DIGITALE CAMERA Naslaggids Nl
Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen. Symbolen en conventies Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt: D Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die moet worden gelezen voor gebruik om schade aan de camera te vermijden.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid.............................................................................. x Kennisgevingen................................................................................ xiv Inleiding 1 Kennismaking met de camera .......................................................... 1 De camerabody............................................................................................. 1 De standknop ............................................................................
Instellingen die overeenkomen met het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand) k Portret .................................................................................................. l Landschap .......................................................................................... p Kinderen.............................................................................................. m Sport......................................................................................................
Meer over fotografie 67 Een ontspanstand kiezen ............................................................... 67 Continu opnemen (Seriestand) ..................................................... 68 Stil ontspannen ................................................................................ 70 Zelfontspannerstand....................................................................... 71 Scherpstelling (Zoekerfotografie) ................................................
Standen P, S, A en M 100 Sluitertijd en diafragma ................................................................ 100 Stand P (Automatisch programma) ................................................. 102 Stand S (Sluitertijdvoorkeuze)............................................................ 104 Stand A (Diafragmavoorkeuze) ......................................................... 106 Stand M (Handmatig)............................................................................
Films opnemen en bekijken 155 Films opnemen ............................................................................... 155 Filminstellingen ....................................................................................... 158 Films bekijken................................................................................. 162 Films bewerken .............................................................................. 164 Films bijsnijden ..........................................................
Verbindingen 201 ViewNX 2 installeren...................................................................... 201 ViewNX 2 gebruiken ...................................................................... 204 Foto’s naar de computer kopiëren ................................................... 204 Foto’s bekijken......................................................................................... 206 Foto’s afdrukken.............................................................................
B Het setup-menu: Camera-instellingen............................................ 231 Herstel setup-opties .......................................................................... 233 Geheugenkaart formatteren .......................................................... 234 Monitorhelderheid............................................................................. 235 Indeling informatiescherm ............................................................. 236 Automatisch informatiescherm .................
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken.................. 263 Geretoucheerde kopieën maken ...................................................... 264 D-Lighting............................................................................................. 266 Rode-ogencorrectie .......................................................................... 267 Bijsnijden............................................................................................... 268 Monochroom.........................
Technische opmerkingen 289 Compatibele objectieven ............................................................. 289 Compatibele CPU-objectieven........................................................... 289 Compatibele objectieven zonder CPU ............................................ 292 Optionele flitsers (Speedlights)................................................... 299 Flitsers compatibel met het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) ............................................................
Voor uw veiligheid Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen. De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven: pictogram staat bij waarschuwingen.
A Haal het apparaat niet uit elkaar Aanraking van interne onderdelen kan tot letsel leiden. In geval van een defect mag dit product uitsluitend worden gerepareerd door een gekwalificeerde reparateur. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de accu en/of koppel de lichtnetadapter los en breng het product voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van batterijen Accu’s kunnen lekken, oververhit raken, scheuren of in brand vliegen bij onjuist gebruik. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van accu’s voor gebruik in dit product: • Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat. • U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen. • Stel de accu of de camera waarin de accu is geplaatst, niet bloot aan sterke fysieke schokken.
A Gebruik geschikte kabels Als u kabels op de in- en uitgangen aansluit, gebruik dan uitsluitend de meegeleverde kabels of kabels die Nikon voor het beoogde doel verkoopt. Zo weet u zeker dat u de voorschriften voor dit product naleeft. A Cd-roms Cd-roms met software of gebruikshandleidingen mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van een cdrom op een audio-cd-speler kan gehoorverlies of schade aan de apparatuur veroorzaken.
Kennisgevingen • Niets uit de handleidingen die bij dit • Nikon is niet aansprakelijk voor enige product horen, mag in enigerlei vorm schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
Kennisgevingen voor klanten in Europa WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen: • Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Inleiding Kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningen en weergaveschermen van de camera. Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. De camerabody 1 Filmopnameknop .................... 38, 156 8 Instelschijf 2 Hoofdschakelaar ............................... 17 9 Standknop .............................................4 3 Ontspanknop................................
14 AF-hulpverlichting ...................77, 228 23 CPU-contacten 15 16 17 18 19 Zelfontspannerlampje......................72 24 Spiegel............................................... 318 Lampje rode-ogenreductie ......90, 92 25 Objectiefvatting.......................... 16, 84 Ingebouwde flitser ............................89 26 Bodydop M/ Y-knop.........................89, 91, 120 27 Accessoire-aansluiting .................. 309 Microfoon .........................................
31 Rubberen oogschelp........................ 73 43 O-knop ........................................30, 192 32 Zoekeroculair .......................... 6, 20, 73 44 Toegangslampje geheugenkaart 33 Dioptrieregelaar................................ 20 .....................................................28, 143 34 K-knop...................................... 29, 170 45 Ontgrendeling deksel batterijvak 35 G-knop.................................. 10, 219 36 X-knop ..............................................
De standknop De camera biedt u de keuze uit de volgende opnamestanden en g-stand: Standen P, S, A en M Selecteer deze standen om de camera volledig naar wens te kunnen instellen. • P—Automatisch programma (0 102) • S—Sluitertijdvoorkeuze (0 104) • A—Diafragmavoorkeuze (0 106) • M—Handmatig (0 108) GUIDE-stand (0 41) Maak, bekijk en bewerk foto’s en pas instellingen aan met behulp van een gids op het scherm. Automatische standen Selecteer deze standen voor eenvoudige “richten-en-maken”fotografie.
Standen speciale effecten Gebruik speciale effecten tijdens het fotograferen.
De zoeker 1 Scherpstelpunten ................ 20, 27, 80 2 Scherpstelaanduiding ...............27, 84 3 Aanduiding vergrendeling 9 “k” (verschijnt als er genoeg geheugen vrij is voor meer dan 1000 opnamen) ................................19 automatische belichting (AE)..... 116 10 Flitsgereedaanduiding.....................31 4 Sluitertijd .......................................... 101 11 Aanduiding flexibel programma 5 Diafragma (f-waarde) ....................
Het informatiescherm Instellingen bekijken: Druk op de R-knop om het informatiescherm te bekijken. R-knop 1 Opnamestand i automatisch/ j automatisch (flitser uit) ....... 25 Onderwerpstanden.................... 47 Stand speciale effecten............. 50 Standen P, S, A en M ................. 100 2 Aanduiding Eye-Fi-verbinding .... 261 3 Aanduiding satellietsignaal ......... 260 4 Aanduiding datum afdrukken ..... 254 5 Vibratiereductie-aanduiding .....................................................
11 Diafragma (f-waarde) .................... 101 17 Aantal resterende opnamen...........19 Diafragmaweergave ...................... 101 Aanduiding witbalansopname ... 129 12 Sluitertijd .......................................... 101 18 “k” (verschijnt als er genoeg Sluitertijdweergave........................ 101 13 Aanduiding vergrendeling geheugen vrij is voor meer dan 1000 opnamen) ................................19 automatische belichting (AE)..... 116 19 Belichtingsaanduiding ..................
Instellingen wijzigen: Om de instellingen onderaan de weergave te wijzigen, druk op de P-knop, markeer vervolgens items met behulp van de multi-selector en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. P-knop 1 Witbalans .......................................... 124 6 Belichtingscorrectie ....................... 118 2 Beeldformaat ..................................... 87 7 Flitscorrectie .................................... 120 3 Beeldkwaliteit ....................................
Cameramenu’s: een overzicht De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op de G-knop om de menu’s te bekijken. G-knop Tabs Kies uit de volgende menu’s: • D: Weergave (0 219) • N: Retoucheren (0 263) • C: Opname (0 222) • m: Recente Instellingen (0 288) • B: Instellingen (0 231) Huidige instellingen worden aangegeven met pictogrammen. Menuopties Opties in huidig menu.
❚❚ Cameramenu’s gebruiken De multi-selector en de J-knop worden gebruikt om door de cameramenu’s te navigeren. Beweeg cursor omhoog J-knop: selecteer gemarkeerd item Annuleer en keer terug naar vorig menu Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer Beweeg cursor omlaag Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren. 1 Geef de menu’s weer. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
2 Markeer het pictogram voor het huidige menu. Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren. 3 Selecteer een menu. Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren. 4 Plaats de cursor in het geselecteerde menu. Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen. 5 Markeer een menu-optie. Druk op 1 of 3 om een menu-optie te markeren.
6 Geef opties weer. Druk op 2 om opties voor de geselecteerde menu-optie weer te geven. 7 Markeer een optie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren. 8 Selecteer het gemarkeerde item. Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken. Let op het volgende: • Menu-opties die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.
Eerste stappen Zet de camera altijd uit voordat u batterijen of geheugenkaarten plaatst of verwijdert. 1 Bevestig de riem. Bevestig de riem zoals aangeduid. Herhaal dit voor het tweede oogje. 2 Laad de batterij op. Als er een stekkeradapter is meegeleverd, til de lichtnetstekker op en sluit de stekkeradapter volgens de afbeelding linksonder aan en zorg dat de stekker volledig in de aansluiting is geplaatst. Plaats de batterij en steek de lader in het stopcontact.
3 Plaats de batterij en geheugenkaart. Plaats de batterij in de aangegeven richting en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de batterij op zijn plaats zodra de batterij volledig is geplaatst. Batterijvergrendeling Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plaats klikt.
4 Bevestig een objectief. Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief of de bodydop is verwijderd. Verwijder de bodydop van de camera Verwijder de achterste objectiefdop Bevestigingsmarkering (camera) Leg de bevestigingsmarkeringen op één lijn Bevestigingsmarkering (objectief) Draai het objectief zoals aangeduid totdat deze op zijn plaats klikt. Vergeet niet de objectiefdop te verwijderen alvorens foto’s te maken.
5 Zet de camera aan. Er wordt een taalselectievenster weergegeven. A De hoofdschakelaar Draai aan de hoofdschakelaar zoals wordt afgebeeld om de camera in te schakelen. Draai aan de hoofdschakelaar zoals wordt afgebeeld om de camera uit te schakelen. A Objectieven met intrekbare objectiefcilinderknoppen Ontgrendel en verleng de zoomring voordat u de camera gebruikt. Houd de knop voor de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt (q) en draai aan de zoomring zoals afgebeeld (w).
6 Kies een taal en stel de cameraklok in. Gebruik de multi-selector en J-knop om een taal te selecteren en de cameraklok in te stellen.
7 Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen. Druk op de R-knop en controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen. In het geval van resterende opnamen worden waarden van meer dan 1000 in duizendtallen weergegeven, aangeduid door de letter “k”.
8 Stel de zoeker scherp. Draai, na het verwijderen van de objectiefdop, aan de dioptrieregelaar totdat de scherpstelpunten scherp in beeld zijn. Let op dat u niet uw vingers of vingernagels in uw oog steekt wanneer u de regelaar bedient met uw oog tegen de zoeker. Scherpstelpunten Zoeker niet scherp in beeld Zoeker scherp in beeld D Tijdens het opladen Verplaats de lader niet en raak de batterij niet aan tijdens het opladen.
D De batterij opladen Lees en volg de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op pagina x–xiii en 321–325 van deze handleiding. Laad de batterij binnenshuis op bij omgevingstemperaturen van 5 °C–35 °C. Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de prestaties doen verslechteren.
A De batterij verwijderen Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak om de batterij te verwijderen. Druk de batterijvergrendeling in de richting zoals aangeduid door de pijl om de batterij vrij te geven en verwijder de batterij vervolgens handmatig.
A Geheugenkaarten verwijderen Zet, na controle of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om deze uit te werpen (q). De kaart kan vervolgens handmatig worden verwijderd (w). B 16G A De beveiligingsschakelaar SD-geheugenkaarten zijn voorzien van een beveiligingsschakelaar om onbedoeld gegevensverlies te voorkomen.
A Het objectief verwijderen Vergeet niet de camera uit te schakelen bij het verwijderen of verwisselen van objectieven. Houd, om het objectief te verwijderen, de objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl het objectief naar rechts wordt gedraaid (w). Plaats, na het verwijderen van het objectief, de objectiefdoppen en de bodydop van de camera terug.
“Richten-en-maken”-standen (i en j) Deze paragraaf beschrijft hoe u foto’s maakt en films opneemt in de standen i en j, automatische “richten-en-maken”-standen waarin de meeste instellingen door de camera worden geregeld in reactie op de opnameomstandigheden. Schakel de camera in voordat u Standknop verdergaat en draai de standknop naar i of j (het enige verschil tussen deze twee is dat de flitser niet flitst in de j-stand).
Foto’s kadreren in de zoeker 1 Maak de camera gereed. Houd bij het kadreren van foto’s in de zoeker de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. Houd bij het kadreren van foto’s in de portretstand (staand) de camera vast zoals rechts aangeduid. A Een zoomobjectief gebruiken Draai, alvorens scherp te stellen, aan de Inzoomen zoomring om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren.
2 Kadreer de foto. Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp in ten minste één van de 11 scherpstelpunten. Scherpstelpunt 3 Druk de ontspanknop half in. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (als het onderwerp slecht belicht is, kan de flitser opklappen en kan de AF-hulpverlichting gaan branden).
4 Maak de foto. Druk de ontspanknop op soepele wijze helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto vast te leggen. Het toegangslampje van de geheugenkaart gaat branden en de foto wordt gedurende enkele seconden in de monitor weergegeven. De geheugenkaart mag niet worden uitgeworpen en de voedingsbron niet verwijderd of ontkoppeld voordat het toegangslampje uit is en de opname is voltooid. Toegangslampje geheugenkaart A De ontspanknop De camera heeft een tweetraps ontspanknop.
Foto’s bekijken Het indrukken van K geeft een foto in de monitor weer. K-knop Druk op 4 of 2 om meer foto’s te bekijken.
Ongewenste foto’s wissen Geef de foto weer die u wilt wissen. K-knop Druk op O; er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. O-knop Druk opnieuw op de O-knop om de foto te wissen.
A De stand-by-timer De zoeker en het informatiescherm schakelen uit als er gedurende acht seconden geen handelingen worden uitgevoerd. Zo wordt de gebruiksduur van de batterij verlengd. Druk de ontspanknop half in om het scherm opnieuw te activeren. De tijdsduur voordat de stand-by-timer afloopt, kan automatisch worden geselecteerd met behulp van de optie Timers automatisch uit in het setup-menu (0 245).
Foto’s kadreren in de monitor 1 Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de cameramonitor worden weergegeven (livebeeld). a-knop 2 Maak de camera gereed. Houd de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. Houd bij het kadreren van foto’s in de portretstand (staand) de camera vast zoals rechts aangeduid.
3 Stel scherp. Druk de ontspanknop half in. Het scherpstelpunt knippert groen terwijl de camera scherpstelt. Als de camera kan scherpstellen, wordt het scherpstelpunt groen Scherpstelpunt weergegeven; als de camera niet kan scherpstellen, knippert het scherpstelpunt rood. 4 Maak de foto. Druk de ontspanknop verder in. De monitor schakelt uit en het toegangslampje van de geheugenkaart brandt tijdens de opname.
A Automatische onderwerpselectie (automatische scènekeuzeknop) Als livebeeld is geselecteerd in de stand i of j, dan analyseert de camera automatisch het onderwerp en selecteert de juiste opnamestand zodra autofocus wordt ingeschakeld. De geselecteerde stand wordt in de monitor getoond.
Foto’s bekijken Het indrukken van K geeft een foto in de monitor weer. K-knop Druk op 4 of 2 om meer foto’s te bekijken.
Ongewenste foto’s wissen Geef de foto weer die u wilt wissen. K-knop Druk op O; er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. O-knop Druk opnieuw op de O-knop om de foto te wissen.
Films opnemen Films kunnen worden opgenomen in de livebeeldstand. 1 Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Maak de camera gereed. Houd de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. 3 Stel scherp. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
4 Start het opnemen. Druk op de filmopnameknop om het opnemen te starten. Een opnameaanduiding en de beschikbare tijd worden in de monitor weergegeven. Filmopnameknop Opnameaanduiding Resterende tijd 5 Beëindig de opname. Druk opnieuw op de filmopnameknop om het opnemen te beëindigen. Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten. A Films opnemen Zie pagina 155 voor meer informatie over het opnemen van films.
