Operation Manual

251
U
Als Aan is geselecteerd wanneer de camera wordt gebruikt met de
ingebouwde flitser of een optionele CLS-compatibele flitser
(0 305), wordt een testflits afgegeven wanneer de voorbeeldknop
voor scherptediepte op de camera wordt ingedrukt (0 50).
Er
wordt geen testflits afgegeven als Uit is geselecteerd.
Kies de instelling of instellingen met bracketing wanneer automatische bracketing
(0 133) van kracht is.
Kies AE & flits (j) om zowel belichting als flitssterkte met
bracketing uit te voeren, Alleen AE (k) om enkel belichting met bracketing uit te voeren,
Alleen flits (l) om enkel flitssterkte met bracketing uit te voeren,
Witbalansbracketing (m) om witbalansbracketing (0 137) of ADL-bracketing (y) om
bracketing met Actieve D-Lighting (0 139) uit te voeren.
Houd er rekening mee dat
witbalansbracketing niet beschikbaar is bij de beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) of
NEF (RAW) + JPEG.
Bij de standaardinstelling van MTR > onder > over (H), worden belichting, flitser en
witbalansbracketing uitgevoerd in de volgorde zoals beschreven op pagina 133 en 137.
Als Onder > MTR > over (I) is geselecteerd, zal de opname worden voortgezet in
volgorde van de laagste tot de hoogste waarde.
Deze instelling heeft geen invloed op
ADL-bracketing.
e5: Testflits
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
e6: Inst. voor autom. bracketing
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
e7: Bracketingvolgorde
G-knop A menu Persoonlijke instellingen