Operation Manual
145
Menugids—Persoonlijke instellingen
Persoonlijke Instelling 10: Bel. corr.
Met deze optie kunt u instellen of u de
knop moet gebruiken voor het instellen van de
belichtingscorrectie in de standen P, S en A (
86). Markeer Bel. corr. in het gedetailleerde CSM
menu (
135) en duw de multi-selector naar
rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag
om een optie te markeren. Duw de multi-selector
naar rechts om de selectie te bevestigen.
Optie Beschrijving
Uit
(standaard)
Aan
De belichtingscorrectie wordt ingesteld met behulp van één van de instel-
schijven. Welke instelschijf hangt af van de optie gekozen bij Persoonlijke
Instelling 14.
De belichtingscorrectie wordt ingesteld door de knop in te drukken en
de hoofdinstelschijf rond te draaien.
Persoonlijke Instelling 14
Ja
Secundaire instelschijf
Hoofdinstelschijf
Secundaire instelschijfHoofdinstelschijf
Secundaire instelschijf
Secundaire instelschijf
Nee
stand
S
A
P
Deze optie heeft geen effect in de standen M, , , , , , en .
Persoonlijke Instelling 11: Centrumger.
Bij centrumgerichte lichtmeting (beschikbaar in de
standen P, S, A en M;
75) wordt bij het bere-
kenen van de belichtingscorrectie een cirkel in het
midden van het beeld het zwaarst meegeteld. De
diameter (φ) van deze cirkel kan worden ingesteld
op 6, 8, 10 of 12 mm (de standaardwaarde is 8
mm). Markeer Centrumger. in het gedetailleerde
CSM menu (
135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-se-
lector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector
naar rechts om de selectie te bevestigen.