Films bekijken Druk op K om weergave te starten en blader vervolgens door foto’s totdat een film (aangeduid door een 1-pictogram) wordt weergegeven. Druk op J om weergave te starten en druk op 1 of K om weergave te beëindigen. Voor meer informatie, zie pagina 162.
Ongewenste films wissen Geef de film weer die u wenst te wissen (films worden aangeduid door 1-pictogrammen). K-knop Druk op O; er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. O-knop Druk nogmaals op de O-knop om de film te wissen.
Hulpstand De hulpgids De hulpstand geeft toegang tot verschillende vaak gebruikte en handige functies. Het beginscherm van de hulpgids wordt weergegeven zodra de standknop naar g wordt gedraaid. Batterijaanduiding (0 21) Aantal resterende opnamen (0 19) Opnamestand: Er verschijnt een hulpstandaanduiding op het pictogram van de opnamestand. Kies uit de volgende items: Maak foto´s. Opname Tonen/wissen Bekijk en/of wis foto’s. Retoucheren Retoucheer foto’s. Instellen Wijzig camera-instellingen.
Hulpstandmenu’s Voor toegang tot deze menu’s, markeer Opname, Tonen/wissen, Retoucheren of Instellen en druk op J. ❚❚ Opname Eenvoudige bediening 4 Automatisch 5 Geen flits 9 Verre onderwerpen ! Close-ups 8 Slapende gezichten Bewegend 9 onderwerp 7 Landschappen 6 Portretten " Nachtportret Nachtlandschappen 5 fotograferen Geavanceerde bediening Achtergrond verzachten # Meer scherp vastleggen Beweging vastleggen (mensen) $ Beweging vastleg.
“Opname starten” Markeer een optie en druk op J.
❚❚ Retoucheren Bijsnijden Filtereffecten (ster) Filtereffecten (zacht) Foto-illustratie Miniatuureffect Selectieve kleur ❚❚ Instellen Beeldkwaliteit Beeldformaat Timers automatisch uit Datum afdrukken Weergave- en geluidsinstelling.
De hulpgids gebruiken De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl de hulpgids wordt weergegeven: Knop Functie Terug naar beginpagina van hulpgids Zet monitor aan Markeer een menu Beschrijving Druk op G om de monitor in te schakelen of terug te keren naar de beginpagina van de hulpgids. G-knop Druk op 1, 3, 4 of 2 om een menu te maken. Druk op 1 of 3 om opties in de menu’s te markeren. Druk op 1, 3, 4 of 2 om opties te markeren in weergaven zoals hieronder getoond.
Knop Functie Beschrijving Druk op 4 om naar de vorige weergave terug te keren. Markeer & en druk op J om te annuleren en terug te keren naar de vorige weergave van weergaven zoals hieronder getoond. Terug naar vorige weergave Als er in de linkerbenedenhoek van de monitor een d-pictogram wordt weergegeven, kan help worden weergegeven door op de W (Q)-knop te drukken. Een beschrijving van de huidige geselecteerde optie wordt weergegeven terwijl de knop wordt ingedrukt.
Instellingen die overeenkomen met het onderwerp of de situatie (Onderwerpstand) De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Bij het kiezen van een onderwerpstand worden de instellingen automatisch aan het geselecteerde onderwerp aangepast, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een stand, het kadreren van een foto en het maken van een foto zoals wordt beschreven op pagina 25.
p Kinderen Gebruik voor snapshots van kinderen. Kleding en achtergronddetails worden levendig weergegeven, terwijl huidtinten zacht en natuurlijk blijven. m Sport Korte sluitertijden bevriezen beweging voor dynamische sportopnamen waarin het hoofdonderwerp duidelijk naar voren komt. A Opmerking De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit.
o Nachtportret Gebruik voor een natuurlijke balans tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond in portretten met weinig licht. A Onscherpte voorkomen Gebruik een statief om onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen bij lange sluitertijden te voorkomen.
Speciale effecten Speciale effecten kunnen worden gebruikt bij het vastleggen van beelden. % S T U g ' ( Nachtzicht Superlevendig Pop Foto-illustratie Kleurenschets Speelgoedcamera-effect Miniatuureffect 3 1 2 3 ) I Selectieve kleur Silhouet High-key Low-key HDR-schilderij Eenvoudig panorama De volgende effecten kunnen worden geselecteerd door de standknop naar q te draaien en aan de instelschijf te draaien totdat de gewenste optie in de monitor verschijnt.
% Nachtzicht Gebruik onder donkere omstandigheden om monochrome beelden bij hoge ISO-gevoeligheden vast te leggen. A Opmerking Foto’s kunnen worden beïnvloed door ruis in de vorm van willekeurige heldere pixels, waas of lijnen. Autofocus is alleen in livebeeld beschikbaar; handmatige scherpstelling kan worden gebruikt als de camera niet kan scherpstellen. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit. S Superlevendig Algehele verzadiging en contrast zijn verhoogd voor een helderder beeld.
U Foto-illustratie Verscherp omtrekken en vereenvoudig kleuren voor een postereffect dat kan worden aangepast in livebeeld (0 56). A Opmerking De flitser schakelt automatisch uit; om de flitser te gebruiken, kies flitsstand (0 90) No (Automatisch) of Njo (Automatisch + rode-ogenreductie). Films opgenomen in deze stand worden als een diashow van een serie filmbeelden afgespeeld. g Kleurenschets De camera detecteert en kleurt omtrekken voor een kleurenschetseffect.
( Miniatuureffect Maak foto’s die op prenten of diorama’s lijken. Werkt het best bij het fotograferen vanaf een hoog zichtpunt. Films met miniatuureffecten spelen op hoge snelheid af, waarbij circa 45 minuten aan filmopnamen, opgenomen bij 1920 × 1080/30p, worden gecomprimeerd naar een film die in circa drie minuten wordt afgespeeld. Het effect kan worden aangepast in livebeeld (0 59). A Opmerking Geluid wordt niet opgenomen bij films. De ingebouwde flitser en AFhulpverlichting schakelen uit.
1 Silhouet Silhouetonderwerpen tegen heldere achtergronden. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit. 2 High-key Gebruik bij het fotograferen van heldere onderwerpen om heldere beelden te creëren die met licht lijken te zijn gevuld. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit. 3 Low-key Gebruik voor donkere onderwerpen, low-key-beelden met opvallende lichte delen. A Opmerking De ingebouwde flitser schakelt uit.
) HDR-schilderij Telkens wanneer er een foto wordt gemaakt, maakt de camera twee foto’s bij verschillende belichtingen en combineert ze voor een schilderijeffect dat details en kleur benadrukt. A Opmerking Het effect kan niet als voorbeeld in livebeeld worden bekeken. Merk op dat de gewenste resultaten mogelijk niet worden verkregen als de camera of het onderwerp beweegt tijdens het vastleggen. Tijdens het vastleggen wordt er een bericht weergegeven en kunnen er geen foto’s meer worden gemaakt.
Beschikbare opties in livebeeld ❚❚ U Foto-illustratie 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Pas de dikte van de omtreklijnen aan. Druk op J om de rechts getoonde opties weer te geven. Druk op 2 of 4 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid. Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten.
❚❚ g Kleurenschets 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Pas opties aan. Druk op J om de rechts getoonde opties weer te geven. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Levendigheid kan worden verhoogd om kleuren meer verzadigd te maken, of verlaagd voor een vervaagd, monochroom effect terwijl de omtreklijnen dikker of dunner kunnen worden gemaakt.
❚❚ ' Speelgoedcamera-effect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Pas opties aan. Druk op J om de rechts getoonde opties weer te geven. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Vignettering te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Pas levendigheid aan om kleuren meer of minder verzadigd te maken, vignettering om de hoeveelheid vignettering te regelen. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ ( Miniatuureffect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Positioneer het scherpstelpunt. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt in het scherp te stellen gebied te plaatsen en druk vervolgens de ontspanknop half in om scherp te stellen. Druk op X om de opties voor miniatuureffect tijdelijk van de display te wissen en het beeld in de monitor te vergroten om nauwkeurig te kunnen scherpstellen.
4 Pas opties aan. Druk op 4 of 2 om de richting te kiezen van het scherp te stellen gebied en druk op 1 of 3 om de breedte van het gebied aan te passen. 5 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid. Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten. De geselecteerde instellingen blijven van kracht en worden toegepast op foto’s die met behulp van de zoeker zijn gemaakt.
❚❚ 3 Selectieve kleur 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. a-knop 2 Geef opties weer. Druk op J om de opties voor selectieve kleur weer te geven. 3 Selecteer een kleur.
4 Kies het kleurbereik. Kleurbereik Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten te verhogen of te verlagen die in het uiteindelijke beeld worden vastgelegd. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. 5 Selecteer extra kleuren. Draai, om extra kleuren te selecteren, aan de hoofdinstelschijf om een van de andere drie kleurvakken bovenaan het scherm te markeren en herhaal Stap 3 en 4 om een andere kleur te selecteren.
I Eenvoudig panorama Voer de onderstaande stappen uit om panorama’s op te nemen. 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Een raster en het beeld door het objectief worden in de monitor weergegeven. a-knop 2 Stel scherp. Kadreer het begin van het panorama en druk de ontspanknop half in. 3 Start de opname. Druk de ontspanknop volledig in en til vervolgens uw vinger van de knop.
4 Pan de camera. Voortgangsaanduiding Pan de camera langzaam omhoog, omlaag, links of rechts, zoals hieronder getoond. De opname start zodra de camera de panrichting detecteert en er verschijnt een voortgangsaanduiding in de weergave. De opname eindigt automatisch zodra het einde van het panorama is bereikt. Hieronder wordt een voorbeeld weergegeven met daarin de wijze waarop de camera moet worden gepand.
A Panorama’s Panoramaformaat kan worden geselecteerd met behulp van het item Beeldformaat in het opnamemenu; kies uit Normaal panorama en Breed panorama (0 88). Er wordt een foutbericht weergegeven als de camera te snel of onvast wordt gepand.
❚❚ Panorama’s bekijken Om een panorama te bekijken, toon het in schermvullende weergave (0 170) en druk op J. De start van het panorama wordt op het kleinste formaat weergegeven, wat het scherm vult en bladert de camera vervolgens door de foto in de oorspronkelijk panrichting. Uw huidige positie wordt aangeduid door het navigatievenster. Navigatievenster Gids De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd: Knop Functie Afspelen pauzeren.
Meer over fotografie Een ontspanstand kiezen Druk, om te kiezen hoe de sluiter wordt ontspannen (ontspanstand), op de I (E/#)-knop en markeer vervolgens de gewenste optie en druk op J. I (E/#)-knop Stand 8 I J E " # Beschrijving Enkel beeld: De camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. Continu: De camera maakt foto’s terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt (0 68). Stil ontspannen: Zoals voor enkel beeld, behalve dat cameraruis is afgenomen (0 70).
Continu opnemen (Seriestand) In de stand I (Continu) maakt de camera continu foto’s terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Kies I (Continu). Markeer I (Continu) en druk op J. 3 Stel scherp. Kadreer het beeld en stel scherp. 4 Maak foto’s. De camera maakt foto’s terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
A Het buffergeheugen De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven fotograferen terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. Er kunnen maximaal 100 foto’s na elkaar worden gemaakt. Afhankelijk van het batterijniveau en het aantal beelden in de buffer, kan de opname van een paar seconden tot een paar minuten duren.
Stil ontspannen Kies deze stand om cameraruis tot een minimum te beperken. Er klinkt geen signaal wanneer de camera scherpstelt. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer J (Stil ontspannen). Markeer J (Stil ontspannen) en druk op J. 3 Druk de ontspanknop volledig in. Druk de ontspanknop volledig in om te fotograferen.
Zelfontspannerstand De zelfontspanner kan worden gebruikt voor zelfportretten of groepsfoto’s waar ook de fotograaf op staat. Monteer, voordat u verder gaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer E (Zelfontspanner)-stand. Markeer E (Zelfontspanner) en druk op J. 3 Kadreer de foto.
4 Maak de foto. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk vervolgens de knop volledig in. Het zelfontspannerlampje begint te knipperen en er klinkt een geluidssignaal. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het zelfontspannerlampje met knipperen en volgen de geluidssignalen elkaar sneller op. De sluiter wordt ongeveer tien seconden na het starten van de timer ontspannen.
A De zoeker afdekken Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort, raden we u aan de zoeker af te dekken met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje (0 308) bij het maken van foto’s zonder uw oog tegen de zoeker. Om het kapje te bevestigen, verwijder de rubberen oogschelp (q) en plaats het kapje zoals aangeduid (w).
Scherpstelling (Zoekerfotografie) Deze paragraaf beschrijft de beschikbare scherpstelopties wanneer foto's in de zoeker worden gekadreerd. Scherpstelling kan automatisch of handmatig worden aangepast (zie “Kiezen hoe de camera scherpstelt: scherpstelstand”, hieronder). Ook kan de gebruiker het scherpstelpunt voor automatisch of handmatig scherpstellen (0 80) selecteren, of gebruik scherpstelvergrendeling om de compositie van foto’s na het scherpstellen te wijzigen (0 81).
1 Geef de opties voor de scherpstelstand weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige scherpstelstand in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een scherpstelstand. Markeer een scherpstelstand en druk op J. A Anticiperende scherpstelling In de AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in de AF-A-stand zal de camera anticiperende scherpstelling in werking stellen als het onderwerp in de richting van de camera beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
A Goede resultaten bereiken met autofocus Autofocus werkt niet goed onder de hieronder vermelde omstandigheden. De ontspanknop wordt mogelijk uitgeschakeld als de camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, of wordt de scherpstelaanduiding (I) mogelijk weergegeven en laat de camera een geluidssignaal horen, waardoor de sluiter wordt ontspannen zelfs wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is.
A De AF-hulpverlichting Als het onderwerp slecht belicht is, zal de AF-hulpverlichting AF-hulpverlichting automatisch gaan branden ter ondersteuning van de scherpstelling wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (er zijn een aantal beperkingen van toepassing; 0 331). Merk op dat de lamp heet kan worden wanneer deze meerdere keren na elkaar wordt gebruikt en automatisch zal uitschakelen na een periode van continu gebruik om de lamp te beschermen. Na een korte pauze wordt de normale functie hervat.
Kiezen hoe het scherpstelpunt wordt geselecteerd: AF-veldstand Kies hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd. Merk op dat de AF-veldstanden d (Dynamisch veld AF) en f (3D-tracking (11 punten)) niet beschikbaar zijn wanneer AF-S is geselecteerd voor scherpstelstand. Optie Beschrijving Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelpunt wordt handmatig geselecteerd; camera stelt alleen c Enkelpunts AF scherp op onderwerp in geselecteerd scherpstelpunt. Voor niet-stilstaande onderwerpen.
1 Geef de opties voor AF-veldstand weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige AF-veldstand in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een AF-veldstand. Markeer een optie en druk op J. A AF-veldstand Selecties voor AF-veldstand gemaakt in andere opnamestanden dan P, S, A of M worden teruggezet wanneer een andere opnamestand is geselecteerd.
Selectie van scherpstelpunt In de stand handmatige scherpstelling of wanneer autofocus wordt gecombineerd met andere AF-veldstanden dan e (Automatisch veld-AF), kunt u kiezen uit 11 scherpstelpunten zodat u composities van foto’s kunt samenstellen ongeacht waar het hoofdonderwerp zich in het beeld bevindt. 1 Kies een andere AF-veldstand dan e (Automatisch veld-AF; 0 78). 2 Keer terug naar de opnameweergave. Druk op P om naar de opnameweergave terug te keren. P-knop 3 Selecteer het scherpstelpunt.
Scherpstelvergrendeling Scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt om de compositie te wijzigen na scherpstellen in de scherpstelstanden AF-A, AF-S en AF-C (0 74), zodat het mogelijk is om een onderwerp scherp te stellen dat zich niet in een scherpstelpunt zal bevinden in de uiteindelijke compositie.
