Operation Manual
327
n
Dioptrieregelaar –3 – +1 m
–1
Scherpstelscherm Type B BriteView Clear Matte Mark VIII-scherm met AF-veldhaakjes (raster
kan worden weergegeven)
Reflexspiegel Direct terugkerend
Scherptedieptevoorbeeld
Drukken op voorbeeldknop scherptediepte stopt het diafragma van het
objectief op de waarde geselecteerd door de gebruiker (A en M standen) en
door de camera (andere standen)
Diafragma Direct terugkerend, elektronisch gestuurd
Objectief
Compatibele objectieven Compatibel met AF NIKKOR-objectieven, inclusief G- en D-type objectieven
(enkele restricties zijn van toepassing op PC-objectieven) en DX-objectieven
(met behulp van DX 24 × 16 1,5× beeldveld), AI-P NIKKOR-objectieven en
objectieven zonder CPU AI (alleen standen A en M). IX NIKKOR-objectieven,
objectieven voor de F3AF en objectieven zonder AI kunnen niet worden
gebruikt.
De elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt met objectieven met
een maximaal diafragma van f/5.6 of sneller (de elektronische afstandsmeter
ondersteunt de 7 centrale scherpstelpunten met objectieven die een
maximaal diafragma van f/8 of sneller hebben en de 33 centrale
scherpstelpunten met objectieven die een maximaal diafragma hebben van
f/6.8 of sneller)
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende filmvlaksluiter
Sluitertijd
1
/4.000 – 30 sec. in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW, bulb, tijd (vereist optionele ML-L3
afstandsbediening), X200
Flitssynchronisatiesnelheid
X=
1
/200 sec; synchroniseert met sluiter aan
1
/250 sec of trager (flitsbereik valt
naar snelheden tussen
1
/200 en
1
/250 sec)
Ontspannen
Ontspanstand S (enkel beeld), CL (continu lage snelheid), CH (continu hoge snelheid), J (stille
ontspanknop), E (zelfontspanner), 4 (afstandsbediening), M
UP (spiegel
omhoog)
Beeldsnelheid 1–5 bps (CL) of 5,5 bps (CH)
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec., 20 sec.; 1–9 opnamen bij intervallen van 0,5, 1, 2 of 3 sec.
Ontspanstanden op
afstand
Vertraagd op afstand, direct op afstand, spiegel omhoog op afstand
Belichting
Lichtmeting DDL-lichtmeting met 2.016-pixel RGB-sensor
Lichtmeetmethode • Matrix: 3D-kleurmatrixmeting II (objectieven type G en D);
kleurmatrixmeting II (andere CPU-objectieven); kleurmatrixmeting
beschikbaar met objectieven zonder CPU indien de gebruiker de
objectiefgegevens ter beschikking stelt
• Centrumgericht: 75% van het beeld wordt gemeten in een cirkel van 12 mm
in het midden van het beeld. De diameter van de cirkel kan worden
ingesteld op 8, 15 of 20 mm of het gemiddelde van het gehele beeld
wordt gemeten (objectieven zonder CPU gebruiken een standaard cirkel
van 12 mm)
• Spot: meet een cirkel van 4 mm (circa 1,5% van het beeld) in het
geselecteerde scherpstelpunt (of in het middelste scherpstelpunt
wanneer een objectief zonder CPU wordt gebruikt)
Bereik (ISO 100, f/1.4
objectief, 20 °C)
• Matrix of centrumgerichte meting: 0 - 20 LW
• Spotmeting: 2 - 20 LW
Zoeker