DIGITALE CAMERA Naslaggids Nl
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera. Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen. Camera-instellingen Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
Uw camera optimaal benutten 0 ii Inhoudsopgave 0 iv s Inleiding 0 1 z Fotostand 0 21 8 Stand Slimme fotoselectie 0 31 y Filmstand 0 37 9 Stand Bewegingssnapshot 0 45 7 Beschikbare instellingen t Meer informatie over fotografie 0 49 I Meer informatie over weergave 0 63 Q Verbindingen 0 75 o Het weergavemenu 0 93 i Het opnamemenu 0 103 g Het setup-menu 0 147 n Technische opmerkingen 0 157 0 53 i
Uw camera optimaal benutten Maak foto’s of films in één van de vier standen. Selecteer q stand Bewegingssnapshot (0 45) om zowel foto’s als korte filmvignetten op te nemen, w Stand Slimme Fotoselectie (0 31) om snelle veranderingen van gelaatsuitdrukkingen en andere moeilijk te timen opnames vast te leggen, e fotostand (0 21) voor de meeste foto’s, of r filmstand (0 37) om films in highdefinition of slow motion op te nemen. Combineer foto’s films en muziek.
Bekijk korte films in high-definition. q Zet korte films over naar de camera (0 83) en gebruik een HDMI-kabel om w de camera op een HDTV aan te sluiten (0 84). Accessoires Verbreed uw fotografische horizon met een uitgebreide selectie verwisselbare objectieven en andere accessoires (0 157).
Inhoudsopgave Uw camera optimaal benutten ................................................... ii Accessoires .............................................................................................. iii Inhoudsopgave.............................................................................iv Voor uw veiligheid ........................................................................ x Kennisgevingen..........................................................................xiii Inleiding...............
Filmstand ........................................................................ 37 HD-films ........................................................................................ 37 Slow motion .................................................................................40 Films bekijken..............................................................................42 Films wissen........................................................................................... 43 Stand Bewegingssnapshot ...
Verbindingen .................................................................. 75 De meegeleverde software installeren ...................................75 Systeemvereisten.................................................................................77 Foto’s op een computer bekijken en bewerken....................79 Foto’s overzetten..................................................................................79 Foto’s bekijken ......................................................................
Beeldkwaliteit ............................................................................114 Beeldformaat .............................................................................114 Beeldsnelheid ............................................................................116 Filminstellingen.........................................................................116 Lichtmeting ................................................................................117 Vergrendeling automatische belichting ..
Het setup-menu ............................................................ 147 Setup-opties herstellen........................................................... 149 Geheugenkaart formatt. ......................................................... 149 Ontspan. bij geen kaart........................................................... 149 Welkomstscherm...................................................................... 150 Helderheid van monitor..........................................................
Technische opmerkingen.............................................. 157 Optionele accessoires ..............................................................157 Goedgekeurde geheugenkaarten...............................................160 Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen .......161 Opslag en reiniging ..................................................................163 Opslag....................................................................................................
Voor uw veiligheid Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen. De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven: pictogram staat bij waarschuwingen.
A Vermijd langdurige aanraking van de camera of lader terwijl de apparaten ingeschakeld of in gebruik zijn. Delen van het apparaat kunnen zeer warm worden. Langdurige aanraking van het apparaat met de huid kan lichte brandwonden tot gevolg hebben. A Richt de flitser niet op de bestuurder van een motorvoertuig. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot ongelukken.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht A Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de bij het gebruik van de lader: • Houd het product droog. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok. • U mag de ladercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de lader. • Verwijder stof op of bij metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Voortgaand gebruik kan leiden tot brand.
Kennisgevingen • Niets uit de handleidingen die bij dit • Nikon is niet aansprakelijk voor enige product horen, mag in enigerlei vorm schade die voortkomt uit het gebruik of op enigerlei wijze worden van dit product.
Kennisgevingen voor klanten in Europa WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. xiv Dit pictogram geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet worden ingezameld.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
AVC Patent Portfolio License DIT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN.
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn gecertificeerd voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE NIKON-ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE VAN NIKON DOEN VERVALLEN.
xviii
sInleiding Pakketinhoud Controleer of het pakket de volgende onderdelen bevat: BF-N1000 bodydop s Nikon 1 J1 digitale camera EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterij (met afdekkapje) UC-E15 USB-kabel AN-N1000 riem ViewNX 2/Short Movie Creator CD Garantie Snelhandleiding Gebruikshandleiding MH-27 batterijlader (lichtnetadapter of netsnoer meegeleverd in landen of regio's waar vereist; vorm is afhankelijk van land van verkoop) Objectief (alleen meegeleverd indien objectiefset samen met de camera is aangesch
De onderdelen van de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. De camerabody s 1 2 3 4 5 6 7 8 9 15 10 16 14 13 1 Filmopnameknop ....................................38 2 Ontspanknop .............................. 25, 32, 39 3 Hoofdschakelaar ......................................17 4 Aan/uit-lampje .....
De camerabody (vervolg) 1 2 3 4 5 16 15 14 13 17 6 7 8 9 12 18 s 10 11 19 20 1 Pop-upknop voor de flitser ...................58 2 Toegangslampje geheugenkaart..... 15, 24 3 & (functie)-knop........................................ 8 4 W (zoomweergave/miniatuur)regeling............................................28, 141 5 Standknop ................................................... 6 6 Deksel aansluitingen 7 K (weergave)-knop ................. 28, 34, 48 8 O (wissen)-knop..........................
De monitor 1 23 45 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 32 31 30 29 s 16 17 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 1 Opnamestand............................................. 6 19 Aantal resterende opnamen .................20 Aantal resterende opnamen tot 2 Belichtingsstand ................................... 106 buffergeheugen vol is .................... 23, 27 3 Aanduiding flexibel programma ...... 108 Aanduiding witbalansopname.......... 121 4 Flitsstand....................................................
De $ (weergave)-knop Druk op $ om door de opname- (0 4) en weergave (0 63)-aanduidingen te bladeren, zoals hieronder weergegeven. $ knop ❚❚ Opname ❚❚ Weergave Vereenvoudigde weergave Eenvoudige foto-informatie Gedetailleerde weergave Gedetailleerde foto-informatie s Alleen beeld A Het raster Er kan een raster worden weergegeven door Aan voor Rasterweergave in het setup-menu (0 150) te selecteren.
De standknop De camera biedt u de keuze uit de volgende opnamestanden: Standknop s Stand Bewegingssnapshot (0 45): elke keer als de sluiter ontspant, maakt de camera een foto en ongeveer een seconde filmopnamen. Wanneer het resultaat van “Bewegingssnapshot” wordt bekeken op de camera, wordt de film in slow motion in ongeveer 2,5 sec. weergegeven, gevolgd door de foto.
De multi-selector De multi-selector en de knop J worden gebruikt om de instellingen aan te passen en door de cameramenu’s te navigeren(0 9). Instellingen: A Vergrendel de belichting (0 118) en/of stel scherp (0 143). Menunavigatie: 1 Verplaats cursor omhoog. s Selecteer gemarkeerd item. Instellingen: E Bekijk het menu zelfontspanner/ afstandsbediening (0 53). Menunavigatie: 4 Keer terug naar het vorige menu. Instellingen: E Bekijk het menu belichtingscorrectie (0 56).
De & (functie)-knop De knop & geeft toegang tot de volgende functies in de standen foto, film, Bewegingssnapshot en in de weergavestanden. Druk op & en gebruik de multi-selector (of W-regeling) en knop J om opties aan te passen. s 8 & knop • Continu (fotostand; 0 26): kies uit Enkel beeld, Continu of Elektronisch (Hi). • Filmstand (filmopname; 0 39): kies uit high-definition (HD-film) en slow motion (Slow motion) opname.
De G-knop De meeste opname-, weergave- en instelopties zijn toegankelijk via de cameramenu’s. Om de menu’s te bekijken, drukt u op de knop G. G-knop Tabs Kies uit de volgende menu’s: K Weergavemenu (0 93) B Setup-menu (0 147) C y 1 z Opnamemenu (0 103) s Menuopties Opties in huidig menu. Instelknop geeft positie in huidig menu aan.
❚❚ De menu’s gebruiken Gebruik de multi-selector om door de menu’s te navigeren (0 7). Multi-selector Druk op 1 of 3 om de tab te selecteren en druk vervolgens op s 12 om menu-items weer te geven. 2 Markeer het menu-item en druk op 2 om opties weer te geven. 3 Markeer de gewenste optie en druk op J om te selecteren. Opmerking: de vermelde items kunnen variëren afhankelijk van de camera-instellingen. Grijs weergegeven items zijn momenteel niet beschikbaar (0 49).
Eerste stappen 1 Bevestig de camerariem. Bevestig de riem stevig aan de twee cameraoogjes. s 2 De batterij opladen. Plaats de batterij q en steek de lader in w. Een lege batterij wordt volledig opgeladen in ongeveer 2 uur. Haal de lader uit het stopcontact en verwijder de batterij wanneer deze is opgeladen. Batterij aan het laden Opladen voltooid A De stekkeradapter Afhankelijk van het land of de regio van aankoop, wordt er mogelijk ook een stekkeradapter meegeleverd.
D De batterij en de lader Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s x–xii en 164–167 van deze handleiding. Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de prestaties doen verslechteren. De capaciteit wordt mogelijk verminderd en de oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot 10 °C en van 45 °C tot 60 °C.
3 Plaats de batterij en een geheugenkaart. Zorg dat de batterij en geheugenkaart op de juiste manier worden geplaatst. Gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden, schuif de batterij in de camera totdat de oranje batterijvergrendeling vergrendelt en schuif de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn plaats klikt.
D Geheugenkaarten en batterijen plaatsen en verwijderen Zet de camera altijd uit voordat u een geheugenkaart of batterijen plaatst of verwijdert. Houd er rekening mee dat de batterij zeer warm kan zijn na gebruik. Ga daarom voorzichtig te werk wanneer u de batterij verwijdert. A Geheugenkaarten formatteren s Als dit de eerste keer is dat de geheugenkaart in de camera wordt gebruikt of als de kaart in een ander apparaat is geformatteerd, selecteer Geheugenkaart formatt.
A Geheugenkaarten en batterijen verwijderen Controleer, na het uitschakelen van de camera, of het toegangslampje (0 3) uit is en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf. Om de batterij te verwijderen dient u het eerst te ontgrendelen door de oranje batterijvergrendeling in de richting van de getoonde pijl te drukken en verwijder de batterij vervolgens op handmatige wijze.
4 Een objectief bevestigen. Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het objectief of de bodydop verwijdert. Het objectief dat over het algemeen in deze handleiding voor illustratieve doeleinden wordt gebruikt is een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6. Zie pagina 136 voor informatie over vibratiereductie (VR). s Zorg dat de markeringen in lijn staan, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens totdat het op zijn plaats klikt.