Scherpstelstand AF-S: Scherpstelling vergrendelt automatisch wanneer de scherpstelaanduiding verschijnt en blijft vergrendeld totdat u uw vinger van de ontspanknop haalt. Scherpstelling kan bovendien worden vergrendeld door op de A (L)-knop te drukken (zie hierboven). 3 Pas de compositie aan en maak de foto.
Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt wanneer autofocus niet beschikbaar is of niet de gewenste resultaten produceert (0 76). 1 Selecteer handmatige scherpstelling. Als het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand, schuif dan de schakelaar naar M. Schakelaar A-M-stand Schakelaar M/A-M-stand Als het objectief niet over een schakelaar voor de scherpstelstand beschikt, selecteer MF (handmatige scherpstelling) voor Scherpstelstand (0 74).
❚❚ De elektronische afstandsmeter Als het objectief over een maximaal diafragma van f/5.6 of korter beschikt, kan de aanduiding voor de zoekerbeeldscherpte worden gebruikt om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt scherp in beeld is (het scherpstelpunt kan worden geselecteerd uit een van de 11 beschikbare scherpstelpunten).
Beeldkwaliteit en -formaat De beeldkwaliteit en het beeldformaat bepalen samen hoeveel ruimte elke foto in beslag neemt op de geheugenkaart. Grotere afbeeldingen met een hogere kwaliteit kunnen op groot formaat worden afgedrukt maar vereisen tevens meer geheugen, wat betekent dat er minder van dergelijke foto's op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen (0 367). Beeldkwaliteit Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
1 Geef de opties voor beeldkwaliteit weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige beeldkwaliteit in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een bestandstype. Markeer een optie en druk op J. A NEF (RAW)-afbeeldingen Merk op dat de geselecteerde optie voor beeldformaat niet van invloed is op NEF (RAW)- of NEF (RAW)+JPEG-afbeeldingen. Datum afdrukken (0 254) is niet beschikbaar voor de beeldkwaliteitsinstellingen NEF (RAW) of NEF (RAW)+JPEG.
Beeldformaat Kies een formaat voor JPEG-afbeeldingen: Beeldformaat Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm) * # Groot 6000 × 4000 50,8 × 33,9 $ Middel 4496 × 3000 38,1 × 25,4 % Klein 2992 × 2000 25,3 × 16,9 * Geschat formaat bij een afdruk van 300 dpi. Het afdrukformaat in inches is gelijk aan het beeldformaat in pixels gedeeld door de printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch=circa 2,54 cm). 1 Geef de opties voor beeldformaat weer.
A Eenvoudig panorama De volgende opties zijn beschikbaar in de I-stand (0 63). Beeldformaat Normaal panorama Breed panorama Fomaat (pixels) * Camera horizontaal gepand: 4800 × 1080 Camera verticaal gepand: 1632 × 4800 Camera horizontaal gepand: 9600 × 1080 Camera verticaal gepand: 1632 × 9600 Afdrukformaat (cm) † 40,6 × 9,1 13,8 × 40,6 81,3 × 9,1 13,8 × 81,3 * De cijfers voor horizontaal en verticaal panorama worden omgekeerd als de camera 90 graden is gedraaid.
De ingebouwde flitser gebruiken De camera biedt ondersteuning voor verschillende flitsstanden voor het fotograferen van slecht verlichte of met tegenlicht verlichte onderwerpen. Automatische pop-up-standen In de standen i, k, p, n, o, S, T, U, g en ' klapt de ingebouwde flitser automatisch op en flitst indien nodig. 1 Kies een flitsstand. Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt.
❚❚ Flitsstanden De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: • No (Automatisch): Wanneer er weinig licht is of bij tegenlicht klapt de flitser automatisch op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en flitst indien nodig. Niet beschikbaar in o-stand. • Njo (Automatisch + rode-ogenreductie): Gebruik voor portretten. De flitser klapt op en flitst indien nodig, maar voordat deze flitst gaat het lampje van de rode-ogenreductie branden om het effect van “rode ogen” te verminderen. Niet beschikbaar in o-stand.
Handmatige pop-up-standen In de standen P, S, A, M moet de flitser handmatig worden opgeklapt. De flitser flitst niet als deze niet is opgeklapt. 1 Klap de flitser op. Druk op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen. M (Y)-knop 2 Kies een flitsstand. Houd de M (Y)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf tot de gewenste flitsstand in het informatiescherm verschijnt. + M (Y)-knop Instelschijf Informatiescherm 3 Maak foto´s. De flitser flitst wanneer u een foto maakt.
❚❚ Flitsstanden De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: • N (Invulflits): De flitser flitst bij elke opname. • Nj (Rode-ogenreductie): Gebruik voor portretten. De flitser flitst bij elke opname, maar voordat deze flitst gaat het lampje van de rode-ogenreductie branden om het effect van “rode ogen” te verminderen. • Njp (Sync.
A De ingebouwde flitser neerklappen Druk de flitser voorzichtig naar beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt om energie te besparen wanneer de flitser niet in gebruik is. A De ingebouwde flitser Zie pagina 295 voor informatie over de objectieven die met de ingebouwde flitser kunnen worden gebruikt. Verwijder zonnekappen om schaduwen te voorkomen. De flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van zoomobjectieven met een macrofunctie.
A Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik Het flitsbereik varieert afhankelijk van de gevoeligheid (ISO-equivalent) en het diafragma. 100 1,4 2 2,8 4 5,6 8 11 16 200 2 2,8 4 5,6 8 11 16 22 Diafragma bij ISO-equivalent van 400 800 1600 3200 6400 2,8 4 5,6 8 11 4 5,6 8 11 16 5,6 8 11 16 22 8 11 16 22 32 11 16 22 32 — 16 22 32 — — 22 32 — — — 32 — — — — 94 Meer over fotografie 12.
ISO-gevoeligheid De gevoeligheid van de camera voor licht kan worden aangepast aan de hoeveelheid licht dat beschikbaar is. Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, hoe minder licht nodig is om een opname te maken, waardoor snellere sluitertijden of kleinere diafragma’s kunnen worden gebruikt. Ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) is echter aannemelijker bij een instelling van Hi 1, wat equivalent is aan ISO 25.600).
2 Kies een ISO-gevoeligheid. Markeer een optie en druk op J.
Fotograferen met de afstandsbediening Een optionele afstandsbediening ML-L3 gebruiken De optionele afstandsbediening ML-L3 (0 308) kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of voor zelfportretten. Monteer, voordat u verder gaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. 1 Druk op de I (E/#)-knop. I (E/#)-knop 2 Selecteer een afstandsbedieningsstand. Markeer " (Vertraagd op afstand (ML-L3)) of # (Direct op afstand (ML-L3)) en druk op J.
3 Kadreer de foto. Controleer de scherpstelling door de ontspanknop half in te drukken. 4 Maak de foto. Richt, op een afstand van 5 m of minder, de zender van de ML-L3 op één van de infraroodontvangers op de camera (0 1, 2) en druk op de ontspanknop van de ML-L3. In de stand vertraagd op afstand brandt het zelfontspannerlampje circa twee seconden voordat de sluiter wordt ontspannen. In direct ontspannen op afstand knippert het zelfontspannerlampje nadat de sluiter is ontspannen.
A De ontspanknop van de camera/andere afstandsbedieningsapparaten Als er een afstandsbedieningstand voor de ML-L3 is geselecteerd en de sluiter wordt op een andere wijze dan met de afstandsbediening ML-L3 ontspannen (bijvoorbeeld door de ontspanknop van de camera of de ontspanknop op een optionele afstandsbedieningskabel of een draadloze afstandsbediening), dan zal de camera functioneren in de ontspanstand voor enkel beeld.
Standen P, S, A en M Sluitertijd en diafragma De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma: Stand P Automatisch programma (0 102) S Sluitertijdvoorkeuze (0 104) A Diafragmavoorkeuze (0 106) M Handmatig (0 108) 100 Standen P, S, A en M Beschrijving Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-instellingen. Camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale belichting.
A Sluitertijd en diafragma Sluitertijd en diafragma worden in de zoeker en het informatiescherm weergegeven. Sluitertijd Diafragma Korte sluitertijden (1/1600 sec. in dit voorbeeld) bevriezen bewegingen. Lange sluitertijden (hier 1 sec.) maken bewegingen onscherp. Grote diafragma’s (zoals f/5.6; vergeet niet hoe lager de f-waarde, des te groter het diafragma) maken details voor en achter het hoofdonderwerp onscherp.
Stand P (Automatisch programma) Deze stand wordt aanbevolen Standknop voor snapshots of wanneer u de camera sluitertijd en diafragma wilt laten regelen. De camera past automatisch sluitertijd en diafragma aan voor optimale belichting in de meeste situaties. Draai de standknop naar P om te fotograferen in de stand automatisch programma.
A Flexibel programma In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma worden geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (“flexibel programma”). Draai de schijf naar rechts voor grote diafragma’s (lage f-waarden) en korte sluitertijden, naar links voor kleine diafragma’s (hoge f-waarden) en lange sluitertijden. Alle combinaties leveren dezelfde belichting op. Draai naar rechts om achtergronddetails onscherp te maken of bewegingen te bevriezen.
Stand S (Sluitertijdvoorkeuze) In deze stand kunt u zelf de sluitertijd regelen: kies korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”, lange sluitertijden om bewegingen te suggereren door bewegende voorwerpen onscherp te maken. De camera past automatisch diafragma aan voor een optimale belichting. Korte sluitertijden (bijv. 1/1600 sec.) bevriezen bewegingen. Lange sluitertijden (bijv. 1 sec.) maken bewegingen onscherp. Kies als volgt een sluitertijd: 1 Draai de standknop naar S.
2 Kies een sluitertijd. Draai aan de instelschijf om de gewenste sluitertijd te kiezen: draai naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden.
Stand A (Diafragmavoorkeuze) In deze stand kunt u het diafragma aanpassen om de scherptediepte te regelen (de afstand voor of achter het hoofdonderwerp dat scherp in beeld lijkt te worden gebracht). De camera past automatisch de sluitertijd aan voor een optimale belichting. Grote diafragma’s (lage f-waarden, bijv. f/5.6) maken details voor en achter het hoofdonderwerp onscherp. Kleine diafragma’s (hoge f-waarden, bijv. f/22) brengen de voorgrond en achtergrond scherp in beeld.
2 Kies een diafragma. Draai de instelschijf naar links voor grotere diafragma’s (lage f-waarden), naar rechts voor kleinere diafragma’s (hogere f-waarden).
Stand M (Handmatig) In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Sluitertijden “Bulb” en “Time” zijn beschikbaar voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk (0 110). 1 Draai de standknop naar M.
2 Kies diafragma en sluitertijd. Controleer de belichtingsaanduiding (zie onder) en pas sluitertijd en diafragma aan. Sluitertijd wordt geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden). Om het diafragma aan te passen, houd de E (N)-knop ingedrukt terwijl u aan de instelschijf draait (naar links voor grotere diafragma’s/ lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere diafragma’s/ hogere f-waarden).
Lange tijdopnamen (Alleen stand M) Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk. • Bulb (A): De sluiter blijft open zolang als de ontspanknop volledig wordt Lengte van belichting: ingedrukt. Gebruik een statief of een 35 sec. optionele draadloze afstandsbediening Diafragma: f/25 (0 308) of afstandsbedieningskabel (0 309) om onscherpte te voorkomen.
❚❚ Bulb 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai aan de instelschijf om sluitertijd Bulb te kiezen (A). Instelschijf 3 Maak de foto. Druk na het scherpstellen de ontspanknop op de camera, optionele afstandsbediening of afstandsbedieningskabel volledig in. Haal uw vinger van de ontspanknop zodra de opname is voltooid.
❚❚ Time 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai de instelschijf naar links om sluitertijd “Time” te kiezen (&). Instelschijf 3 Open de sluiter. Druk na het scherpstellen de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening volledig in.
4 Sluit de sluiter. Herhaal de bewerking uitgevoerd in Stap 3 (opname eindigt automatisch als de knop niet wordt ingedrukt na 30 minuten). A ML-L3-afstandsbedieningen Als u een afstandsbediening ML-L3 gaat gebruiken, selecteer één van de volgende afstandsbedieningsstanden zoals beschreven op pagina 97: " (Vertraagd op afstand (ML-L3)) of # (Direct op afstand (ML-L3)).
Belichting Lichtmeting Kies hoe de camera de belichting instelt. Methode Beschrijving Produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties. De camera meet een breed gebied van het beeld en stelt L Matrixmeting de belichting in overeenkomstig de verdeling van toonwaarden, kleur, compositie en afstand. Klassieke meter voor portretten. Camera meet gehele Centrumgerichte beeld maar kent grootste nadruk toe aan M meting middengebied.
1 Geef opties voor lichtmeting weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige lichtmeetmethode in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een lichtmeetmethode. Markeer een optie en druk op J. A Spotmeting Als e (Automatisch veld-AF) is geselecteerd voor AF-veldstand tijdens zoekerfotografie (0 78), dan meet de camera het middelste scherpstelpunt.
Vergrendeling automatische belichting Gebruik vergrendeling automatische belichting om de compositie van foto’s te wijzigen na het gebruik van M (Centrumgerichte meting) en N (Spotmeting) om de belichting te meten; merk op dat vergrendeling automatische belichting niet beschikbaar is in de stand i of j. 1 Meet de belichting. Druk de ontspanknop half in. 2 Vergrendel de belichting.
3 Pas de compositie van de foto aan. Houd de A (L)-knop ingedrukt, pas de compositie van de foto aan en maak de foto.
Belichtingscorrectie Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de belichting aan te passen van de waarde die door de camera wordt aangeraden, zodat foto’s lichter of donkerder worden (0 345). Dit geeft het meeste effect wanneer gebruikt met M (Centrumgerichte meting) of N (Spotmeting) (0 114).
Om een waarde voor belichtingscorrectie te kiezen, houdt u de E (N)-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf totdat de gewenste waarde in de zoeker of het informatiescherm is geselecteerd. Normale belichting kan worden hersteld door de belichtingscorrectie in te stellen op ±0 (aanpassingen voor belichtingscorrectie in standen % en I worden teruggezet zodra een andere stand is geselecteerd). Belichtingscorrectie wordt niet teruggezet wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Flitscorrectie Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen van het niveau dat wordt aangeraden door de camera, waardoor de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond verandert. De flitssterkte kan worden verhoogd om het hoofdonderwerp lichter te laten lijken, of worden verlaagd om ongewenste hoge lichten of weerkaatsingen te voorkomen (0 347).
A Het informatiescherm Opties voor flitscorrectie zijn eveneens toegankelijk vanuit het informatiescherm (0 9). A Optionele flitsers Flitscorrectie is eveneens beschikbaar voor optionele flitsers die het Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS; zie pagina 300) ondersteunen. De geselecteerde flitscorrectie voor de optionele flitser wordt toegevoegd aan de flitscorrectie die is geselecteerd voor de camera.
Details behouden in hoge lichten en schaduwen Actieve D-Lighting Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden, waardoor foto’s met een natuurlijk contrast worden gecreëerd. Gebruik voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een fel verlicht buitentafereel fotografeert, of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw.
2 Kies een optie. Markeer Aan of Uit en druk op J (0 345). D Actieve D-Lighting Er kan ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) verschijnen op foto’s gemaakt met Actieve D-Lighting. Er kunnen onregelmatige schaduwen in combinatie met bepaalde onderwerpen zichtbaar zijn. Actieve D-Lighting kan niet worden gebruikt bij een ISO-gevoeligheid van Hi 1.
Witbalans Witbalans zorgt ervoor dat kleuren niet worden beïnvloed door de kleur van de lichtbron. Voor de meeste lichtbronnen wordt automatische witbalans aanbevolen; afhankelijk van het type bron kunnen, indien nodig, andere waarden worden geselecteerd: Optie v Automatisch J Gloeilamplicht I Tl-licht H Direct zonlicht N Flitslicht G Bewolkt M Schaduw Handmatige L voorinstelling 124 Standen P, S, A en M Beschrijving Automatische aanpassing witbalans. Aanbevolen voor de meeste situaties.
