Operation Manual
114
TOP
Instellingen van de tool-paletten
Instellingen van de tool-paletten
Wanneer u op de Scan knop klikt, worden de instellingen die van kracht zijn in het scanvenster toegepast op de informatie van de scanner. Wij-
zigingen die u daarna in beeldvensters maakt zijn van toepassing op de gemodifi ceerde gescande informatie. Om dit te refl ecteren worden de
instellingen van de toolpaletten teruggesteld op hun standaardwaarden wanneer u de beelden in beeldvensters opent.
Beelden bewerken
Beelden bewerken
Beelden na het scannen bewerken
Beelden na het scannen bewerken
U kunt het beeld in het actieve venster bewerken met de onderstaande paletten in de Tool Chest:
Palet Handeling
Layout Tools ( 33)
Omkeren en roteren van beelden, scrollen door beelden, in- en uitzoomen van beelden, selecteren van een gebied
om naar het klembord te kopiëren en weergeven of verbergen van het layout-raster.
Information ( 35)
Bekijken van informatie over de kleur van het punt onder de cursor en de grootte en locatie van de huidige selec-
tie.
Curves ( 41)
Wijzigen van contrast en kleurbalans in geselecteerde delen van het toonbereik (schaduwen, middentonen of hoge
lichten).
Color Balance ( 51) Wijzigen van contrast en kleurbalans voor het hele beeld.
Unsharp Mask ( 53) Verscherpen van contouren, in het hele beeld of in delen waar een bepaalde kleur overheerst.
LCH Editor ( 56) Wijzigen van helderheid, kleurverzadiging en kleurschakering.
Beeldvenster s— Beelden bewerken