5 Zet de camera aan. Druk op de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen. Het aan/ uit-lampje brandt korte tijd groen en schakelt de monitor in. A De camera uitschakelen Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te schakelen. De monitor schakelt uit.
6 Kies een taal en stel de klok in. Een taalselectievenster verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. Gebruik de multi-selector en de J knop (0 10) om een taal te kiezen en stel de cameraklok in. U kunt geen foto’s nemen voordat u de datum en tijd hebt ingesteld. s Druk op 1 of 3 om de taal te markeren en druk op J. Druk op 4 of 2 om de tijdzone te markeren en druk op J. Druk op 1 of 3 om de datumnotatie te markeren en druk op J.
A De cameraklok De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone klokken. Controleer daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en pas de tijd zo nodig aan. De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke voedingsbron die, indien nodig, wordt opgeladen als de hoofdbatterij is geplaatst of als de camera wordt gevoed door een optionele EP-5C stroomaansluiting en EH-5b lichtnetadapter (0 161). Drie dagen opladen is voldoende om de klok ongeveer één maand van stroom te voorzien.
7 Controleer het batterijniveau en de capaciteit van de geheugenkaart. Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen in de monitor. Batterijniveau ❚❚ Batterijniveau Weergavescherm s Beschrijving Batterij volledig opgeladen of gedeeltelijk ontladen; niveau wordt GEEN PICTOGRAM aangeduid door pictogram L of K in gedetailleerde weergave (0 5). Batterij bijna leeg. Houd een volledig opgeladen H batterij klaar of laad weldra de batterij op. Batterij leeg; Kan geen foto’s maken.
zFotostand De fotostand is de stand die over het algemeen wordt gebruikt voor het maken van foto’s. A Beschikbare instellingen Voor informatie over de beschikbare opties in de fotostand, zie pagina 49. Foto’s maken in de fotostand 1 Fotostand selecteren. Draai de standknop naar C. Standknop z A Automatische onderwerpselectie (h Auto onderwerpselectie) Bij de standaardinstellingen analyseert de Scènepictogram camera automatisch het onderwerp en selecteert de geschikte scène.
2 Maak de camera gereed. Verwijder de objectiefdop en houd de camera met beide handen stevig vast, en let daarbij op dat u het objectief, de AF-hulpverlichting of de microfoon niet blokkeert. Draai de camera, zoals rechtsonder weergegeven, wanneer u foto’s in de portretstand (staand) maakt. z De sluitertijden zijn langer wanneer er weinig licht is; gebruik van de ingebouwde flitser (0 58) of een statief wordt aanbevolen.
3 Kadreer de foto. Plaats uw onderwerp in het midden van het beeld. 4 Stel scherp. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Als het onderwerp slecht belicht wordt, gaat mogelijk de AF-hulpverlichting (0 2) branden om te helpen bij de scherpstelbewerking. Als de camera kan scherpstellen, wordt het geselecteerde scherpstelveld groen gemarkeerd en klinkt een signaal (er klinkt mogelijk geen signaal als het onderwerp beweegt).
5 Maak de foto. z 24 Druk voorzichtig de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto te maken. Het toegangslampje zal branden en de foto zal enkele seconden lang worden weergegeven in de monitor (de foto verdwijnt automatisch uit het scherm en de camera is klaar voor gebruik wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt). U mag de geheugenkaart niet uitnemen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is en de opname klaar is.
A De ontspanknop De camera heeft een tweetraps ontspanknop. De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Als u de foto wilt maken, drukt u de ontspanknop helemaal in. Scherpstellen: druk de ontspanknop half in Maak de foto: druk de ontspanknop helemaal in A Filmopname In de fotostand kunnen geen films worden opgenomen, en het indrukken van de filmopnameknop heeft geen effect.
z ❚❚ Een ontspanstand kiezen Druk op de &-knop en gebruik de multiselector en de J-knop om uit de volgende ontspanstanden te kiezen: Enkel beeld (telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera één foto), Continu (terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera maximaal 5 beelden per seconde) en Elektronisch (Hi) &-knop (terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera foto’s bij hoge snelheden).
A Buffergrootte De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 100 foto’s na elkaar worden gemaakt. Merk echter op dat de beeldsnelheid afneemt of de opname wordt onderbroken wanneer de buffer vol is.
Foto’s bekijken Druk op K om de meest recente foto schermvullend in de monitor weer te geven (schermvullende weergave). K-knop z Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om andere foto’s te bekijken. Om in te zoomen op het midden van het huidige beeld, druk op de W-regeling omhoog (0 68). Druk op W omlaag om uit te zoomen. Om meerdere beelden te bekijken, druk op W omlaag wanneer de foto beeldvullend wordt weergegeven (0 66).
Foto’s wissen Druk op O om de huidige foto te wissen. Houd er rekening mee dat eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld. 1 Geef de foto weer. Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de voorafgaande pagina. 2 Wis de foto. Druk op O. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op O om de foto te wissen en keer terug naar afspelen, of druk op K om af te sluiten zonder de foto te wissen.
z 30
8Stand Slimme fotoselectie Kies de stand Slimme Fotoselectie voor foto’s die een veranderende uitdrukking op het gezicht van een portretonderwerp vastleggen of andere moeilijk vast te leggen opnamen, zoals groepsfoto’s tijdens een feest. Elke keer als de sluiter wordt ontspannen, selecteert de camera automatisch de beste opname uit de vier beste opnamekanditaten, op basis van compositie en beweging.
2 Kadreer de foto. Houd de camera vast zoals weergegeven op pagina 22, kadreer de foto met uw onderwerp in het midden van het beeld. 3 Begin met het bufferen van foto’s. 8 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (0 23). Er wordt een pictogram weergegeven, zodra de camera begint met het opnemen van beelden naar het buffergeheugen.
4 Maak de foto. Druk voorzichtig de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. De camera vergelijkt opnamen die zowel voor als na het indrukken van de ontspanknop zijn opgenomen op de buffer, en selecteer vijf opnamen om naar de geheugenkaart te kopiëren. Houd er rekening mee dat dit enige tijd kan duren. De beste foto wordt in de monitor weergegeven wanneer de opname is voltooid.
Foto’s bekijken 8 Druk op K en gebruik de multi-selector om foto’s gemaakt met Slimme fotoselectie (0 28 weer te geven; foto’s gemaakt met Slimme Fotoselectie worden aangeduid met een y pictogram).
Foto’s wissen Door het indrukken van O wanneer er een foto wordt geselecteerd die is gemaakt met Slimme Fotoselectie wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op O om de beste foto en de vier beste fotokandidaten te wissen, of druk op K om af te sluiten zonder de foto’s te wissen. Houd er rekening mee dat eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
8 36
yFilmstand Kies filmstand om high-definition (HD) of slow motion (0 40) films op te nemen met behulp van de filmopnameknop. D Het 0 pictogram Een 0 pictogram geeft aan dat u geen films kunt opnemen. A Beschikbare instellingen Voor informatie over de beschikbare opties in de filmstand, zie pagina 49. HD-films Neem films met geluid op bij een beeldverhouding van 16 : 9. 1 Selecteer de filmstand. Draai de standknop naar 1.
3 Start de opname. Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beginnen. Er wordt een aanduiding voor de opname, de verstreken tijd en de beschikbare tijd weergegeven terwijl de opname in uitvoering is. A Audio-opname y Filmopnameknop Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en houd er rekening mee dat de ingebouwde Opnameaanduiding/ microfoon mogelijk geluiden opneemt die verstreken tijd door de camera of het objectief worden veroorzaakt.
❚❚ Foto’s nemen tijdens HD-filmopname Druk de ontspanknop volledig in om een foto te maken zonder de HD-filmopname te onderbreken. Foto’s gemaakt tijdens filmopname hebben een beeldverhouding van 16 : 9. A Foto’s nemen tijdens filmopname Er kunnen maximaal 15 foto’s van elke filmopname worden gemaakt. Let op dat er geen foto’s kunnen worden gemaakt van films in slow motion.
Slow motion Neem stomme films op met een beeldverhouding van 8 : 3. Films worden opgenomen bij 400 bps en afgespeeld bij 30 bps. 1 Selecteer de filmstand. Draai de standknop naar 1. Standknop 2 Selecteer de stand slow motion. y Druk op de knop & en gebruik de multiselector en de knop J om Slow motion te selecteren. Er verschijnt een slow motion filmuitsnede met een beeldverhouding van 8 : 3 in de weergave. &-knop 3 Kadreer de openingsopname.
4 Start de opname. Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beginnen. Er wordt een aanduiding voor de opname, de verstreken tijd en de beschikbare tijd weergegeven terwijl de opname in uitvoering is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van de Filmopnameknop weergave; gezichtsdetectie (0 23) is niet beschikbaar. Opnameaanduiding/ verstreken tijd y Beschikbare tijd 5 Beëindig de opname. Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beëindigen.
Films bekijken Films worden aangeduid met een 1 pictogram in schermvullende weergave (0 28). Druk op J om weergave te starten. Aanduiding filmweergave/ huidige positie/totale lengte 1 pictogram/lengte Gids y Functie Knop Beschrijving Pauze Afspelen Afspelen pauzeren.
Films wissen Druk op O om de huidige film te wissen. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op O om de film te wissen en keer terug naar afspelen, of druk op K om af te sluiten zonder de film te wissen. Let op dat eenmaal gewiste films niet kunnen worden hersteld. O-knop A Zie ook Zie pagina 100 voor informatie over het bijsnijden van onnodige filmopnamen van films.
y 44
9Stand Bewegingssnapshot Kies de stand Bewegingssnapshot om korte filmvignetten met uw foto’s op te nemen. Elke keer als de sluiter ontspant, maakt de camera een foto en ongeveer een seconde beeldopnamen. Wanneer het resultaat van “Bewegingssnapshot” wordt bekeken op de camera, wordt de film in slow motion in ongeveer 2,5 sec. weergegeven, gevolgd door de foto. 9 A Beschikbare instellingen Voor informatie over de beschikbare opties in de stand Bewegingssnapshot, zie pagina 49.
2 Kadreer de foto. Houd de camera vast zoals weergegeven op pagina 22, stel de foto samen met uw onderwerp in het midden van het beeld. 3 Begin met bufferen. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (0 23). Er wordt een pictogram weergegeven zodra de camera begint met het opnemen van filmopnamen naar het buffergeheugen. 9 4 Maak de foto. Druk voorzichtig de ontspanknop volledig in.
A Bufferen Bufferen begint wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en eindigt na ongeveer 90 seconden of wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Ontspanknop half ingedrukt om scherp te stellen Ontspanknop volledig ingedrukt Opname eindigt Bufferen ❚❚ Een Thema kiezen Druk op & om de achtergrondmuziek voor de film te kiezen en gebruik de multiselector en J om te kiezen uit Schoonheid, Golven, Ontspanning en Tederheid.
