Naslaggids
16
s
4
Een objectief bevestigen.
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het
objectief of de bodydop verwijdert. Het objectief dat over het
algemeen in deze handleiding voor illustratieve doeleinden
wordt gebruikt is een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6. Zie pagina
136 voor informatie over vibratiereductie (VR).
A
Objectieven met knoppen voor de intrekbare objectiefcilinder
Objectieven met knoppen voor de
intrekbare objectiefcilinder kunnen niet
worden gebruikt wanneer ingetrokken. Om
het objectief te ontgrendelen en te
verlengen dient u de knop voor de
intrekbare objectiefcilinder ingedrukt te
houden (q) terwijl u aan de zoomring draait
(w). U kunt het objectief intrekken en de
zoomring vergrendelen door de knoppen
voor de intrekbare objectiefcilinder in te drukken en de ring in de
tegenovergestelde richting te draaien. Let goed op dat u niet op de
knop voor de intrekbare objectiefcilinder drukt terwijl het objectief
wordt bevestigd of verwijderd.
A
Het objectief verwijderen
Zet de camera uit voordat u een objectief
verwijdert of verwisselt. Om het objectief te
verwijderen, houdt u de
objectiefontgrendeling (
q
) ingedrukt terwijl
u het objectief naar rechts draait (
w
). Plaats
na het verwijderen van het objectief de
objectiefdoppen en de bodydop terug op
respectievelijk het objectief en de camera.
Zorg dat de
markeringen in lijn
staan, plaats het
objectief op de
camera en draai
vervolgens totdat het
op zijn plaats klikt.