DIGITALE CAMERA Menugids Deze handleiding geeft een gedetailleerde beschrijving van de menuopties en verschaft informatie over accessoires en het aansluiten van de camera op andere apparaten.
Inhoudsopgave Menugids 9 Standaardinstellingen ....................................................................... 9 D Het weergavemenu: Beelden beheren ................................... 18 Wissen .................................................................................................... 19 Weergavemap..................................................................................... 19 Beeld verbergen .................................................................................
Actieve D-Lighting ............................................................................. 44 Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname)................................ 45 Hoge ISO-ruisonderdrukk................................................................ 45 Vignetteringscorrectie...................................................................... 46 Autom. vertekeningscorrectie....................................................... 46 Flikkerreductie.....................
A Persoonlijke instellingen: Camera-instellingen fijnafstellen .................................................................................. 81 Herstel pers. instellingen................................................................. 84 a: Autofocus ............................................................................................. 84 a1: Selectie AF-C-prioriteit .............................................................. 84 a2: Selectie AF-S-prioriteit...................................
d4: Elektr. eerste-gordijnsluiter ..................................................... 99 d5: Opeenvolgende nummering............................................... 100 d6: Rasterweergave in zoeker ..................................................... 101 d7: ISO tonen..................................................................................... 101 d8: Lcd-verlichting .......................................................................... 101 d9: Optische VR .....................................
Informatiescherm............................................................................ Automatisch informatiescherm................................................. Informatiescherm automat. uit.................................................. AF-fijnafstelling................................................................................ Beeldsensor reinigen ..................................................................... Spiegel omhoog voor reiniging...........................................
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken ... 157 NEF (RAW)-verwerking .................................................................. 160 Bijsnijden ............................................................................................ 163 Formaat wijzigen............................................................................. 164 D-Lighting .......................................................................................... 166 Snel retoucheren ................................
Optionele flitsers 188 Opties voor de flitserregeling ...................................................... 188 Ingebouwde of op camera gemonteerde flitser ......................... 188 Secundaire flitserfotografie................................................................. 189 Optische AWL .................................................................................. 190 Ingebouwde flitser/SB-500.................................................................. 190 Andere flitsers .............
Menugids Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de opties in de cameramenu’s worden hieronder vermeld. ❚❚ Standaardinstellingen weergavemenu Optie Weergavemap (0 19) Controlebeeld (0 22) Na wissen (0 22) Automatische beeldrotatie (0 23) Draai portret (0 23) Diashow (0 24) Beeldtype Beeldinterval Standaard Alle Uit Toon volgende Aan Aan Foto's en films 2 sec.
❚❚ Standaardinstellingen foto-opnamemenu Optie Opslagmap (0 27) Naam wijzigen Map selecteren op nummer Naamgeving bestanden (0 31) Flitserregeling (0 32) Flitserregelingsstand (ingebouwd)/ Flitserregelingsstand (extern) Opties voor draadloos flitsen Kies beeldveld (0 35) Beeldkwaliteit (0 36) Beeldformaat (0 37) NEF (RAW)-opname (0 37) NEF (RAW)-compressie NEF (RAW)-bitdiepte ISO-gevoeligheid instellen (0 38) ISO-gevoeligheid Autom inst ISO-gevoeligheid Witbalans (0 39) Fijnafstelling Kies kleurtemperatuur
Optie Autom. vertekeningscorrectie (0 46) Flikkerreductie (0 47) Flikkerreductie-instelling Aanduiding voor flikkerreductie Afstandsbedieningsstand (ML-L3) (0 49) Inst. voor autom. bracketing (0 49) Meervoudige belichting (0 50) * Stand voor meerv. belichting Aantal opnamen Beeld-op-beeld Alle belichtingen bewaren HDR (hoog dynam.
❚❚ Standaardinstellingen filmopnamemenu Optie Naamgeving bestanden (0 67) Kies beeldveld (0 67) Beeldformaat/beeldsnelheid (0 68) Filmkwaliteit (0 68) Bestandstype voor film (0 68) ISO-gevoeligheid instellen (0 69) Maximale gevoeligheid Auto ISO-gevoeligh. (st. M) ISO-gevoeligheid (stand M) Witbalans (0 70) Fijnafstelling Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen (0 70) Actieve D-Lighting (0 70) Hoge ISO-ruisonderdrukk.
❚❚ Standaardinstellingen menu Persoonlijke instellingen a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 a8 a9 a10 b1 b2 b3 b4 b5 b6 c1 c2 c3 Optie Selectie AF-C-prioriteit (0 84) Selectie AF-S-prioriteit (0 85) Focus-tracking met Lock-On (0 86) Aantal scherpstelpunten (0 86) Punten opslaan per stand (0 87) AF-activering (0 88) Doorloop scherpstelpunt (0 89) Opties voor scherpstelpunt (0 90) Verlichting scherpstelpunt Handmatige scherpstelstand Ingebouwde AF-hulpverlichting (0 91) Handm. scherpstelring in AF-st.
Optie c4 Monitor uit (0 97) Weergave Menu's Informatiescherm Controlebeeld Livebeeld c5 Wachttijd afst.bed. (ML-L3) (0 97) d1 Opnamesnelheid CL-stand (0 98) d2 Max. aant. continu-opn. (0 98) d3 Belichtingsvertragingsstand (0 98) d4 Elektr. eerste-gordijnsluiter (0 99) d5 Opeenvolgende nummering (0 100) d6 Rasterweergave in zoeker (0 101) d7 ISO tonen (0 101) d8 Lcd-verlichting (0 101) d9 Optische VR (0 101) e1 Flitssynchronisatiesnelheid (0 102) e2 Langste sluitertijd bij flits (0 104) e3 Belichtingscorr.
Optie f1 Aangepaste knoptoewijzing (0 106) Fn1-knop Fn1-knop + y Fn2-knop Fn2-knop + y AE-L/AF-L-knop AE-L/AF-L-knop + y BKT-knop + y Filmopnameknop + y f2 OK-knop (0 114) Opnamestand Weergavestand Livebeeld f3 Functie instelschijven inst. (0 115) Rotatie omkeren Verwissel hoofd/secundair Menu's en weergave Door beelden met sec. inst.sch. f4 Knop loslaten voor instelsch.
❚❚ Standaardinstellingen setup-menu Optie Gebruikersinstellingen opslaan (0 123) Opslaan in U1 Opslaan in U2 Tijdzone en datum (0 126) Synchroniseren m. smartapparaat Zomertijd Monitorhelderheid (0 127) Menu's/weergave Livebeeld Kleurbalans monitor (0 127) Informatiescherm (0 129) Automatisch informatiescherm (0 129) Informatiescherm automat.
Optie HDMI (0 143) Uitvoerresolutie Geavanceerd Uitvoerbereik Uitvoerformaat Schermweergave bij livebld Twee monitoren Locatiegegevens (0 144) Downloaden van smartapparaat Opties extern GPS-apparaat Stand-by-timer Klok instellen via satelliet Opties draadl. afstandsbed. (WR) (0 145) LED-lamp Verbindingsmethode Fn-knop afstandsb. (WR) toew. (0 147) Vliegtuigmodus (0 147) Verzenden n. smartapp. (autom.
D Het weergavemenu: Beelden beheren Druk op G en selecteer de (weergavemenu)-tab K om het weergavemenu weer te geven. G-knop Optie Wissen Weergavemap Beeld verbergen Weergaveopties Controlebeeld Na wissen 0 19 19 20 22 22 22 Optie Automatische beeldrotatie Draai portret Diashow Score Sel. v. verzending n. smartappar. A Zie ook Voor standaard menu-instellingen, zie “Standaardinstellingen weergavemenu” (0 9).
Wissen G-knop ➜ D weergavemenu Wis meerdere beelden. Optie Q n R Beschrijving Selectie Wis geselecteerde foto’s. Datum Wis alle foto’s gemaakt op een geselecteerde datum. selecteren Wis alle foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor Alle weergave. Weergavemap G-knop ➜ D weergavemenu Kies een map voor weergave. Optie (Mapnaam) Alle Huidige Beschrijving Foto’s in alle mappen aangemaakt met de D7500 zijn zichtbaar tijdens weergave.
Beeld verbergen G-knop ➜ D weergavemenu Verberg of toon foto’s. Verborgen foto’s zijn alleen zichtbaar in het menu Beeld verbergen en kunnen alleen worden gewist door de geheugenkaart te formatteren. Optie Selecteren/ instellen Beschrijving Verberg of toon geselecteerde foto’s. Datum selecteren Het selecteren van deze optie toont een lijst met datums. Markeer, om alle foto’s gemaakt op een bepaalde datum te verbergen, de datum en druk op 2.
2 Selecteer foto’s. Gebruik de multi-selector om door de foto’s op de geheugenkaart te bladeren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken) en druk op W (Z) om de huidige foto te selecteren. W (Z)-knop Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd door een R-pictogram; markeer de foto om deze te deselecteren en druk opnieuw op W (Z). Ga door totdat alle gewenste foto’s zijn geselecteerd. 3 Druk op J. Druk op J om de bewerking te voltooien.
Weergaveopties G-knop ➜ D weergavemenu Kies de informatie beschikbaar in het scherm voor weergave van foto-informatie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren, druk vervolgens op 2 om de optie voor het foto-informatiescherm te selecteren. Een L verschijnt naast geselecteerde items; markeer een item en druk op 2 om de selectie ongedaan te maken. Druk op J om naar het weergavemenu terug te keren.
Automatische beeldrotatie G-knop ➜ D weergavemenu Foto’s gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie over de richting van de camera, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens weergave of wanneer ze worden bekeken in ViewNX-i of in Capture NX-D. De volgende richtingen zijn vastgelegd: Landschap (liggend) Camera 90° rechtsom gedraaid Camera 90° linksom gedraaid De richting van de camera wordt niet vastgelegd wanneer Uit is geselecteerd.
Diashow G-knop ➜ D weergavemenu Maak een diashow van de foto’s in de huidige weergavemap (0 19). Verborgen beelden (0 20) worden niet weergegeven. Optie Starten Beeldtype Beeldinterval Beschrijving Start de diashow. Kies het type beeld dat wordt weergegeven vanuit Foto's en films, Alleen foto's en Alleen films. Kies hoe lang elke foto zal worden weergegeven. Markeer Starten en druk op J om de diashow te starten.
Er wordt een venster getoond zodra de show eindigt. Selecteer Herstarten om te herstarten of Afsluiten om terug te keren naar het weergavemenu. Score G-knop ➜ D weergavemenu Markeer foto’s met behulp van de multiselector en houd de W (Z) ingedrukt terwijl 1 of 3 wordt ingedrukt om scores van één tot vijf sterren te kiezen, of selecteer ) om de foto als kandidaat voor later wissen te markeren. Houd de X (T) ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. Druk op J om uw selectie uit te voeren.
C Het foto-opnamemenu: Opnameopties Druk op G en selecteer het tabblad C (foto-opnamemenu) om het foto-opnamemenu weer te geven. G-knop Optie Optie 0 Zet foto-opnamemenu terug. * 27 Kleurruimte Opslagmap * 27 Actieve D-Lighting Naamgeving bestanden 31 Ruisonderdr. lange tijdopname Flitserregeling 32 Hoge ISO-ruisonderdrukk. Kies beeldveld * 35 Vignetteringscorrectie Beeldkwaliteit 36 Autom. vertekeningscorrectie Flikkerreductie Beeldformaat 37 Afstandsbedieningsstand (ML-L3) * NEF (RAW)-opname 37 Inst.
Zet foto-opnamemenu terug. G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer Ja om de foto-opnamemenu-opties naar haar standaardwaarden terug te zetten (0 10). Opslagmap G-knop ➜ C foto-opnamemenu Wijzig de namen van mappen en selecteer de map waarin de volgende beelden worden opgeslagen. Map Mapnummer Mapnaam ❚❚ Naam wijzigen Mappen worden aangeduid door een mapnaam van 5 tekens die wordt voorafgegaan door een 3-cijferige mapnaam die automatisch wordt toegewezen door de camera.
A Tekst invoeren Wanneer het invoeren van tekst is vereist, Tekstweergaveveld wordt een venster weergegeven. Tik op de letters op het aanraaktoetsenbord. U kunt ook de multi-selector gebruiken om het gewenste teken te markeren in het toetsenbordveld en druk op J om het gemarkeerde teken bij de huidige cursorpositie in te voegen (let op: wordt een teken ingevoerd terwijl het veld vol is, dan wordt het laatste teken in het veld gewist).