Bewegingssnapshots bekijken Druk op K en gebruik de multi-selector om een Bewegingssnapshot weer te geven (0 28; Bewegingssnapshots worden aangeduid door een z-pictogram). Door het indrukken van J terwijl een Bewegingssnapshot wordt weergegeven, wordt het filmgedeelte in slow motion gedurende een periode van ongeveer 2,5 sec. afgespeeld, gevolgd door de foto; het achtergrondgeluid wordt ongeveer 10 sec. afgespeeld.
7Beschikbare instellingen Onderstaande tabel bevat de instellingen die in de diverse standen beschikbaar zijn.
Overige instellingen Belichtingsstand 1 Selectie van scherpstelveld Flexibel programma Vergrendeling automatische belichting Scherpstelvergrendeling Zelfontspanner Belichtingscorrectie Flitsstand Filmstand Thema Fotostand Stand Slimme Fotoselectie h P S A M h P S A M — z z z z — — z — — — — — z z z — — — z2 — z2 — — z z2 z2 z2 — — z z2 z2 z2 — — z z2 z2 z2 — — z z2 — z2 — — — — — — — — 1 P Automatisch programma wordt automatisch geselecteerd wanneer Elektronisch (Hi) is geselecteerd voor Continu.
❚❚ Filmstand/Stand Bewegingssnapshot Opnamemenu Belichtingsstand Beeldkwaliteit Beeldformaat Continu Beeldsnelheid Filminstellingen Lichtmeting Witbalans ISO-gevoeligheid Picture Control Kleurruimte Actieve D-Lighting Ruisonderdr. lange belich. Ruisonderdr. hoge ISO Infaden/uitfaden Opties voor filmgeluid Intervalopname Vibratiereductie 3 Scherpstelstand AF-veldstand Gezichtprioriteit-AF Ingeb.
Overige instellingen Belichtingsstand Selectie van scherpstelveld Flexibel programma Vergrendeling automatische belichting Scherpstelvergrendeling Zelfontspanner Belichtingscorrectie Flitsstand Filmstand Thema Filmstand h P S A — z1 z1 z1 — — — — — z z z — z1 — — z1 — z z z — z — 1 HD-film geselecteerd in filmstand. 2 Slow motion geselecteerd in filmstand. 3 Alleen VR-objectieven.
tMeer informatie over fotografie Zelfontspannerstand en afstandsbedieningstand De zelfontspanner en optionele ML-L3 afstandsbediening (0 158) kunnen worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of om zelfportretten te maken. De volgende opties zijn beschikbaar: OFF Uit c 10 sec. b 5 sec. a 2 sec. " # Vertraagd op afstand Direct op afstand Zelfontspannerstand en afstandsbediening uit. De sluiter wordt ontspannen wanneer de ontspanknop van de camera wordt ingedrukt.
3 Selecteer de gewenste optie. Gebruik de multi-selector om de gewenste optie te markeren en druk op J. 4 Kadreer en maak de foto. Zelfontspannerstand: druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk vervolgens de knop volledig in. De zelfontspannerlamp begint te knipperen en er klinkt een signaal. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met knipperen en klinkt het signaal sneller.
Merk op dat de timer eventueel niet start of dat er eventueel geen foto kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als er zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden ontspannen. Het uitschakelen van de camera zorgt ervoor dat de zelfontspanner- en afstandsbedieningstanden worden geannuleerd. Afstandsbedieningstanden worden automatisch geannuleerd wanneer er ongeveer vijf minuten na het selecteren van de stand in stap 3 geen handelingen worden uitgevoerd.
Belichtingscorrectie Via belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde belichtingswaarde gewijzigd worden om foto’s lichter of donkerder te maken. Kies uit waarden tussen – 3 LW (onderbelichting) en +3 LW (overbelichting) in stappen van 1/3 LW. Kies over het algemeen een positieve waarde om het beeld lichter te maken of een negatieve waarde om het onderwerp donkerder te maken. Belichtingscorrectie is niet beschikbaar in de belichtingsstanden h Auto onderwerpselectie en M Handmatig.
A Belichtingscorrectie Belichtingscorrectie werkt het beste in combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting (0 117). A De ingebouwde flitser Bij gebruik met een ingebouwde flitser, heeft belichtingscorrectie zowel invloed op de achtergrondbelichting als de flitssterkte.
De ingebouwde flitser Breng, voor gebruik, de flitser omhoog door de pop-upknop voor de flitser te verschuiven en kies vervolgens een flitsstand zoals beschreven op de volgende pagina. Het laden begint wanneer de flitser omhoog wordt gebracht; zodra het laden is voltooid, wordt een flitsgereedaanduiding Pop-upknop voor de flitser (I) weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. De flitser flitst bij elke gemaakte foto.
Een flitsstand kiezen. 1 De opties voor de flitsstand weergeven. Druk op de multi-selector omlaag om een lijst met flitsstanden weer te geven. De beschikbare standen zijn afhankelijk van de belichtingstand (0 103).
A De ingebouwde flitser naar beneden laten zakken Druk de flitser, om energie te besparen wanneer de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt. Gebruik geen kracht. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan een defect product tot gevolg hebben. A De ingebouwde flitser gebruiken De ingebouwde flitser kan alleen in de fotostand worden gebruikt.
A Sluitertijd De sluitertijd beperkt zich tot de volgende afstanden wanneer een flitser wordt gebruikt: Belichtingsstand Sluitertijd 1 h Auto onderwerpselectie (f) /60–1 sec. 1 /60–30 sec. S Sluitertijdvoorkeuze 1 M Handmatig /60–30 sec., Bulb 1 Overig /60 sec. A Diafragma, Gevoeligheid en Flitsbereik Flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (equivalent aan ISO) en diafragma.
t 62
IMeer informatie over weergave Foto-informatie Foto-informatie wordt over het beeld weergegeven wanneer u foto’s in de schermvullende weergave bekijkt (0 28). Druk op de knop $ om door eenvoudige foto-informatie (0 63), gedetailleerde foto-informatie (0 64) en geen foto-informatie te bladeren. $-knop ❚❚ Eenvoudige foto-informatie 1 2 1 12 2 3 3 11 13 10 9 4 8 7 6 5 Foto’s 1 Opnamestand............................................. 6 2 Beveiligingsstatus....................................
❚❚ Gedetailleerde foto-informatie 1 2 3 4 5 15 14 13 12 11 26 6 7 8 9 16 17 25 24 23 10 22 21 20 19 18 Foto’s 1 27 2 4 5 3 6 26 12 11 24 23 13 25 17 22 20 21 19 18 Films I 64 1 Opnamestand............................................. 6 2 Beeldnummer/totaal aantal foto’s 3 Beveiligingsstatus....................................96 4 Cameranaam 5 Retouche-aanduiding............... 97, 98, 99 Aanduiding voor filmbewerking.......
A Histogrammen (0 64) Camerahistogrammen dienen alleen als richtlijn en kunnen afwijken van histogrammen in beeldbewerkingprogramma’s. Voorbeeldhistogrammen worden hieronder getoond: • Als de helderheid gelijkmatig verdeeld is over het beeld, zal de verdeling van de toonwaarden relatief gelijk zijn. • Als het beeld donker is, verschuift de verdeling van toonwaarden naar links. • Als het beeld helder is, verschuift de verdeling van toonwaarden naar rechts.
Miniatuurweergave Druk op W omlaag wanneer een foto schermvullend wordt weergegeven om foto’s in “overzichten” van 4, 9 of 72 beelden te bekijken. W-regeling Schermvullende weergave Miniatuurweergave Kalenderweergave U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren: Functie Knop Meer foto’s weergeven W Minder foto’s weergeven I / Gebruik de multi-selector om beelden te markeren. U kunt het gemarkeerde beeld wissen (0 69) of van een score voorzien (0 70) of zoom in om het beter te bekijken (0 68).
Kalenderweergave Druk op W omlaag wanneer er 72 foto’s worden weergegeven om alleen foto’s te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt (0 66). W-regeling Schermvullende weergave Miniatuurweergave Kalenderweergave U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren: Functie Knop Beschrijving / Gebruik de multi-selector om een datum te markeren.
Zoomweergave Geef de foto schermvullend weer en druk op W omhoog. Zoomweergave is niet beschikbaar voor films of Bewegingssnapshots. W-regeling U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren: Functie Knop In- of uitzoomen W Andere delen van het beeld weergeven I Gezichten bekijken Terug naar zoom Terug naar opnamestand 68 J Beschrijving Druk op omhoog om in te zoomen of op omlaag om uit te zoomen.
Foto’s wissen U kunt volgens de onderstaande instructies foto’s van de geheugenkaart wissen. Let op dat eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld; beveiligde foto’s worden echter niet gewist. De huidige foto wissen Om de huidige foto in schermvullende weergave of geselecteerd in de miniaturenlijst te wissen, druk op O. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op O om de foto te wissen en keer terug naar afspelen, of druk op K om af te sluiten zonder de foto te wissen.
Foto’s van scores voorzien Foto’s van scores voorzien of markeer ze als kandidaat om later te verwijderen (0 69). De optie Diashow in het weergavemenu kan worden gebruikt om alleen foto’s met een geselecteerde score of scores weer te geven (0 71). Scores kunnen ook in ViewNX 2 worden bekeken. Scores zijn niet beschikbaar voor beveiligde afbeeldingen. 1 Selecteer een foto. Geef een foto schermvullend weer of markeer hem in de miniaturenlijst. 2 Druk op &.
Diashows Druk op de knop G, selecteer Diashow in het weergavemenu en volg de onderstaande stappen om een diashow van de foto’s op de geheugenkaart te bekijken. G-knop 1 Selecteer het type beeld dat in de show wordt gebruikt. Markeer de gewenste optie en druk op J. Geef alle beelden op de geheugenkaart weer. Geef alleen foto’s weer. Geef alleen films weer. Geef alleen het filmgedeelte van Bewegingsnapshots Bewegingssnapshot weer. De bijgevoegde foto’s worden niet weergegeven.
2 Pas weergavetijden aan en kies een achtergrondgeluid. Pas de volgende opties aan: Kies hoe lang elke foto wordt weergegeven. Kies hoeveel er van elke film wordt afgespeeld, voordat de volgende dia wordt weergegeven. Kies Zelfde als Afspeelduur van beeldinterval om de volgende dia weer te geven na de film tijd die is geselecteerd voor Beeldinterval, en Geen limiet om de gehele film af te spelen, voordat de volgende dia wordt weergegeven. Demp audioweergave of kies achtergrondgeluid voor een diashow.
