Operation Manual
348
❚❚ 1,3× (18×12) beeldveld
1 Alle cijfers zijn benaderingen. De bestandsgrootte wisselt met het opgenomen onderwerp.
2 Maximum aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen bij ISO 100. Neemt af
bij beeldkwaliteiten gemarkeerd met een sterretje (“★”) of wanneer automatische
vertekeningscorrectie ingeschakeld is.
3 Getallen gaan uit van JPEG-compressie met grootteprioriteit. Het selecteren van een
beeldkwaliteitsoptie gemarkeerd met een sterretje (“★”; optimale compressie) vergroot het
bestandsformaat van JPEG-beelden; aantal beelden en buffercapaciteit nemen evenredig af.
Beeldkwaliteit Beeldformaat
Bestandsgrootte
1
Aant.
beelden
1
Buffercapaciteit
2
NEF (RAW), compressie
zonder verlies, 12-bits
— 13,1 MB 713 100
NEF (RAW), compressie
zonder verlies, 14-bits
— 15,6 MB 559 100
NEF (RAW),
gecomprimeerd, 12-bits
— 11,0 MB 949 100
NEF (RAW),
gecomprimeerd, 14-bits
— 13,4 MB 803 100
JPEG Fijn
3
Groot 6,6 MB 1.700 100
Middel 4,2 MB 2.700 100
Klein 2,4 MB 4.600 100
JPEG Normaal
3
Groot 3,4 MB 3.300 100
Middel 2,2 MB 5.100 100
Klein 1,3 MB 8.600 100
JPEG Basis
3
Groot 1,8 MB 6.200 100
Middel 1,2 MB 9.500 100
Klein 0,8 MB 14.700 100
A d2—Max. aant. continu-opn. (0 263)
Het maximum aantal foto’s dat achter elkaar kan worden gemaakt in één
serieopname kan worden ingesteld op een hoeveelheid tussen 1 en 100.