Operation Manual

140
Menugids—Persoonlijke instellingen
Persoonlijke Instelling 3: AF-veldstand
Markeer AF-veldstand in het CSM menu ( 135)
en duw de multi-selector naar rechts om in te stel-
len hoe het scherpstelveld wordt gekozen als de
selectieknop voor de scherpstelstand is ingesteld
op AF. Duw de multi-selector omhoog of omlaag
om een optie te markeren. Duw de multi-selector
naar rechts om de selectie te bevestigen.
1 LCD-venster en zoeker weergegeven met het middelste scherpstelveld geselecteerd.
2 Standaardinstelling voor de standen P, S, A, M en . Persoonlijke Instelling 3 wordt auto-
matisch op Enkel veld teruggezet als de keuzeknop op wordt gedraaid.
3 Standaardinstelling voor de standen , , , , en . Persoonlijke Instelling 3 wordt
automatisch op Dichtstbz. ond teruggezet als de keuzeknop op , , , , of
wordt gedraaid.
4 Het actieve scherpstelveld wordt tijdens het scherpstellen in de zoeker weergegeven.
BeschrijvingOptie
De gebruiker kiest het scherpstelveld handmatig (
66); de camera stelt alleen scherp op het onderwerp
in het geselecteerde scherpstelveld. Kies deze optie
wanneer uw compositie relatief onbeweeglijk is en u
kunt voorzien dat uw onderwerp in het geselecteerde
scherpstelveld zal blijven. Ook aanbevolen bij het
gebruik van teleobjectieven of het fotograferen van
schaars verlichte onderwerpen.
De gebruiker selecteert het scherpstelveld handmatig
(
66), maar de camera gebruikt informatie uit
meerdere scherpstelvelden om de scherpstelling te
bepalen. Als het onderwerp het geselecteerde scherp-
stelveld zelfs maar kort verlaat, is de camera nog altijd
in staat scherp te stellen op basis van informatie uit
andere scherpstelvelden (het in de zoeker geselec-
teerde scherpstelveld verandert niet). Kies deze optie
wanneer u een onderwerp volgt dat zich grillig beweegt en in andere gevallen waar-
bij het moeilijk is om uw onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld te houden.
De camera kiest automatisch het scherpstelveld
waarin zich het dichtstbijzijnde onderwerp bevindt;
het actieve scherpstelveld wordt gemarkeerd als de
camera scherpstelt (
8). Als het onderwerp het ge-
selecteerde scherpstelveld verlaat, is de camera nog al-
tijd in staat scherp te stellen op basis van informatie uit
andere scherpstelvelden. Als AF-S is geselecteerd voor
Persoonlijke Instelling 2 (Autofocus;
139), wordt
de scherpstelling vergrendeld als de camera heeft scherpgesteld. Voorkomt onscher-
pe foto's bij het fotograferen van onvoorspelbaar bewegende onderwerpen.
Dichtstbz.
ond
3, 4
Dyna-
misch
veld
1
Enkel
veld
1, 2