3 Selecteer Starten. Markeer Starten en druk op J om de diashow te starten. De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden uitgevoerd: Functie Naar vorig/ volgend beeld bladeren Pauzeren/ hervatten Volume aanpassen Terug naar weergavestand Terug naar opnamestand Knop J W K Beschrijving Druk op 4 om naar het vorige beeld terug te keren, of op 2 om naar het volgende beeld te bladeren. Pauzeer de diashow. Druk nogmaals om te hervatten.
I 74
QVerbindingen De meegeleverde software installeren Installeer de meegeleverde software voor het kopiëren van foto’s naar uw computer, voor het bekijken en bewerken van foto’s en het maken van korte films. Controleer voor het installeren van de software of uw systeem aan de vereisten op pagina 77 voldoet. 1 Start de computer en plaats de installatie-cd van ViewNX 2/ Short Movie Creator. Windows Mac OS Dubbelklik op pictogram op bureaublad Dubbelklik op pictogram Welcome Q 2 Selecteer een taal.
3 Start het installatieprogramma. Klik op Installeren en volg de instructies op het scherm. Klik op Installeren 4 Sluit het installatieprogramma af. Klik op Ja (Windows) of OK (Mac OS) wanneer de installatie is voltooid. Windows Mac OS Klik op Ja Klik op OK De volgende software wordt geïnstalleerd: • ViewNX 2 • Short Movie Creator • Apple QuickTime (alleen Windows) 5 Verwijder de installatie-cd uit de cd-rom.
Systeemvereisten De systeemvereisten voor Short Movie Creator zijn: Windows 2 GHz Intel Core 2 Duo of hoger Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 7 Home Basic/Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate (Service Pack 1), Windows Vista Home Basic/Home Premium/Business/ Besturingssysteem Enterprise/Ultimate (Service Pack 2) of Windows XP Home Edition/ Professional (Service Pack 3). Alle geïnstalleerde programma’s werken als 32-bit toepassingen in 64-bit uitvoeringen van Windows 7 en Windows Vista.
De systeemvereisten voor de ViewNX 2 zijn: Windows • Foto’s/JPEG-films: Intel Celeron, Pentium 4 of Core serie, 1,6 GHZ of hoger CPU • H.264 films (weergave): 3,0 GHz of hoger Pentium D • H.
Foto’s op een computer bekijken en bewerken Foto’s overzetten 1 Kies hoe u foto’s naar de computer wilt kopiëren. Kies een van de volgende methodes: • Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en zorg dat de geheugenkaart in de camera zit. Sluit de camera op de computer aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel (oefen geen kracht uit en plaats de aansluitingen niet onder een hoek) en schakel vervolgens de camera in.
3 Klik op Overspelen starten. Bij standaardinstellingen worden alle foto’s op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd. Klik op Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel wanneer de camera op de computer wordt aangesloten.
❚❚ Foto’s retoucheren Klik op de knop Bewerking in de taakbalk om foto’s uit te snijden en taken uit te voeren zoals het aanpassen van de scherpte en de toonniveaus. ❚❚ Korte films maken Gebruik de Short Movie Creator om korte films te maken die worden gecombineerd met muziek, Bewegingssnapshots, filmopnamen, en foto’s gemaakt in de fotostand of de stand Slimme Fotoselectie (0 82). ❚❚ Foto’s afdrukken Klik op de knop Afdrukken in de taakbalk.
Korte films maken Gebruik de meegeleverde Short Movie Creator software om films te maken waarbij u foto’s, die zijn gemaakt in de fotostand of in de standen Bewegingssnapshots of Slimme Fotoselectie, kunt combineren met films en muziek. 1 Zet foto’s over. Zet foto’s over zoals beschreven op pagina 79. 2 Selecteer componenten. Foto’s in ViewNX 2 selecteren. 3 Start Short Movie Creator. Klik op de knop Short Movie Creator in ViewNX 2.
5 Sla de film op. Klik op Film maken. Het venster rechts wordt weergegeven; selecteer één van de volgende opties en klik op Maken. • Opslaan als bestand: sla de film op in een map op de computer. • Terugschrijven naar camera (geheugenkaart): bewaar de film op een geheugenkaart, zodat het later kan worden afgespeeld op de camera. Om deze optie te gebruiken, dient u eerst een in de camera geformatteerde geheugenkaart (0 149) in een kaartlezer of kaartsleuf te plaatsen.
Foto’s op een televisie bekijken Sluit, om af te spelen, de camera op een televisie aan. A Videokabels aansluiten Schakel de camera altijd uit voordat u HDMI-kabels aansluit of loskoppelt. Forceer niets en steek de stekker recht in de aansluiting bij het aansluiten van kabels. High-definition apparaten Een type C High-Definition Multimedia Interface (HDMI) kabel met pinaansluiting (los verkrijgbaar in de detailhandel) kan worden gebruikt om de camera op high-definition videoapparaten aan te sluiten.
D Sluit het deksel van de aansluiting Sluit het deksel van de camera-aansluitingen wanneer de aansluitingen niet worden gebruikt. Stof in de aansluitingen kan storing tijdens gegevensoverdracht veroorzaken. A Weergave op televisie Het volume kan worden aangepast met behulp van de bedieningen op de televisie; het aanpassen van het volume op de camera heeft geen effect. Voor langdurige weergave wordt het gebruik van een EH-5b lichtnetadapter en een EP-5C stroomaansluiting (los verkrijgbaar) aanbevolen.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-beelden kunnen worden afgedrukt op een PictBridge printer die rechtstreeks aangesloten is op de camera. Verbinden met een printer Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. 1 Zet de camera uit. 2 Sluit de USB-kabel aan. Zet de printer aan en sluit de USB-kabel aan zoals hieronder wordt aangegeven. Forceer niets en steek de stekker recht in de aansluiting.
Foto’s één voor één afdrukken 1 Selecteer een foto. Druk op 4 of 2 om andere foto’s te bekijken. Druk op W omhoog om in te zoomen op het huidige beeld (0 68; druk op W omlaag om zoom af te sluiten). Om negen foto’s tegelijkertijd te bekijken, druk op W omlaag wanneer een foto schermvullend wordt weergegeven. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren of druk op W om de gemarkeerde foto schermvullend weer te geven. 2 Pas de afdrukopties aan.
Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de knop G in het PictBridgeweergavescherm (zie stap 3 op pagina 86). 2 Kies een optie. Markeer één van de volgende opties en druk op 2. • Beelden sel. voor afdruk: selecteer foto’s die u wilt afdrukken. • Selecteren op datum: druk een kopie af van alle foto’s die zijn gemaakt op geselecteerde data. • DPOF-afdrukopdr. afdr.
3 Selecteer foto’s of kies data. Indien u kiest voor Beelden sel. voor afdruk of DPOF-afdrukopdr. afdr. in stap 2, druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om foto’s te markeren. Druk op 1 om de huidige foto voor afdruk te selecteren. De foto wordt gemarkeerd met het pictogram Z en het aantal afdrukken wordt ingesteld op 1; druk op 1 of 3 om het aantal afdrukken te specificeren (maximaal 99; druk op 3 om de foto te deselecteren wanneer het aantal afdrukken 1 is).
4 Pas de afdrukopties aan. Druk op J om de afdrukopties voor PictBridge weer te geven. Druk op 1 of 3 om het paginaformaat, de rand of tijdstempelopties te markeren en druk op 2 om de opties beschreven op pagina 91 weer te geven; let op dat er een waarschuwing wordt weergegeven wanneer het geselecteerde paginaformaat te klein is voor een indexprint. 5 Afdrukken starten. Markeer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten.
A PictBridge afdrukopties Markeer een paginaformaat (alleen formaten die worden ondersteund door de huidig vermelde printer) en druk op J Paginaformaat om te selecteren en keer terug naar het vorige menu (selecteer Printerinstell. gebruiken om af te drukken op standaard paginaformaat voor de huidige printer). Deze optie wordt alleen vermeld wanneer foto’s één voor één Aantal worden afgedrukt.
Een DPOF-afdrukopdracht maken: afdrukset De optie DPOF-afdrukopdracht wordt gebruikt om digitale “afdrukopdrachten” te maken voor PictBridge-compatibele printers en apparaten die DPOF ondersteunen. Druk op de knop G, selecteer DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu en kies uit de volgende opties: Druk op 4 of 2 of draai aan de multiselector om foto’s te markeren (0 95). Druk op 1 om de huidige foto voor afdruk te selecteren.
oHet weergavemenu Druk op G en selecteer de weergavemenutab (K) om het weergavemenu te tonen. G-knop Het weergavemenu bevat de volgende opties: Optie Wissen Beschrijving Wis meerdere afbeeldingen. Diashow Bekijk films en foto’s in een diashow. Foto’s in portretstand (staand) draaien voor weergave tijdens afspelen. DPOFDigitale “printopdrachten” afdrukopdracht maken. Beveilig foto’s tegen Beveiligen onopzettelijk wissen. Score Foto’s van een score voorzien.
Optie D-Lighting Verkleinen s Uitsnijden z Film bewerken 8 Beschrijving Schaduwen in donkere foto’s of foto’s met tegenlicht helder maken, waarbij een geretoucheerde kopie wordt gecreëerd die afzonderlijk van het onaangepaste origineel wordt opgeslagen. Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. Maak uitgesneden kopieën van geselecteerde foto’s. Maak kopieën van films waarvan ongewenste filmopnamen zijn bijgesneden.
Meerdere beelden selecteren Het kiezen van de onderstaande opties geeft een beeldselectievenster weer. Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om foto’s (alleen foto’s waarop de bewerking van toepassing is, kunnen worden geselecteerd) te markeren. • Wissen > Gesel.
Draai portret Kies of u “staande” foto’s (portretstand) voor weergave wilt draaien tijdens het afspelen. Aangezien de camera zelf reeds de geschikte oriëntatie heeft tijdens de opname, worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens het controleren van beelden. Aan s z Uit “Staande” foto’s (portretstand) worden automatisch gedraaid voor weergave op de cameramonitor. Foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Autom. beeldrotatie (0 155) worden “liggend” (landschap) weergegeven.
D-Lighting Bij toepassing op geselecteerde foto’s maakt D-Lighting kopieën om schaduwen helder te maken. Gebruik om donkere foto’s of foto’s met tegenlicht te retoucheren. Voor Na Druk op 4 of 2 of draai aan de multiselector om een beeld (0 95) te markeren en druk op J om de opties rechts weer te geven.
Verkleinen z Maak kleinere kopieën van geselecteerde foto’s. Selecteer Kies formaat en kies een formaat uit 1,1 M (1.280 × 856 pixels), 0,6 M (960 × 640 pixels) en 0,3 M (640 × 424 pixels) en kies vervolgens Beelden selecteren. Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om foto’s (0 95) te markeren en druk op 1 of 3 om te selecteren of te deselecteren. Druk op J om een bevestigingsvenster weer te geven wanneer de selectie is voltooid en selecteer Ja om de kopieën met vernieuwd formaat op te slaan.