❚❚ Map selecteren op nummer Om mappen op nummer te selecteren of om een nieuwe map te creëren met de huidige mapnaam en een nieuw mapnummer: 1 Kies Map selecteren op nummer. Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2. 2 Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een getal te markeren, druk op 1 of 3 om te wijzigen. Als er al een map bestaat met het geselecteerde nummer, dan wordt links van het mapnummer een W-, X- of Y-pictogram weergegeven: • W: Map is leeg. • X: Map is gedeeltelijk vol.
❚❚ Map selecteren in lijst Om uit een lijst met bestaande mappen te kiezen: 1 Kies Map selecteren in lijst. Markeer Map selecteren in lijst en druk op 2. 2 Markeer een map. Druk op 1 of 3 om een map te markeren. 3 Selecteer de gemarkeerde map. Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en terug te keren naar het hoofdmenu. De erop volgende foto’s worden in de geselecteerde map opgeslagen. D Map- en bestandsnummers Als de huidige map nummer 999 heeft en 999 foto’s of een foto met het nummer 9.
Naamgeving bestanden G-knop ➜ C foto-opnamemenu Foto’s worden opgeslagen met een bestandsnaam die bestaat uit “DSC_” of, in het geval van afbeeldingen die Adobe RGB kleurruimte gebruiken (0 44), “_DSC”, gevolgd door een getal van vier cijfers en een extensie van drie letters (bijv. “DSC_0001.JPG”). De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te selecteren die het gedeelte “DSC” van de bestandsnaam vervangen. A Extensies De volgende extensies worden gebruikt: “.
Flitserregeling G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies de flitserregelingsstand voor de ingebouwde filtser en voor optionele flitsers die op de accessoireschoen van de camera zijn gemonteerd en pas de instellingen aan voor fotografie met de flitser los van de camera. Voor meer informatie over het gebruik van optionele flitsers, zie “Optionele flitsers” (0 188).
A “Aantal” De beschikbare opties voor Stroboscopisch flitsen > Aantal worden bepaald door de flitssterkte.
❚❚ Opties voor draadloos flitsen Pas instellingen aan voor gelijktijdige draadloze bediening van meerdere secundaire flitsers. Wanneer een andere optie dan Uit is geselecteerd, kan Opties voor groepsflitsen worden gebruikt om de flitsstand en flitssterkte voor de flitsers in elke groep te kiezen. Optie Beschrijving De secundaire flitsers worden geregeld met behulp van lageintensiteit flitsen die worden afgegeven door de hoofdflitser.
Kies beeldveld G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies beeldveld DX (24×16) of 1,3× (18×12). Optie a DX (24×16) Z 1,3× (18×12) Beschrijving Foto’s worden vastgelegd bij beeldveld 23,5 × 15,7 mm (DX-formaat). Foto’s worden vastgelegd bij beeldveld 18,0 × 12,0 mm, waardoor een tele-effect wordt geproduceerd zonder objectieven te verwisselen.
Beeldkwaliteit G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit). Optie Bestandstype NEF (RAW) NEF NEF (RAW) + JPEG Fijn★/ NEF (RAW) + JPEG Fijn NEF (RAW) + JPEG Normaal★/ NEF (RAW) + JPEG Normaal NEF (RAW) + JPEG Basis★/ NEF (RAW) + JPEG Basis Twee beelden worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG Fijnafbeelding. NEF/JPEG JPEG Basis★/ JPEG Basis Twee beelden worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG Normaalafbeelding.
Beeldformaat G-knop ➜ C foto-opnamemenu Beeldformaat wordt gemeten in pixels. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein (merk op dat het beeldformaat kan afwijken, afhankelijk van de optie geselecteerd voor Kies beeldveld): Optie Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm) * Groot 5.568 × 3.712 47,1 × 31,4 DX (24×16) Middel 4.176 × 2.784 35,4 × 23,6 Klein 2.784 × 1.856 23,6 × 15,7 Groot 4.272 × 2.848 36,2 × 24,1 1,3× (18×12) Middel 3.200 × 2.136 27,1 × 18,1 Klein 2.128 × 1.
❚❚ NEF (RAW)-bitdiepte Optie q 12-bits r 14-bits Beschrijving NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 12 bits. NEF (RAW)-afbeeldingen worden vastgelegd bij een bitdiepte van 14 bits, waarbij grotere bestanden worden geproduceerd dan die met een bitdiepte van 12 bits, maar waarbij de opgenomen kleurgegevens worden vermeerderd. ISO-gevoeligheid instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Pas instellingen voor ISO-gevoeligheid aan voor foto’s.
Witbalans G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een witbalans die bij de lichtbron past. Optie v Automatisch Normaal Kleur warm licht behouden J I Gloeilamplicht Gebruik bij gloeilampverlichting. Tl-licht Gebruik met: • Natriumdamplampen (te vinden bij sportevenementen). Natriumdamplampen Warm wit tl-licht • Warm witte tl-lampen. Wit tl-licht • Witte tl-lampen. Koel wit tl-licht • Koel-witte tl-lampen. Dag wit tl-licht • Daglicht witte tl-lampen. Daglicht tl-licht • Daglicht tl-lampen.
Picture Control instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies hoe nieuwe foto’s worden verwerkt. Selecteer overeenkomstig het scènetype of uw eigen creatieve wensen. Optie n Automatisch Q Standaard R Neutraal S Levendig T Monochroom e Portret f Landschap q Gelijkmatig 40 Menugids Beschrijving De camera past automatisch tinten en kleurtonen aan op basis van de Standaard Picture Control.
Picture Control beheren G-knop ➜ C foto-opnamemenu Eigen Picture Controls creëren. Optie Beschrijving Creëer een nieuwe eigen Picture Control op basis van een Opslaan/ bestaande voorinstelling of eigen Picture Control, of bewerk bewerken bestaande eigen Picture Controls (0 41). Naam wijzigen Wijzig de naam van een geselecteerde Picture Control. Wissen Wis een geselecteerde Picture Control. Gebruik de volgende opties om eigen Picture Controls naar en van geheugenkaarten te kopiëren.
2 Selecteer een Picture Control. Markeer een bestaande Picture Control en druk op 2 of druk op J om verder te gaan naar Stap 4 om zonder verdere aanpassing een kopie van de gemarkeerde Picture Control op te slaan. 3 Bewerk de geselecteerde Picture Control. Druk, om wijzigingen ongedaan te maken en opnieuw te starten vanuit standaardinstellingen, op de knop O (Q). Druk op J zodra de instellingen zijn voltooid. 4 Selecteer een bestemming.
5 Geef de Picture Control een naam. Er wordt een tekstinvoervenster weergegeven. Standaard krijgen nieuwe Picture Controls een naam door een tweecijferig getal (automatisch toegewezen) aan de naam van de bestaande Picture Control toe te voegen; om een andere naam te kiezen, kan de Picture Control volgens de beschrijving in “Tekst invoeren” van naam worden veranderd (0 28). Tik op de toetsenbordselectieknop om door hoofdletter, kleine letter en symbolen op het toetsenbord te scrollen.
Kleurruimte G-knop ➜ C foto-opnamemenu De kleurruimte bepaalt het kleurengamma beschikbaar voor kleurreproductie. sRGB wordt aanbevolen voor algemene afdruken weergavedoeleinden, Adobe RGB, met een breder kleurbereik, voor professionele publicaties en commercieel drukwerk. A Adobe RGB Voor nauwkeurige kleurreproductie vereisen Adobe RGB-beelden, toepassingen, schermen en printers die kleurmanagement ondersteunen.
Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Als Aan is geselecteerd, worden foto’s die zijn gemaakt bij sluitertijden van langer dan 1 sec. verwerkt om ruis te verminderen (heldere vlekken of waas).
Vignetteringscorrectie G-knop ➜ C foto-opnamemenu “Vignettering” is verminderde helderheid aan de randen van een foto. Vignetteringscorrectie vermindert vignettering voor type G-, E- en D-objectieven (pc-objectieven uitgezonderd). De effecten variëren van objectief tot objectief en zijn het meest zichtbaar bij maximaal diafragma. Kies uit Hoog, Normaal, Laag en Uit.
Flikkerreductie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Verminder strepen of (in foto’s gemaakt in continue ontspanstanden) ongelijkmatige belichting of verkleuring veroorzaakt door flikkering van lichtbronnen zoals tl-lampen of kwikdamplampen tijdens zoekerfotografie. Optie Beschrijving Wanneer Inschakelen is geselecteerd, zal de camera foto’s Flikkerreductie- timen om de effecten van flikkering te verminderen. Merk instelling op dat de beeldsnelheid kan afnemen terwijl flikkerreductie in werking is.
A Flikkerreductie in het foto-opnamemenu Maak een testopname en bekijk de resultaten alvorens meer foto’s te maken. Flikkerreductie kan bij 100 en 120 Hz flikkering detecteren (respectievelijk behorend bij lichtnetvoedingen van 50 en 60 Hz). Flikkering wordt mogelijk niet gedetecteerd of de gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met donkere achtergronden of felle lichtbronnen, decoratieve verlichtingsdisplays en andere niet-standaard verlichting.
Afstandsbedieningsstand (ML-L3) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies hoe de camera zich gedraagt wanneer gebruikt met een optionele ML-L3 afstandsbediening (0 222). % $ & 7 Optie Vertraagd op afstand Beschrijving Sluiter wordt 2 sec. nadat de ontspanknop van de ML-L3 wordt ingedrukt, ontspannen. Sluiter wordt ontspannen zodra de ontspanknop van Direct op afstand de ML-L3 wordt ingedrukt.
Meervoudige belichting G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak van twee tot tien NEF (RAW)-opnamen één enkele foto. Optie Beschrijving • 6 Aan (reeks): Maak een serie meervoudige belichtingen. Selecteer Uit om normaal fotograferen te hervatten. Stand voor • Aan (één foto): Maak één meervoudige belichting. meerv. belichting • Uit: Sluit af zonder extra meervoudige belichtingen te creëren. Kies het aantal belichtingen dat zal worden gecombineerd Aantal opnamen om een enkele foto te vormen.
❚❚ Een meervoudige belichting creëren Meervoudige belichtingen kunnen niet in livebeeld worden opgenomen. Sluit livebeeld af alvorens verder te gaan. A Verlengde opnametijden Als monitor uitschakelt tijdens weergave of menubewerkingen en gedurende ongeveer 30 seconden worden geen handelingen uitgevoerd, dan zal de opname eindigen en wordt een meervoudige belichting gecreëerd van de opnamen die tot op dat punt zijn opgenomen.
3 Kies het aantal opnamen. Markeer Aantal opnamen en druk op 2. Druk op 1 of 3 om het aantal opnamen te kiezen dat wordt gecombineerd om één foto samen te stellen en druk op J.
6 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. In continue ontspanstanden legt de camera alle opnamen in een enkele serieopname vast. Als Aan (reeks) is geselecteerd, blijft de camera meerdere opnamen vastleggen terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt; als Aan (één foto) is geselecteerd, eindigt de meervoudige belichtingsopname na de eerste foto.
❚❚ De i-knop gebruiken De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de K-knop te drukken tijdens een meervoudige belichting en vervolgens op de i-knop te drukken. Gebruik het aanraakscherm of navigeer met de multi-selector door het menu en druk daarbij op 1 of 3 om items i-knop te markeren en om J om te selecteren. • Voortgang weergeven: Bekijk een voorbeeld gecreëerd van belichtingen die bij het huidige punt zijn vastgelegd.
❚❚ Meervoudige belichtingen beëindigen Selecteer, om een meervoudige belichting te eindigen voordat het gespecificeerde aantal belichtingen is vastgelegd, Uit voor meervoudige belichtingsstand of druk op de K-knop gevolgd door de i-knop en selecteer Opslaan en afsluiten of Verwijderen en afsluiten.
A Intervalfotografie Als intervalfotografie is geactiveerd voordat de eerste belichting wordt gemaakt, legt de camera opnamen vast bij het geselecteerde interval totdat het aantal opnamen gespecificeerd in het meervoudige belichtingsmenu is gemaakt (het aantal opnamen vermeldt in het intervalopnamemenu wordt genegeerd).
HDR (hoog dynam. bereik) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Indien gebruikt met onderwerpen met grote contrasten behoudt hoog dynamisch bereik (High Dynamic Range (HDR)) details in hoge lichten en schaduwen door twee opnamen te combineren die bij verschillende belichtingen zijn vastgelegd. Optie HDR-stand HDR-sterkte Beschrijving • 6 Aan (reeks): Maak een reeks HDR-foto’s. Selecteer Uit om normaal fotograferen te hervatten. • Aan (één foto): Maak één HDR-foto. • Uit: Sluit af zonder extra HDR-foto’s te maken.
