Naslaggids

117
i
Selecteer de wijze waarop de camera de belichting instelt.
Ongeacht de geselecteerde optie, wordt de meting automatisch
aangepast aan de scène die het meest geschikt is wanneer h Auto
onderwerpselectie wordt geselecteerd voor Belichtingsstand.
Lichtmeting
L Matrix
De camera meet een breed gebied van het beeld en past
contrast (verdeling van de toonwaarden), kleur, compositie
en onderwerpafstand aan, waarbij in de meeste situaties
natuurlijke resultaten worden geproduceerd.
M Centrumgericht
De camera meet het gehele beeld maar wijst het grootste
gewicht toe aan het middelste veld. Dit is de klassieke
meter voor portretten en wordt aanbevolen als u filters
met een belichtingsfactor (filterfactor) hoger dan 1×
gebruikt.
N Spot
De camera meet het huidige scherpstelveld; gebruik het
voor het meten van onderwerpen uit het midden (als
Automatisch veld wordt geselecteerd voor
AF-veldstand zoals beschreven op pagina 142, meet de
camera het midden van het scherpstelveld, terwijl tijdens
gezichtprioriteit-AF de camera het scherpstelveld meet dat
zich het dichtst bij het midden van het geselecteerde
gezicht bevindt; 0 23). Spotmeting zorgt dat het
onderwerp juist wordt belicht, zelfs wanneer deze tegen
een veel helderder of donkerder achtergrond is
gekadreerd.