Uitsnijden Een uitgesneden kopie van geselecteerde foto’s maken. Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om een foto (0 95) te markeren en druk op J om het beeld met de in geel aangeduide standaard uitsnede weer te geven. Gebruik de onderstaande besturingen om een uitsnede te kiezen en sla de kopie op. Functie Knop Formaat kiezen W Beeldverhouding kiezen Uitsnede positioneren Kopie maken J Beschrijving Druk op W omhoog of omlaag om het formaat van de uitsnede te kiezen.
Film bewerken Filmopnamen bijsnijden om bewerkte kopieën te maken. 1 Selecteer Kies beginpunt of Kies eindpunt. Kies uit de volgende opties: • Kies beginpunt: snijd de beginopnamen bij. • Kies eindpunt: snijd de eindopnamen bij. s een film. z 2 Selecteer Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-selector om een film (0 95) 8 y 9 t I Q te markeren en druk op J om te selecteren. 3 Pauzeer de film op het begin- of eindbeeld.
D Films bijsnijden Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. Als er in de huidige weergavepositie geen kopie kan worden gemaakt, wordt de huidige positie in rood in stap 4 weergegeven en wordt er geen kopie gemaakt. De kopie wordt niet opgeslagen als er niet voldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart. Gebruik bij het bewerken van films een volledig opgeladen batterij om onverwacht uitschakelen van de camera te voorkomen.
s z 8 y 9 t I Q Q o g n 102
iHet opnamemenu Druk op G en selecteer de opnamemenutab (C, y, 1 of z) om het opnamemenu weer te geven. G-knop Het opnamemenu bevat de volgende opties: Optie Beschrijving Zet opname-opties terug naar de standaardwaarden. Selecteer hoe de camera Belichtingsstand de sluitertijd en het diafragma instelt. Selecteer een Beeldkwaliteit bestandsformaat en compressieverhouding. Selecteer een formaat voor Beeldformaat nieuwe foto’s. Maak één foto tegelijk of Continu een serie foto’s.
Optie Witbalans ISO-gevoeligheid Picture Control Eigen Picture Control Kleurruimte Actieve D-Lighting Ruisonderdr. lange belich. Ruisonderdr. hoge ISO Infaden/uitfaden Opties voor filmgeluid Intervalopname Vibratiereductie Scherpstelstand AF-veldstand i 104 Beschrijving Pas instellingen voor verschillende soorten licht aan. Regel de gevoeligheid van de camera t.o.v. het licht. Selecteer hoe de camera foto’s verwerkt. Maak eigen Picture Controls. Selecteer een kleurruimte voor nieuwe foto’s.
Optie GezichtprioriteitAF Ingeb. AFhulpverlichting Flitscorrectie Beschrijving Schakel gezichtprioriteitAF in of uit. Regel de ingebouwde AFhulpverlichting. Regel de flitssterkte. Standaard 0 Aan 3 145 Aan 145 0,0 146 1 Varieert afhankelijk van het objectief (0 136). 2 De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld wanneer 10 bps is geselecteerd voor Elektronisch (Hi) of Slow Motion is geselecteerd als het filmtype.
Belichtingsstand De opties in de belichtingsstand bieden verschillende instellingsniveaus voor sluitertijd en diafragma. Een automatische “richten-en-schieten”-stand, waarin de camera niet alleen de sluitertijd en het diafragma selecteert, maar ook andere instellingen aanpast die bij het onderwerp passen (0 21). P Automatisch De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in voor een programma optimale belichting (0 108).
A Sluitertijd en diafragma Eenzelfde belichting kan worden verkregen met verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma. Kies een korte sluitertijd en een groter diafragma om bewegende voorwerpen scherp vast te leggen en om achtergronddetails te verzachten, of een lange sluitertijd en een klein diafragma om bewegende voorwerpen onscherp te maken en achtergronddetails naar voren te brengen. Sluitertijd Diafragma Korte sluitertijd (1/1.600 sec.) Groot diafragma (f/5.6) Lange sluitertijd (1 sec.
P Automatisch programma In deze stand past de camera de sluitertijd en het diafragma automatisch aan voor een optimale belichting in de meeste situaties. Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera wilt laten bepalen. 1 Selecteer een combinatie van sluitertijd en diafragma.
S Sluitertijdvoorkeuze In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen, waarna de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale belichting oplevert. Een lange sluitertijd suggereert beweging door bewegende voorwerpen onscherp weer te geven en snelle sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”. Korte sluitertijd (1/1.600 sec.) Lange sluitertijd (1 sec.) 1 Kies een sluitertijd. Druk op W omhoog voor kortere sluitertijden en omlaag voor langere sluitertijden.
A Diafragmavoorkeuze In de stand automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen, waarna de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale belichting oplevert. Een groot diafragma (lage f-waarden) vermindert de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp onscherp zijn. Een klein diafragma (hoge f-waarden) verhoogt de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp scherp zijn.
M Handmatig In de handmatige belichtingsstand stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. 1 Selecteer een sluitertijd en diafragma. Pas de sluitertijd en het diafragma aan met betrekking tot de belichtingsaanduiding (zie hieronder). Stel de sluitertijd in door opW omhoog te drukken voor kortere sluitertijden en omlaag voor langere sluitertijden: kies uit waarden tussen 30 sec. en 1/16.000 sec.
❚❚ Lange tijdopnamen (alleen handmatige belichtingsstand) Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegende lichten, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk. • Bulb: de sluiter blijft open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Gebruik een statief om onscherpte te voorkomen. • Tijd: vereist een optionele ML-L3 afstandsbediening (0 158). Start de belichting door op de ML-L3 ontspanknop te drukken. De sluiter blijft open of totdat de knop voor de tweede maal wordt ingedrukt.
2 Kies een sluitertijd. Druk op W omlaag totdat “Bulb” wordt geselecteerd voor sluitertijd. Voor een sluitertijd van “Tijd”, selecteert u een afstandsbedieningstand (0 53) na het kiezen van de sluitertijd. W-regeling 3 Open de sluiter. Bulb: druk na het scherpstellen de ontspanknop volledig in. Houd de ontspanknop ingedrukt tot de belichting is voltooid. Tijd: druk de ML-L3-ontspanknop volledig in. De sluiter opent onmiddellijk of na een vertraging van twee seconden. 4 Sluit de sluiter.
Beeldkwaliteit Selecteer een bestandsformaat en compressieverhouding voor foto’s die zijn gemaakt in de fotostand en de stand Slimme Fotoselectie. Optie Bestandstype Beschrijving Gecomprimeerde 12-bit onbewerkte gegevens van de beeldsensor worden rechtstreeks op de NEF (RAW) NEF geheugenkaart opgeslagen. Witbalans, contrast en andere instellingen kunnen na de opname worden aangepast op een computer. Neem JPEG-beelden op met een JPEG Fijn compressieverhouding van circa 1 : 4 (beeldkwaliteit Fijn).
A NEF (RAW)/NEF (RAW) + JPEG De geselecteerde optie voor beeldformaat is niet van invloed op het formaat van NEF (RAW)-afbeeldingen. NEF (RAW)-afbeeldingen kunnen worden bekeken op de camera of met behulp van software zoals Capture NX 2 (los verkrijgbaar; 0 158) of ViewNX 2 (meegeleverd). Als foto’s gemaakt met de instellingen NEF (RAW) + JPEG worden bekeken op de camera, wordt alleen de JPEG-afbeelding weergegeven.
Beeldsnelheid Selecteer een beeldsnelheid voor films in slow motion (0 40). Hoe sneller de beeldsnelheid, des te kleiner het beeldformaat. Optie Beeldformaat (pixels) Bitsnelheid (ca.) Maximale lengte (opname) 400 bps 640 × 240 1,8 Mbps 5 seconden 1200 bps 320 × 120 0,6 Mbps 5 seconden Maximale lengte (weergave) * 1 minuut en 6 seconden 3 minuten en 20 seconden * Alle getallen zijn benaderingen. Slow motion films worden gedurende een periode van ongeveer 13,2 (400 bps) of 40 (1.
Lichtmeting Selecteer de wijze waarop de camera de belichting instelt. Ongeacht de geselecteerde optie, wordt de meting automatisch aangepast aan de scène die het meest geschikt is wanneer h Auto onderwerpselectie wordt geselecteerd voor Belichtingsstand. De camera meet een breed gebied van het beeld en past contrast (verdeling van de toonwaarden), kleur, compositie en onderwerpafstand aan, waarbij in de meeste situaties natuurlijke resultaten worden geproduceerd.
Vergrendeling automatische belichting Vergrendeling automatische belichting wordt gebruikt om na het meten van de belichting de foto’s opnieuw samen te stellen. Het is het meest effectief wanneer het wordt gebruikt met centrumgerichte meting of spotmeting (0 117) om onderwerpen uit het midden te kadreren die minder helder of donker zijn dan hun omgeving of om belichting voor een ander onderwerp dan uw hoofdonderwerp te optimaliseren. 1 Meet de belichting.
Witbalans Witbalans zorgt ervoor dat de kleuren niet worden beïnvloedt door de kleur van de lichtbron. Automatische witbalans wordt aanbevolen voor de meeste lichtbronnen, maar indien nodig kunnen andere waarden worden geselecteerd overeenkomstig het type bron. Ongeacht de geselecteerde optie, wordt de witbalans automatisch aangepast aan de scène die het meest geschikt is wanneer h Auto onderwerpselectie wordt geselecteerd voor Belichtingsstand.
Fijnafstelling witbalans Andere opties dan Handmatige preset kunnen als volgt worden fijnafgesteld: 1 Geef de opties voor fijnafstelling weer. Markeer een andere optie dan Handmatige preset en druk op 2 om de rechts getoonde opties voor fijnafstelling weer te geven. Coördinaten Aanpassing 2 Ga de witbalans fijnafstellen. Gebruik de multi-selector om de witbalans nauwkeuriger af te stellen.
Handmatige voorinstelling U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en te gebruiken voor opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. 1 Belicht een referentievoorwerp. Plaats een neutraal wit of grijs voorwerp in het licht dat voor de uiteindelijke foto wordt gebruikt. Voor verhoogde precisie kan er een standaard grijs paneel worden gebruikt. 2 Selecteer Handmatige preset.
3 Meet de witbalans. Wanneer de camera klaar is om de witbalans te meten, wordt een knipperende L weergegeven. Voordat de aanduiding stopt met knipperen, kadreert u de camera zodat het referentievoorwerp het scherm vult en drukt u de ontspanknop volledig in. Er wordt geen foto opgenomen; witbalans kan nauwkeurig worden gemeten, zelfs wanneer de camera niet scherpstelt. 4 Controleer de resultaten. Als de camera een waarde heeft kunnen meten voor witbalans, wordt het bericht hier rechts weergegeven.