Intervalopname G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak foto’s bij het geselecteerde interval totdat het gespecificeerde aantal opnamen is gemaakt. Selecteer een andere ontspanstand dan zelfontspanner (E) en spiegel omhoog (MUP) bij het gebruik van de intervaltimer. Optie Beschrijving Start intervalopname na 3 sec. (Nu geselecteerd voor Startopties) of bij een geselecteerde datum en tijd Starten (Startdatum en starttijd kiezen).
❚❚ Intervalfotografie D Voorafgaand aan de opname Maak voor aanvang van intervalfotografie een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor. Verwijder, zodra instellingen naar uw tevredenheid zijn aangepast, de rubberen oogschelp en bedek de zoeker met het meegeleverde oculairkapje om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op foto’s en belichting.
2 Pas de intervalinstellingen aan. Kies een startoptie, interval, aantal opnamen per interval en gelijkmatige belichtingsoptie. • Om een startoptie te kiezen: Markeer Startopties en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. Selecteer Nu om de opname onmiddellijk te starten. Selecteer, om op de opname te starten bij een gekozen datum en tijd, Startdatum en starttijd kiezen, kies vervolgens de datum en tijd en druk op J. • Om het interval tussen opnamen te kiezen: Markeer Interval en druk op 2.
• Om het aantal opnamen per interval te kiezen: Markeer Aantal intervallen× opnamen/interval en druk op 2. Kies het aantal intervallen en het aantal opnamen per interval en druk op J. In stand S (enkel beeld) worden de foto’s voor elk interval gemaakt bij de snelheid die is gekozen voor Persoonlijke instelling d1 (Opnamesnelheid CL-stand; 0 98). • Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen: Markeer Gelijkmatige belichting en druk op 2. Markeer een optie en druk op J.
3 Start de opname. Markeer Starten en druk op J. De eerste serie opnamen wordt bij de gespecificeerde starttijd vastgelegd, of na circa 3 sec. als Nu is geselecteerd voor Startopties in Stap 2. De opname wordt voortgezet bij het geselecteerde interval tot alle opnamen zijn gemaakt. A Tijdens de opname Tijdens intervalfotografie knippert het toegangslampje van de geheugenkaart.
❚❚ Intervalfotografie pauzeren Intervalfotografie kan worden gepauzeerd tussen intervallen door op J te drukken of Pauze te selecteren in het intervalmenu. ❚❚ Intervalopnamen hervatten Selecteer Herstarten om de opname onmiddellijk te hervatten. Markeer Herstarten en druk op J. Om de opname bij een gespecificeerde tijd te hervatten: Voor Startopties, markeer Startdatum en starttijd kiezen en druk op 2. Kies een startdatum en tijd en druk op J. Markeer Herstarten en druk op J.
❚❚ Geen foto De camera slaat het huidige interval over als één van de volgende situaties gedurende acht seconden of langer standhoudt, nadat het interval had moeten starten: de foto of foto’s voor het vorige interval zijn nog niet gemaakt, de geheugenkaart is vol of de camera kan niet scherpstellen met behulp van enkelvoudige servoautofocus (AF-S of enkelvoudige servo-autofocus geselecteerd voor AF-A) of wanneer Scherpstelling is geselecteerd voor Persoonlijke instelling a1 (Selectie AF-C-prioriteit) in AF-
A Intervalfotografie Kies een interval langer dan de tijd die nodig is voor het maken van het geselecteerde aantal opnamen en, als u een flitser gebruikt, de tijd die de flitser nodig heeft om te laden. Als het interval te kort is, kan het aantal vastgelegde foto’s minder zijn dan het totaal vermeld in Stap 2 (het aantal intervallen vermenigvuldigd met het aantal opnamen per interval) of de flitser flitst bij minder dan het vermogen dat nodig is voor volledige belichting.
1 Het filmopnamemenu: Filmopnameopties Druk op G en selecteer het tabblad 1 (filmopnamemenu) om het filmopnamemenu weer te geven. G-knop Optie Optie 0 Filmopnamemenu terugzetten * 67 Picture Control beheren * Naamgeving bestanden 67 Actieve D-Lighting Kies beeldveld * 67 Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Filmopnamemenu terugzetten G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Markeer Ja en druk op J om de filmopnamemenu-opties terug te zetten naar haar standaardwaarden (0 12). Naamgeving bestanden G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het drieletterige voorvoegsel gebruikt voor benaming van de beeldbestanden waarin films worden opgeslagen. Het standaardvoorvoegsel is “DSC” (0 31). Kies beeldveld G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het beeldveld voor films uit DX en 1,3×.
Beeldformaat/beeldsnelheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het filmbeeldformaat (in pixels) en beeldsnelheid. r s t Optie 1 3840×2160 (4K UHD); 30p 2 3840×2160 (4K UHD); 25p 2 3840×2160 (4K UHD); 24p 2 Maximale bitsnelheid (Mbps) (★ hoge kwaliteit/ normaal) Maximumlengte 144 y/y 1920×1080; 60p z/z 1920×1080; 50p 1/1 1920×1080; 30p 2/2 1920×1080; 25p 3/3 1920×1080; 24p 4/4 1280× 720; 60p 5/5 1280× 720; 50p 48/24 29 min. 59 sec.
Bestandstype voor film G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies de bestandsindeling voor films uit MOV en MP4. ISO-gevoeligheid instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Pas de volgende ISOgevoeligheidsinstellingen aan. • Maximale gevoeligheid: Kies de bovengrens voor automatische instelling ISOgevoeligheid uit waarden tussen ISO 200 en Hi 5. Automatische instelling ISOgevoeligheid wordt gebruikt in de standen P, S en A, en wanneer Aan is geselecteerd voor Auto ISOgevoeligh. (st. M) in stand M. • Auto ISO-gevoeligh.
Witbalans G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies een witbalans voor films (0 39). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies een Picture Control voor films (0 40). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control beheren G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Creëer eigen Picture Controls (0 41).
Hoge ISO-ruisonderdrukk. G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Verminder “ruis” (willekeurige heldere pixels), in films opgenomen bij hoge ISO-gevoeligheden (0 45). Flikkerreductie G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Verminder flikkeringen en bandvorming bij het maken van opnamen onder tl-verlichting en kwikdamplampen tijdens livebeeld of filmopnamen. Kies Automatisch om de camera automatisch de juiste frequentie te laten kiezen, of zoek handmatig naar de frequentie van het lokale lichtnet.
Microfoongevoeligheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Schakel de ingebouwde of externe microfoons (0 224) in of uit of pas de microfoongevoeligheid aan. Kies Automatische gevoeligheid om gevoeligheid automatisch aan te passen, Microfoon uit om geluidsopname uit te schakelen; om microfoongevoeligheid handmatig te selecteren, selecteer Handmatige gevoeligheid en kies een gevoeligheid. A Het pictogram 2 2 wordt schermvullend weergegeven en filmweergave als de film zonder geluid werd opgenomen.
Frequentiebereik G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Als K Groot bereik is geselecteerd, reageren de ingebouwde en externe microfoons (0 224) op een breed scala aan frequenties, van muziek tot de verkeersgeluiden in de straten van de stad. Kies L Stembereik om stemmen van mensen duidelijk naar voren te brengen.
Time-lapse-film G-knop ➜ 1 filmopnamemenu De camera maakt automatisch foto’s bij geselecteerde intervallen om een geluidloze time-lapse-film te maken met het beeldformaat, de beeldsnelheid, filmkwaliteit en het beeldveld dat momenteel is geselecteerd in het filmopnamemenu. Time-lapse-opname is beschikbaar in de standen i, j, P, S, A, M en SCENE. Optie Starten Interval Opnameduur Gelijkmatige belichting 74 Menugids Beschrijving Start time-lapse-opname.
❚❚ Time-lapse-films opnemen A Voorafgaand aan de opname Maak voorafgaand aan het opnemen van een time-lapse-film een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor (time-lapse-films worden met behulp van de filmuitsnede opgenomen; gebruik livebeeld zodat u de compositie kunt controleren). Kies, voor samenhangende kleuren, een andere witbalansinstelling dan automatisch (0 39).
2 Pas time-lapse-filminstellingen aan. Kies een interval, de totale opnameduur en de optie gelijkmatige belichting. • Om het interval tussen beelden te kiezen: Markeer Interval en druk op 2. Kies een interval langer dan de langst geanticipeerde sluitertijd (minuten en seconden) en druk op J. • Om de totale opnameduur te kiezen: Markeer Opnameduur en druk op 2. 76 Menugids Kies opnameduur (maximaal 7 uur en 59 minuten) en druk op J.
• Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen: Markeer Gelijkmatige belichting en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. 3 Start de opname. Markeer Starten en druk op J. De opname start na ongeveer 3 sec. De camera maakt foto’s bij het interval voor de geselecteerde opnameduur. Zodra voltooid worden time-lapse-films op de geheugenkaart vastgelegd. A 3.840 × 2.160 Als een optie met een beeldformaat van 3.840 × 2.
❚❚ Opname beëindigen Om de opname te beëindigen voordat alle foto’s zijn gemaakt, markeer Uit in het time-lapse-filmmenu uit en druk op J of druk op J tussen beelden door of onmiddellijk nadat een beeld is vastgelegd. Een film wordt van de beelden gemaakt die werden vastgelegd op het punt waar de opname eindigde. Merk op dat de opname zal eindigen en er geen film wordt opgenomen als de voedingsbron wordt verwijderd of ontkoppeld, of de geheugenkaart wordt uitgeworpen.
A De lengte van de definitieve film berekenen Het totaal aantal beelden in de definitieve film kan worden berekend door de opnameduur te delen door het interval en naar boven af te ronden. De lengte van de definitieve film kan vervolgens worden berekend door het aantal opnamen te delen door de beeldsnelheid geselecteerd voor Beeldformaat/beeldsnelheid in het filmopnamemenu (0 68). Een 48beelden film opgenomen bij 1920×1080; 24p zal bijvoorbeeld twee seconden lang zijn.
A Tijdens de opname Tijdens de opname brandt het toegangslampje van de geheugenkaart en wordt de time-lapseopnameaanduiding weergegeven in het bedieningspaneel. De resterende tijd (in uren en minuten) verschijnt in de sluitertijdweergave, onmiddellijk voordat elk beeld wordt vastgelegd. Op andere momenten kan de resterende tijd worden bekeken door de ontspanknop half in te drukken.
A Persoonlijke instellingen: Camera-instellingen fijnafstellen Druk op G en selecteer het tabblad A (menu Persoonlijke instellingen) om het menu Persoonlijke instellingen weer te geven. G-knop Gebruik Persoonlijke instellingen om de camera-instellingen aan individuele voorkeuren aan te passen. Persoonlijke instellingengroepen Hoofdmenu Herstel pers.
De volgende Persoonlijke instellingen zijn beschikbaar: a a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 a8 a9 a10 b b1 b2 b3 b4 b5 b6 c c1 c2 c3 c4 c5 Persoonlijke instelling Herstel pers. instellingen Autofocus Selectie AF-C-prioriteit Selectie AF-S-prioriteit Focus-tracking met Lock-On Aantal scherpstelpunten Punten opslaan per stand AF-activering Doorloop scherpstelpunt Opties voor scherpstelpunt Ingebouwde AF-hulpverlichting Handm. scherpstelring in AF-st. * Lichtmeting/belichting Stapgrootte ISO-gevoeligh. Stapgrootte inst.
Persoonlijke instelling d d1 d2 d3 d4 d5 d6 d7 d8 d9 e e1 e2 e3 e4 e5 f f1 f2 f3 f4 f5 g g1 Opnemen/weergeven Opnamesnelheid CL-stand Max. aant. continu-opn. Belichtingsvertragingsstand Elektr. eerste-gordijnsluiter Opeenvolgende nummering Rasterweergave in zoeker ISO tonen Lcd-verlichting Optische VR * Bracketing/flits Flitssynchronisatiesnelheid Langste sluitertijd bij flits Belichtingscorr.