1 Geef witbalansopties weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige witbalansinstelling in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een optie voor witbalans. Markeer een optie en druk op J.
A Het opnamemenu Witbalans kan worden geselecteerd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu (0 222), welke bovendien kan worden gebruikt voor het verder verfijnen van de witbalans (0 127) of het meten van een waarde voor witbalansvoorinstelling (0 129). De optie I Tl-licht in het menu Witbalans kan worden gebruikt om de lichtbron uit de rechts getoonde bulbtypes te selecteren. A Kleurtemperatuur De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per beeldweergavescherm en andere omstandigheden.
Fijnafstelling witbalans De instelling van witbalans kan verder worden verfijnd om variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto opzettelijk een kleurzweem te geven. Witbalans wordt verder verfijnd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu. 1 Selecteer een optie voor witbalans. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven, markeer vervolgens Witbalans in het opnamemenu en druk op 2.
2 Stel witbalans fijn af. Gebruik de multi-selector om de witbalans fijn af te stellen. Coördinaten Meer groen toevoegen Meer blauw toevoegen Meer amber toevoegen Meer magenta toevoegen Aanpassing A Fijnafstelling witbalans De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als de cursor bijvoorbeeld naar B (blauw) wordt verplaatst wanneer een “warme” instelling zoals J (gloeilamplicht) is geselecteerd, zullen de foto’s iets “kouder” maar niet blauw worden.
Handmatige voorinstelling U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en om opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. Er zijn twee methoden beschikbaar voor het instellen van de witbalansvoorinstelling: Methode Beschrijving Een neutraal grijs of wit voorwerp wordt geplaatst in het licht Meten dat voor de uiteindelijke foto zal worden gebruikt en de witbalans wordt door de camera gemeten (zie onder).
3 Selecteer Meten. Markeer Meten en druk op 2. 4 Selecteer Ja. Het rechts getoonde menu wordt weergegeven; markeer Ja en druk op J. De camera gaat naar de stand voor vooringestelde meting. Wanneer de camera klaar is om de witbalans te meten, verschijnt een knipperende D (L) in de zoeker en in het informatiescherm.
5 Meet witbalans. Voordat de aanduidingen stoppen met knipperen, kadreer het referentievoorwerp zodat de zoeker wordt gevuld en druk de ontspanknop volledig in. Er wordt geen foto gemaakt; witbalans kan nauwkeurig worden gemeten, zelfs wanneer de camera niet heeft scherpgesteld. 6 Controleer de resultaten. Als de camera een waarde voor witbalans kon meten, wordt de rechts afgebeelde melding weergegeven en knippert a ongeveer acht seconden in de zoeker voordat de camera terugkeert naar de opnamestand.
D Voorinstelling witbalans meten Als er geen handelingen worden uitgevoerd terwijl de weergaves knipperen, wordt de stand direct meten beëindigd op het tijdstip dat is geselecteerd voor de optie Timers automatisch uit in het setup-menu (0 245). De standaardinstelling is acht seconden. D Voorinstelling witbalans De camera kan slechts één waarde tegelijk voor witbalansvoorinstelling opslaan; de bestaande waarde wordt vervangen wanneer een nieuwe waarde wordt gemeten.
❚❚ Witbalans van een foto kopiëren Volg de onderstaande stappen om een waarde voor witbalans van een foto op de geheugenkaart te kopiëren. 1 Selecteer Handmatige voorinstelling. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Witbalans in het opnamemenu en druk op 2 om de witbalansopties weer te geven. Markeer Handmatige voorinstelling en druk op 2. G-knop 2 Selecteer Gebruik foto. Markeer Gebruik foto en druk op 2. 3 Kies Foto selecteren.
4 Kies een map. Markeer de map met de bronafbeelding en druk op 2. 5 Markeer de bronafbeelding. Houd de knop X ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. 6 Kopieer witbalans. Druk op J om de witbalansvoorinstelling in te stellen op de witbalanswaarde van de gemarkeerde foto.
Picture Controls Dankzij het unieke Picture Control-systeem van Nikon kunt u beeldbewerkingsinstellingen inclusief verscherping, contrast, helderheid, verzadiging en tint delen met compatibele apparaten en software. Een Picture Control selecteren Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of type scène. Optie Q Standaard R Neutraal S Levendig T Monochroom e Portret f Landschap Beschrijving Aanbevolen voor de meeste situaties gebruikt deze optie standaard bewerking voor evenwichtige resultaten.
1 Geef opties voor Picture Control weer. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Picture Control instellen in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Selecteer een Picture Control. Markeer een Picture Control en druk op J.
Picture Controls aanpassen Picture Controls kunnen worden aangepast aan het onderwerp of aan de creatieve wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van instellingen met behulp van Snel aanpassen of maak handmatige aanpassingen aan individuele instellingen. 1 Selecteer een Picture Control. Druk op G om menu’s weer te geven, markeer vervolgens Picture Control instellen in het opnamemenu en druk op 2. Markeer de gewenste Picture Control en druk op 2. G-knop 2 Pas de instellingen aan.
3 Sla de wijzigingen op en sluit af. Druk op J. Picture Controls waarvan de standaardwaarden zijn gewijzigd, worden aangeduid met een sterretje (“*”).
❚❚ Instellingen Picture Control Optie Handmatige aanpassingen (alle Picture Controls) Beschrijving Verlaag of verhoog het effect van de geselecteerde Picture Control (merk op dat hierdoor alle handmatige Snel aanpassen aanpassingen worden hersteld). Niet beschikbaar voor Neutraal of Monochroom Picture Controls. Bepaal de scherpte van omtreklijnen. Selecteer A om de Verscherping verscherping automatisch aan te passen aan het type scène.
D “A” (Automatisch) De resultaten voor automatische verscherping, contrast en verzadiging variëren afhankelijk van de belichting en de positie van het onderwerp in het beeld. A Het Picture Control-raster Houd de X-knop ingedrukt om een raster weer te geven die de verzadiging (alleen nietmonochrome bediening) en het contrast voor de Picture Control geselecteerd in Stap 2 toont.
A Filtereffecten (Alleen Monochroom) De opties in dit menu bootsen het effect van kleurfilters op monochrome foto’s na. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar: Y O Optie Geel Oranje R Rood G Groen Beschrijving Geeft meer contrast. Kan worden gebruikt om de helderheid van de lucht in landschapsfoto’s te verzachten. Oranje produceert meer contrast dan geel, rood meer contrast dan oranje. Verzacht huidtinten. Kan worden gebruikt voor portretten.
Livebeeld Foto’s kadreren in de monitor Volg de onderstaande stappen om foto’s te maken in livebeeld. 1 Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Positioneer het scherpstelpunt. Positioneer het scherpstelpunt over uw onderwerp zoals beschreven op pagina 147. Scherpstelpunt 3 Stel scherp. Druk de ontspanknop half in. Het scherpstelpunt knippert groen terwijl de camera scherpstelt.
4 Maak de foto. Druk de ontspanknop verder in. De monitor schakelt uit en het toegangslampje van de geheugenkaart brandt tijdens de opname. Verwijder de batterij of geheugenkaart Toegangslampje geheugenkaart niet voordat de opname is voltooid. Zodra het vastleggen is voltooid, wordt de foto gedurende enkele seconden in de monitor weergegeven voordat de camera naar de livebeeldstand terugkeert. Druk op de a-knop om af te sluiten.
Scherpstellen in livebeeld Volg de onderstaande stappen om scherpstelling en AF-veldstand te kiezen en positioneer het scherpstelpunt. ❚❚ Kiezen hoe de camera scherpstelt (Scherpstelstand) De volgende scherpstelstanden zijn beschikbaar in livebeeld (merk op dat fulltime servo-AF niet beschikbaar is in de standen U, g, ' en (): Optie Beschrijving Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling Enkelvoudige AF-S vergrendelt wanneer de ontspanknop half servo-AF wordt ingedrukt. Voor bewegende onderwerpen.
2 Kies een scherpsteloptie. Markeer een optie en druk op J. ❚❚ Kiezen hoe de camera het veld uitkiest (AF-veldstand) In andere standen dan i, j en ( kunnen de volgende AF-veldstanden worden geselecteerd in livebeeld (merk op dat AF met meevolgende scherpstelling niet beschikbaar is in de standen %, U, g, ' en 3): Optie Beschrijving Gebruik voor portretten. De camera detecteert 6 Gezichtprioriteit-AF en stelt automatisch scherp op personen.
1 Geef AF-veldstanden weer. Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige AF-veldstand in het informatiescherm en druk op J. P-knop 2 Kies een AF-veldstand. Markeer een optie en druk op J.
3 Kies het scherpstelpunt. 6 (gezichtprioriteit-AF): Een dubbele gele rand wordt weergegeven wanneer de camera een portretonderwerp detecteert (als er meerdere gezichten, maximaal 35, worden gedetecteerd, stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp; gebruik de Scherpstelpunt multi-selector om een ander onderwerp te kiezen). Als de camera het onderwerp niet langer kan detecteren (bijvoorbeeld omdat het onderwerp zich van de camera heeft afgekeerd), wordt de rand niet langer weergegeven.
Het livebeeldscherm Beschrijving 0 De stand die momenteel is geselecteerd 25, 47, q Opnamestand met de standknop. 50, 100 Geeft aan dat u geen films kunt w “Geen film”-pictogram — opnemen. De resterende tijd voordat livebeeld automatisch eindigt. Wordt 152, 161 e Resterende tijd weergegeven als de opname in 30 sec. of minder eindigt. Microfoongevoeligheid voor r Microfoongevoeligheid 158 filmopname. Geluidsniveau voor audio-opname.
u i o !0 !1 Item Aanduiding handmatige filminstellingen Scherpstelstand AF-veldstand Beeldformaat voor films Resterende tijd (filmstand) 0 Beschrijving Wordt weergegeven wanneer Aan is geselecteerd voor Handmatige filminstellingen in stand M. De huidige scherpstelstand. De huidige AF-veldstand. Het beeldformaat voor films opgenomen in de filmstand. 159 144 145 158 De resterende opnametijd in de filmstand. Het huidige scherpstelpunt.
A Livebeeld/Weergaveopties filmopname Druk op de R-knop om door de weergaveopties te bladeren, zoals hieronder weergegeven (merk op dat weergaveopties niet beschikbaar zijn in stand I). Omcirkelde gebieden duiden randen van een filmbeelduitsnede aan.
A Camera-instellingen Behalve wanneer filmaanduidingen worden weergegeven, heeft u toegang tot de volgende instellingen voor livebeeldfotografie door op de P-knop te drukken: Beeldkwaliteit (0 85), Beeldformaat (0 87), Witbalans (0 124), Flitsstand (0 90, 92), ISO-gevoeligheid (0 95), Scherpstelstand (0 144), AF-veldstand (0 145), Lichtmeting (0 114), Flitscorrectie (0 120) en Belichtingscorrectie (0 118). Wanneer filmaanduidingen worden weergegeven, kunnen filminstellingen worden aangepast (0 161).
D In de livebeeldstand fotograferen Hoewel dit niet in de uiteindelijke foto verschijnt, kan er vertekening zichtbaar zijn in de monitor als de camera horizontaal wordt gepand of als er een object met hoge snelheid door het beeld beweegt. Felle lichtbronnen kunnen mogelijk nabeelden achterlaten in de monitor wanneer de camera wordt gepand. Ook kunnen er heldere vlekken verschijnen.
D Autofocus in livebeeld gebruiken Autofocus is trager in livebeeld en de monitor kan lichter of donkerder worden terwijl de camera scherpstelt.
A Handmatige scherpstelling Voor scherpstelling in de handmatige scherpstelstand (0 83) draait u aan de scherpstelring van het objectief totdat het onderwerp scherp in beeld is. Druk voor nauwkeurige scherpstelling op de X-knop om het beeld in de monitor tot maximaal 8,3 × te vergroten. Terwijl het beeld door het objectief wordt ingezoomd, verschijnt een navigatiescherm in een grijs beeld in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Films opnemen en bekijken Films opnemen Films kunnen worden opgenomen in de livebeeldstand. 1 Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief zal in de monitor worden weergegeven. D Het 0-pictogram Een 0-pictogram (0 148) duidt aan dat er geen films kunnen worden opgenomen. A Voordat u gaat opnemen a-knop Stel eerst het diafragma in alvorens opnamen te maken in stand A of M (0 106, 108). 2 Stel scherp.
3 Start het opnemen. Druk op de filmopnameknop om het opnemen te starten. Een opnameaanduiding en de beschikbare tijd worden in de monitor weergegeven.
D Films opnemen Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de monitor en in de uiteindelijke film onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of natrium zichtbaar zijn, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (flikkeringen en banden kunnen worden verminderd met behulp van Flikkerreductie; 0 241). Felle lichtbronnen kunnen nabeelden veroorzaken wanneer de camera wordt gepand.
Filminstellingen De camera beschikt over de volgende filminstellingen. • Beeldformaat/beeldsnelheid, filmkwaliteit: Kies uit de volgende opties. De beeldsnelheid hangt af van de optie die momenteel is geselecteerd voor Videostand in het setup-menu (0 260): 1 2 3 4 Beeldformaat/beeldsnelheid Maximale lengte Beeldformaat (hoge filmkwaliteit ★/ (pixels) Beeldsnelheid 1 normale filmkwaliteit) 4 L/t 60p 2 10 min./20 min. M/u 50p 3 N/r 1920 × 1080 30p 2 O/s 25p 3 P/k 24p 20 min./29 min. 59 sec.
• Onderdrukking windruis: Selecteer Aan om het laagdoorlaatfilter voor de ingebouwde microfoon in te schakelen (optionele stereomicrofoons blijven onaangetast; 0 161, 309), zodat ruis geproduceerd door wind die over de microfoon waait wordt verlaagd (merk op dat ook andere geluiden kunnen worden beïnvloed). Onderdrukking van windruis voor optionele stereomicrofoons kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de microfoonbediening.
1 Selecteer Filminstellingen. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Filminstellingen in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Kies filmopties. Markeer het gewenste item en druk op 2, markeer vervolgens een optie en druk op J. A HDMI en andere videoapparaten Wanneer de camera op een HDMI-videoapparaat is aangesloten, blijft de cameramonitor ingeschakeld en geeft het videoapparaat het beeld door het objectief weer.
A Het livebeeldscherm De filmuitsnede kan worden bekeken tijdens livebeeld door op de R-knop te drukken om weergave van “toon filmaanduidingen”, “verberg aanduidingen” of “raster” te selecteren (0 150). Wanneer filmaanduidingen worden weergegeven, heeft u toegang tot de volgende filminstellingen door op de P-knop te drukken: filmbeeldformaat/kwaliteit, microfoongevoeligheid, scherpstelstand (0 144), AF-veldstand (0 145), witbalans (0 124) en belichtingscorrectie (0 118).
Films bekijken In schermvullende weergave (0 170) worden films aangeduid door een 1. Druk op J om het afspelen te starten; uw huidige positie wordt aangeduid door de filmvoortgangsbalk.
De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd: Knop Functie Afspelen pauzeren. Pauzeren Het afspelen hervatten wanneer de film wordt gepauzeerd of tijdens achteruit/ vooruit. De snelheid neemt toe bij elke druk op de knop, van 2× naar 4× naar 8× naar 16×; houd deze knop ingedrukt om naar het begin of het einde van de film (eerste beeld wordt aangeduid door h in de rechterbovenhoek van de monitor en het laatste beeld door i) te gaan.
Films bewerken Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden als JPEG-foto’s op. Optie f Kies begin-/eindpunt g Bewaar geselecteerd beeld Beschrijving Maak een kopie waarvan de filmopnamen aan het begin of het einde zijn verwijderd. Sla een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op. Films bijsnijden Maak als volgt bijgesneden kopieën van films: 1 Geef een film schermvullend weer. 2 Pauzeer de film op het nieuwe begin- of eindbeeld.