D Automatisch uitschakelen Witbalansmeting eindigt zonder dat er een nieuwe waarde wordt verkregen als er voor de geselecteerde tijd voor Automatisch uitschakelen in het setup-menu (0 151; de standaard is 30 sec.) geen handelingen worden uitgevoerd. D Vooringestelde witbalans De camera kan voor vooringestelde witbalans slechts één waarde tegelijk opslaan; de bestaande waarde wordt vervangen wanneer een nieuwe waarde wordt gemeten.
ISO-gevoeligheid “ISO-gevoeligheid” is het digitale equivalent van filmgevoeligheid. Hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder licht nodig is voor een belichting, zodat snellere sluitertijden of kleinere diafragma’s mogelijk zijn, maar des te gevoeliger is de foto voor ruis in de vorm van willekeurig verspreide heldere pixels, waas of lijnen. Ruis is met name aannemelijk bij een instelling van Hi 1 (equivalent aan ISO 6400).
Picture Control Kies hoe de camera foto’s verwerkt. Ongeacht de geselecteerde optie, kiest de camera automatisch Picture Controls die passen bij het onderwerp wanneer h Auto onderwerpselectie wordt geselecteerd voor Belichtingsstand. Q Standaard R Neutraal S Levendig T Monochroom e Portret f Landschap Standaardverwerking voor evenwichtige resultaten. Aanbevolen voor de meeste situaties. Minimale verwerking voor natuurlijke resultaten.
2 Pas de instellingen aan. Druk op 1 of 3 om de gewenste instelling te markeren en druk op 4 of 2 om een waarde te kiezen. Herhaal deze stap totdat alle instellingen zijn aangepast of selecteer Snel aanpassen (0 127) om een vooringestelde combinatie van instellingen te selecteren. U kunt de standaardinstellingen herstellen door op de knop O te drukken. 3 Sla de wijzigingen op en sluit af. Druk op J.
❚❚ Instellingen voor Picture Control Handmatige aanpassingen (alle Picture Controls) Kies een optie tussen –2 en +2 om het effect van de geselecteerde Picture Control te verminderen of te versterken (hierdoor worden alle handmatige Snel aanpassen aanpassingen ongedaan gemaakt). Het kiezen van bijvoorbeeld positieve waarden voor Levendig maakt foto’s levendiger. Niet beschikbaar voor Neutraal, Monochroom of eigen Picture Controls. Bepaalt de scherpte van de contouren.
D “A” (Automatisch) De resultaten van automatische verscherping en automatische verzadiging zijn afhankelijk van de belichting en de positie van het onderwerp in het beeld. A Het Picture Control-raster Als u in stap 2 op W omhoog drukt, wordt een Picture Control-raster weergegeven waarin het contrast en de verzadiging voor de geselecteerde Picture Control worden weergegeven in vergelijking met de andere Picture Controls (contrast wordt alleen weergegeven wanneer Monochroom is geselecteerd).
Eigen Picture Control De met de camera meegeleverde Picture Controls kunnen worden aangepast en als eigen Picture Controls worden opgeslagen. Bewerken/opslaan Selecteer Bewerken/opslaan en volg de onderstaande stappen om een eigen Picture Control te creëren. 1 Selecteer een Picture Control. Markeer een bestaande Picture Control en druk op 2 of druk op J om verder te gaan met stap 3 en een kopie van de gemarkeerde Picture Control op te slaan zonder deze te wijzigen.
Laden van/opsl. op kaart Eigen Picture Controls gemaakt met de Picture Control Utility van ViewNX 2 of optionele software zoals Capture NX 2 kunnen naar een geheugenkaart worden gekopieerd en in de camera worden geladen, of eigen Picture Controls gemaakt met de camera kunnen naar de geheugenkaart worden gekopieerd voor gebruik met andere Nikon 1 J1 camera’s en compatibele software en vervolgens worden verwijderd indien niet langer nodig. Selecteer Laden van/opsl.
Kleurruimte De kleurruimte bepaalt het kleurbereik dat beschikbaar is voor kleurreproductie. Selecteer sRGB voor foto’s die zonder verdere bewerking worden afgedrukt of gebruikt. Adobe RGB heeft een groter gamma aan kleuren en verdient de voorkeur voor afbeeldingen die uitgebreid worden verwerkt of geretoucheerd. Ongeacht de geselecteerde optie, wordt sRGB gebruikt voor films en Bewegingssnapshots en voor foto’s die zijn opgenomen in filmstand.
Actieve D-Lighting Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden voor foto’s met een natuurlijk contrast. Bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een fel verlicht buitentafereel fotografeert, of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw. Deze functie werkt het best in combinatie met Matrix meting (0 117).
Ruisonderdr. lange belich. Foto’s gemaakt bij langere sluitertijden worden automatisch verwerkt om “ruis” (heldere vlekken, willekeurig verspreide heldere pixels of waas) te verminderen en verhogen enigszins de opnametijden. Door Aan te selecteren wordt de hoeveelheid ruisonderdrukking uitgevoerd bij sluitertijden langer dan 1 sec. en verhoogt ca. 1,5 tot 2 keer de vereiste tijd om beelden op te nemen.
Opties voor filmgeluid Pas de opname-instellingen van het filmgeluid aan voor de ingebouwde microfoon. ❚❚ Microfoon Selecteer Microfoon uit om de geluidsopname uit te schakelen. Het selecteren van een andere willekeurige optie schakelt de opname in en stelt de microfoon in op de geselecteerde gevoeligheid. A Het 2 pictogram Films opgenomen met de microfoon uit worden aangeduid met een 2 pictogram schermvullende weergave en filmweergave.
Intervalopnamen Maak automatisch foto’s met een vooringesteld interval. D Voordat u gaat fotograferen Controleer, voordat u verdergaat, of de klok juist is ingesteld (0 18, 154) en maak vervolgens een testopname met de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. Zorg dat de batterij volledig geladen is of gebruik een optionele EH-5b lichtnetadapter en EP-5C stoomaansluiting, zodat de opname niet wordt onderbroken.
A Intervalfotografie Er wordt een waarschuwing weergegeven als de camera intervalfotografie niet kan starten met de huidige instellingen (bijvoorbeeld wanneer “Bulb” is geselecteerd voor sluitertijd). Terwijl intervalfotografie in uitvoering is, kunnen de instellingen niet worden aangepast en schakelt de camera niet automatisch uit (0 17).
Scherpstelstand Kies hoe de camera scherpstelt (houd er rekening mee dat het selecteren van de scherpstelstand niet beschikbaar is in de stand, h Auto onderwerpselectie, 0 21, 106). Automatische AF-selectie: de camera selecteert automatisch AF-S wanneer AF-A het onderwerp niet beweegt, en AF-C wanneer het onderwerp wel beweegt. Enkelvoudige AF: voor niet-bewegende onderwerpen. De scherpstelling AF-S wordt vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. * Continu AF: voor bewegende onderwerpen.
A De AF-hulpverlichting Als het onderwerp donker is, zal de AF-hulpverlichting AF-hulpverlichting automatisch gaan branden ter ondersteuning van de scherpstelling wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
A Goede resultaten met autofocus verkrijgen Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. Als de camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk de ontspanknop geblokkeerd, of het scherpstelveld wordt groen weergegeven en de camera laat een signaal horen om aan te geven dat de sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp.
Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer autofocus niet het gewenste resultaat produceert. 1 Markeer Handmatige scherpstelling. Druk op 1 of 3 om Handmatige scherpstell. te selecteren(0 137). 2 Geef de handmatige scherpstelhulp weer. Druk op J om de weergave in het midden van het beeld te vergroten en geef hulp voor handmatige scherpstelling weer.
3 Stel het beeld scherp. Draai aan de multi-selector tot het onderwerp is scherpgesteld. Draai de multi-selector naar rechts om de scherpstelafstand te vergroten, naar links om te verkleinen; hoe sneller u aan de multi-selector draait, des te sneller wijzigt de scherpstelafstand. De scherpstelaanduiding toont de gemiddelde scherpstelafstand. Druk op J wanneer het onderwerp is scherpgesteld.
AF-veldstand Hier kunt u selecteren hoe het scherpstelveld voor autofocus wordt geselecteerd. Automatisch De camera detecteert automatisch het onderwerp en veld selecteert het scherpstelveld. Druk op J om de selectieweergave van het scherpstelveld te bekijken, gebruik vervolgens de multiselector om het scherpstelveld over uw onderwerp te c Enkel punt positioneren en druk op J; de Scherpstelveld camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld.
Scherpstelvergrendeling U kunt de scherpstelvergrendeling gebruiken om de compositie na scherpstelling op het onderwerp in het midden van het beeld te wijzigen, waarbij u over de mogelijkheid beschikt om scherp te stellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van de uiteindelijke compositie bevindt.
2 Stel scherp. Druk, met de ontspanknop half ingedrukt, op 1 (A) om zowel scherpstelling als belichting te vergrendelen (er wordt een AE-L-aanduiding weergegeven; 0 118). De scherpstelling wordt vergrendeld zolang u de knop 1 (A) ingedrukt houdt, zelfs als u uw vinger van de ontspanknop haalt. A Zie ook Voor informatie over het wijzigen van de functie van de knop 1 (A), zie pagina 152. 3 Pas de compositie aan en maak de foto.
Gezichtprioriteit-AF Kies Aan om gezichtprioriteit-AF in te schakelen (0 23). Ingeb.
Flitscorrectie Flitscorrectie past de geadviseerde flitssterkte van de camera aan, waardoor de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond verandert. Kies uit waarden tussen –3 LW (donkerder) en +1 LW (lichter) in stappen van 1/3 LW; kies in het algemeen een positieve waarde om het onderwerp lichter te maken of een negatieve waarde om het onderwerp donkerder te maken. Er wordt een Y pictogram weergegeven wanneer flitscorrectie actief is.
gHet setup-menu Druk op G en selecteer het tabblad B (setup-menu) om het setup-menu weer te geven. G-knop Het setup-menu bevat de volgende opties: Optie Setup-opties herstellen Geheugenkaart formatt. Ontspan. bij geen kaart Welkomstscherm Helderheid van monitor Rasterweergave Geluidsinstellingen Beschrijving Standaard 0 Zet de setup-menuopties terug naar de — 149 standaardwaarden. Formatteer de — 149 geheugenkaart.
Optie Beschrijving Selecteer de vertraging voor automatisch uitschakelen. Selecteer de tijdsduur dat Duur de camera wacht op een afstandsbediening signaal van een afstandsbediening. AE/AF-L-knop Selecteer de functie van de toewijzen knop 1 (A). Selecteer of de belichting AE-vergr. met vergrendeld wanneer de ontspankn. ontspanknop half wordt ingedrukt.
