Operation Manual

338
n
Lichtmeetmethode Matrix: 3D-kleurmatrixmeting II (objectieven type G en D);
kleurmatrixmeting II (andere CPU-objectieven); kleurmatrixmeting
beschikbaar met objectieven zonder CPU indien de gebruiker de
objectiefgegevens ter beschikking stelt
Centrumgericht: 75% van het beeld wordt gemeten in een cirkel van
8 mm in het midden van het beeld.
De diameter van de cirkel kan
worden ingesteld op 6, 10 of 13 mm of het gemiddelde van het gehele
beeld wordt gemeten (objectieven zonder CPU gebruiken een
standaard cirkel van 8 mm)
Spot: meet een cirkel van 3,5 mm (circa 2,5% van het beeld) in het
geselecteerde scherpstelpunt (of in het middelste scherpstelpunt
wanneer een objectief zonder CPU wordt gebruikt)
Bereik (ISO 100, f/1.4
objectief, 20 °C)
Matrix of centrumgerichte meting: 020 LW
Spotmeting: 220 LW
Lichtmeterkoppeling Gecombineerd CPU en AI
Stand Automatische standen (i automatisch; j automatisch, flitser uit); automatisch
programma met flexibel programma (P); sluitertijdvoorkeuze (S);
diafragmavoorkeuze (A); handmatig (M); onderwerpstanden (k portret;
l landschap; p kinderen; m spor; n close-up; o nachtportret; r nachtlandschap; s party/
binnen; t strand/sneeuw; u zonsondergang; v schemering; w dierenportret; x kaarslicht;
y bloesem; z herfstkleuren; 0 food); standen voor speciale effecten (% nachtzicht;
g kleurenschets; i miniatuureffect; u selectieve kleur; 1 silhouet; 2 high-key; 3 low-
key); U1 (gebruikersinstellingen 1); U2 (gebruikersinstellingen 2)
Belichtingscorrectie
Kan worden aangepast met –5 – +5 LW in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW in de
standen P, S, A en M
Belichtingsbracketing 25 beelden in stappen van
1
/3,
1
/2,
2
/3, 1, 2 of 3 LW
Flitsbracketing 25 beelden in stappen van
1
/3,
1
/2,
2
/3, 1, 2 of 3 LW
Witbalansbracketing 25 beelden in stappen van 1, 2 of 3
ADL-bracketing
2 beelden gebruikmakend van een geselecteerde waarde voor één beeld
gekozen waarde of 3 beelden met vooraf ingestelde waarden voor alle beelden
Belichtingsvergrendeling Gemeten lichtwaarde vergrendeld bij een gedetecteerde waarde met
A AE-L/AF-L-knop
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 100–6400 in stappen van
1
/3 of
1
/2 LW.
Kan bovendien worden
ingesteld op ca. 0,3, 0,5, 0,7, 1 of 2 LW (equivalent aan ISO 25600) boven
ISO 6400; automatische instelling ISO-gevoeligheid beschikbaar
Actieve D-Lighting Automatisch, Extra hoog, Hoog, Normaal, Laag, Uit
Scherpstelling
Autofocus Nikon geavanceerde Multi-CAM 3500DX autofocussensormodule met
DDL-fasedetectie, fijnafstelling, 51 scherpstelpunten (inclusief 15
kruistype-sensoren; het middelste 1 scherpstelpunt is beschikbaar bij
diafragma’s langzamer dan f/5.6 en sneller dan f/8 of bij f/8) en
AF-hulpverlichting (bereik ca. 0,53 m)
Detectiebereik –2 – +19 LW (ISO 100, 20 °C)
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): enkelvoudige servo-AF (AF-S); continu servo-AF (AF-C);
automatische AF-S/AF-C-selectie (AF-A); anticiperende scherpstelling
automatisch geactiveerd overeenkomstig onderwerpstatus
Handmatige scherpstelling (M): elektronische afstandsmeter kan worden
gebruikt
Scherpstelpunt Keuze uit 51 of 11 scherpstelpunten
AF-veldstand Enkelpunts AF; 9-, 21- of 51-punten dynamisch veld-AF, 3D-tracking,
automatisch-veld-AF
Belichting