3 Selecteer Kies begin-/eindpunt. Druk op de P-knop, markeer vervolgens Kies begin-/eindpunt en druk op 2. P-knop 4 Kies het huidige beeld als het nieuwe begin- of eindpunt. Om een kopie te creëren die begint vanaf het huidige beeld, markeer Beginpunt en druk op J. De beelden voor het huidige beeld worden verwijderd zodra u de kopie opslaat. Beginpunt Om een kopie te creëren die eindigt bij het huidige beeld, markeer Eindpunt en druk op J.
5 Controleer het nieuwe begin- of eindpunt. Als het gewenste beeld momenteel niet wordt weergegeven, druk op 4 of 2 om vooruit of achteruit te gaan (draai aan de instelschijf om 10 sec. naar voren of achteren te springen). 6 Maak de kopie. Druk op 1 zodra het gewenste beeld wordt weergegeven. 7 Bekijk een voorbeeld van de film. Om een voorbeeld van de kopie te bekijken, markeer Voorbeeld en druk op J (druk op 1 om het voorbeeld te onderbreken en keer terug naar het optiemenu voor opslaan).
D Films bijsnijden Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. De kopie zal niet worden opgeslagen als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart. Kopieën hebben dezelfde aanmaaktijd en -datum als het origineel. A De functie van het huidige beeld kiezen Druk op de A (L)-knop om van het beeld weergegeven in Stap 5 het nieuwe eindpunt (x) in plaats van het nieuwe beginpunt (w) of vice versa te maken.
Geselecteerde beelden opslaan Ga als volgt te werk om een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op te slaan: 1 Pauzeer de film bij het gewenste beeld. Speel de film af zoals beschreven op pagina 162. Druk op J om het afspelen te starten of te hervatten en op 3 om te pauzeren. Pauzeer de film bij het beeld dat u wenst te kopiëren. 2 Kies Bewaar geselecteerd beeld. Druk op de P-knop, markeer vervolgens Bewaar geselecteerd beeld en druk op 2.
3 Maak een foto. Druk op 1 om een foto van het huidige beeld te maken. 4 Sla de kopie op. Markeer Ja en druk op J om een fijne-kwaliteit JPEG-kopie (0 85) van het geselecteerde beeld te maken. A Bewaar geselecteerd beeld JPEG-filmbeelden aangemaakt met de optie Bewaar geselecteerd beeld kunnen niet worden geretoucheerd. Bij JPEG-filmbeelden ontbreekt het aan sommige categorieën foto-informatie (0 172).
Weergave en verwijderen Schermvullende weergave Druk op de K-knop om foto’s af te spelen. De laatst gemaakte foto wordt in de monitor weergegeven. K-knop Knop Functie Andere foto’s weergeven Andere foto-informatie bekijken Beschrijving Druk op 2 om foto’s te bekijken in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, of op 4 om foto’s in omgekeerde volgorde te bekijken. Wijzig weergegeven foto-informatie (0 172). W (Q) Zie pagina 180 voor meer informatie over de miniatuurweergave.
Knop Beveiligingsstatus wijzigen Bekijk film of panorama Functie Beschrijving Druk op de A (L)-knop (0 184) om een A (L) afbeelding te beveiligen of om de beveiliging van beveiligde foto’s te verwijderen. Als de huidige foto is gemarkeerd met een 1-pictogram om aan te geven dat het een film betreft, wordt door op J te drukken filmweergave gestart (0 162). Als de huidige foto een panorama is, wordt door op J te drukken panoramaweergave gestart (0 66).
Foto-informatie Foto-informatie wordt bovenop het beeld weergegeven in schermvullende weergave. Druk op 1 of 3 om door de foto-informatie te bladeren, zoals hieronder aangeduid. Merk op dat “alleen beeld”, opnamegegevens, RGB-histogrammen, hoge lichten en overzichtsgegevens alleen worden weergegeven als de overeenkomstige optie is geselecteerd voor Weergaveopties (0 220).
❚❚ Bestandsinformatie 1 Beveiligingsstatus........................... 184 7 Beeldformaat......................................87 2 Retouche-aanduiding.................... 265 8 Opnametijd................................18, 242 3 Uploadsymbool............................... 189 9 Opnamedatum..........................18, 242 4 Beeldnummer/totaal aantal beelden 10 Mapnaam ......................................... 257 5 Bestandsnaam................................. 250 11 Score ........................
❚❚ RGB-histogram 1 Beeldnummer/totaal aantal beelden 5 Histogram (blauw kanaal) 2 Histogram (RGB-kanaal). In alle 6 Uploadsymbool............................... 189 histogrammen staat de horizontale as voor de helderheid van de pixels en de verticale as voor het aantal pixels. 3 Histogram (rood kanaal) 4 Histogram (groen kanaal) 7 Retouche-aanduiding.................... 265 8 Witbalans.......................................... 124 Fijnafstelling witbalans .................
A Histogrammen De camerahistogrammen dienen alleen als richtlijn en kunnen afwijken van de histogrammen in beeldbewerkingsprogramma’s. Hieronder worden enkele voorbeeldhistogrammen getoond: Als het beeld voorwerpen bevat met een breed scala aan helderheden, zal de verdeling van de toonwaarden relatief gelijkmatig zijn. Als het beeld donker is, wordt de verdeling van de toonwaarden naar links verschoven. Als het beeld helder is, wordt de verdeling van de toonwaarden naar rechts verschoven.
❚❚ Opnamegegevens 1 Beveiligingsstatus........................... 184 11 Flitsertype................................ 229, 299 2 Retouche-aanduiding.................... 265 Commanderstand 2 3 Uploadsymbool............................... 189 12 Flitsstand ......................................90, 92 4 Beeldnummer/totaal aantal beelden 13 Flitserregeling.................................. 229 5 Lichtmeting...................................... 114 Flitscorrectie ....................................
16 Witbalans.......................................... 124 20 Verscherping.................................... 139 Fijnafstelling witbalans ................. 127 21 Contrast ............................................ 139 Handmatige voorinstelling .......... 129 22 Helderheid........................................ 139 17 Kleurruimte ...................................... 225 23 Verzadiging 3 .................................... 139 18 Picture Control ................................
❚❚ Overzichtsgegevens 1 Beeldnummer/totaal aantal beelden 15 Opnamestand.............. 25, 47, 50, 100 2 Beveiligingsstatus........................... 184 16 Sluitertijd .......................................... 101 3 Retouche-aanduiding.................... 265 17 Diafragma......................................... 101 4 Cameranaam 18 ISO-gevoeligheid 1 .............................95 5 Uploadsymbool............................... 189 19 Aanduiding beeldcommentaar...
❚❚ Locatiegegevens Locatiegegevens worden alleen weergegeven als er een GP-1 of GP-1A GPS-apparaat (0 309) werd gebruikt toen de foto werd gemaakt (0 259). In het geval van films worden de locatiegegevens aan het begin van de opname vermeld. 1 Beveiligingsstatus........................... 184 6 Lengtegraad 2 Retouche-aanduiding.................... 265 7 Hoogte 3 Uploadsymbool...............................
Miniatuurweergave Druk op de W (Q)-knop om “overzichten” van 4, 9 of 72 beelden weer te geven. W (Q) W (Q) X X Miniatuurweergave Schermvullende weergave Knop Functie Meer beelden weergeven W (Q) Minder beelden weergeven X Beelden markeren Gemarkeerde beelden bekijken Kalenderweergave Beschrijving Druk op de W (Q)-knop om het aantal weergegeven afbeeldingen te verhogen. Druk op de X-knop om het aantal weergegeven beelden te verlagen.
Kalenderweergave Druk op de W (Q)-knop wanneer er 72 foto’s worden weergegeven om foto’s te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt.
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave Druk op de X-knop om in te zoomen op de foto die beeldvullend wordt weergegeven of de huidige foto die is gemarkeerd in miniatuur- of kalenderweergave.
Knop Functie Selecteren van/in- of uitzoomen op P+ gezichten Beschrijving De gezichten (maximaal 35) die tijdens het zoomen worden gedetecteerd, worden in het navigatievenster met witte randen omgeven. Druk op P en 1 of 3 om in- of uit te zoomen; druk op P en 4 of 2 om andere gezichten te bekijken. Andere beelden bekijken Draai aan de instelschijf om hetzelfde gedeelte in andere foto’s bij de huidige zoomfactor te bekijken. Zoomweergave wordt geannuleerd wanneer een film wordt weergegeven.
Foto’s tegen wissen beveiligen In schermvullende, zoom-, miniatuur en kalenderweergave kan de A (L)-knop worden gebruikt om foto's te beveiligen tegen onbedoeld verwijderen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist met behulp van de O-knop of de optie Wissen in het weergavemenu. Merk op dat beveiligde foto’s zullen worden gewist bij het formatteren van de geheugenkaart (0 234). Voer de onderstaande stappen uit om een foto te beveiligen: 1 Selecteer een afbeelding.
A Beveiliging verwijderen Geef, om de beveiliging van een foto op te heffen zodat deze kan worden gewist, de foto weer of markeer deze in de miniaturenlijst en druk vervolgens op de A (L)-knop. Om de beveiliging van alle foto's op te heffen in de map of mappen die zijn geselecteerd in het menu Weergavemap (0 220), druk circa twee seconden gelijktijdig op de knoppen A (L) en O tijdens weergave.
Foto’s van een score voorzien Voorzie foto’s van een score of markeer ze als kandidaten voor later wissen. Score is niet beschikbaar voor beveiligde beelden. Individuele foto’s van een score voorzien 1 Selecteer een afbeelding. Geef de foto weer in schermvullende weergave of zoomweergave of markeer de foto in de miniaturenlijst in de miniatuur- of kalenderweergave. 2 Geef weergaveopties weer. Druk op de P-knop om de weergaveopties weer te geven. P-knop 3 Selecteer Score. Markeer Score en druk op J.
4 Kies een score. Druk op 4 of 2 om een score van nul tot vijf sterren te kiezen, of selecteer ) om de foto te markeren als kandidaat voor later wissen. 5 Druk op J. Druk op J om de bewerking te voltooien. Meerdere foto’s van een score voorzien Gebruik de optie Score in het weergavemenu om meerdere foto’s van een score te voorzien. 1 Selecteer Score. Druk op de G-knop om de cameramenu’s weer te geven, markeer vervolgens Score in het weergavemenu en druk op 2.
2 Voorzie foto’s van een score. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de huidige gemarkeerde foto schermvullend te bekijken) en houd daarbij de W (Q)-knop ingedrukt, druk op 1 of W (Q)-knop 3 om een score van nul tot vijf sterren te kiezen of selecteer ) om de foto te markeren als kandidaat voor later wissen. 3 Druk op J. Druk op J om de bewerking te voltooien.
Foto’s voor uploaden selecteren Volg de onderstaande stappen om maximaal 100 foto’s te selecteren voor uploaden naar een smartapparaat wanneer een optionele draadloze mobiele adapter is aangesloten (0 309). Sluit een draadloze mobiele adapter aan alvorens verder te gaan. Er kunnen geen films worden geselecteerd voor uploaden. Individuele foto’s voor uploaden selecteren 1 Selecteer een afbeelding. Geef de afbeelding weer of markeer de afbeelding in de miniaturenlijst in miniatuur- of kalenderweergave.
Meerdere foto’s voor uploaden selecteren Om de uploadstatus van meerdere foto’s te wijzigen, gebruik de optie Sel. v. verzending n. smart-apparaat in het weergavemenu wanneer een optionele draadloze mobiele adapter is aangesloten. 1 Kies Sel. v. verzending n. smart-apparaat. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Sel. v. verzending n. smart-apparaat in het weergavemenu en druk op 2. G-knop A Het &-pictogram Het &-pictogram zal niet langer worden weergegeven zodra het uploaden is voltooid.
2 Selecteer foto’s. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren en druk op W (Q) om deze te selecteren of de selectie ongedaan te maken (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn W (Q)-knop gemarkeerd door een &-pictogram. 3 Druk op J. Druk op J om de bewerking te voltooien.
Foto’s wissen Onbeveiligde foto’s kunnen volgens onderstaande beschrijving worden gewist. Eenmaal gewiste foto’s kunnen niet worden hersteld. Schermvullende weergave, miniatuur- en kalenderweergave 1 Selecteer een afbeelding. Geef de afbeelding weer of markeer de afbeelding in de miniaturenlijst in miniatuur- of kalenderweergave. 2 Druk op de O-knop. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. O-knop Schermvullende weergave Miniatuurweergave 3 Druk nogmaals op de O-knop.
Het weergavemenu De optie Wissen in het weergavemenu bevat de volgende opties. Merk op dat afhankelijk van het aantal foto’s, het enige tijd kan duren voordat de foto’s zijn gewist. Optie Q Selectie Beschrijving Wis geselecteerde foto’s. Wis alle foto’s die op een geselecteerde datum n Datum selecteren zijn gemaakt. Wis alle foto’s in de map die momenteel is R Alle geselecteerd voor weergave (0 220). ❚❚ Selectie: geselecteerde foto’s wissen 1 Selecteer Wissen.
2 Kies Selectie. Markeer Selectie en druk op 2. 3 Markeer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). 4 Selecteer de gemarkeerde foto. Houd de W (Q)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto te selecteren. Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd door een O-pictogram. Herhaal Stap 3 en 4 om aanvullende foto’s te selecteren; markeer de foto en druk op W (Q) om de selectie ongedaan te maken.
5 Druk op J om de bewerking te voltooien. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
❚❚ Datum selecteren: foto’s wissen die op een geselecteerde datum zijn gemaakt 1 Kies Datum selecteren. Markeer, in het menu wissen, Datum selecteren en druk op 2. 2 Markeer een datum. Druk op 1 of 3 om een datum te markeren. Druk op W (Q) om de foto’s te bekijken die op de gemarkeerde datum zijn gemaakt. Gebruik de multi-selector om door de foto's te bladeren of houd X ingedrukt om de huidige foto in volledig scherm te bekijken. Druk op W (Q) om naar de kalender terug te W (Q)-knop keren.
3 Selecteer de gemarkeerde datum. Druk op 2 om alle foto’s te selecteren die op de gemarkeerde datum zijn gemaakt. Geselecteerde datums worden aangeduid door vinkjes. Herhaal Stap 2 en 3 om aanvullende datums te selecteren; markeer een datum en druk op 2 om een datumselectie ongedaan te maken. 4 Druk op J om de bewerking te voltooien. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
Diashows De optie Diashow in het weergavemenu wordt gebruikt om een diashow van de foto’s in de huidige weergavemap weer te geven (0 220). 1 Selecteer Diashow. Druk op de G-knop en selecteer Diashow in het weergavemenu om het diashowmenu weer te geven.
2 Start de diashow. Markeer Starten in het diashowmenu en druk op J. De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden uitgevoerd: Knop Vorige/volgende beeld Andere foto-informatie bekijken Diashow pauzeren/ hervatten Verhoog/verlaag volume Terug naar weergavestand Functie Beschrijving Druk op 4 om naar het vorige beeld terug te keren, of op 2 om naar het volgende beeld te gaan. Wijzig weergegeven foto-informatie (0 172). Pauzeer diashow. Druk nogmaals om te hervatten.
Opties diashow Voordat een diashow wordt gestart, kunt u de opties in het diashowmenu gebruiken om de beelden te selecteren, weergegeven op type of score en kies hoe lang elk beeld wordt weergegeven. • Beeldtype: Kies uit Foto’s en films, Alleen foto’s, Alleen films en Op score. Markeer Op score en druk op 2 om alleen foto’s toe te voegen die van een score zijn voorzien.
Verbindingen ViewNX 2 installeren Installeer de meegeleverde software om foto’s en films die naar uw computer werden gekopieerd, weer te geven en te bewerken. Controleer, voor het installeren van ViewNX 2, of uw computer voldoet aan de systeemvereisten op pagina 203.