Setup-opties herstellen Selecteer Ja om alle setup-menuopties anders dan Flikkerreductie, Tijdzone en datum en Taal (Language) naar standaardwaarden terug te zetten. Geheugenkaart formatt. Selecteer Ja om de geheugenkaart te formatteren. Merk op dat dit alle gegevens op de kaart wist, inclusief beveiligde beelden; kopieer, voordat u doorgaat, alle belangrijke foto’s en andere gegevens naar een computer (0 79). Om het menu te verlaten zonder de geheugenkaart te formatteren, markeert u Nee en drukt u op J.
Welkomstscherm Als Aan wordt geselecteerd, wordt het rechts getoonde bericht weergegeven, telkens als u de camera inschakelt. Helderheid van monitor Markeer Helderheid van monitor en druk op 2. De helderheid kan vervolgens worden aangepast door op 1 of 3 te drukken; selecteer hogere waarden voor verhoogde helderheid en lagere waarden voor verminderde helderheid. Rasterweergave Selecteer Aan om een raster weer te geven (0 5).
Geluidsinstellingen Markeer items en druk op 2 om te selecteren of deselecteren. Als Autofocus/ zelfontspan. wordt geselecteerd, klinkt er een signaal wanneer de camera scherpstelt en tijdens fotograferen met de zelfontspanner en de afstandsbediening; om het signaal te dempen dient u het vinkje bij het item te verwijderen. Selecteer Sluiter om een geluid af te spelen wanneer de sluiter wordt ontspannen, of verwijder het vinkje bij dit item om de sluiter te dempen.
Duur afstandsbediening Selecteer de tijdsduur dat de camera actief blijft tijdens het wachten op een signaal voor de afstandbediening (0 53). Kies korte automatische uitschakeltijden om de belasting van de batterij te verminderen. Merk op dat de afstandsbedieningstand opnieuw moet worden geselecteerd, zodra de timer is afgelopen.
Flikkerreductie Verminder flikkeringen en bandvorming in de weergaveschermen en in filmopnamen wanneer u opnamen maakt onder TL-verlichting of kwikdamplampen. Kies de frequentie die overeenkomt met de frequentie van het lokale lichtnet. A Flikkerreductie Als u niet weet welke frequentie het lokale lichtnet heeft, test dan beide opties en kies de optie die het beste resultaat geeft. Flikkerreductie geeft mogelijk niet het gewenste resultaat als het onderwerp heel helder is.
Tijdzone en datum Wijzig de tijdzone, stel de cameraklok in, kies de datumnotatie of schakel de zomertijd in of uit (0 18). Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Datum en tijd Stel de cameraklok in. Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden Datumnotatie weergegeven. Schakel de zomertijd in of uit. De cameraklok wordt Zomertijd automatisch een uur vooruit- of teruggezet. De standaardinstelling is Uit.
Autom. beeldrotatie Foto’s die zijn gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie over de oriëntatie van de camera, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens de weergave of wanneer ze worden bekeken in ViewNX 2 of Capture NX 2 (los verkrijgbaar; 0 158). De volgende oriëntaties worden vastgelegd: Liggend (landschap) Camera 90° rechtsom gedraaid Camera 90° linksom gedraaid De oriëntatie van de camera wordt niet vastgelegd als Uit is geselecteerd.
Pixel-mapping Controleer en optimaliseer de beeldsensor van de camera en beeldprocessors als u onverwachte heldere vlekken in uw foto's waarneemt (merk op dat de camera al met geoptimaliseerde sensor en processors wordt afgeleverd). Controleer alvorens pixelmapping uit te voeren volgens onderstaande beschrijving, of de batterij volledig is opgeladen. 1 Bevestig een objectief en objectiefdop. Schakel de camera uit en bevestig een 1 NIKKOR-objectief. Verwijder de objectiefdop niet.
nTechnische opmerkingen Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik van de camera op problemen stuit. Optionele accessoires Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren voor de camera de volgende accessoires beschikbaar.
Voedingsbronnen • EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterij (0 11–13): extra EN-EL20 batterijen zijn verkrijgbaar in de handel en bij Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers. • Batterijlader MH-27 (0 11): opladen van EN-EL20 batterijen. • EP-5C stroomaansluiting en EH-5b lichtnetadapter: deze accessoires kunnen worden gebruikt om de camera gedurende langere tijd van stroom te voorzien (ook kunnen EH-5a en EH-5 lichtnetadapters worden gebruikt).
Bodydoppen Statiefadapters Bodydop BF-N1000: de bodydop houdt de stofbescherming stofvrij wanneer er geen objectief is geplaatst. TA-N100 statiefadapter: voorkomt dat grote objectieven met de bovenkant van het statief in contact komen wanneer de camera op een statief wordt bevestigd. De TA-N100 bevestigen 1 Bevestig de TA-N100 op de camera.
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende kaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik in de camera. Voor het opnemen van films worden kaarten met een klasse 6 schrijfsnelheid aanbevolen. Wanneer een kaart met een lagere schrijfsnelheid wordt gebruikt, kan de opname onverwacht worden beëindigd.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Zet de camera uit voordat u de optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter aansluit. 1 Maak de camera gereed. Open de deksels van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5C stroomaansluiting. Plaats de aansluiting in de aangegeven richting en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de aansluiting zodra de aansluiting volledig is geplaatst.
4 Sluit de lichtnetadapter aan. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het netsnoer van de EP-5C op de gelijkstroomaansluiting (r). Het pictogram P verschijnt in de monitor wanneer de camera via de lichtnetadapter en de stroomaansluiting wordt gevoed.
Opslag en reiniging Opslag Als u de camera gedurende langere tijd niet gebruikt, dekt u de monitor af met de beschermkap, verwijdert u de batterij, plaatst u het afdekkapje op de contactpunten en bewaart u de batterij op een koele, droge plek. U voorkomt de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren.
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen Niet laten vallen: blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen leiden. Droog houden: dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roest van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Reiniging: gebruik een blaasbalgje om stof of vuil te verwijderen en veeg de camerabody voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout te verwijderen met een doek die licht bevochtigd is met schoon water. Objectieven zijn gevoelig voor beschadigingen. Verwijder stof en vuil voorzichtig met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus gebruikt, houd de bus dan verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus lekt.
Moiré: moiré is een interferentiepatroon dat ontstaat door de wisselwerking tussen het raster in de beeldsensor van de camera en beelden waarin regelmatig gevormde rasters voorkomen, zoals weefpatronen in stoffen, ramen in gebouwen. In bepaalde gevallen verschijnt het in de vorm van lijnen. Ziet u moiré in uw foto’s, probeer dan de afstand tot het onderwerp te veranderen, in en uit te zoomen of de hoek tussen onderwerp en camera te veranderen.
• Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist. Koop een nieuwe EN-EL20 batterij. • Laad de batterij op voordat u deze gebruikt. Als u foto’s van belangrijke gebeurtenissen maakt, zorg dan dat u een extra, volledig opgeladen EN-EL20 batterij bij de hand hebt.
Standaardinstellingen Standaardinstellingen voor de opties in de weergave-, opname- en setup-menu’s zijn respectievelijk te vinden op pagina 93, 103 en 147. Standaardinstellingen voor de overige instellingen worden hieronder vermeld.
Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het aantal foto’s of de hoeveelheid filmopnamen die worden opgeslagen op een 16 GB Toshiba R95 W80MB/s UHS-I SDHC-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit, beeldformaat of film. Alle cijfers zijn bij benadering; de bestandsgrootte varieert afhankelijke van de opgenomen scène.
❚❚ Films in slow motion Beeldsnelheid (0 116) 400 bps 1200 bps Maximaal totaal opgenomen lengte (ca.) * 1 uur 27 minuten 1 uur 27 minuten * Maximaal vijf seconden slow motion filmopnamen kan in één clip worden opgenomen. De speelduur is circa 13,2 (400 bps) of 40 (1200 bps) keer de opgenomen duur.
Problemen oplossen Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt. Weergavescherm De monitor is uit: • De camera is uit (0 17) of de batterij is leeg (0 11, 20). • De monitor werd automatisch uitgeschakeld om energie te besparen (0 151). De monitor kan opnieuw worden geactiveerd door op de bedieningsknoppen of de standknop te drukken.
Opname (alle belichtingsstanden) Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of formatteer de geheugenkaart. De ontspanknop wordt uitgeschakeld: • De batterij is leeg (0 11, 20). • De geheugenkaart is vergrendeld (0 14) of vol (0 13, 20). • De flitser is aan het laden (0 59). • De camera is niet scherp gesteld (0 23). • U filmt momenteel een film in slow motion (0 39).
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de afstandsbediening wordt ingedrukt: • Vervang de batterij in de afstandsbediening (0 158). • Kies een stand voor de afstandsbediening (0 53). • De stand-by-timer van de afstandsbediening is afgelopen (0 152). • De afstandsbediening is niet op de camera gericht of de infraroodontvanger is niet zichtbaar (0 2, 54). • De afstandsbediening is te ver van de camera verwijderd (0 54). • Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Films Kan geen films opnemen: de filmopnameknop kan niet worden gebruikt voor het opnemen van films in de fotostand en de standen Slimme Fotoselectie of Bewegingssnapshot (0 25, 33, 47). Er wordt geen geluid opgenomen voor films: • Microfoon uit is geselecteerd voor Opties voor filmgeluid > Microfoon (0 134). • Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 40) of Bewegingssnapshots (0 45).
Kan geen beelden wissen: • Verwijder voor het wissen de beveiliging van de bestanden (0 96). • De geheugenkaart is vergrendeld (0 14). Kan geen foto’s selecteren voor afdrukken: de geheugenkaart is vol (0 20) of vergrendeld (0 14) of de foto’s zijn in NEF (RAW)-formaat. Zet de foto’s over naar een computer en gebruik de meegeleverde software van Capture NX 2 (0 79) om NEF (RAW)-foto’s af te drukken. Foto’s worden niet op de televisie weergegeven: de camera is niet goed aangesloten (0 84).
Foutmeldingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de foutmeldingen die in de weergave verschijnen. Oplossing 0 Een objectief met de knop voor de intrekbare objectiefcilinder wordt Draai aan de zoomring bevestigd met een ingetrokken om het objectief uit te objectiefcilinder. Druk op de knop voor 16, 187 schuiven. de intrekbare objectiefcilinder en draai aan de zoomring om het objectief te verlengen. Controleer objectief. Er kunnen alleen foto’s worden gemaakt als Bevestig een objectief.
