Operation Manual
Table Of Contents
- Vraag- en antwoordindex
- Menuopties
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Pakketinhoud
- Inleiding
- Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s
- Livebeeldfotografie
- Filmlivebeeld
- Standen P, S, A en M
- Gebruikersinstellingen: standen U1 en U2
- Ontspanstand
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Fotograferen met de flitser
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Verbindingen
- Menugids
- Het weergavemenu: foto’s beheren
- Het opnamemenu: opnameopties
- Aangepaste instellingen: fijnafstelling camera-instellingen
- Herstel pers. instellingen
- a: Autofocus
- b: Lichtmeting/belichting
- c: Timers/AE-vergrendeling
- d: Opnemen/weergeven
- d1: Signaal
- d2: Rasterweergave in zoeker
- d3: ISO tonen en aanpassen
- d4: Schermtips
- d5: Opnamesnelheid CL-stand
- d6: Max. aant. continu-opnamen
- d7: Opeenvolgende nummering
- d8: Informatieweergave
- d9: Lcd-verlichting
- d10: Belichtingsvertragingsstand
- d11: Flitswaarschuwing
- d12: MB-D14 batterijen
- d13: Batterijvolgorde
- e: Bracketing/flits
- f: Bediening
- g: Film
- Het Setup-menu: camera-setup
- Het Retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken
- Mijn menu/Recente instellingen
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Optionele flitsers (Speedlights)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen
- Beschikbare instellingen
- Standaardinstellingen
- Belichtingsprogramma (Stand P)
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit geheugenkaart
- Gebruiksduur van de batterij
- Index

98
N
De autofocusstand kan worden geselecteerd door op de
AF-standknop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te
draaien totdat de gewenste instelling in de zoeker en
het bedieningspaneel wordt weergegeven.
AF-A AF-S AF-C
A Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. Als de camera onder deze
omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of de
scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven en de camera laat een geluidssignaal horen om
aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op
het onderwerp. Stel in dit geval handmatig scherp (0 103) of gebruik de scherpstelvergrendeling
(0 102) om op een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te stellen en pas vervolgens de
compositie van de foto aan.
Er is weinig of geen contrast
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Voorbeeld: het onderwerp
heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat
gebieden met sterk
verschillende helderheid.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich half in de
schaduw.
Het scherpstelpunt bevat
voorwerpen op verschillende
afstanden van de camera.
Voorbeeld: het onderwerp
bevindt zich in een kooi.
Voorwerpen op de
achtergrond zijn groter dan het
onderwerp.
Voorbeeld: achter het
onderwerp staat een gebouw
in beeld.
Het onderwerp bestaat
grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: lamellen of een rij
vensters in een flatgebouw.
Het onderwerp bevat veel fijne
details.
Voorbeeld: een veld bloemen
of andere onderwerpen die
klein zijn of weinig variatie in
helderheid hebben.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling a1 (Selectie AF-C-prioriteit, 0 221) voor informatie over het gebruik
van focusprioriteit in continu servo-AF.
Zie persoonlijke instelling a2 (Selectie AF-S-prioriteit,
0 221) voor informatie over het gebruik van de ontspanprioriteit in enkelvoudige servo-AF.
Zie
pagina 51 voor informatie over de beschikbare opties voor autofocus in livebeeld of tijdens
filmopname.
AF-standknop Hoofdinstelschijf