Herstel pers. instellingen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer Ja om Persoonlijke instellingen naar haar standaardwaarden terug te zetten (0 13). a: Autofocus a1: Selectie AF-C-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer AF-C is geselecteerd voor zoekerfotografie, regelt deze optie of foto’s kunnen worden vastgelegd wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit) of alleen zodra de camera heeft scherpgesteld (focusprioriteit).
a2: Selectie AF-S-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer AF-S voor zoekerfotografie is geselecteerd, regelt deze optie of uitsluitend kan worden gefotografeerd wanneer de camera heeft scherpgesteld (scherpstelprioriteit) of telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit). Optie G F Beschrijving Bij elke druk op de ontspanknop kunnen foto’s worden gemaakt. Er kunnen alleen foto’s worden gemaakt zodra de Scherpstelling scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
a3: Focus-tracking met Lock-On G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt hoe autofocus zich aanpast aan plotselinge grote veranderingen in de afstand tot het onderwerp wanneer AF-C is geselecteerd of continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera zich in AF-A-stand bevindt voor zoekerfotografie.
a5: Punten opslaan per stand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of afzonderlijke scherpstelpunten worden geselecteerd voor de stand landschap (liggend), de portretstand (staand) met de camera 90° rechtsom gedraaid en voor de portretstand met de camera 90° linksom gedraaid. Selecteer Uit om hetzelfde scherpstelpunt te gebruiken, ongeacht de camerarichting.
Kies Ja om afzonderlijke scherpstelselectie in te schakelen. Camera 90° linksom gedraaid Landschap (liggend) Camera 90° rechtsom gedraaid a6: AF-activering G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de camera scherpstelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Als Alleen AF-ON is geselecteerd, stelt de camera niet scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt; stel scherp met behulp van een knop die in het Persoonlijke instellingenmenu aan de AF-ON-functie is toegewezen (0 106).
a7: Doorloop scherpstelpunt G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of selectie van het scherpstelpunt “doorloopt” van de ene rand van de zoeker naar de andere.
a8: Opties voor scherpstelpunt G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies uit de volgende opties voor scherpstelpuntweergave. Optie Beschrijving Kies of de actieve scherpstelpunten rood worden gemarkeerd in de zoeker. • Automatisch: Het geselecteerde scherpstelpunt wordt indien nodig automatisch gemarkeerd zodat het contrasteert met de achtergrond. Verlichting • Aan: Het geselecteerde scherpstelpunt wordt altijd scherpstelpunt gemarkeerd, ongeacht de helderheid van de achtergrond.
a9: Ingebouwde AF-hulpverlichting G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de ingebouwde AF-hulpverlichting brandt ter ondersteuning van de scherpstelbediening wanneer er weinig licht is. Optie Aan Uit Beschrijving De AF-hulpverlichting brandt bij weinig licht (alleen zoekerfotografie). AF-hulpverlichting is alleen beschikbaar als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1.
a10: Handm. scherpstelring in AF-st. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit ondersteunen. Door Inschakelen te selecteren, kan de scherpstelring van het objectief worden gebruikt voor handmatige scherpstelling wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt. Houd, na het half indrukken van de ontspanknop om scherp te stellen, de knop half ingedrukt en pas de scherpstelling aan met behulp van de scherpstelring.
b: Lichtmeting/belichting b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer de stappen gebruikt bij het maken van aanpassingen aan ISO-gevoeligheid. Indien mogelijk wordt de instelling voor de huidige ISO-gevoeligheid behouden wanneer de stapgrootte wordt gewijzigd. Als de huidige instelling voor ISO-gevoeligheid niet beschikbaar is bij de nieuwe stapgrootte, dan wordt ISOgevoeligheid afgerond op de eerstkomende beschikbare instelling. b2: Stapgrootte inst.
b3: Eenv. belichtingscorrectie G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt of de E-knop nodig is om belichtingscorrectie in te stellen. Indien Aan (automat. herstellen) of Aan is geselecteerd, zal de 0 in het midden van de belichtingsweergave knipperen, ook al is de belichtingscorrectie ingesteld op ±0. Optie Beschrijving Belichtingscorrectie wordt ingesteld door aan één van de instelschijven te draaien (zie onderstaande opmerking).
b4: Matrixmeting G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies M Gezichtsherkenning aan om gezichtsherkenning in te schakelen bij het vastleggen van portretten met matrixmeting tijdens zoekerfotografie. b5: Centrumgericht meetveld G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de grootte van het gebied waaraan het meeste gewicht wordt toegewezen in centrumgerichte meting. b6: Fijnafst. voor opt.
c: Timers/AE-vergrendeling c1: AE-vergrend. ontspanknop G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de belichting vergrendelt zodra de ontspanknop wordt ingedrukt. O P Optie Aan (half indrukken) Aan (serieopname) Uit Beschrijving Het half indrukken van de ontspanknop vergrendelt de belichting. De belichting vergrendelt alleen terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Het indrukken van de ontspanknop vergrendelt niet de belichting.
c3: Zelfontspanner G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de lengte van de ontspanknopvertraging, het aantal gemaakte opnamen en het interval tussen opnamen in de zelfontspannerstand. • Vertraging zelfontspanner: Kies de lengte van de ontspanknopvertraging. • Aantal opnamen: Druk op 1 en 3 om het aantal gemaakte opnamen te kiezen telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. • Interval tussen opnamen: Kies het interval tussen opnamen wanneer het Aantal opnamen meer dan 1 is.
d: Opnemen/weergeven d1: Opnamesnelheid CL-stand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de maximale beeldsnelheid in stand CL (continu lage snelheid). d2: Max. aant. continu-opn. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname in de continue stand kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100.
d4: Elektr. eerste-gordijnsluiter G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer Inschakelen om de elektronische eerste-gordijnsluiter in te schakelen in de stand MUP, zodat onscherpte veroorzaakt door sluiterbeweging wordt geëlimineerd. Een mechanische sluiter wordt in andere ontspanstanden gebruikt. A De elektronische eerste-gordijnsluiter Een G-, E- of D-type objectief wordt aanbevolen; selecteer Uitschakelen als u lijnen of waas opmerkt bij opnamen met andere objectieven.
d5: Opeenvolgende nummering G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer u een foto maakt, geeft de camera het bestand een naam door het laatst gebruikte bestandsnummer met één te verhogen. Deze optie regelt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
d6: Rasterweergave in zoeker G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies Aan om op verzoek rasterlijnen in de zoeker weer te geven ter referentie bij het samenstellen van de compositie van een foto. d7: ISO tonen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de zoeker ISO-gevoeligheid (ISO-gevoeligheid) of het aantal resterende belichtingen (Beeldteller) toont.
e: Bracketing/flits e1: Flitssynchronisatiesnelheid G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt flitssynchronisatiesnelheid. Optie Beschrijving Automatische snelle FP-synchronisatie wordt gebruikt wanneer een compatibele flitser bevestigd is. Als de ingebouwde flitser of andere flitsers worden gebruikt, 1/320 sec. wordt sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. Wanneer de camera (automatische FP) een sluitertijd van 1/320 sec.
❚❚ Automatische snelle FP-synchronisatie Wanneer 1/320 sec. (automatische FP) of 1/250 sec. (automat. FP) is geselecteerd voor Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 102), kan de ingebouwde flitser worden gebruikt bij sluitertijden met een snelheid van 1/320 sec. of 1/250 sec., terwijl compatibele optionele flitsers bij elke sluitertijd (automatische snelle FP-synchronisatie) kunnen worden gebruikt.
e2: Langste sluitertijd bij flits G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de langst mogelijke sluitertijd die beschikbaar is bij het gebruik van synchronisatie op het eerste of tweede gordijn of rode-ogenreductie in de stand P of A (ongeacht de gekozen instelling kunnen sluitertijden op een waarde van maximaal 30 sec.
e4: Autom inst ISO-gevoeligheid M G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de referentie die wordt gebruikt om de belichting in te stellen wanneer een flitser met automatische instelling voor ISOgevoeligheid wordt gebruikt. Optie W X Beschrijving De camera houdt zowel rekening met het Onderwerp en hoofdonderwerp als de achtergrondverlichting bij het achtergrond aanpassen van de ISO-gevoeligheid.
f: Bediening f1: Aangepaste knoptoewijzing G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functies toegewezen aan camerabedieningen, afzonderlijk gebruikt of in combinatie met de instelschijven.
De volgende functies kunnen aan deze bedieningsknoppen worden toegewezen: 2/5 4 Flitswaardevergrendeling ✔ ✔ AE/AF-vergrendeling ✔ ✔ AE-vergrendeling ✔ ✔ AE-vergr. (herstel na ontspan.) ✔ ✔ AE-vergrendeling (vast) ✔ ✔ AF-vergrendeling ✔ ✔ AF-ON ✔ ✔ Testflits ✔ — Flitser uit ✔ — Bracketingserie ✔ — + NEF (RAW) ✔ — Matrixmeting ✔ — Centrumgerichte meting ✔ — Spotmeting ✔ — Op hoge lichten gerichte lichtm.
De volgende opties zijn beschikbaar: Optie r Flitswaardevergrendeling B AE/ AF-vergrendeling C AE-vergrendeling D AE-vergr. (herstel na ontspan.) E AE-vergrendeling (vast) F AF-vergrendeling A AF-ON $ Testflits h Flitser uit t Bracketingserie 108 Menugids Beschrijving Druk op de bedieningsknop om de flitswaarde te vergrendelen. Druk opnieuw om flitswaardevergrendeling te annuleren. Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt.
Optie e L M N 4 9 m n 6 K Beschrijving Als momenteel een JPEG-optie is geselecteerd voor beeldkwaliteit, wordt “RAW” weergegeven in het bedieningspaneel en wordt een NEF (RAW)-kopie opgenomen bij de eerstvolgende foto gemaakt nadat op de bedieningsknop is gedrukt (de oorspronkelijke beeldinstelling wordt hersteld + NEF (RAW) wanneer u uw vinger van de ontspanknop haalt).
A Virtuele horizon Het indrukken van een bedieningsknop waaraan Virtuele horizon in zoeker is toegewezen, geeft kantelen- en rollenaanduidingen in de zoeker weer. Druk de bedieningsknop nogmaals in om de aanduidingen uit de weergave te wissen.
❚❚ Indrukken + instelschijven Markeer, om de functies uitgevoerd door de volgende bedieningsknoppen in combinatie met de instelschijven te kiezen, de gewenste optie en druk op J: 3 ! D n f Fn1-knop + y Fn2-knop + y AE-L/AF-L -knop + y BKT-knop + y Filmopnameknop + y * * Kies de functie uitgevoerd door de filmopnameknop in combinatie met de instelschijven wanneer de livebeeldselector naar C wordt gedraaid.
De volgende opties zijn beschikbaar: Optie 5 v y z D I 2 m O Beschrijving Druk op de bedieningsknop en draai aan een Kies beeldveld instelschijf om een beeldveld te kiezen. Als de bedieningsknop wordt ingedrukt terwijl aan de instelschijven wordt gedraaid, worden de wijzigingen 1 stap aan sluitertijd (standen S en M) en diafragma (standen sluitertijd/ A en M) in stappen van 1 LW gecreëerd, ongeacht de diafragma optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 93).
A De BKT-knop Als hoog dynamisch bereik of meervoudige belichting actief is terwijl een andere functie aan de BKT-knop is toegewezen, dan kan de BKT-knop niet worden gebruikt in combinatie met een instelschijf totdat hoog dynamisch bereik of meervoudige belichtingsfotografie is beëindigd.
f2: OK-knop G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de functie die is toegewezen aan de J-knop tijdens zoekerfotografie, weergave en livebeeld (het indrukken van J wanneer een film in volledig scherm wordt weergegeven, start filmweergave, ongeacht de geselecteerde optie). ❚❚ Opnamestand J K Optie Functie toegewezen aan J-knop Middelste Selecteer het middelste scherpstelpunt. scherpstelp. select. Actieve scherpstelpunt Markeer het actieve scherpstelpunt. mark.
❚❚ Livebeeld J p Optie Functie toegewezen aan J-knop Middelste Het indrukken van de J-knop in livebeeld scherpstelp. select. selecteert het middelste scherpstelpunt. Druk op de J-knop om tussen zoom aan en uit te schakelen. Kies de begininstelling voor zoom uit Zoom aan/uit Lage zoom (50%), 1 : 1 (100%) en Hoge zoom (200%). De zoomweergave wordt gecentreerd op het actieve scherpstelpunt. Het indrukken van de J-knop heeft geen effect in Geen livebeeld. f3: Functie instelschijven inst.