Oplossing 0 • Als de beeldkwaliteit verlaagd of het 114 beeldformaat verkleind, kunt u mogelijk extra beelden opnemen. Geheugenkaart is vol. • Ongewenste beelden wissen. 69 • Plaats een andere geheugenkaart. 13, 160 • Gebruik een goedgekeurde kaart. 160 Deze geheugenkaart • Formatteer de kaart. Als het probleem 149 kan niet worden aanhoudt, is de kaart mogelijk gebruikt. Kaart is beschadigd. Neem contact op met een mogelijk beschadigd. door Nikon geautoriseerde Plaats andere kaart. servicevertegenwoordiger.
Bericht Hi Lo Oplossing 0 • Verlaag de ISO-gevoeligheid. 124 • Selecteer een korte sluitertijd of kleiner 109, 110, diafragma (hogere f-waarde). 111 • Verhoog de ISO-gevoeligheid. 124 • Gebruik de ingebouwde flitser. 58 • Selecteer een lange sluitertijd of groter 109, 110, diafragma (lagere f-waarde). 111 Foto’s kunnen niet worden gemaakt in de Selecteer een andere sluitertijd, of sluitertijdvoorkeuzeselecteer M Handmatig voor stand bij de sluitertijd Belichtingsstand. 'Bulb'.
Bericht Er is een fout in de interne schakelingen. Neem contact op met een door Nikon erkende servicedienst. De interne temperatuur van de camera is hoog. De camera wordt nu uitgeschakeld. Geheugenkaart bevat geen beelden. Kan dit bestand niet weergeven. Kan dit bestand niet selecteren. Controleer printer. Controleer papier. Papier zit vast. Papier is op. Controleer de inkt. Inkt is op. Oplossing 0 Neem contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Specificaties Nikon 1 J1 digitale camera Type Type Objectiefvatting Effectieve beeldhoek Effectieve pixels Beeldsensor Beeldsensor Opslag Beeldformaat (pixels) Digitale camera met verwisselbare objectieven Nikon 1 bevestiging Ca. 2,7× brandpuntsafstand objectief (gelijk aan 35 mm formaat); Nikon CX-formaat 10,1 miljoen 13,2 mm × 8,8 mm CMOS sensor Foto’s (fotostand en stand Slimme Fotoselectie, beeldverhouding 3 : 2) • 3.872 × 2.592 • 2.896 × 1.944 • 1.936 × 1.
Opnamestanden C foto (3 : 2), y Slimme Fotoselectie (3 : 2), 1 film (HD 16 : 9, slow motion 8 : 3), z Bewegingssnapshot (16 : 9) Sluiter Type Sluitertijd Elektronische sluiter 1/16.000 –30 sec. in stappen van 1/3 LW; Bulb; Tijd (optionele afstandsbediening ML-L3 vereist) Flitssynchronisatiesnelheid Synchroniseert met sluiter bij X= 1/60 sec.
Scherpstellen Autofocus Objectiefscherpstelling AF-veldstand Scherpstelveld Scherpstelvergrendeling Gezichtprioriteit-AF Flitslicht Ingebouwde flitser Richtgetal (GN) Regeling Stand Flitscorrectie Flitsgereedaanduiding Witbalans n 182 Hybride autofocus (fasedetectie/contrastdetectieAF); AF-hulpverlichting • Autofocus (AF): enkelvoudige AF (AF-S); continu AF (AF-C); automatische AF-S/AF-C selectie (AF-A); fulltime-AF (AF-F) • Handmatige scherpstelling (MF) Enkelpunts, automatisch veld, onderwerp volgen
Film Lichtmeting Lichtmeetmethode Beeldformaat (pixels)/ opnamesnelheid Bestandsindeling Videocomprimering Geluidsindeling Geluidsrecorder DDL-meting met behulp van beeldsensor • Matrixmeting • Centrumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het midden van het beeld • Spot: meet een cirkel van 2 mm in het midden van het geselecteerde scherpstelveld HD-films • 1.920 × 1.080/60i (59,94 velden/sec. *) • 1.920 × 1.080/30p (29,97 bps) • 1.
Beschikbare talen Voeding Batterij Lichtnetadapter Statiefaansluiting Afmetingen/gewicht Afmetingen (B × H× D) Gewicht Gebruiksomgeving Temperatuur Luchtvochtigheid Arabisch, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel), Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Noors, Oekraïens, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Thais, Zweeds, Turks Een oplaadbare EN-EL20 Li-ionbatterij EH-5b lichtnetadapter; vereist EP-5C stroomaansluiti
MH-27 batterijlader Invoer Uitvoer Ondersteunde batterijen Laadtijd AC 100–240 V, 50–60 Hz, 0,2 A DC 8,4 V/0,6 A Nikon EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterijen Ca. 2 uur bij een omgevingstemperatuur van 25 °C in geval van een volledig lege batterij Gebruikstemperatuur 0–40 °C Afmetingen (B × H × D) Ca. 67,0 × 28,0 × 94,0 mm, exclusief stekker Gewicht Ca. 83 g, exclusief stekker EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterij Type Oplaadbare lithium-ionbatterij Capaciteit 7,2 V, 1.
1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6 Type 1 objectiefvatting Brandpuntsafstand 10–30 mm Maximaal diafragma f/3.5–5.6 Opbouw 12 elementen in 9 groepen (inclusief 3 asferische elementen) Beeldhoek 77°–29° 40′ Vibratiereductie Objectverschuiving met voice coil motors (VCMs) Minimale 0,2 m vanaf filmvlak bij alle zoomstanden scherpstelafstand Diafragmalamellen 7 (ronde diafragma-opening) Diafragma Volautomatisch Diafragmabereik • 10 mm brandpuntsafstand: f/3.5–16 • 30 mm brandpuntsafstand: f/5.
❚❚ De 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6 Bevestigingsmarkering voor zonnekap Objectiefdop Zoomring Bevestigingsmarkering voor objectief CPU-contacten Markering brandpuntsafstand Schaal brandpuntsafstand Knop intrekbare objectiefcilinder 1 NIKKOR-objectieven zijn uitsluitend voor gebruik van verwisselbare objectieven met Nikon 1 digitale camera’s. De beeldhoek is equivalent aan een 35 mm formaat objectief met een circa 2,7 × langere brandpuntsafstand.
A Onderhoud van het objectief • Gebruikt u een optionele zonnekap, houd het objectief of de camera dan niet alleen maar bij de zonnekap vast. • Houd de CPU-contacten schoon. • Verwijder stof en vuil op het objectiefglas met een blaasbalgje.
❚❚ De optionele FT1-vattingadapter Lees deze paragraaf voor informatie over het gebruik van de optionele FT1-vattingadapter. Lees en begrijp eerst deze handleiding en de documentatie voor de FT1 en objectieven voordat u verdergaat. Autofocus Autofocus is alleen beschikbaar voor AF-S-objectieven; andere objectieven ondersteunen alleen handmatige scherpstelling. Stel de scherpstelstand van de camera in op AF-S (de camera stelt niet scherp in andere autofocusstanden).
2 Stel scherp. Draai aan de scherpstelring totdat het onderwerp is scherpgesteld. Druk op J om in te zoomen op de weergave voor meer nauwkeurige scherpstelling (merk op dat deze functie niet beschikbaar is tijdens filmopname of in slow-motion filmstand). Er verschijnt een navigatievenster in een grijs kader aan de rechteronderzijde van de weergave. Navigatievenster Druk op de W-knop omhoog om maximaal 10× in te zoomen, omlaag om uit te zoomen.
De elektronische afstandsmeter Als in de handmatige scherpstelstand een CPU-objectief is bevestigd, kan de scherpstelaanduiding worden gebruikt om te controleren of de camera op het onderwerp in het midden van het scherpstelveld wordt scherpgesteld. Scherpstelaanduiding Status I Scherpgesteld. 2 Camera voor het onderwerp scherpgesteld. 4 Camera achter onderwerp scherpgesteld. 2 4 Kan scherpstelling niet vaststellen.
Beperkingen • De stand Slimme fotoselectie wordt niet ondersteund. • Bewegingssnapshots kunnen alleen worden vastgelegd wanneer een AF-S-objectief is bevestigd en AF-S (Enkelvoudige AF) is geselecteerd voor de scherpstelstand en dan alleen wanneer de camera is scherpgesteld.
❚❚ Ondersteunde standaards • DCF versie 2.0: Design Rule for Camera File System (DCF) (Ontwerpnormen voor camerabestandsystemen) is een algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: Digital Print Order Format (DPOF) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart. • Exif versie 2.
Gebruiksduur van de batterij Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt met een volledig opgeladen batterij, varieert afhankelijk van de staat van de batterij, temperatuur, het interval tussen opnamen en de tijdsduur dat de menu’s worden weergegeven. Hieronder vindt u enkele voorbeeldgetallen voor EN-EL20 (1020 mAh) batterijen. • Foto’s: ca. 230 • Films: ca. 70 minuten HD-filmopnamen bij 1080/60i Waarden voor foto’s gemeten bij 25 °C met een volledig opgeladen EN-EL20 batterij, een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.
Index Symbolen C (Fotostand) .....................................21 y (Stand Slimme Fotoselectie) ....31 1 (Filmstand) ......................................37 z (Stand Bewegingssnapshot).....45 h (Automatische onderwerpselectie).................21, 106 c (Portret) ...........................................21 d (Landschap) ...................................21 e (Close-up)........................................21 f (Nachtportret) ...............................21 Z (Automatisch) .........................
Automatische onderwerpselectie .... 21, 106 B Batterij............................. 11, 13, 20, 185 Beelden selecteren om af te drukken................................................ 88 Beeldformaat.....................................114 Beeldkwaliteit....................................114 Beeldselectie........................................ 95 Beeldsnelheid.............................63, 116 Belichting.................. 56, 106, 117, 118 Belichtingsaanduiding...................
Formaat.............98, 114, 116, 180, 183 Formaat wijzigen................................98 Formatteren ................................14, 149 Fotografische techniek ....................33 Foto-informatie.............................. 5, 63 Fotostand..................................... 1, 6, 21 Fulltime AF......................................... 137 Functieknop ................8, 26, 39, 47, 70 F-waarde.................................... 107, 157 Ingebouwde AF-hulp ...........
NEF (RAW)................................. 114, 115 Neutraal...............................................125 Nikon Transfer 2 ................................. 79 O Objectief............. 16, 22, 136, 157, 186 Objectiefdop........................................ 16 Objectiefvatting ...............................141 Onderdrukking windruis ...............134 Onderwerp volgen ..........................142 Ontspanknop......... 23, 25, 32, 46, 152 Ontspannen bij geen kaart...........149 Op datum selecteren .
Vibratiereductie ............................... 136 ViewNX 2 ...............................................75 Volume............................................42, 73 VR .......................................................... 136 W Weergave ....................................... 28, 63 Weergavemenu ..................................93 Welkomstscherm............................. 150 Wissen ........................ 29, 35, 43, 48, 69 Witbalans ...........................................
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.