Manual
78
#
M: Handmatig
In de handmatige belichtingsstand stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. Draai
aan de hoofdinstelschijf en kies een sluitertijd terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld
zijn en draai aan de secundaire instelschijf om het diafragma in te stellen. Sluitertijd kan
worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en
1
/4.000 sec. of de sluiter kan
voor een lange tijdopname voor onbepaalde tijd open worden gehouden (A, 0 79).
Het diafragma kan worden ingesteld op waarden tussen de minimale en maximale
waarden voor het objectief. Gebruik de belichtingsaanduidingen om de belichting te
controleren.
Sluitertijd Diafragma
Hoofdinstelschijf Secundaire instelschijf
A AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u alleen rekening te
houden met de belichtingsverhouding wanneer de diafragmaring wordt gebruikt voor het
instellen van het diafragma.
A De belichtingsaanduiding
Als er een andere sluitertijd dan “bulb” of “time” is geselecteerd, toont de belichtingsaanduiding
in de zoeker of de foto zal worden onder- of overbelicht bij de huidige instellingen. Afhankelijk
van de optie die is gekozen voor persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 224),
wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen van
1
/3 LW of
1
/2 LW aangeduid (de
onderstaande illustraties tonen de weergave in de zoeker wanneer 1/3 stap is geselecteerd voor
persoonlijke instelling b2). De weergaven knipperen als de limieten van het
belichtingsmeetsysteem worden overschreden.
Optimale belichting
Onderbelicht met
1
/3 LW
Overbelicht met meer dan 2 LW
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling f8 (Aanduidingen omkeren, 0 246) voor informatie over het omkeren
van de belichtingsindicators, zodat negatieve waarden rechts en positieve waarden links worden
weergegeven.