Operation Manual
Table Of Contents
- Vraag- en antwoordindex
- Menuopties
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Pakketinhoud
- Inleiding
- Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s
- Livebeeldfotografie
- Filmlivebeeld
- Standen P, S, A en M
- Gebruikersinstellingen: standen U1 en U2
- Ontspanstand
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Fotograferen met de flitser
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Verbindingen
- Menugids
- Het weergavemenu: foto’s beheren
- Het opnamemenu: opnameopties
- Aangepaste instellingen: fijnafstelling camera-instellingen
- Herstel pers. instellingen
- a: Autofocus
- b: Lichtmeting/belichting
- c: Timers/AE-vergrendeling
- d: Opnemen/weergeven
- d1: Signaal
- d2: Rasterweergave in zoeker
- d3: ISO tonen en aanpassen
- d4: Schermtips
- d5: Opnamesnelheid CL-stand
- d6: Max. aant. continu-opnamen
- d7: Opeenvolgende nummering
- d8: Informatieweergave
- d9: Lcd-verlichting
- d10: Belichtingsvertragingsstand
- d11: Flitswaarschuwing
- d12: MB-D14 batterijen
- d13: Batterijvolgorde
- e: Bracketing/flits
- f: Bediening
- g: Film
- Het Setup-menu: camera-setup
- Het Retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken
- Mijn menu/Recente instellingen
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Optionele flitsers (Speedlights)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen
- Beschikbare instellingen
- Standaardinstellingen
- Belichtingsprogramma (Stand P)
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit geheugenkaart
- Gebruiksduur van de batterij
- Index

99
N
AF-veldstand
Hier kunt u selecteren hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd.
• Enkelpunts AF: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 101; de camera
zal alleen scherpstellen op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
Gebruik deze stand voor bewegende onderwerpen.
• Dynamisch veld-AF: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 101. In de
scherpstelstanden AF-A en AF-C stelt de camera scherp op basis van informatie uit de
omringende scherpstelpunten als het onderwerp het geselecteerde scherpstelpunt
kortstondig verlaat. Het aantal scherpstelpunten wisselt afhankelijk van de
geselecteerde stand:
- 9-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie als u tijd hebt om de foto opnieuw in beeld
te brengen of als u een onderwerp fotografeert dat voorspelbaar beweegt (zoals
hardlopers of raceauto’s op een parcours).
- 21-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie als u een onderwerp fotografeert dat
onvoorspelbaar beweegt (zoals spelers op het voetbalveld).
- 39-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie wanneer u foto’s maakt van snel
bewegende onderwerpen die niet eenvoudig in de zoeker in beeld kunnen worden
gebracht (zoals vogels).
• 3D-tracking: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 101. In de
scherpstelstanden AF-A en AF-C volgt de camera onderwerpen die het geselecteerde
scherpstelpunt verlaten en selecteert het nieuwe scherpstelpunten, zoals vereist. Kies
deze optie als u foto's met onderwerpen die grillig van de ene naar de andere kant
bewegen (zoals tennisspelers), snel in beeld wilt brengen. Als het onderwerp de zoeker
verlaat, laat u de ontspanknop los en brengt u de foto opnieuw in beeld met het
onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
• Automatische veld-AF: De camera detecteert automatisch het
onderwerp en selecteert het scherpstelpunt. Als een G- of D-type
objectief wordt gebruikt (0 287), kunnen voor verbeterde
onderwerpdetectie menselijke onderwerpen worden
onderscheiden van de achtergrond. De actieve
scherpstelpunten worden kort gemarkeerd nadat de camera
scherpstelt; in de AF-C-stand of wanneer continu servo-autofocus
is geselecteerd in de AF-A-stand, blijft het hoofdscherpstelpunt
gemarkeerd nadat de andere scherpstelpunten zijn
uitgeschakeld.