Menugids

75Menugids
Kies de maximum beeldsnelheid in stand CL (continu lage snelheid).
Merk op dat de beeldsnelheid in livebeeld niet hoger dan 3,7 bps zal
zijn, zelfs wanneer waarden van 4 bps of korter zijn geselecteerd.
Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden
gemaakt in één serieopname in de continue stand kan worden
ingesteld op een waarde tussen 1 en 100. Merk op dat deze
instelling geen effect heeft bij sluitertijden van 4 sec. of langer.
In situaties waarin de minste camerabeweging een foto onscherp
kan maken, selecteer 1 sec., 2 sec. of 3 sec. om de ontspanknop
circa één, twee of drie seconden te vertragen nadat de spiegel is
opgeklapt.
Als Aan is geselecteerd, zal de flitsgereedaanduiding (M) knipperen
als de flitser is vereist voor het verkrijgen van de optimale belichting.
d2: Continu lage snelheid
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
d3: Max. aant. continu-opnamen
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
A Het buffergeheugen
Ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling d3, neemt de
opnamesnelheid af naarmate het buffergeheugen voller raakt (tAA). Het
aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in de buffer varieert
afhankelijk van de beeldkwaliteit en andere factoren.
d4: Belichtingsvertragingsstand
G-knop A menu Persoonlijke instellingen
d5: Flitswaarschuwing
G-knop A menu Persoonlijke instellingen