2 Start het installatieprogramma. Klik op Installeren en volg de instructies op het scherm. Klik op Installeren 3 Sluit het installatieprogramma af. Windows Mac Klik op Ja Klik op OK 4 Verwijder de installatie-cd uit het cd-romstation.
A Systeemvereisten Windows Mac • Foto’s: Intel Celeron, Pentium 4, • Foto’s: Intel Core- of Xeon-serie Core-serie; 1,6 GHz of hoger • Films (weergave): Pentium D • Films (weergave): Core Duo 3,0 GHz of hoger; Intel Core i5 2 GHz of hoger; Intel Core i5 of hoger aanbevolen voor het of hoger aanbevolen voor bekijken van films met een het bekijken van films met beeldformaat van 1280×720 een beeldformaat van CPU of meer bij een beeldsnelheid 1280×720 of meer bij een van 30 bps of hoger of films beeldsnelheid va
ViewNX 2 gebruiken Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, voordat u verdergaat, eerst of u de software op de meegeleverde ViewNX 2-cd hebt geïnstalleerd (0 201). 1 Sluit de USB-kabel aan. Sluit, na het uitschakelen van de camera en controle of er een geheugenkaart is geplaatst, de meegeleverde USB-kabels volgens de aanwijzingen aan en schakel vervolgens de camera in. 2 Start het onderdeel Nikon Transfer 2 van ViewNX 2.
3 Klik op Overspelen starten. Bij standaardinstellingen worden alle foto’s op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd. Overspelen starten A Tijdens het overzetten Schakel de camera niet uit en ontkoppel de USB-kabel niet terwijl beelden worden overgezet. 4 Beëindig de verbinding. Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel wanneer de overdracht is voltooid.
Foto’s bekijken Zodra de overdracht is voltooid, worden de foto’s in ViewNX 2 weergegeven. A ViewNX 2 handmatig starten • Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2-snelkoppeling op het bureaublad. • Mac: Klik op het ViewNX 2-pictogram in het Dock. ❚❚ Foto’s retoucheren Klik op de Bewerking-knop in de taakbalk van ViewNX 2 om foto’s uit te snijden en taken uit te voeren zoals het aanpassen van de scherpte en de toonniveaus.
❚❚ Foto’s afdrukken Klik op de Afdrukken-knop in de taakbalk van ViewNX 2. Er wordt een dialoogvenster weergegeven, waarin u foto’s kunt afdrukken via een printer die is verbonden met de computer. A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer (0 352) die rechtstreeks is verbonden met de camera. De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. 1 Schakel de camera uit. 2 Sluit de USB-kabel aan. Zet de printer aan en sluit de USB-kabel aan. Oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de aansluiting. 3 Zet de camera aan. Op de monitor verschijnt een welkomstscherm, gevolgd door het PictBridge-weergavescherm.
Foto’s één voor één afdrukken 1 Geef de gewenste foto weer. Druk op 4 of 2 om meer foto’s te bekijken. Druk op de X-knop om op het huidige beeld in te zoomen (0 182; druk op K om zoom af te sluiten). Druk op de W (Q)-knop om zes foto’s tegelijkertijd te bekijken. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren of druk op X om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. 2 Pas de printerinstellingen aan.
3 Start het afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt.
Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm. 2 Kies een optie. Markeer één van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken) en houd de W (Q)-knop ingedrukt, druk op 1 of 3 om het aantal afdrukken te kiezen.
3 Pas de printerinstellingen aan. Pas printerinstellingen aan, zoals beschreven in Stap 2 op pagina 209. 4 Start het afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt.
Een DPOF-afdrukopdracht maken: afdrukset De optie DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu wordt gebruikt om digitale “afdrukopdrachten” samen te stellen voor PictBridge-compatibele printers en apparaten die DPOF ondersteunen. 1 Kies DPOF-afdrukopdracht > Selecteren/instellen. Druk op de G-knop en selecteer DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu. Markeer Selecteren/ instellen en druk op 2 (selecteer Alles deselecteren om alle foto’s uit de afdrukopdracht te verwijderen). G-knop 2 Selecteer foto’s.
3 Selecteer afdrukopties. Markeer de volgende opties en druk op 2 om de gemarkeerde optie in of uit te schakelen. • Opnamegegevens afdrukken: Druk sluitertijd en diafragma af op alle foto’s in de afdrukopdracht. • Datum afdrukken: Druk de opnamedatum af op alle foto’s in de afdrukopdracht. 4 Voltooi de afdrukopdracht. Druk op J om de afdrukopdracht te voltooien.
Foto’s op een televisie bekijken De meegeleverde audio/videokabel (AV) kan worden gebruikt om de camera voor weergave op een televisietoestel of voor opname op een videorecorder aan te sluiten. Een High-Definition Multimedia Interface (HDMI)-kabel (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) met een mini-HDMI-aansluiting (type C) kan worden gebruikt om de camera op high-definition videoapparaten aan te sluiten.
3 Stem de televisie af op het videokanaal. 4 Zet de camera aan en druk op de K-knop. Tijdens weergave zullen beelden op het televisiescherm worden weergegeven. Merk op dat randen van beelden mogelijk niet worden weergegeven. A Videostand Als er geen beeld wordt weergegeven, controleer dan eerst of de camera juist is aangesloten en of de optie die is geselecteerd voor Videostand (0 260) overeenkomt met de videonorm die door de televisie wordt gebruikt.
High-definition apparaten De camera kan met een HDMI-kabel met een mini-HDMI-aansluiting van een willekeurig merk (type C) op de camera worden aangesloten. 1 Schakel de camera uit. Zet de camera altijd uit voordat u een HDMI-kabel aansluit of loskoppelt. 2 Sluit de HDMI-kabel aan zoals hieronder wordt weergegeven. Aansluiten op camera Aansluiten op high-definition apparaat (kies kabel met aansluiting voor HDMI-apparaat) 3 Stem het apparaat af op het HDMI-kanaal. 4 Zet de camera aan en druk op de K-knop.
❚❚ Een uitvoerresolutie kiezen Om de indeling voor beelduitvoer naar het HDMI-apparaat te kiezen, selecteer HDMI > Uitvoerresolutie in het setup-menu van de camera (0 231). Als Automatisch is geselecteerd, dan selecteert de camera automatisch de juiste indeling.
Cameramenu’s D Het weergavemenu: Beelden beheren Druk op G en selecteer de tab D (weergavemenu) om het weergavemenu weer te geven. G-knop Het weergavemenu bevat de volgende opties: Optie Wissen Weergavemap Weergaveopties Aanvullende foto-informatie Overgangseffecten Controlebeeld Draai portret Diashow Beeldtype Beeldinterval Overgangseffecten DPOF-afdrukopdracht Score Sel. v. verzending n. smart-apparaat Standaard — Huidige — Aan Aan Aan Foto’s en films 2 sec.
Weergavemap G-knop ➜ D weergavemenu Kies een map voor weergave: Optie Beschrijving Alleen foto’s in de map die momenteel voor de optie Opslagmap in het setup-menu (0 257) is geselecteerd, worden Huidige weergegeven tijdens weergave. Deze optie wordt automatisch geselecteerd zodra een foto is gemaakt; selecteer Alle om foto’s in alle mappen te bekijken. Alle Foto’s in alle mappen zijn zichtbaar tijdens weergave.
Controlebeeld G-knop ➜ D weergavemenu Kies of foto’s direct na het fotograferen automatisch in de monitor worden weergegeven. Draai portret G-knop ➜ D weergavemenu Als Aan is geselecteerd, worden “staande” (portretstand) foto’s automatisch gedraaid voor weergave in de monitor (foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie worden nog steeds in de landschapstand weergegeven; 0 243).
C Het opnamemenu: Opnameopties Druk op G en selecteer de tab C (opnamemenu) om het opnamemenu weer te geven. G-knop Het opnamemenu bevat de volgende opties: Optie Opnamemenu terugzetten Beeldkwaliteit Beeldformaat I Overige standen Witbalans Tl-licht Picture Control instellen Autom.
Optie 0 Standaard AF-veldstand n, 1, 2, 3 m Overige standen k, l, p, o Livebeeld/film n Overige standen Ingeb. AF-hulpverlichting Lichtmeting Flitserregeling ingeb.
Opnamemenu terugzetten G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Ja om de instellingen van het opnamemenu terug te zetten.
Autom. vertekeningscorrectie G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Aan om tonvormige vertekeningen in foto’s gemaakt met groothoekobjectieven te verminderen en om kussenvormige vervorming in foto’s gemaakt met lange objectieven te verminderen (merk op dat randen van het veld zichtbaar in de zoeker mogelijk worden weggesneden van de uiteindelijke foto en dat de benodigde tijd voor het verwerken van de foto’s voordat het opnemen begint kan toenemen).
Ruisonderdrukking G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer Aan om ruis te verminderen (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, lijnen of waas). Ruisonderdrukking heeft effect op alle ISO-gevoeligheden, maar is het meest waarneembaar bij hogere waarden. De vereiste tijd voor verwerking bij sluitertijden langer dan circa 1 sec. wordt grofweg verdubbeld; tijdens verwerking knippert “l m” in de zoeker en er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
❚❚ Autom inst ISO-gevoeligheid Als Uit is gekozen voor Autom inst ISO-gevoeligheid in de standen P, S, A en M, blijft ISO-gevoeligheid ingesteld op de waarde die is geselecteerd door de gebruiker (0 95). Wanneer Aan is gekozen, zal de ISO-gevoeligheid automatisch worden aangepast als de optimale belichting niet tot stand kan worden gebracht met de waarde die door de gebruiker werd geselecteerd.
A Maximale gevoeligheid/langste sluitertijd Wanneer automatische ISO-gevoeligheid wordt ingeschakeld, tonen de ISO-gevoeligheid- en sluitertijdgrafieken in het informatiescherm de maximale gevoeligheid en langste sluitertijd. Maximale gevoeligheid Langste sluitertijd A Autom inst ISO-gevoeligheid Bij hogere gevoeligheden is de kans op ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) groter. Gebruik de optie Ruisonderdrukking in het opnamemenu om ruis te verminderen (0 226).
Optie Aan Uit Beschrijving De AF-hulpverlichting brandt bij weinig licht (voor meer informatie, zie pagina 331). De AF-hulpverlichting gaat niet branden ter ondersteuning van de scherpstelbewerking. Bij weinig licht kan de camera mogelijk niet scherpstellen met autofocus. Flitserregeling ingeb. flitser G-knop ➜ C opnamemenu Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser in de standen P, S, A en M. Optie Beschrijving De flitssterkte wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden.
A De SB-400 en SB-300 Wanneer er een optionele flitser van het type SB-400 of SB-300 is bevestigd en ingeschakeld, verandert Flitserregeling ingeb. flitser in Optionele flitser, zodat de flitserregelingstand voor de optionele flitser kan worden geselecteerd uit DDL en Handmatig. A DDL-flitssturing De volgende soorten flitserregeling worden ondersteund wanneer er een CPU-objectief in combinatie met de ingebouwde flitser (0 89) of optionele flitsers wordt gebruikt (0 299).
B Het setup-menu: Camera-instellingen Druk op G en selecteer tab B (setup-menu) om het setup-menu weer te geven.
Optie Beeldcommentaar Timers automatisch uit Zelfontspanner Vertraging zelfontspanner Aantal opnamen Wachttijd afstandsb. (ML-L3) Signaal Afstandsmeter Opeenvolgende nummering Knoppen Fn-knop toewijzen AE-L/AF-L-knop toewijzen AE-vergrend.
Optie Videostand 2 HDMI Uitvoerresolutie Apparaatbesturing Draadloze mobiele adapter Uploaden via Eye-Fi 3 Firmwareversie Standaard — Automatisch Aan Inschakelen Inschakelen — 0 260 218 260 261 262 1 Niet beschikbaar als de batterij bijna leeg is. 2 Standaard varieert afhankelijk van het land van aankoop. 3 Alleen beschikbaar wanneer een compatibele Eye-Fi-geheugenkaart is geplaatst (0 261). Opmerking: Afhankelijk van de camera-instellingen zijn sommige opties grijs aangeduid en dus niet beschikbaar.
Geheugenkaart formatteren G-knop ➜ B setup-menu Geheugenkaarten moeten eerst worden geformatteerd voordat ze voor de eerste keer worden gebruikt of nadat ze in andere apparaten zijn geformatteerd. Formatteer de kaart zoals hieronder beschreven. D Geheugenkaarten formatteren Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart voorgoed gewist. Vergeet niet foto’s en andere gegevens die u wilt bewaren naar een computer te kopiëren alvorens verder te gaan (0 204). 1 Markeer Ja.
Monitorhelderheid G-knop ➜ B setup-menu Druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid te kiezen. Kies hogere waarden om de helderheid te verhogen of lagere waarden om de helderheid te verlagen.
Indeling informatiescherm G-knop ➜ B setup-menu Kies een indeling voor het informatiescherm (0 7). Voor de automatische stand, onderwerpstand, stand voor speciale effecten en voor de standen P, S, A en M kunnen afzonderlijk indelingen worden gekozen. Klassiek (0 237) 1 Selecteer een optie voor de opnamestand. Markeer AUTO/SCENE/ EFFECTS of P/S/A/M en druk op 2. 2 Selecteer een ontwerp. Markeer een ontwerp en druk op J.
Hieronder wordt de “klassieke” weergave getoond. 1 Aanduiding Eye-Fi-verbinding .... 261 11 Helppictogram ..........................11, 336 2 Aanduiding satellietsignaal ......... 260 12 Beeldkwaliteit.....................................85 3 Aanduiding datum afdrukken..... 254 13 Beeldformaat......................................87 4 Vibratiereductie-aanduiding 14 Witbalans.......................................... 124 .....................................................23, 230 15 Flitsstand ...........
22 Aanduiding vergrendeling 27 “k” (verschijnt als er genoeg automatische belichting (AE) ..... 116 geheugen vrij is voor meer dan 1000 opnamen) ................................19 23 Opnamestand i automatisch/ 28 Aantal resterende opnamen...........19 j automatisch (flitser uit)............ 25 Aanduiding witbalansopname ... 130 Onderwerpstanden........................ 47 29 ISO-gevoeligheid .............................. 95 Stand speciale effecten .................
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de optie Stofverwijdering in Capture NX 2 (apart verkrijgbaar; raadpleeg de handleiding van Capture NX 2 voor meer informatie). Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij het gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd. 1 Kies een startoptie.
2 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker. Houd het objectief op circa tien centimeter afstand van een goed verlicht, egaal wit voorwerp. Neem het voorwerp zo in beeld dat het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in. Bij autofocus wordt automatisch scherp gesteld op oneindig; bij handmatige scherpstelling moet de scherpstelling handmatig op oneindig worden ingesteld. 3 Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering.
Flikkerreductie G-knop ➜ B setup-menu Verminder flikkering en banden bij het fotograferen onder tl-licht of kwikdamplampen tijdens livebeeld (0 142) of filmopname (0 155). Kies Automatisch om de camera automatisch de juiste frequentie te laten kiezen, of kies handmatig de frequentie voor het lokale lichtnet.
Tijdzone en datum G-knop ➜ B setup-menu Wijzig tijdzones, stel de cameraklok in, kies de weergavevolgorde van de datum en schakel zomertijd in of uit. Optie Tijdzone Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Stel de cameraklok in (0 18). Datum en tijd Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden weergegeven. Datumnotatie Zomertijd Schakel zomertijd in of uit. De cameraklok wordt automatisch een uur vooruit- of teruggezet.
Taal (Language) G-knop ➜ B setup-menu Kies een taal voor cameramenu’s en berichten. Automatische beeldrotatie G-knop ➜ B setup-menu Foto’s die zijn gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie over de oriëntatie van de camera, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens de weergave of wanneer ze worden bekeken in ViewNX 2 of Capture NX 2 (apart verkrijgbaar).
