Operation Manual
Table Of Contents
- Vraag- en antwoordindex
- Menuopties
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Pakketinhoud
- Inleiding
- Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s
- Livebeeldfotografie
- Filmlivebeeld
- Standen P, S, A en M
- Gebruikersinstellingen: standen U1 en U2
- Ontspanstand
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Fotograferen met de flitser
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Verbindingen
- Menugids
- Het weergavemenu: foto’s beheren
- Het opnamemenu: opnameopties
- Aangepaste instellingen: fijnafstelling camera-instellingen
- Herstel pers. instellingen
- a: Autofocus
- b: Lichtmeting/belichting
- c: Timers/AE-vergrendeling
- d: Opnemen/weergeven
- d1: Signaal
- d2: Rasterweergave in zoeker
- d3: ISO tonen en aanpassen
- d4: Schermtips
- d5: Opnamesnelheid CL-stand
- d6: Max. aant. continu-opnamen
- d7: Opeenvolgende nummering
- d8: Informatieweergave
- d9: Lcd-verlichting
- d10: Belichtingsvertragingsstand
- d11: Flitswaarschuwing
- d12: MB-D14 batterijen
- d13: Batterijvolgorde
- e: Bracketing/flits
- f: Bediening
- g: Film
- Het Setup-menu: camera-setup
- Het Retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken
- Mijn menu/Recente instellingen
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Optionele flitsers (Speedlights)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen
- Beschikbare instellingen
- Standaardinstellingen
- Belichtingsprogramma (Stand P)
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit geheugenkaart
- Gebruiksduur van de batterij
- Index

173
t
De camera kan gegevens van maximaal negen objectieven zonder CPU opslaan. Om
gegevens voor objectieven zonder CPU in te voeren of te bewerken:
1 Selecteer Objectief zonder CPU.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te
geven. Markeer Objectief zonder CPU in het
setup-menu en druk op 2.
2 Kies een objectiefnummer.
Markeer Objectiefnummer en druk op 4 of 2
om een objectiefnummer tussen 1 en 9 te
kiezen.
3 Voer de brandpuntsafstand en het
diafragma in.
Markeer Brandpuntsafstand (mm) of
Maximaal diafragma en druk op 4 of 2 om
het gemarkeerde item te bewerken.
Brandpuntsafstand kan worden geselecteerd
uit waarden tussen 6 en 4.000 mm en maximaal diafragma uit waarden tussen f/1.2
en f/22.
4 Selecteer Gereed.
Markeer Gereed en druk op J. De
gespecificeerde brandpuntsafstand en het
diafragma worden onder het gekozen
objectiefnummer opgeslagen.
A Brandpuntsafstand niet vermeld
Als de juiste brandpuntsafstand niet vermeld staat, dient u de dichtstbijzijnde waarde
groter dan de werkelijke brandpuntsafstand van het objectief te kiezen.
A Teleconverters en Zoomlenzen
Het maximale diafragma voor teleconverters is de combinatie van maximaal diafragma van
de teleconverter en het objectief. Merk op dat de objectiefgegevens niet worden
aangepast wanneer objectieven zonder CPU worden in- of uitgezoomd. De gegevens voor
verschillende brandpuntsafstanden kunnen als afzonderlijke objectiefnummers worden
ingevoerd, of de gegevens voor het objectief kunnen worden bewerkt om de nieuwe
waarden voor de brandpuntsafstand van het objectief en maximale diafragma aan te
duiden, telkens wanneer zoom wordt aangepast.
G-knop