Gebruikshandleiding

77
De beeldkwaliteit en het beeldformaat bepalen samen hoeveel
ruimte elke foto in beslag neemt op de geheugenkaart. Grotere
afbeeldingen met een hogere kwaliteit kunnen op groot formaat
worden afgedrukt maar vereisen tevens meer geheugen, wat
betekent dat er minder van dergelijke foto’s op de geheugenkaart
kunnen worden opgeslagen (0 380).
Beeldkwaliteit
Kies een bestandsformaat en compressieverhouding
(beeldkwaliteit).
Beeldkwaliteit en -formaat
Optie Bestandstype Beschrijving
NEF (RAW) NEF
Onbewerkte gegevens van de beeldsensor
worden zonder extra bewerking opgeslagen.
Instellingen zoals witbalans en contrast kunnen
na de opname worden aangepast.
JPEG Fijn
JPEG
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 4 (fijne
kwaliteit).
*
JPEG Normaal
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 8
(normale kwaliteit).
*
JPEG Basis
Leg JPEG-afbeeldingen vast bij een
compressieverhouding van ruwweg 1 : 16
(basiskwaliteit).
*
NEF (RAW) +
JPEG Fijn
NEF/JPEG
Twee beelden worden vastgelegd, één NEF
(RAW)-afbeelding en één JPEG Basis-afbeelding.
NEF (RAW) +
JPEG Normaal
Twee beelden worden vastgelegd, één NEF
(RAW)-afbeelding en één JPEG Fijn-afbeelding.
NEF (RAW) +
JPEG Basis
Twee beelden worden vastgelegd, één NEF
(RAW)-afbeelding en één JPEG Normaal-
afbeelding.
* Vaste grootte geselecteerd voor JPEG-compressie. De compressieverhouding is slechts
een schatting; de werkelijke verhouding varieert afhankelijk van ISO-gevoeligheid en de opgenomen
scène.