Gebruikshandleiding

96
Menugids/Persoonlijke instellingen
Commanderstand
: gebruik de ingebouwde flitser als sturende flitser voor aansturing van
een of meer los geplaatste SB-800, SB-600 of SB-R200 flitsers in maximaal twee groepen
(A en B) bij gebruik van geavanceerde draadloze verlichting. Als u deze optie selecteert,
verschijnt het rechts weergegeven menu. Druk de multi-selector naar links of rechts
om de volgende opties te selecteren, omhoog of omlaag om de waarde te wijzigen.
Ingb. flitser
: kies een flitssturingsstand voor de ingebouwde flitser.
Groep A/Groep B: kies een flitssturingsstand voor alle flitsers in groep A of B.
Kanaal
: kies uit de kanalen 1-4. Alle flitsers in beide groepen moeten op hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Zo maakt u foto's in de Commanderstand:
DDL
i-DDL-stand. Kies een flitscorrectiewaarde (Corrct.) tussen +3,0 en3,0LW in stappen van
1
/3LW. Bij alle
instellingen behalve ±0 verschijnt een pictogram in het LCD-venster en de zoeker.
M
Kies voor de flitssterkteniveaus van 1/1 (vol vermogen) tot 1/128 (
1
/12 8 van vol vermogen). knippert in
het LCD-venster en de zoeker.
--
De ingebouwde flitser wordt niet ontstoken, maar AF-hulpverlichting wordt geactiveerd. verschijnt
niet in de flitsstandweergave van het LCD-venster. Houd er rekening mee dat de ingebouwde flitser uitge-
klapt moet zijn om monitor-voorflitsen te kunnen geven.
DDL i-DDL-stand. Kies een waarde voor (Corrct.) tussen +3,0 en –3,0LW in stappen van
1
/3LW.
AA
Automatisch diafragma. Kies een flitscorrectiewaarde (
Corrct.
) tussen +3,0 en –3,0LW in stappen van
1
/
3
LW.
SB-600 en SB-R200 flitsers worden niet ontstoken als deze optie is geselecteerd.
M Kies voor de flitssterkteniveaus van 1/1 (vol vermogen) tot 1/128 (
1
/12 8 van vol vermogen).
-- De flitsers in de geselecteerde groep worden niet ontstoken.
1
Kies de flitssturingsstand en de flitssterkte voor de ingebouwde flitser.
Houd er rekening mee dat de flitssterkte niet kan worden aangepast wan-
neer -- is geselecteerd als flitssturingsstand.
2
Kies de flitssturingsstand en de flitssterkte voor de flitsers van groep A..
3
Kies de flitssturingsstand en de flitssterkte voor de flitsers van groep B..
4
Selecteer het kanaal.