Gebruikshandleiding
289
B Het setup-menu: Camera-instellingen
Geheugenkaart formatteren
Sleuf 1 Kies, om het formatteren te beginnen, een
geheugenkaartsleuf en selecteer Ja. Merk
op dat bij het formatteren alle foto’s en
andere gegevens op de kaart in de
geselecteerde sleuf permanent worden
verwijderd. Maak, indien nodig, eerst back-
upkopieën alvorens te formatteren.
Sleuf 2
Gebruikersinstellingen opslaan
Opslaan in U1 Wijs veelgebruikte instellingen toe aan de
posities U1 en U2 op de standknop (0 63).
Opslaan in U2
Gebruikersinstell. terugzetten
U1 terugzetten Voer het volgende uit om instellingen voor
U1 of U2 terug te zetten naar
standaardwaarden (0 65):
U2 terugzetten
Monitorhelderheid (standaard ingesteld op 0)
–5 – +5 Pas de helderheid van het menu, de
weergave en informatieschermen aan.
A Geheugenkaarten formatteren
Schakel de camera niet uit en verwijder niet de accu of geheugenkaarten
tijdens het formatteren.
Naast de optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu, kunnen
geheugenkaarten worden geformatteerd met behulp van de knoppen
O (Q) en Z (Q): houd beide knoppen gelijktijdig ingedrukt totdat de
formatterenaanduidingen worden weergegeven en druk vervolgens
nogmaals op de knoppen om de kaart te formatteren. Als er twee
geheugenkaarten zijn geplaatst wanneer de knoppen voor het eerst
worden ingedrukt, wordt de te formatteren kaart aangeduid met een
knipperend pictogram. Draai aan de hoofdinstelschijf om een andere sleuf
te kiezen.