Beeldcommentaar G-knop ➜ B setup-menu Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s terwijl ze worden gemaakt. Commentaar kan als metadata in ViewNX 2 (meegeleverd) of Capture NX 2 (apart verkrijgbaar; 0 307) worden bekeken. Het commentaar is tevens zichtbaar op de pagina met opnamegegevens in het foto-informatiescherm (0 177). De volgende opties zijn beschikbaar: • Commentaar invoeren: Voer commentaar in zoals hieronder beschreven. Commentaar kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Timers automatisch uit G-knop ➜ B setup-menu Deze optie bepaalt hoe lang de monitor aan blijft wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd tijdens menuweergave en afspelen (Weergave/menu’s), terwijl foto’s na het opnemen in de monitor worden weergegeven (Controlebeeld) en tijdens livebeeld (Livebeeld), en hoe lang de stand-by-timer, zoeker en het informatiescherm ingeschakeld blijven wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd (Stand-by-timer).
Zelfontspanner G-knop ➜ B setup-menu Kies de lengte van de ontspanknopvertraging en het aantal gemaakte foto's. • Vertraging zelfontspanner: Kies de lengte van de ontspanknopvertraging. • Aantal opnamen: Druk op 1 en 3 om het aantal gemaakte foto’s te kiezen bij het indrukken van de ontspanknop (van 1 tot 9; als er een andere waarde dan 1 is geselecteerd, zullen foto's worden vastgelegd bij intervallen van circa 4 sec.).
Wachttijd afstandsb. (ML-L3) G-knop ➜ B setup-menu Kies hoe lang de camera zal wachten op een signaal van de optionele ML-L3afstandsbediening alvorens de huidige geselecteerde afstandsbedieningsstand te annuleren. Kies kortere tijden voor een langere gebruiksduur van de batterij. Deze instelling is alleen van toepassing tijdens zoekerfotografie.
Afstandsmeter G-knop ➜ B setup-menu Kies Aan om met behulp van de belichtingsaanduiding te bepalen of de camera juist is scherpgesteld in de handmatige scherpstelstand (0 83; merk op dat deze functie niet beschikbaar is in de opnamestand M wanneer de belichtingsaanduiding in plaats daarvan toont of het onderwerp juist is belicht). Aanduiding Beschrijving Onderwerp scherp in beeld. Scherpstelpunt ligt enigszins voor het onderwerp. Scherpstelpunt ligt ver voor het onderwerp.
Opeenvolgende nummering G-knop ➜ B setup-menu Wanneer u een foto maakt, verhoogt de camera het laatst gebruikte bestandsnummer met 1 en wordt deze naam voor het nieuwe bestand gebruikt. Deze optie regelt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
A Bestandsnamen Foto's worden opgeslagen als beeldbestand met namen in het formaat “DSC_nnnn.xxx,” waarbij nnnn een viercijferig getal is tussen 0001 en 9999 dat automatisch in oplopende volgorde door de camera wordt toegewezen en xxx is één van de volgende drieletterextensies: “NEF” voor NEF (RAW)-afbeeldingen, “JPG” voor JPEG-afbeeldingen of “MOV” voor films. De NEF- en JPEG-bestanden die zijn vastgelegd bij de instelling NEF (RAW) + JPEG hebben dezelfde bestandsnamen maar verschillende extensies.
Knoppen G-knop ➜ B setup-menu ❚❚ Fn-knop toewijzen Kies de functie van de Fn-knop. Fn-knop Optie Beschrijving Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de Beeldkwaliteit/v instelschijf om de beeldkwaliteit en het formaat beeldformaat te selecteren (0 85). Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de w ISO-gevoeligheid instelschijf om ISO-gevoeligheid te selecteren (0 95). Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de m Witbalans instelschijf om witbalans te selecteren (alleen standen P, S, A en M; 0 124).
❚❚ AE-L/AF-L-knop toewijzen Kies de functie voor de A (L)-knop. A (L)-knop Optie Beschrijving Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl B AE/AF-vergrendeling de A (L)-knop wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt terwijl de A (L)-knop C AE-vergrendeling wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt wanneer de AE-vergrendeling A (L)-knop wordt ingedrukt en blijft E (vast) vergrendeld totdat de knop voor de tweede keer wordt ingedrukt of de stand-by-timer afloopt.
Ontspannen bij geen kaart G-knop ➜ B setup-menu Als Sluiter vergrendeld is geselecteerd, werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst. Door het selecteren van Sluiter ontgrendeld kan de sluiter worden ontspannen als er geen geheugenkaart is geplaatst, hoewel er geen foto's worden vastgelegd (ze worden echter wel in de demostand in de monitor weergegeven).
Datum afdrukken G-knop ➜ B setup-menu Kies de datuminformatie die wordt afgedrukt tijdens het fotograferen. Datum afdrukken kunnen niet aan bestaande foto’s worden toegevoegd of verwijderd. Optie Uit Beschrijving Tijd en datum verschijnen niet op foto’s. De datum of datum en tijd worden tijdens het fotograferen afgedrukt b Datum en tijd terwijl deze optie actief is. a Datum c Dagenteller 10 . 15 . 2013 10 . 15 .
❚❚ Dagenteller Foto’s gemaakt terwijl deze optie actief is, worden afgedrukt met het resterende aantal dagen tot een toekomstige datum of het aantal verstreken dagen sinds een vorige datum. Gebruik de dagenteller om het groeiproces van een kind te volgen of om de dagen tot een verjaardag of huwelijk af te tellen. 02 / 10 . 20 . 2013 02 / 10 . 24 . 2013 Toekomstige datum (twee dagen resterend) Datum in het verleden (twee dagen verstreken) De camera bevat drie sleuven voor het opslaan van datums.
3 Kies een datum. Markeer een sleuf in de kalender en druk op J. 4 Kies een indeling voor de dagenteller. Markeer Weergaveopties en druk op 2, markeer vervolgens een datumnotatie en druk op J. 5 Sluit het menu van de dagenteller af. Druk op J om het menu van de dagenteller af te sluiten.
Opslagmap G-knop ➜ B setup-menu Maak, hernoem of verwijder mappen, of kies de map waarin de navolgende foto’s worden opgeslagen. • Map selecteren: Kies de map waarin navolgende foto’s worden opgeslagen. D3300 (standaardmap) Huidige map Overige mappen (in alfabetische volgorde) • Nieuw: Maak een nieuwe map en benoem de map zoals beschreven op pagina 244. Mapnamen kunnen maximaal vijf tekens lang zijn. • Hernoemen: Selecteer een map uit de lijst en hernoem de map zoals beschreven op pagina 244.
Accessoire-aansluiting G-knop ➜ B setup-menu Kies de functie van de optionele accessoire aangesloten op de accessoire-aansluiting. ❚❚ Afstandsbediening Kies de functies die worden uitgevoerd met behulp van een afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening (0 308, 309). Externe ontspanknop Kies of de ontspanknop op de optionele accessoire voor fotografie of filmopname wordt gebruikt.
❚❚ Locatiegegevens Dit item wordt gebruikt om instellingen voor optionele GP-1 of GP-1A GPS-apparaten (0 309) aan te passen. De eenheid kan worden aangesloten op de accessoire-aansluiting van de camera (0 309) met behulp van de kabel die is meegeleverd met het apparaat, zodat informatie over de huidige positie van de camera kan worden opgenomen bij het maken van de foto’s (schakel de camera uit voordat u de eenheid aansluit; voor meer informatie, zie de handleiding die is meegeleverd met het apparaat).
A De satellietsignaalaanduiding Verbindingsstatus wordt als volgt getoond: • % (statisch): Locatiegegevens verzameld. • % (knipperend): De eenheid zoekt naar een signaal. Foto’s gemaakt terwijl het pictogram knippert, bevatten geen locatiegegevens. • Geen pictogram: Gedurende ten minste twee seconden werden er geen locatiegegevens ontvangen van de eenheid. Foto’s gemaakt wanneer het %-pictogram niet wordt weergegeven, bevatten geen locatiegegevens.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Fi-geheugenkaart (apart verkrijgbaar van een willekeurig merk) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf geselecteerde bestemming te uploaden. Bij ontoereikende signaalsterkte worden er geen foto’s geüpload. Neem alle lokale wetten betreffende draadloze apparaten in acht en kies Uitschakelen waar draadloze apparaten verboden zijn.
A Eye-Fi-kaarten in ad hoc-stand gebruiken Er kan extra tijd nodig zijn bij het verbinden met behulp van Eye-Fi-kaarten die de ad hoc-stand ondersteunen. Selecteer langere waarden voor Timers automatisch uit > Stand-by-timer in het setup-menu (0 245). Firmwareversie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken Druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu) om het retoucheermenu weer te geven. G-knop Het retoucheermenu wordt gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van de foto’s op de geheugenkaart aan te maken en is alleen beschikbaar als er een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
Geretoucheerde kopieën maken Voer het volgende uit om een geretoucheerde kopie te maken: 1 Geef geretoucheerde opties weer. Markeer de gewenste optie in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). A Retoucheren De camera is mogelijk niet in staat om foto’s gemaakt met andere toestellen weer te geven of te retoucheren.
4 Maak een geretoucheerde kopie. Druk op J om een geretoucheerde kopie te maken. Met uitzondering van de foto-informatie “alleen beeld”, pagina (0 172), worden geretoucheerde kopieën aangeduid door een N-pictogram. A Geretoucheerde kopieën maken tijdens weergave Om een geretoucheerde kopie van de foto te maken die momenteel in schermvullende weergave wordt weergegeven (0 170), druk op P, markeer vervolgens Retoucheren en druk op J en selecteer een retoucheeroptie (Beeld-op-beeld uitgezonderd).
D-Lighting G-knop ➜ N retoucheermenu D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die met tegenlicht zijn gemaakt. Voor D-Lighting D-Lighting (persoon) Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid uit te voeren correctie te kiezen; het effect kan vooraf als voorbeeld in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de foto te kopiëren. ❚❚ Personen Selecteer Personen om D-Lighting voor personen te beperken.
Rode-ogencorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Deze optie wordt gebruikt om “rode-ogen” te corrigeren die worden veroorzaakt door de flitser en is alleen beschikbaar voor foto’s die met de flitser zijn gemaakt. De foto geselecteerd voor rode-ogencorrectie kan vooraf als voorbeeld in het bewerkingsvenster worden bekeken. Controleer de effecten van rode-ogencorrectie en druk op J om een kopie te maken.
Bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. De geselecteerde foto wordt weergegeven, waarbij de geselecteerde uitsnede in geel wordt aangegeven; maak een uitgesneden kopie zoals beschreven in de volgende tabel. Knop Formaat van uitsnede vergroten Formaat van uitsnede verkleinen Beeldverhouding van uitsnede wijzigen Uitsnede verplaatsen Kopie maken Functie X W (Q) Beschrijving Druk op de X-knop om het formaat van de uitsnede te vergroten.
Monochroom G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van foto’s in Zwart-wit, Sepia of Koelblauw (blauw-wit monochroom). Bij het selecteren van Sepia of Koelblauw wordt een voorbeeld van de geselecteerde afbeelding weergegeven; druk op 1 om kleurverzadiging te vergroten, op 3 om te verkleinen. Druk op J om een monochrome kopie te maken.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Druk op J om de foto te kopiëren na het aanpassen van de filtereffecten, zoals hieronder beschreven. Optie Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, waarbij de foto Skylight minder blauw wordt. Maakt een kopie met het filtereffect van warme tinten, Warm filter waardoor de kopie een “warme”, rode kleurzweem krijgt. Versterk rood (Rood Rood versterken versterken), groen (Groen versterken) of blauw (Blauw Groen versterken).
Kleurbalans G-knop ➜ N retoucheermenu Gebruik de multi-selector om een kopie met een gewijzigde kleurbalans te maken, zoals hieronder aangeduid. Rode, groene en blauwe histogrammen (0 174) tonen de verdeling van toonwaarden in de kopie. Meer groen toevoegen Maak een geretoucheerde kopie Meer blauw toevoegen Meer amber toevoegen Meer magenta toevoegen A Zoom Druk op de X-knop om op het beeld in de monitor in te zoomen.
Beeld-op-beeld G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om een enkele foto te maken die afzonderlijk van de originele foto’s wordt opgeslagen; de resultaten, die gebaseerd zijn op RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan over elkaar geplaatste beelden die met een beeldverwerkingsprogramma worden gemaakt.
2 Selecteer de eerste afbeelding. Gebruik de multi-selector om de eerste foto voor beeld-op-beeld te markeren. Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. 3 Selecteer de tweede afbeelding. De geselecteerde afbeelding verschijnt als Beeld 1. Markeer Beeld 2 en druk op J en selecteer vervolgens de tweede foto, zoals beschreven in Stap 2. 4 Pas versterking aan.
5 Voorbeeld van beeld-op-beeld. Druk op 4 of 2 om de cursor in de Voorbld-kolom te plaatsen en druk op 1 of 3 om Bld>bld te markeren. Druk op J om een voorbeeld van beeld-op-beeld te bekijken, zoals rechts weergegeven (selecteer Opslaan om het beeld-op-beeld zonder voorbeeldweergave op te slaan). Druk op W (Q) om naar Stap 4 terug te keren en selecteer nieuwe foto’s of pas de versterking aan. 6 Sla het beeld-op-beeld op.
NEF (RAW)-verwerking G-knop ➜ N retoucheermenu Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. 1 Selecteer NEF (RAW)verwerking. Markeer NEF (RAW)verwerking in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven waarin alleen NEF (RAW)-afbeeldingen worden weergegeven die met deze camera zijn gemaakt. 2 Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven).
3 Pas de instellingen voor NEF (RAW)-verwerking aan. Pas de hieronder vermelde instellingen aan. Merk op dat witbalans niet beschikbaar is voor foto’s gecreëerd met beeld-op-beeld en dat de effecten van belichtingscorrectie kunnen verschillen van de effecten die verwacht zouden mogen worden toen de foto werd gemaakt.
Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleinere kopieën van één of meer geselecteerde foto’s. 1 Selecteer Formaat wijzigen. Markeer Formaat wijzigen in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Kies een formaat. Markeer Kies formaat en druk op 2. Markeer een optie en druk op J.
3 Kies foto’s. Markeer Foto selecteren en druk op 2. Markeer foto’s met behulp van de multi-selector en druk op de W (Q)-knop om deze te selecteren of ongedaan te maken (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd door een 1-pictogram. Druk op J zodra de selectie is voltooid. W (Q)-knop 4 Sla de kopieën met gewijzigd formaat op. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven.
Snel retoucheren G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën waarvan de verzadiging en het contrast zijn verbeterd. Waar nodig wordt D-Lighting toegepast om donkere of met tegenlicht belichte onderwerpen helderder te maken. Druk op 4 of 2 om de mate van verbetering te kiezen. Druk op J om de foto te kopiëren. Rechtzetten G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een rechtgezette kopie van het geselecteerde beeld. Druk op 2 om de foto maximaal vijf graden naar rechts te draaien in stappen van ca.
Vertekeningscorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met minder perifere vertekening. Selecteer Automatisch om de camera de vertekening automatisch te laten corrigeren en voer daarna fijnafstelling uit met behulp van de multi-selector, of selecteer Handmatig om vertekening handmatig te corrigeren (merk op dat Automatisch niet beschikbaar is voor foto’s die gemaakt zijn met automatische vertekeningscorrectie; zie pagina 225).
Lijntekening G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een lijntekeningkopie van een foto om als basis te dienen voor een schilderij. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Voor Na Foto-illustratie G-knop ➜ N retoucheermenu Verscherp omtreklijnen en vereenvoudig kleuren voor een postereffect. Druk op 2 of 4 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Kleurenschets G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van een foto die lijkt op een schets gemaakt met kleurpotloden. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Levendigheid kan worden verhoogd om kleuren meer verzadigd te maken, of verlaagd voor een vervaagd, monochroom effect terwijl de omtreklijnen dikker of dunner kunnen worden gemaakt. Dikkere omtreklijnen zorgen voor meer verzadigde kleuren. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Miniatuureffect G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Dit effect werkt het best bij foto’s die vanuit een hoog camerastandpunt zijn genomen. Het gedeelte dat scherp in beeld wordt gebracht in de kopie wordt aangeduid door een gele rand. Knop Oriëntatie kiezen Scherp te stellen veld kiezen Druk op W (Q) Beschrijving Druk op W (Q) om de oriëntatie van het scherpgestelde gedeelte te kiezen.