Optie Verwissel hoofd/ secundair Menu's en weergave Door beelden met sec. inst.sch. 116 Menugids Beschrijving Belichtingsinstelling: Als Uit is geselecteerd, regelt de hoofdinstelschijf de sluitertijd en de secundaire instelschijf het diafragma. Als Aan is geselecteerd, regelt de hoofdinstelschijf het diafragma en de secundaire instelschijf de sluitertijd. Als Aan (A-stand) is geselecteerd, wordt de hoofdinstelschijf gebruikt om diafragma alleen in opnamestand A in te stellen.
f4: Knop loslaten voor instelsch. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het selecteren van Ja staat aanpassingen toe die normaliter worden gedaan door de E, S (Q), BKT, M (Y), L (U), X (T), W (Z) of AF-standknop ingedrukt te houden en aan een instelschijf te draaien, uitgevoerd door aan de instelschijf te draaien nadat de knop is ontspannen.
g: Film g1: Aangepaste knoptoewijzing G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functies toegewezen aan camerabedieningen, individueel gebruikt of in combinatie met de instelschijven, wanneer de livebeeldselector naar 1 wordt gedraaid in livebeeld.
E F A C 1 Optie 2 5 4 G AE-vergrendeling (vast) ✔ ✔ ✔ — AF-vergrendeling ✔ ✔ ✔ — AF-ON ✔ ✔ ✔ — Foto's maken — — — ✔ Films opnemen — — — ✔ Geen ✔ ✔ ✔ — De volgende opties zijn beschikbaar: Optie t Motorges. diafragma (openen) q Motorges. diafragma (sluiten) i Belichtingscorrectie + h Belichtingscorrectie – Beschrijving Het diafragma wordt breder terwijl de Fn1-knop wordt ingedrukt.
Optie r s Indexmarkering Foto-opnameinfo tonen B AE/ AF-vergrendeling C AE-vergrendeling E AE-vergrendeling (vast) F AF-vergrendeling A AF-ON C Foto's maken 1 Films opnemen Geen 120 Menugids Beschrijving Druk op de bedieningsknop tijdens filmopname om een index aan de huidige positie toe te voegen. Indices kunnen worden gebruikt bij het bekijken en bewerken van films. Druk op de bedieningsknop om fotoopnamegegevens weer te geven in plaats van filmopname-informatie.
A Motorgestuurd diafragma Motorgestuurd diafragma is alleen beschikbaar in de standen A en M en kan niet worden gebruikt terwijl foto-opnameinformatie wordt weergegeven (een 6-pictogram duidt aan dat motorgestuurd diafragma niet kan worden gebruikt). De weergave kan flikkeren terwijl het diafragma wordt aangepast. D “Films opnemen” Wanneer Films opnemen is geselecteerd voor Ontspanknop, is intervalfotografie niet beschikbaar.
B Het setup-menu: Camera-instellingen Druk, om het setup-menu weer te geven, op G en selecteer het tabblad B (setup-menu). G-knop Optie Geheugenkaart formatteren Gebruikersinstellingen opslaan Gebruikersinstell. terugzetten Taal (Language) Tijdzone en datum Monitorhelderheid Kleurbalans monitor Virtuele horizon Informatiescherm Automatisch informatiescherm Informatiescherm automat.
Geheugenkaart formatteren G-knop ➜ B setup-menu Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor het eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn geformatteerd. Markeer Ja en druk op J om het formatteren te starten. Merk op dat bij het formatteren alle foto’s en andere gegevens op de geheugenkaart permanent worden verwijderd. Maak indien nodig van tevoren backupkopieën alvorens te formatteren.
2 Pas instellingen aan. Maak de gewenste aanpassingen aan flexibel programma (stand P), sluitertijd (standen S en M), diafragma (standen A en M), belichting en flitscorrectie, flitsstand, scherpstelpunt, lichtmeting, autofocus en AF-veldstanden, bracketing en instellingen in het foto-opnamemenu, filmopnamemenu en het Persoonlijke instellingen-menu (0 26, 66, 81). 3 Selecteer Gebruikersinstellingen opslaan. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
4 Selecteer Opslaan in U1 of Opslaan in U2. Markeer Opslaan in U1 of Opslaan in U2 en druk op 2. 5 Sla gebruikersinstellingen op. Markeer Instellingen opslaan en druk op J om de instellingen geselecteerd in Stap 1 en 2 toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in Stap 4. ❚❚ Gebruikersinstellingen oproepen Draai de standknop eenvoudig Standknop naar U1 om de instellingen toegewezen aan Opslaan in U1 te herroepen, of naar U2 om de instellingen toegewezen aan Opslaan in U2 te herroepen.
Tijdzone en datum G-knop ➜ B setup-menu Wijzig tijdzones, stel de cameraklok in, synchroniseer de klok met de klok op een smartapparaat, kies de weergavevolgorde voor de datum en schakel zomertijd in of uit. Optie Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch Tijdzone ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Datum en tijd Stel de cameraklok in.
Monitorhelderheid G-knop ➜ B setup-menu Druk op 1 of 3 om de helderheid van de monitor aan te passen. Kies hogere waarden om de helderheid te verhogen en lagere waarden om de helderheid te verlagen. De helderheid kan afzonderlijk worden aangepast voor: • Menu's/weergave: Pas de helderheid van de menu-, informatie en weergaveschermen aan. • Livebeeld: Pas de helderheid van het livebeeldscherm aan.
Virtuele horizon G-knop ➜ B setup-menu Geef informatie voor rollen en kantelen weer op basis van de kantelsensor van de camera. Als de camera noch naar links noch naar rechts is gekanteld, kleurt de referentielijn voor rollen groen; als de camera noch naar voren noch naar achteren is gekanteld, kleurt de stip in het midden van de weergave groen. Elke schaalverdeling is gelijk aan 5°.
Informatiescherm G-knop ➜ B setup-menu Als Automatisch (AUTO) is geselecteerd, verandert de kleur van de letters in het informatiescherm automatisch van zwart in wit of van wit in zwart om te zorgen voor voldoende contrast met de achtergrond. Om altijd dezelfde kleur letters te gebruiken, selecteer Handmatig en kies Donker op licht (B; zwarte letters) of Licht op donker (W; witte letters). De helderheid van de monitor wordt automatisch aangepast voor een maximaal contrast met de geselecteerde tekstkleur.
Informatiescherm automat. uit G-knop ➜ B setup-menu Als Aan is geselecteerd, schakelt de oogsensor het informatiescherm uit wanneer u uw oog tegen de zoeker plaatst. Het selecteren van Uit voorkomt dat het scherm uitschakelt wanneer u door de zoeker kijkt, maar verhoogt ook het verbruik van de accu. AF-fijnafstelling G-knop ➜ B setup-menu Verfijn de scherpstelling voor maximaal 20 objectieftypen.
Optie Beschrijving Geef de eerder opgeslagen waarden voor AF-afstelling weer. Om een objectief uit de lijst te wissen, markeer het gewenste objectief en druk op O (Q).
❚❚ Automatische AF-fijnafstelling Automatische AF-fijnafstelling wordt volgens onderstaande beschrijving uitgevoerd. 1 Maak de camera gereed. Monteer de camera op een statief en richt de camera op een gelijkmatig, contrastrijk onderwerp parallel aan het filmvlak van de camera. Houd er rekening mee dat automatisch AF-fijnafstelling het best werkt bij maximaal diafragma en functioneert mogelijkerwijs niet in een donkere omgeving. 2 Start livebeeld. Draai de livebeeld-selector naar C en druk op de a-knop.
4 Selecteer het middelste scherpstelpunt. Druk op J om het middelste scherpstelpunt te selecteren. 5 Stel scherp. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen, zoom vervolgens in op het beeld door het objectief om te controleren of het onderwerp scherp in beeld is. Scherpstelling kan indien nodig handmatig worden aangepast. 6 Voer automatische AF-fijnafstelling uit.
8 Schakel AF/fijnafstelling in. Selecteer, in het setup-menu van de camera, AF-fijnafstelling > AF-fijnafstelling (Aan/Uit), markeer vervolgens Aan en druk op J. Beeldsensor reinigen G-knop ➜ B setup-menu Vuil of stof dat de camera binnendringt bij het verwisselen van objectieven of als de bodydop is verwijderd, kan zich aan de beeldsensor hechten en uw foto’s beïnvloeden. De optie Beeldsensor reinigen laat de sensor trillen om stof te verwijderen.
Spiegel omhoog voor reiniging G-knop ➜ B setup-menu Gebruik deze optie om de opgeklapte spiegel te vergrendelen zodat stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van Beeldsensor reinigen handmatig kan worden verwijderd. Maar omdat de beeldsensor snel beschadigd raakt, raden we u aan handmatige reiniging uitsluitend uit te laten voeren door een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. ❚❚ Handmatige reiniging De sensor kan handmatig worden gereinigd, zoals hieronder beschreven.
4 Druk op J. Een bericht wordt in de monitor weergegeven en een rij streepjes verschijnt in het bedieningspaneel en in de zoeker. Om normale werking terug te zetten zonder de beeldsensor te inspecteren, schakel de camera uit. 5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt omhoog geklapt en het sluitergordijn opent, waardoor de beeldsensor vrijgegeven wordt. De weergave in de zoeker schakelt uit en de rij met streepjes in het bedieningspaneel knippert.
7 Reinig de sensor. Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje van de sensor. Gebruik geen blaaskwastje, aangezien de haartjes de sensor kunnen beschadigen. Vuil dat niet kan worden verwijderd met een blaasbalgje kan alleen door Nikon geautoriseerd personeel worden verwijderd. U dient onder geen enkele voorwaarde de sensor aan te raken of schoon te vegen. 8 Schakel de camera uit. De spiegel keert terug naar de omlaag-positie en het sluitergordijn sluit. Plaats het objectief of de bodydop terug.
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de stofverwijderingsoptie in Capture NX-D (raadpleeg de online helpfunctie van Capture NX-D voor meer informatie). Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd. 1 Kies een startoptie. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
2 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker. Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed verlicht, egaal wit voorwerp, kadreer het voorwerp zodat het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in. In autofocusstand wordt de scherpstelling automatisch ingesteld op oneindig; stel de scherpstelling in handmatige scherpstelstand handmatig in op oneindig. 3 Verkrijg referentiegegevens voor stofverwijdering.
Beeldcommentaar G-knop ➜ B setup-menu Voeg commentaar toe aan foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. In ViewNX-i of Capture NX-D kan commentaar als metadata worden bekeken. Het commentaar is ook zichtbaar op de opnamegegevenspagina in het foto-informatiescherm. De volgende opties zijn beschikbaar: • Commentaar invoeren: Voer commentaar in zoals beschreven in “Tekst invoeren” (0 28). Commentaar kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Copyrightinformatie G-knop ➜ B setup-menu Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. Copyrightinformatie is opgenomen in de opnamegegevens die worden getoond in het fotoinformatiescherm en kan in ViewNX-i of in Capture NX-D als metadata worden bekeken. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fotograaf: Voer de naam van een fotograaf in, zoals beschreven “Tekst invoeren” (0 28). De naam van de fotograaf kan maximaal 36 tekens bevatten.
Signaalopties G-knop ➜ B setup-menu Kies de toonhoogte en het volume van het signaal dat klinkt wanneer de camera scherpstelt met behulp van enkelvoudige servo-AF (AF-S of wanneer enkelvoudige servo-AF is geselecteerd voor AF-A) wanneer scherpstelling vergrendelt tijdens livebeeldfotografie terwijl de ontspantimer aftelt in de zelfontspannerstand en de stand vertraagd op afstand (0 49), wanneer een foto in de stand direct op afstand of spiegel omhoog op afstand wordt gemaakt (0 49), als de ontspanknop word
Aanraakbediening G-knop ➜ B setup-menu Pas de aanraakbedieningsinstellingen voor de monitor aan. ❚❚ Aanraakbediening in-/uitschak. Selecteer Uitschakelen om per ongeluk gebruik van de aanraakbediening te voorkomen, of Alleen weergave om de aanraakbediening alleen in weergavestand in te schakelen. ❚❚ Vegen in schermvull. weergave Kies het gebaar dat wordt gebruikt om het volgende beeld in schermvullende weergave weer te geven: een veeg van rechts naar links of een veeg van links naar rechts.
Locatiegegevens G-knop ➜ B setup-menu Pas de gebruiksinstellingen voor locatiegegevens aan wanneer de camera met een GPS- of smartapparaat is verbonden. Optie Beschrijving Selecteer Ja om locatiegegevens van het smartapparaat te downloaden en ze toe te voegen aan foto’s gemaakt in de Downloaden komende twee uur. Als de camera zowel met een van smartapparaat als een GPS-apparaat is verbonden, worden smartapparaat locatiegegevens van het GPS-apparaat gedownload.
