Operation Manual
14
Stap 2:Kies een locatie
De scanner installeren
Voordat u de lichtnetkabel en de aansluitkabels aansluit, dient u uw scanner te installeren op een vlakke,
stabiele ondergrond vlak bij de computer en een geschikt stopcontact. Zet uw scanner niet op een
plaats waar:
• hij wordt blootgesteld aan direct of gereflecteerd zonlicht
• hij wordt blootgesteld aan condensatie of sterke temperatuurveranderingen
• hij wordt blootgesteld aan stof of rook
• hij wordt blootgesteld aan waterdamp uit een luchtbevochtiger
• hij wordt blootgesteld aan radiostoring van andere elektronische apparaten
• het warmer wordt dan 35°C of kouder dan 10°C
• andere voorwerpen de luchtkanalen van de scanner blokkeren
De scanner heeft aan twee zijden voetnoppen, zodat hij op twee manieren kan worden opgesteld (zie
onderstaande tekeningen). Laat genoeg speling over rondom de scanner om het apparaat gemakkelijk
te kunnen bedienen: tenminste 5 cm aan de bovenkant en aan beide zijkanten, en 10 cm aan de
achterkant. Bij gebruik van de SA-21 filmstrookadapter dient de voorkant van de scanner tenminste 15
cm van de rand van de ondergrond verwijderd te zijn om te voorkomen dat de film op de grond valt
wanneer deze uit de filmsleuf van de adapter wordt gevoerd. Als u de FH-3 filmhouder gebruikt dient
u tenminste 25 cm ruimte aan de voorkant van de scanner over te laten.
Wanneer de scanner niet wordt gebruikt, dient u de adapters uit de adaptersleuf te verwijderen en het
schuifdeksel te sluiten om te voorkomen dat er stof in de scanner terecht komt.
Installeer de scanner met de voetnoppen naar beneden, zoals afgebeeld op deze bladzijden. Gebruik de
scanner nooit in een andere stand.