Operation Manual
Table Of Contents
- Vraag- en antwoordindex
- Menuopties
- Inhoudsopgave
- Voor uw veiligheid
- Kennisgevingen
- Pakketinhoud
- Inleiding
- Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s
- Livebeeldfotografie
- Filmlivebeeld
- Standen P, S, A en M
- Gebruikersinstellingen: standen U1 en U2
- Ontspanstand
- Opties voor beeldopname
- Scherpstelling
- ISO-gevoeligheid
- Belichting
- Witbalans
- Beeldverbetering
- Fotograferen met de flitser
- Andere opnameopties
- Meer over weergave
- Verbindingen
- Menugids
- Het weergavemenu: foto’s beheren
- Het opnamemenu: opnameopties
- Aangepaste instellingen: fijnafstelling camera-instellingen
- Herstel pers. instellingen
- a: Autofocus
- b: Lichtmeting/belichting
- c: Timers/AE-vergrendeling
- d: Opnemen/weergeven
- d1: Signaal
- d2: Rasterweergave in zoeker
- d3: ISO tonen en aanpassen
- d4: Schermtips
- d5: Opnamesnelheid CL-stand
- d6: Max. aant. continu-opnamen
- d7: Opeenvolgende nummering
- d8: Informatieweergave
- d9: Lcd-verlichting
- d10: Belichtingsvertragingsstand
- d11: Flitswaarschuwing
- d12: MB-D14 batterijen
- d13: Batterijvolgorde
- e: Bracketing/flits
- f: Bediening
- g: Film
- Het Setup-menu: camera-setup
- Het Retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken
- Mijn menu/Recente instellingen
- Technische opmerkingen
- Compatibele objectieven
- Optionele flitsers (Speedlights)
- Overige accessoires
- Behandeling van uw camera
- Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen
- Beschikbare instellingen
- Standaardinstellingen
- Belichtingsprogramma (Stand P)
- Problemen oplossen
- Foutmeldingen
- Specificaties
- Goedgekeurde geheugenkaarten
- Capaciteit geheugenkaart
- Gebruiksduur van de batterij
- Index

54
x
D Het livebeeldscherm
Hoewel ze niet op de definitieve foto verschijnen, kunnen gekartelde randen, valse kleuren, moiré
en heldere vlekken in de monitor verschijnen, terwijl in bepaalde velden met knipperende tekens
en andere met tussenpozen verschijnende lichtbronnen heldere banden kunnen verschijnen of
als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht.
Bovendien kan vertekening voorkomen als de camera horizontaal wordt gepand of een
onderwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt. Flikkeringen en banden die zichtbaar zijn
in de monitor onder tl-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kunnen worden
verminderd met behulp van Flikkerreductie (0 252), ondanks dat ze in de definitieve foto nog
steeds zichtbaar kunnen zijn bij bepaalde sluitertijden. Richt de camera niet naar de zon of andere
sterke lichtbronnen tijdens het fotograferen in de livebeeldstand. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg
hebben.
A Belichting
Afhankelijk van het onderwerp kan de belichting verschillen van de belichting die zou zijn
verkregen wanneer livebeeld niet wordt gebruikt. Lichtmeting in livebeeld wordt aangepast voor
livebeeldweergave en er worden foto's geproduceerd waarvan de belichting sterk overeenkomt
met wat er zichtbaar is in de monitor. In de standen P, S, A en M kan de belichting worden
aangepast met ±5 LW (0 112). Merk op dat de effecten van waarden boven +3 LW of onder –3 LW
niet vooraf in de monitor kunnen worden bekeken.