Opties draadl. afstandsbed. (WR) G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor optionele WR-R10 draadloze afstandsbedieningen en voor optionele radio-gestuurde flitsers die Geavanceerde draadloze flitssturing ondersteunen. ❚❚ LED-lamp Schakel de status-LED’s op een op de camera bevestigde WR-R10 draadloze afstandsbediening in of uit. Zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met de draadloze afstandsbediening.
❚❚ Verbindingsmethode Kies een verbindingsmethode voor WR-R10 draadloze afstandsbedieningen die zijn bevestigd op andere camera’s of radio-gestuurde flitsers die Geavanceerde draadloze flitssturing ondersteunen. Zorg ervoor dat hetzelfde model voor de andere apparaten is geselecteerd. Optie Koppelen Pincode Beschrijving Om de camera met een WR-R10 te koppelen, bevestig de WR-R10 op de camera en druk op de samenvoegknop. Maak verbinding door de pincode van het apparaat in te voeren.
Fn-knop afstandsb. (WR) toew. G-knop ➜ B setup-menu Kies de functie uitgevoerd door de Fn-knop op optionele draadloze afstandsbedieningen die zijn uitgerust met een Fn-knop. Zie Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 106) voor meer informatie. r B C D F A $ Flitswaardevergrendeling AE/AF-vergrendeling AE-vergrendeling AE-vergr. (herstel na ontspan.
Verbinden met smartapparaat G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor verbinding met smartapparaten. Optie Starten Beschrijving Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken met het smartapparaat. Kies een wachtwoord voor smartapparaatverbindingen en schakel Wachtwoordbeveiliging wachtwoordbeveiliging in of uit. Voor informatie over het typen van wachtwoorden, zie “Tekst invoeren” (0 28).
Verzenden n. smartapp. (autom.) G-knop ➜ B setup-menu Als Aan is geselecteerd, worden nieuwe foto’s automatisch naar het smartapparaat geüpload (als de camera op dit moment niet is verbonden met het smartapparaat, dan worden de foto’s gemarkeerd voor uploaden en geüpload zodra de eerstvolgende keer een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht). Films worden niet geüpload.
Bluetooth G-knop ➜ B setup-menu Vermeld gekoppelde apparaten en pas instellingen aan voor verbinding met smartapparaten. Optie Beschrijving Netwerkverbinding Schakel Bluetooth in of uit. Gekoppelde Bekijk gekoppelde apparaten. apparaten Selecteer Uit om draadloze transmissies op te schorten Verzenden indien wanneer de camera is uitgeschakeld of de stand-by-timer uitgeschakeld afloopt.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Figeheugenkaart (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf geselecteerde bestemming te uploaden. Merk op dat er geen foto’s worden geüpload als de signaalsterkte ontoereikend is. Selecteer, alvorens foto’s te uploaden via Eye-Fi, Uitschakelen voor Vliegtuigmodus (0 147) en Bluetooth > Netwerkverbinding (0 150).
Wanneer een Eye-Fi-kaart is geplaatst, wordt de status aangeduid door een pictogram in het informatiescherm: • d: Uploaden via Eye-Fi uitgeschakeld. • e: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld maar geen foto’s beschikbaar voor uploaden. • f (statisch): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met wachten tot uploaden begint. • f (animatie): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met uploaden gegevens. • g: Fout — camera kan Eye-Fi-kaart niet bedienen.
Batterij-informatie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk informatie over de accu die momenteel in de camera is geplaatst. Item Lading Beschrijving Het huidige accuniveau wordt uitgedrukt in percentages. Het aantal malen dat de sluiter werd ontspannen met de huidige accu sinds de accu voor het laatst werd opgeladen. Aantal opn. Merk op dat de camera de sluiter soms ontspant zonder een opname te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de witbalansvoorinstelling.
Instellingen opslaan/laden G-knop ➜ B setup-menu Selecteer Instellingen opslaan om de volgende instellingen op de geheugenkaart op te slaan (indien de kaart vol is, zal een foutmelding worden weergegeven). Gebruik deze optie om instellingen met andere D7500-camera’s te delen.
Menu Filmopname Optie Naamgeving bestanden Kies beeldveld Beeldformaat/beeldsnelheid Filmkwaliteit Bestandstype voor film ISO-gevoeligheid instellen Witbalans (met fijnafstelling en voorinstellingen d-1– d-6) Picture Control instellen (Eigen Picture Controls worden als Automatisch opgeslagen) Actieve D-Lighting Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Menu Instellingen Mijn menu/ Recente instellingen Optie Opties draadl. afstandsbed. (WR) Fn-knop afstandsb. (WR) toew. Uploaden via Eye-Fi Ontspannen bij geen kaart Alle items in Mijn menu Alle recente instellingen Tab kiezen Instellingen opgeslagen met behulp van de D7500 kunnen worden hersteld door Instellingen laden te selecteren.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken Druk op G en selecteer het tabblad N (retoucheermenu) om het retoucheermenu weer te geven. G-knop De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken. Het retoucheermenu wordt alleen weergegeven wanneer een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
Geretoucheerde kopieën maken Om een geretoucheerde kopie te creëren: 1 Selecteer een item in het retoucheermenu. Druk op 1 of 3 om een item te markeren, op 2 om te selecteren. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J. Houd de X (T)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. A Retoucheren Bij beelden vastgelegd met de beeldkwaliteitsinstellingen NEF + JPEG, wordt alleen de NEF (RAW)-afbeelding geretoucheerd.
3 Selecteer retoucheeropties. Raadpleeg voor meer informatie het deel voor het geselecteerde item. Druk op G om af te sluiten zonder een geretoucheerde kopie te maken. A Tijd waarna de monitor wordt uitgeschakeld De monitor schakelt uit en de bewerking wordt geannuleerd als er voor een korte periode geen acties worden uitgevoerd. Alle niet opgeslagen wijzigingen zullen verloren gaan.
NEF (RAW)-verwerking G-knop ➜ N retoucheermenu Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. Als de G-knop wordt ingedrukt om het retoucheermenu weer te geven, dan kunt u deze optie gebruiken om meerdere beelden te kopiëren. 1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking. Markeer NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Kies hoe beelden worden geselecteerd. Kies uit de volgende opties: • Beeld(en) selecteren: Selecteer handmatig één of meer beelden.
3 Selecteer foto’s. Als u in Stap 2 Beeld(en) selecteren kiest, wordt een fotoselectievenster weergegeven dat alleen NEF (RAW)afbeeldingen weergeeft die met deze camera zijn gemaakt. Markeer beelden met behulp van de multi-selector en druk op W (Z) om te selecteren of deselecteren; geselecteerde beelden worden aangeduid door een L-pictogram. Houd de X (T)-knop ingedrukt om het gemarkeerde beeld in schermvullende weergave te bekijken. Druk op J om verder te gaan naar Stap 4 zodra uw selectie is voltooid.
4 Kies instellingen voor de JPEG-kopieën. Pas de hieronder vermelde instellingen aan, of selecteer Origineel om de actieve instelling te gebruiken wanneer een foto werd gemaakt (de originele instellingen worden onder het voorbeeld vermeld). Merk op dat witbalans en vignetteringscorrectie niet beschikbaar zijn voor meervoudige belichting of foto’s die zijn gemaakt met beeld-op-beeld en dat de belichtingscorrectie alleen kan worden ingesteld op waarden tussen –2 en +2 LW.
Bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. De geselecteerde foto wordt weergegeven met de geselecteerde uitsnede geel weergegeven; maak een uitgesneden kopie zoals hieronder beschreven. Functie Formaat van uitsnede verkleinen Formaat van uitsnede vergroten Beeldverhouding van uitsnede wijzigen Uitsnede positioneren Kopie maken Beschrijving Druk op W (Z) om het formaat van de uitsnede te verkleinen. Druk op X (T) om het formaat van de uitsnede te vergroten.
Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. 1 Selecteer Formaat wijzigen. Markeer Formaat wijzigen in het retoucheermenu en druk op 2 om het formaat van geselecteerde beelden te wijzigen. 2 Kies een formaat. Markeer Kies formaat en druk op 2. Opties voor het wijzigen van het formaat worden weergegeven; markeer een optie en druk op J.
3 Kies foto’s. Markeer Beeld(en) selecteren en druk op 2. Markeer foto’s en druk op de W (Z)knop om te selecteren of deselecteren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door een 8pictogram. Druk op J zodra de selectie is voltooid. 4 Sla de kopieën met gewijzigd formaat op. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Markeer Ja en druk op J om de kopieën met gewijzigd formaat op te slaan.
D-Lighting G-knop ➜ N retoucheermenu D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die in tegenlicht zijn gemaakt. Voor Na Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid uit te voeren correctie te kiezen. Het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Snel retoucheren G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met verbeterd contrast en verzadiging.
Rode-ogencorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Deze optie wordt gebruikt om “rode ogen” te corrigeren die worden veroorzaakt door de flitser en is alleen beschikbaar voor foto’s die met de flitser zijn gemaakt. De foto geselecteerd voor rodeogencorrectie kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Bevestig de effecten van rode-ogencorrectie en druk op J om een kopie te creëren.
Vertekeningscorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met minder perifere vertekening. Selecteer Automatisch om de camera de vertekening automatisch te laten corrigeren en voer daarna fijnafstelling uit met behulp van de multiselector, of selecteer Handmatig om vertekening handmatig te corrigeren. Merk op dat Automatisch niet beschikbaar is voor foto’s gemaakt met automatische vertekeningscorrectie; zie “Automatische vertekeningscorrectie” (0 46).
Perspectiefcorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die de perspectiefeffecten vanaf de basis van een hoog object verminderen. Gebruik de multi-selector om het perspectief aan te passen (merk op dat hoe groter de mate van perspectiefcorrectie, hoe meer er van de randen van de foto uitgesneden wordt). De resultaten kunnen vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Druk na het aanpassen van filtereffecten zoals hieronder beschreven, op J om de foto te kopiëren. Optie Skylight Warm filter Ster Zacht 170 Menugids Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, waarbij de foto minder blauw wordt. Maakt een kopie met het filtereffect van warme tinten, waardoor de kopie een “warme” rode kleurzweem krijgt. Voeg starburst-effecten toe aan lichtbronnen. • Aantal punten: Kies uit vier, zes of acht.
Monochroom G-knop ➜ N retoucheermenu Kopieer foto’s in Zwart-wit, Sepia of Koelblauw (blauw en wit monochroom). Bij het selecteren van Sepia of Koelblauw wordt een voorbeeld van het geselecteerde beeld weergegeven; druk op 1 om kleurverzadiging te verhogen, op 3 om te verlagen. Druk op J om een monochrome kopie te maken.
Beeld-op-beeld G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om er een enkele foto van te maken die apart van de originelen wordt opgeslagen. De resultaten, die gebaseerd zijn op RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan foto’s gecombineerd in een beeldbewerkingsprogramma.
2 Selecteer het eerste beeld. Gebruik de multi-selector om de eerste foto voor beeld-op-beeld te markeren. Houd de X (T)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. 3 Selecteer het tweede beeld. Het geselecteerde beeld verschijnt als Beeld 1. Markeer Beeld 2 en druk op J, selecteer vervolgens de tweede foto zoals beschreven in Stap 2. 4 Pas versterking aan.
5 Bekijk een voorbeeld van het beeldop-beeld. Om de compositie als voorbeeld te bekijken, druk op 4 of 2 om de cursor in de kolom Voorbld te plaatsen, druk vervolgens op 1 of 3 om Bld>bld te markeren en druk op J (merk op dat kleuren en helderheid in het voorbeeld kunnen verschillen van het uiteindelijke beeld). Selecteer Opslaan om de over elkaar geplaatste beelden op te slaan zonder een voorbeeld weer te geven. Druk op W (Z) om naar Stap 4 terug te keren en selecteer nieuwe foto’s of pas de sterkte aan.
Lijntekening G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van de omtrek van een foto om deze als basis voor een schilderij te gebruiken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Voor Na Foto-illustratie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak omtrekken scherper en vereenvoudig de kleuren voor een postereffect. Druk op 2 of 4 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Kleurenschets G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van een foto die lijkt op een schets gemaakt met kleurpotloden. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Levendigheid kan worden verhoogd om kleuren meer verzadigd te maken, of verlaagd voor een vervaagd, monochroom effect, terwijl omtreklijnen dikker of dunner kunnen worden gemaakt. Dikkere omtreklijnen maken kleuren meer verzadigd. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Miniatuureffect G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die op een foto of diorama lijkt. Werkt het best met foto’s gemaakt vanaf een hoog zichtpunt. Het gebied in de kopie dat wordt scherpgesteld, wordt aangeduid door een geel kader. Functie Kies richting Kies positie Beschrijving Druk op W (Z) om de richting van het gebied te kiezen dat in de kopie scherpgesteld zal zijn.
