Gebruikshandleiding

389
Verfijn de scherpstelling voor maximaal 12 objectieftypen.
AF-fijnafstelling wordt in de meeste situaties afgeraden en kan
hinderen bij normale scherpstelling; gebruik dit alleen indien
noodzakelijk.
AF-fijnafstelling
G-knop B setup-menu
Optie Beschrijving
AF-fijnafstelling
(Aan/Uit)
Aan: Schakel AF-fijnafstelling in.
Uit: Schakel AF-fijnafstelling uit.
Opgeslagen
waarde
Stel AF af voor het
huidige objectief (enkel
CPU-objectieven). Druk
op 1 of 3 om een
waarde te kiezen tussen
+20 en –20. Waarden
van maximaal 12
objectieftypes kunnen
worden opgeslagen. Er
kan voor elk type
objectief slechts één
waarde worden
opgeslagen.
Standaard
Kies de waarde voor AF-
fijnafstelling die wordt
gebruikt als er geen
eerdere opgeslagen
waarde bestaat voor het
huidige objectief (alleen
CPU-objectieven).
Plaats het
scherpstelpunt weg
van de camera.
Huidige
waarde
Plaats het
scherpstelpunt
dichter bij de
camera.
Vorige
waarde