Gebruikshandleiding
94
A AF Micro NIKKOR-objectieven
Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u
alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de
diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.
A De belichtingsaanduidingen
Als er een andere sluitertijd dan “bulb” of “tijd” is geselecteerd, tonen de
belichtingsaanduidingen in de zoeker en het bedieningspaneel of de foto
wel of niet onder- of overbelicht zal zijn bij de huidige instellingen.
Afhankelijk van de optie gekozen voor Persoonlijke instelling b2
(Stapgrootte inst. belichting, 0 333), wordt de hoeveelheid onder- of
overbelichting in stappen van
1
/
3 LW of
1
/
2 LW aangeduid. Als de limieten
van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, zullen de
weergaven knipperen.
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op
1
/
3 stap
Optimale belichting
Onderbelicht met
1
/
3 LW
Overbelicht met 2 LW
Bedienings-
paneel
Zoeker
A Zie ook
Zie Persoonlijke instelling f8 (Aanduidingen omkeren, 0 366) voor
informatie over het omkeren van de belichtingsaanduidingen, zodat
negatieve waarden rechts en positieve waarden links worden
weergegeven.