Selectieve kleur G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur verschijnen. 1 Selecteer Selectieve kleur. Markeer Selectieve kleur in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven. 2 Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en verder te gaan naar de volgende stap.
4 Markeer het kleurbereik. Kleurbereik Draai aan de hoofdinstelschijf om het kleurbereik voor de geselecteerde kleur te markeren. 5 Kies het kleurbereik. Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten die in de uiteindelijke foto worden vastgelegd, te verhogen of verkleinen. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. Het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. 6 Selecteer meer kleuren.
7 Sla de bewerkte kopie op. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Schilderij G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die details en kleur voor een schilderachtig effect benadrukt. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Voor Na Film bewerken G-knop ➜ N retoucheermenu Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden op als JPEG-foto’s.
Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu wordt weergegeven door het indrukken van de i-knop en het selecteren van Retoucheren wanneer een kopie of origineel schermvullend wordt weergegeven. 1 Selecteer een foto. Selecteer een geretoucheerde kopie (aangeduid door een Z-pictogram) of een foto die is geretoucheerd in schermvullende weergave. Druk op i, markeer vervolgens Retoucheren en druk op J. 2 Selecteer Vergelijken.
3 Vergelijk de kopie met het origineel. Opties gebruikt om een Het bronbeeld wordt links kopie te maken weergegeven en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties gebruikt om de kopie te maken bovenaan de weergave worden vermeld. Druk op 4 of 2 om tussen het bronbeeld en het geretoucheerde beeld en de geretoucheerde kopie te schakelen. Bronbeeld Houd de X (T)-knop ingedrukt om Geretoucheerde kopie de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken.
O Mijn Menu/m Recente Instellingen Om Mijn Menu weer te geven, druk op G en selecteer het tabblad O (Mijn Menu). G-knop De optie MIJN MENU kan worden gebruikt om een aangepaste lijst met opties uit de menu’s voor weergave, foto-opname, filmopname, Persoonlijke instellingen, setup en retoucheren te maken en te bewerken voor snelle toegang (maximaal 20 opties). Indien gewenst kunnen recente instellingen worden weergegeven in plaats van Mijn menu (0 187).
3 Selecteer een item. Markeer het gewenste menu-item en druk op J. 4 Bepaal de positie van het nieuwe item. Druk op 1 of 3 om het nieuwe item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn Menu. Druk op J om het nieuwe item toe te voegen. 5 Voeg meer items toe. De momenteel in Mijn Menu weergegeven items worden aangeduid met een vinkje. Items aangeduid met een V-pictogram kunnen niet worden geselecteerd. Herhaal Stap 1–4 als u meer items wilt selecteren.
❚❚ Opties uit Mijn Menu verwijderen 1 Selecteer Opties verwijderen. Markeer, in Mijn Menu (O), Opties verwijderen en druk op 2. 2 Selecteer items. Markeer items en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Geselecteerde items worden aangeduid met een vinkje. 3 Verwijder de geselecteerde items. Druk op J. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk opnieuw op J om de geselecteerde items te verwijderen.
❚❚ Items in Mijn Menu opnieuw sorteren 1 Selecteer Opties sorteren. Markeer, in Mijn Menu (O), Opties sorteren en druk op 2. 2 Selecteer een item. Markeer het item dat u wilt verplaatsen en druk op J. 3 Positioneer het item. Druk op 1 of 3 om het item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn Menu en druk op J. Herhaal Stap 2–3 als u meer items wilt selecteren. 4 Keer terug naar Mijn Menu. Druk op de G-knop om naar Mijn Menu terug te keren.
Recente instellingen Selecteer, om de twintig meest recent gebruikte instellingen weer te geven, m RECENTE INSTELLINGEN voor O MIJN MENU > Tab kiezen. 1 Selecteer Tab kiezen. Markeer, in Mijn Menu (O), Tab kiezen en druk op 2. 2 Selecteer m RECENTE INSTELLINGEN. Markeer m RECENTE INSTELLINGEN en druk op J. De naam van het menu wijzigt van “MIJN MENU” naar “RECENTE INSTELLINGEN”. Menu-items worden bovenaan het menu recente instellingen toegevoegd zodra ze worden gebruikt.
Optionele flitsers De camera kan met optionele externe flitsers worden gebruikt, in aanvulling op de ingebouwde flitser. In dit hoofdstuk worden bewerkingen die betrekking hebben op de ingebouwde flitser of een flitser die op de accessoireschoen is geplaatst, aangeduid door C, bewerkingen die betrekking hebben op secundaire flitsers door f. Voor meer informatie over f, zie de handleiding meegeleverd met de flitser.
Secundaire flitserfotografie De volgende soorten flitserregeling (Geavanceerd draadloze flitssturing of AWL) kunnen worden gebruikt voor één of meer secundaire flitsers: • Optische AWL via de ingebouwde flitser (0 190) • Optische AWL via op een schoen gemonteerde flitser (0 190, 193) • Radio-AWL met behulp van instellingen gekozen voor de SB-5000 (0 194) • Radio AWL in combinatie met optische AWL via de ingebouwde flitser van de camera (0 198) • Radio-AWL (0 199) Optionele flitsers 189
Optische AWL Secundaire flitsers kunnen worden bediend via optische signalen (optische AWL) van de ingebouwde flitser of een optionele flitser die op de accessoireschoen van de camera is geplaatst. Ingebouwde flitser/SB-500 Gebruik de ingebouwde flitser of een optionele SB-500 als hoofdflitser die secundaire flitsers bedient. 1 C: Klap de ingebouwde flitser op. Druk op de M (Y)-knop om de ingebouwde flitser op te klappen.
4 C: Kies de flitserregelingsstand. Kies de flitserregelingsstand en flitssterkte voor de hoofdflitser en de flitsers in elke groep: • TTL: i-DDL-flitserregeling. • qA: Automatisch diafragma (alleen beschikbaar voor compatibele flitsers; merk op dat de ingebouwde flitser en SB-500 niet compatibel zijn voor automatisch diafragma). • M: Kies handmatig de flitssterkte. • – – (uit): De flitsers flitsen niet en de flitssterkte kan niet worden aangepast. Kies een kanaal voor de hoofdflitser.
7 C/f: Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie, voor meer informatie, de documentatie meegeleverd met de flitsers. Druk, na het opstellen van de flitsers, op de testknoppen op de flitsers om te controleren of alle flitsers functioneren. 8 C/f: Maak foto’s. Controleer of de gereedlampjes op alle flitsers branden voorafgaand aan elke opname.
Andere flitsers Zie, voor informatie over het gebruik van optische AWL voor andere flitsers, de handleiding meegeleverd met de flitser. A Optische AWL Positioneer de sensorvensters op de secundaire flitsers om het licht van de hoofdflitser op te pakken (extra zorg is vereist wanneer de camera niet op een statief is geplaatst).
Radio-AWL met behulp van de bedieningen op een SB-5000 Wanneer een SB-5000 als hoofdeenheid voor radioflitserregeling op de accessoireschoen van de camera is geplaatst, kunnen compatibele secundaire flitsers door radiosignalen (radioAWL) worden geregeld vanaf een WR-R10 draadloze afstandsbediening. Een draadloze verbinding tot stand brengen Breng, voorafgaand aan het gebruik van radio-AWL, een draadloze verbinding tot stand tussen de WR-R10 en de secundaire flitsers. 1 C: Sluit de WR-R10 aan.
3 C: Kies een verbindingsmethode. Selecteer Opties draadl. afstandsbed. (WR) > Verbindingsmethode in het setup-menu (0 145) en kies uit de volgende opties: • Koppelen: Koppel de secundaire flitsers met de WR-R10. • Pincode: Sluit de camera en secundaire flitsers aan met behulp van een viercijferige pincode. 4 f: Een draadloze verbinding tot stand brengen.
Foto’s maken Instellingen voor de secundaire flitsers moeten worden aangepast met behulp van de bedieningen op elke eenheid. Bekijk de flitserhandleidingen voor meer informatie. 1 C: Pas instellingen voor de hoofdflitser aan. Kies, met behulp van de bedieningen op de hoofdflitser, de flitsstand en flitssterkte voor de hoofdflitser. 2 C: Pas instellingen voor de secundaire flitsers aan.
5 C/f: Maak foto’s. De flitsgereedaanduiding brandt in de camerazoeker of in het flitserinformatiescherm wanneer alle flitsers gereed zijn. De status van radiogestuurde flitsers kan ook worden bekeken door de i-knop in te drukken in het flitserinformatiescherm. A Flitscorrectie De flitscorrectiewaarde geselecteerd voor de M (Y)-knop en secundaire instelschijf worden toegevoegd aan de flitscorrectiewaarden geselecteerd in het menu met opties voor draadloos flitsen.
Optische/radio-AWL Klap, voor secundaire flitsverlichting die zowel optische als radiogestuurde flitsers omvatten, de ingebouwde flitser op en bevestig vervolgens een WR-R10 draadloze afstandsbediening en breng een draadloze verbinding tot stand tussen de WR-R10 en radiogestuurde flitsers (0 194).
Radio-AWL Klap, om radio-AWL met compatibele flitsers te gebruiken, de ingebouwde flitser op en bevestig vervolgens een WR-R10 draadloze afstandsbediening en breng een draadloze verbinding tot stand tussen de flitsers en de WR-R10 (0 194).
Flitserinformatie bekijken In de standen P, S, A en M kunt u op de R-knop drukken om flitserinformatie in het camera-informatiescherm te bekijken wanneer aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: • Een SB-500, SB-400 of SB-300 is op de accessoireschoen bevestigd • Een WR-R10 wordt gebruikt om een SB-5000 via radio-AWL te bedienen • De ingebouwde flitser is opgeklapt voor secundaire flitserfotografie De weergegeven informatie verschilt per flitserregelingsstand. ❚❚ DDL 123 1 Flitsgereedaanduiding.
❚❚ Groepsflitsen 1 3 4 2 5 1 Flitsgereedaanduiding 1 ................ 196 2 Secundaire flitserregeling ............ 203 6 3 Secundaire flitserregelingsstand 2......................34 4 Groepsflitserregelingsstand 2, 3 Stand voor groepsflitsen .................32 Flitssterkte/flitscorrectie .........32, 193 5 Kanaal 2 ..................................... 190, 194 6 Verbindingsmethode .................... 146 1 Weergegeven in radio-AWL wanneer alle flitsers gereed zijn.
A Flitserregelingsstand Het informatiescherm toont als volgt de flitserregelingsstand voor optionele flitsers die zijn bevestigd op de accessoireschoen van de camera: Flitssynchronisatie Automatische FP (0 102) i-DDL Automatisch diafragma (qA) Niet-DDL automatisch flitsen (A) Handmatige afstandsprioriteit (GN) Handmatig Stroboscopisch flitsen Geavanceerde draadloze flitssturing 202 Optionele flitsers —
Het Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) van Nikon Het geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) van Nikon biedt verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers voor verbeterde flitserfotografie.
✔ — ✔ — — ✔6 — — — ✔ ✔ — — — — — — — — —7 — — — — — — — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — — — — — — — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ — — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ — — ✔8 ✔8 — — — — — — — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — — — — ✔9 — — — — — — — — SB-300 — ✔5 ✔ — — — — ✔5 — — — — SB-400 ✔ ✔ SB-R200 SB-600 ✔ ✔ SU-800 SB-700 ✔ ✔ SB-500 SB-910, SB-900, SB-800 Extern 204 Optionele flitsers SB-5000 Master Optische geavanceerde draadloze flitssturing Externe flitserregeling i-DDL i-DDL Snelle draadloze [A:B]
SB-700 SB-600 SB-R200 SB-400 SB-300 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ 13 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ 12 — ✔ ✔ — — ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ — — — ✔ — ✔ — — — ✔ — — — ✔ SB-500 SB-910, SB-900, SB-800 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ SU-800 SB-5000 Automatische snelle FP-synchronisatie 10 Flitswaardevergrendeling 11 AF-hulp voor meervelds-AF Rode-ogenreductie Camera-instellicht Firmware-update cameraflitser 1 Niet beschikbaar voor spotmeting. 2 Kan ook worden geselecteerd voor flitser.
