Operation Manual

184
l
A Beschikbare sluitertijden en diafragma’s voor de ingebouwde
flitser
Stand Sluitertijd Diafragma Zie pagina
e
Automatisch ingesteld door camera
(
1
/250 sec.–
1
/60 sec.)
1, 2
Automatisch
ingesteld door
camera
118
f
Waarde geselecteerd door gebruiker
(
1
/250 sec.–30 sec.)
2
119
g
Automatisch ingesteld door camera
(
1
/250 sec.–
1
/60 sec.)
1, 2
Waarde
geselecteerd
door gebruiker
3
120
h
Waarde geselecteerd door gebruiker
(
1
/250 sec.–30 sec., A)
2
122
1 In de flitsstanden trage synchronisatie, trage synchronisatie op het eerste
gordijn, trage synchronisatie op het tweede gordijn en trage synchronisatie
met rode-ogenreductie wordt de sluitertijd mogelijk ingesteld op een
traagheid van 30 sec.
2 Snelheden van
1
/8.000 sec. zijn beschikbaar met optionele flitsers (0 382)
wanneer 1/320 sec. (autom. FP) of 1/250 sec, (autom. FP) is geselecteerd
voor persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 299).
3 Het flitsbereik wisselt afhankelijk van het diafragma en de ISO-gevoeligheid.
Raadpleeg de tabel voor het flitsbereik (0 187) bij het instellen van het
diafragma in de g- en h-stand.