De SU-800 draadloze Speedlight commander: Wanneer gemonteerd op een CVS-compatibele camera kan de SU-800 worden gebruikt als een commander voor de flitsers SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 of SB-R200 in maximaal drie groepen. De SU-800 zelf is niet uitgerust met een flitser.
❚❚ Andere flitsers De volgende flitsers kunnen in niet-DDL automatisch en handmatige standen worden gebruikt.
D Opmerkingen over optionele flitsers Raadpleeg de flitserhandleiding voor gedetailleerde instructies. Als de flitser CVS ondersteunt, raadpleeg dan het deel over CVS-compatibele digitale SLR-camera’s. De D7500 is niet inbegrepen in de categorie “digitale SLR” in de SB-80DX-, SB-28DX- en SB-50DX-handleidingen. Als een optionele flitser is bevestigd in andere opnamestanden dan j, % en u, dan flitst de flitser bij elke opname, zelfs in standen waarin de ingebouwde flitser niet kan worden gebruikt.
D Opmerkingen over optionele flitsers (vervolg) De SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 en SB-400 beschikken over rode-ogenreductie, terwijl de SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600 en SU-800 over AF-hulpverlichting met de volgende beperkingen beschikken: 24–30 mm Brandpuntsafstand • SB-5000: AF-hulpverlichting is beschikbaar wanneer 24–135 mm AF-objectieven met getoonde scherpstelpunten worden gebruikt.
Afhankelijk van het gebruikte objectief en het opgenomen onderwerp, kan de scherpstelaanduiding (I) worden weergegeven wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is, of de camera niet kan scherpstellen en de ontspanknop uitgeschakeld is. In stand P wordt het maximaal diafragma (laagste f-waarde) beperkt overeenkomstig de ISO-gevoeligheid, zoals hieronder wordt weergegeven: Maximaal diafragma bij een ISO-equivalent van: 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 4 4.8 5.6 6.7 8 9.
Technische opmerkingen Lees dit hoofdstuk voor informatie over aansluiting op andere apparaten en compatibele accessoires. Verbindingen ViewNX-i installeren Om foto’s te verfijnen en foto’s te uploaden en bekijken, download de nieuwste versie van het ViewNX-i-installatieprogramma van de volgende website en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Een internetverbinding is vereist. Voor systeemvereisten en andere informatie, zie de Nikon-website voor uw regio. http://downloadcenter.
Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, alvorens door te gaan, of u ViewNX-i hebt geïnstalleerd (0 211). 1 Sluit de USB-kabel aan. Na het uitschakelen van de camera en gecontroleerd te hebben of een geheugenkaart is geplaatst, sluit de meegeleverde USB-kabel zoals aangeduid aan en schakel de camera in. D USB-hubs Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan; sluit de kabel niet aan via een USB-hub of toetsenbord.
2 Start Nikon Transfer 2-component van ViewNX-i. Als een bericht wordt weergegeven met de melding dat u een programma moet kiezen, selecteer Nikon Transfer 2. D Tijdens overdracht Schakel de camera niet uit en ontkoppel niet de USB-kabel terwijl de overdracht aan de gang is. A Windows 7 Als het volgende venster wordt weergegeven, selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven. 1 Onder Afbeeldingen en video's importeren, klik op Ander programma.
3 Klik op Overspelen starten. Foto’s op de geheugenkaart worden naar de computer gekopieerd. Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Zodra de overdracht is voltooid, schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX-i.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer die rechtstreeks is aangesloten op de camera. ❚❚ De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. Gebruik geen kracht en probeer de stekkers niet onder een hoek in te steken. Wanneer de camera en printer zijn ingeschakeld, wordt een welkomstscherm weergegeven in de monitor, gevolgd door een PictBridge-weergavescherm.
❚❚ Foto’s één voor één afdrukken 1 Geef de gewenste foto weer. Druk op 4 of 2 om extra foto’s te bekijken. Druk op de X (T)knop om in te zoomen op het huidige beeld (druk op K om zoom af te sluiten). Om zes foto’s tegelijk te bekijken, druk op de W (Z)-knop. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren, of druk op de X (T)-knop om de gemarkeerde foto schermvullend weer te geven. 2 Pas afdrukopties aan.
3 Start het afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt, druk op J. ❚❚ Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm. 2 Kies een optie. Markeer een van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken.
3 Pas afdrukopties aan. Pas printerinstellingen aan zoals beschreven in Stap 2 van “Eén voor één foto’s afdrukken” (0 216). 4 Start het afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt, druk op J.
Foto’s op tv bekijken De optionele High-Definition Multimedia Interface (HDMI)-kabel (0 222) of een type C HDMI-kabel (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) kan worden gebruikt om de camera met high-definition videoapparaten te verbinden. Schakel de camera altijd uit alvorens en HDMI-kabel aan te sluiten of te ontkoppelen.
❚❚ HDMI-opties De optie HDMI in het setup-menu (0 143) regelt de uitvoerresolutie en andere geavanceerde HDMI-opties. Uitvoerresolutie Kies het formaat voor beelduitvoer naar het HDMI-apparaat. Als Automatisch is geselecteerd, selecteert de camera automatisch het juiste formaat. Geavanceerd Optie Beschrijving Automatisch wordt aanbevolen voor de meeste situaties.
A Televisieweergave Gebruik van een lichtnetadapter en stroomaansluiting (apart verkrijgbaar) wordt aanbevolen voor langdurige weergave. Als de randen van foto’s niet zichtbaar zijn in de televisieweergave, selecteer 95% voor HDMI > Geavanceerd > Uitvoerformaat (0 220). A Diashows De optie Diashow in het weergavemenu kan worden gebruikt voor automatische weergave (0 24).
Overige accessoires Op het moment van schrijven waren de volgende accessoires beschikbaar voor de D7500. Voedingsbronnen • EN-EL15a Oplaadbare Li-ionbatterij (0 153): Extra EN-EL15aaccu’s zijn verkrijgbaar bij lokale winkeliers en servicevertegenwoordigers van Nikon. EN-EL15-accu’s kunnen ook worden gebruikt. • MH-25a Batterijlader: De MH-25a kan worden gebruikt om EN-EL15a-accu’s op te laden. MH-25 batterijladers kunnen ook worden gebruikt.
Accessoires voor zoekeroculair • DK-20C Oculaircorrectielenzen: Lenzen zijn beschikbaar voor dioptrieën van –5, –4, –3, –2, 0, +0,5, +1, +2 en +3 m–1 wanneer de dioptrieregelaar zich in de neutrale stand bevindt (–1 m–1). Gebruik oculaircorrectielenzen alleen als de gewenste scherpstelling niet kan worden verkregen met de ingebouwde dioptrieregelaar (–2 tot +1 m–1). Test de oculaircorrectielenzen alvorens ze aan te schaffen, zodat u zeker weet dat de gewenste scherpstelling wordt verkregen.
Filters Microfoons • Filters bedoeld voor fotografie met special effects kunnen interfereren met autofocus of de elektronische afstandsmeter. • De D7500 kan niet worden gebruikt met lineaire polarisatiefilters. Gebruik in plaats daarvan de C-PL of C-PLII circulaire polarisatiefilters. • Neutraal Color (NC)-filters worden aanbevolen om het objectief te beschermen.
Afstandsbedie• ML-L3 Draadloze afstandsbediening: De ML-L3 gebruikt een 3 V ningen/draadCR2025-batterij. loze afstandsbediening/afstandsbedieningskabels Druk de vergrendeling van het batterijvak naar rechts (q), steek uw vingernagel in de opening en open het batterijvak (w). Zorg ervoor dat de batterij in de juiste richting is geplaatst (r).
GPS-apparaten GP-1 GPS-apparaat/GP-1A GPS-apparaat: Sluit op de accessoireterminal van de camera aan om de huidige breedtegraad, lengtegraad, hoogtegraad en UTC (Coordinated Universal Time) te registreren voor foto’s gemaakt met de camera (0 144). USB-kabels UC-E20 USB-kabel (0 212, 215): Een USB-kabel met een micro-Bconnector voor verbinding met de camera.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Schakel de camera uit alvorens een optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter te bevestigen. 1 Maak de camera gereed. Open de deksels van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5B stroomaansluiting. Zorg ervoor dat de aansluiting in de getoonde richting wordt geplaatst en gebruik daarbij de aansluiting om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden.
4 Sluit de EH-5b/EH-5c lichtnetadapter aan. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de wisselstroomaansluiting op lichtnetadapter (e) en het netsnoer op de gelijkstroomaansluiting (r). Een V-pictogram wordt in de monitor weergegeven zodra de camera door de lichtnetadapter en stroomaansluiting wordt gevoed.
Beschikbare instellingen De volgende tabel bevat de instellingen die in elke stand kunnen worden aangepast. Merk op dat sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar zijn afhankelijk van de geselecteerde opties. Foto-opnamemenu/filmopnamemenu Flitserregeling ISO-gevoeligheid instellen (foto’s) ISO-gevoeligheid instellen (films) Witbalans Picture Control instellen Actieve D-Lighting Ruisonderdr. lange tijdopname Hoge ISO-ruisonderdrukk. Inst. voor autom. bracketing Meervoudige belichting HDR (hoog dynam.
Andere instellingen Lichtmeting Belichtingscorrectie Bracketing Flitsstand (ingebouwd) Flitsstand (optionele flitsers) Flitscorrectie (ingebouwde flitser) Flitscorrectie (optionele flitsers) Flitswaardevergrendeling (ingebouwde flitser) Flitswaardevergrendeling (optionele flitsers) Autofocusstand (zoeker) AF-veldstand (zoeker) AF-stand (Livebeeld) AF-veldstand (Livebeeld) 230 Technische opmerkingen i — — — ✔ j — — — — P, S, A, M ✔ ✔ ✔ ✔ k, p, n, o, s, w, 0 — ✔ — ✔ ✔ — ✔ ✔ l, m, r, t, u, v, x, y, z —
i j Persoonlijke instellingen 1 2 3 4 a9: Ingebouwde AF-hulpverlichting b3: Eenv. belichtingscorrectie b4: Matrixmeting b5: Centrumgericht meetveld d4: Elektr. eerstegordijnsluiter e2: Langste sluitertijd bij flits e3: Belichtingscorr.
Objectieven die de ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting kunnen blokkeren De objectieven vermeld in dit deel kunnen onder sommige omstandigheden de ingebouwde flitser of AF-hulpverlichting blokkeren. ❚❚ AF-hulpverlichting De AF-hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m; gebruik, bij het gebruik van de verlichting, een objectief met een brandpuntsafstand van 18–200 mm. Sommige objectieven blokkeren de verlichting bij bepaalde scherpstelafstanden.
Bij een afstand van 1,0 m of minder kunnen de volgende objectieven de AF-hulpverlichting blokkeren en autofocus hinderen wanneer er weinig licht is: • AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED • AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8G ED • AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8E ED VR • AF Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6D IF • AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED • AF Zoom Micro Nikkor ED 70–180mm f/4.5–5.6D • AF-S VR Micro-Nikkor 105mm f/2.
❚❚ De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser kan voor objectieven met brandpuntsafstanden van 16–300 mm worden gebruikt. Door schaduwen opgeworpen door het objectief (zie onderstaande illustratie) is het mogelijk dat in sommige gevallen de flitser het onderwerp niet bij alle afstanden of brandpuntsafstanden kan verlichten, terwijl objectieven, die het zicht van het onderwerp van het rode-ogenreductielampje blokkeren, rode-ogenreductie kunnen verstoren.
Objectief AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–6.
Als 1,3× (18×12) is geselecteerd voor Kies beeldveld, dan kan de flitser niet het gehele onderwerp belichten met de volgende objectieven bij afstanden minder dan de afstanden hieronder aangegeven. Objectief AF-S DX NIKKOR 10–24mm f/3.5–4.5G ED AF-S DX Zoom-Nikkor 12–24mm f/4G IF-ED AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.
De ingebouwde flitser kan ook worden gebruikt voor de volgende objectieven zonder CPU: Nikon-serie E en 16–300 mm NIKKOR (AI-S, AI- en AI-aangepast). AI 50–300mm f/4.5-, aangepaste AI 50–300mm f/4.5-, AI-S 50–300mm f/4.5 ED- en AI 50–300mm f/4.5 EDobjectieven moeten bij een zoomstand van 70 mm of hoger worden gebruikt.
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.