Selectieve kleur G-knop ➜ N retoucheermenu Creëer een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur verschijnen. 1 Selecteer Selectieve kleur. Markeer Selectieve kleur in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken). 3 Selecteer een kleur.
4 Markeer het kleurbereik. Kleurbereik Draai aan de hoofdinstelschijf om het kleurbereik voor de geselecteerde kleur te markeren. 5 Kies het kleurbereik. Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten te verhogen of te verlagen die in de uiteindelijke foto worden vastgelegd. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. 6 Selecteer extra kleuren.
7 Bewaar de bewerkte kopie. Druk op J om de foto te kopiëren. Vergelijken G-knop ➜ N retoucheermenu Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu door het indrukken van de P-knop en het selecteren van Retoucheren wordt weergegeven wanneer een kopie of origineel in volledig scherm wordt afgespeeld. 1 Selecteer een foto.
2 Selecteer Vergelijken. Markeer Vergelijken in het retoucheermenu en druk op J. 3 Vergelijk de kopie met het Opties die zijn gebruikt om origineel. een kopie te maken De bronfoto wordt links weergegeven en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties, die zijn gebruikt om de kopie te maken, bovenaan het scherm worden weergegeven. Druk Bronfoto Geretoucheerde op 4 of 2 om tussen de kopie bronfoto en de geretoucheerde foto te schakelen.
m Recente Instellingen Druk op G en selecteer de tab m (recente instellingen) om het menu recente instellingen weer te geven. G-knop In het menu recente instellingen staan de 20 meest recent gebruikte instellingen. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren en druk op 2 om te selecteren. A Items uit het menu recente instellingen verwijderen Markeer een item en druk op de O-knop om het item uit het menu recente instellingen te verwijderen.
Technische opmerkingen Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik van de camera op problemen stuit. Compatibele objectieven Compatibele CPU-objectieven Deze camera ondersteunt autofocus alleen met AF-S, AF-P en en AF-I CPU-objectieven. De namen van AF-S-objectieven beginnen met AF-S, AF-P-objectieven met AF-P en AF-I-objectieven met AF-I.
4 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen. 5 Optimale belichting wordt alleen verkregen als het objectief op maximaal diafragma staat en het objectief niet wordt verschoven of gekanteld. 6 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of korter. 7 Wanneer op minimale scherpstelafstand de objectieven AF 80–200mm f/2.8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm f/3.5–4.5 (nieuw) of AF 28–85mm f/3.5–4.
A CPU- en G-, E- en D-type objectieven herkennen CPU-objectieven zijn te herkennen aan de aanwezigheid van CPU-contacten, G-, E- en D-type objectieven aan een letter op de objectiefvatting. G- en E-type objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring. CPU-contacten Diafragmaring CPU-objectief G- en E-type objectief D-type objectief Vergrendel de diafragmaring bij het kleinste diafragma (hoogste f-waarde) wanneer een CPU-objectief met een diafragmaring wordt gebruikt.
Compatibele objectieven zonder CPU Objectieven zonder CPU mogen alleen worden gebruikt wanneer de camera zich in de M-stand bevindt. Het selecteren van een andere stand schakelt de ontspanknop uit. Het diafragma moet handmatig worden aangepast via de diafragmaring en het lichtmeetsysteem van de camera; i-DDL-flitssturing en andere functies waarvoor een CPU-objectief nodig is, kunnen niet worden gebruikt.
D Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU De volgende accessoires en objectieven zonder CPU kunnen NIET worden gebruikt voor de D3300: • TC-16AS AF-teleconverter • Niet-AI-objectieven • Objectieven die alleen werken met de AU-1-scherpsteleenheid (400mm f/4.5, 600mm f/5.6, 800mm f/8, 1200mm f/11) • Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.
D AF-hulpverlichting De AF-hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m; gebruik bij het gebruik van de verlichting een objectief met een brandpuntsafstand van 18–200 mm en verwijder de zonnekap. Voor de volgende objectieven is AF-hulpverlichting niet beschikbaar: • AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED • AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR • AF-S DX NIKKOR 55–300mm f/4.5–5.6G ED VR • AF-S VR Zoom-Nikkor 70–200mm f/2.8G IF-ED • AF-S NIKKOR 70–200mm f/2.8G ED VR II • AF-S Zoom-Nikkor 80–200mm f/2.
D De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser kan worden gebruikt met objectiefbrandpuntsafstanden van 18–300 mm, waarbij moet worden opgemerkt dat de flitser bij sommige afstanden of brandpuntsafstanden het onderwerp niet volledig zal kunnen verlichten als gevolg van de door het objectief opgeworpen schaduw (zie onderstaande afbeelding), terwijl objectieven die het zicht van het onderwerp op de lamp voor rode-ogenreductie belemmeren het goed functioneren van rode-ogenreductie kunnen hinderen.
Objectief AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S NIKKOR 18–35mm f/3.5–4.5G ED AF Zoom-Nikkor 18–35mm f/3.5–4.5D IF-ED AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR, AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G AF-S DX Zoom-Nikkor 18–70mm f/3.5–4.5G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX Zoom-Nikkor 18–135mm f/3.5–5.6G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED, AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.
Objectief Zoomstand AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G IF-ED 24 mm 28–120 mm 24 mm 28–120 mm 35 mm 50–70 mm 28 mm 35 mm 50–300 mm 200 mm 250 mm 300 mm 24 mm AF-S NIKKOR 24–120mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 28–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S VR Zoom-Nikkor 200–400mm f/4G IF-ED, AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II PC-E NIKKOR 24mm f/3.
A De beeldhoek berekenen De grootte van het gebied dat wordt belicht door een kleinbeeldcamera is 36 × 24 mm. De grootte van het gebied dat wordt belicht door de D3300 is daarentegen 23,5 × 15,6 mm, wat betekent dat de beeldhoek van een kleinbeeldcamera circa 1,5 keer zo groot is als die van de D3300. De geschatte brandpuntsafstand van objectieven voor de D3300 in kleinbeeldformaat kan bij benadering worden berekend door de brandpuntsafstand van het objectief te vermenigvuldigen met 1,5.
Optionele flitsers (Speedlights) De camera ondersteunt het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) en kan worden gebruikt voor CVS-compatibele flitsers. De ingebouwde flitser zal niet flitsen wanneer een optionele flitser is bevestigd.
A Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) Nikons geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) biedt een verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers voor betere flitsfoto’s. Raadpleeg de meegeleverde documentatie van de flitser voor meer informatie. A Richtgetal Deel het richtgetal door het diafragma om het bereik van de flitser op vol vermogen te berekenen. Als de flitser bijvoorbeeld een richtgetal van 34 m (ISO 100, 20 °C) heeft; het bereik bij een diafragma van f/5.
De hierboven genoemde CVS-compatibele flitsers ondersteunen de volgende functies: z SB-300 Enkel flitsen Master Geavanceerde draadloze flitssturing i-DDLuitgebalanceerde invulflits voor i-DDL digitale SLR 1 Standaard i-DDL-flitser voor digitale SLR Automatisch AA diafragma Niet-DDL A automatisch Handmatig met GN afstandsprioriteit M Handmatig Stroboscopisch RPT flitsen Externe flitserregeling i-DDL i-DDL Snelle draadloze [A:B] flitserregeling Automatisch AA diafragma Niet-DDL A automatisch M Handmatig S
Extern Geavanceerde draadloze flitssturing i-DDL i-DDL z Snelle draadloze [A:B] z flitserregeling Automatisch AA z5 diafragma Niet-DDL A z automatisch M Handmatig z Stroboscopisch RPT z flitsen Doorgave van flitskleurinformatie z AF-hulp voor meervelds-AF z Rode-ogenreductie z Selectie flitsstand camera — Firmware-update cameraflitser z z z z — — z — — z5 — — — — — — — z — — — — — — — z z z — — z — — z z z — — — — — z z z — — — z — — — — — — — — — — — — — z z z — z z z z — — z —
❚❚ Overige flitsers De volgende flitsers zijn geschikt in niet-DDL automatische en handmatige standen. Gebruik met de camera in belichtingsstand S of M en een geselecteerde sluitertijd van 1/200 sec. of langer.
D Opmerkingen over optionele flitsers Raadpleeg de Speedlight-handleiding voor gedetailleerde instructies. Als de flitser CVS ondersteunt, raadpleeg dan de paragraaf over CVS-compatibele digitale SLR-camera’s. De D3300 wordt niet vermeld in de “digitale SLR”-categorie in de handleidingen van de SB-80DX, SB-28DX en SB-50DX.
De SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600 en SB-400 beschikken over rode-ogenreductie, terwijl de SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600 en SU-800 over AF-hulpverlichting beschikken met de volgende beperkingen: • SB-910 en SB-900: AF-hulpverlichting is beschikbaar voor 17–135 mm AF-objectieven, autofocus is echter alleen beschikbaar voor de rechts getoonde scherpstelpunten.
Overige accessoires Bij het samenstellen van deze handleiding waren voor de D3300 de volgende accessoires beschikbaar. Voedingsbronnen Filters • Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL14a (0 14): Extra EN-EL14a-batterijen zijn verkrijgbaar bij uw winkelier en bij Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers. Ook kunnen EN-EL14-batterijen worden gebruikt. • Batterijlader MH-24 (0 14): Laad EN-EL14a- en EN-EL14-batterijen.
• Oculairkapje DK-5 (0 73): Dit voorkomt dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort. • DK-20C Zoekercorrectielenzen: Er zijn objectieven beschikbaar voor dioptrieën van –5, –4, –3, –2, 0, +0,5, +1, +2 en +3 m–1 wanneer de dioptrieregelaar van de camera zich in de neutrale positie bevindt (–1m–1). Gebruik alleen zoekercorrectielenzen als de gewenste scherpstelling niet verkregen kan worden met de ingebouwde dioptrieregelaar (–1,7 tot + 0,5 m–1).
Bodydop Afdekkapje accessoireschoen Afstandsbedieningen/ draadloze afstandsbediening Bodydop BF-1B/Bodydop BF-1A: De bodydop houdt de spiegel, het zoekerscherm en de beeldsensor stofvrij wanneer er geen objectief is geplaatst. Afdekkapje accessoireschoen BS-1: Een kapje dat de accessoireschoen beschermt. De accessoireschoen wordt voor optionele flitsers gebruikt. • Draadloze afstandsbediening ML-L3 (0 97): De ML-L3 gebruikt een 3 V CR2025-batterij.
Microfoons Accessoires voor de accessoireaansluiting Accessoires USB- en AVaansluiting Stereomicrofoon ME-1 (0 161) De D3300 is voorzien van een accessoire-aansluiting voor WR-1 en WR-R10 draadloze afstandsbedieningen (0 99, 258), MC-DC2 afstandsbedieningskabels (0 110, 258) en GP-1/GP-1A GPS-apparaten (0 259), welke aansluiten op de 4markering op de aansluiting die op één lijn wordt gebracht met de 2 naast de accessoire-aansluiting (sluit het deksel van de aansluiting wanneer de aansluiting niet in gebr
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende SD-geheugenkaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik in de D3300. Voor het opnemen van films worden kaarten met een klasse 6 schrijfsnelheid of sneller aanbevolen. Wanneer kaarten met een lagere schrijfsnelheid worden gebruikt, kan de opname onverwacht worden beëindigd.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Zet de camera uit voordat u de optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter aansluit. 1 Maak de camera gereed. Open de deksels van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5A-stroomaansluiting. Plaats de aansluiting in de aangegeven richting en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. Zorg dat de aansluiting in zijn geheel is geplaatst. 3 Sluit het deksel van het batterijvak.
4 Sluit het deksel van het batterijvak. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het netsnoer van de EP-5A op de gelijkstroomaansluiting (r). Het pictogram P verschijnt in de monitor wanneer de camera via de lichtnetadapter en de stroomaansluiting wordt gevoed.
Behandeling van uw camera Opslag Wanneer de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder de batterij, plaats het afdekkapje terug en bewaar de batterij op een koele, droge plek. U voorkomt de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren.
Reiniging van de beeldsensor Als u vermoedt dat vuil- of stofdeeltjes die op het filter zitten op de foto’s te zien zijn, dan kunt u het filter reinigen met behulp van de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu. De sensor kan op elk gewenst moment worden gereinigd met behulp van de optie Nu reinigen, of reiniging kan automatisch worden uitgevoerd wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld. ❚❚ “Nu reinigen” 1 Plaats de camera met de onderzijde omlaag.
3 Selecteer Nu reinigen. Markeer Nu reinigen en druk op J. De camera controleert de beeldsensor en begint vervolgens met reinigen. 1 knippert in de zoeker en andere bewerkingen kunnen niet worden uitgevoerd. Verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het reinigen is voltooid en het rechts getoonde bericht niet langer wordt weergegeven.
❚❚ “Reinigen bij aan-/uitzetten” 1 Selecteer Reinigen bij aan-/ uitzetten. Selecteer Beeldsensor reinigen, markeer vervolgens Reinigen bij aan/uitzetten en druk op 2. 2 Selecteer een optie. Markeer een optie en druk op J. Kies uit Reinigen bij aanzetten, Reinigen bij uitzetten, Reinigen bij aan- en uitzetten en Reiniging uit. D Reiniging van de beeldsensor Het gebruik van camerabedieningen tijdens het opstarten, onderbreekt reiniging van de beeldsensor.
❚❚ Handmatig reinigen Als stof of vuil niet van de beeldsensor kan worden verwijderd via de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu (0 314), dan kan de sensor handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven. Denk er echter aan dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon raadt aan het reinigen van de sensor alleen over te laten aan Nikon geautoriseerd servicepersoneel. 1 Laad de batterij op.
4 Druk op J. Het rechts getoonde bericht wordt in de monitor weergegeven. 5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt omhoog geklapt en het sluitergordijn wordt geopend, zodat de beeldsensor zichtbaar wordt. 6 Onderzoek de beeldsensor. Houd de camera zodanig vast dat er licht op de beeldsensor valt en onderzoek de binnenkant van de camera op stof en vuil. Ga naar Stap 8 als er geen vuil of stof aanwezig is. 7 Reinig de sensor.
8 Schakel de camera uit. De spiegel wordt neergeklapt en het sluitergordijn gaat dicht. Plaats het objectief of de bodydop terug. A Gebruik een betrouwbare voedingsbron Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Als de camera uitschakelt terwijl de spiegel is opgeklapt, dan sluit het gordijn automatisch. Neem het volgende in acht om schade aan het gordijn te voorkomen: • Zet de camera niet uit en verwijder of ontkoppel de voedingsbron niet wanneer de spiegel is opgeklapt.
D Vuil op de beeldsensor Vuil dat de camera binnendringt wanneer objectieven of bodydoppen worden verwijderd of verwisseld (of in zeldzame omstandigheden smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf) kan aan de beeldsensor hechten, waardoor dit in foto’s kan verschijnen die onder bepaalde omstandigheden zijn gemaakt.
Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen Behandeling van uw camera Laat niet vallen: Blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen leiden. Houd droog: Dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roesten van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Reiniging: Gebruik een blaasbalgje om stof of pluisjes te verwijderen en veeg de camerabody voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout te verwijderen met een doek die licht bevochtigd is met schoon water en droog de camera vervolgens grondig af. Het objectief en de spiegel kunnen gemakkelijk beschadigd raken. Verwijder stof en pluisjes voorzichtig met een blaasbalgje.
Opmerking over de monitor: De monitor is met extreem hoge precisie gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Vandaar dat deze schermen pixels kunnen bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit (zwart) zijn; dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn vastgelegd met dit apparaat. Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
Behandeling van de batterij Batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van batterijen: • Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat. • Stel de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen. • Houd de contacten van de batterijen schoon. • Zet de camera uit voordat u de batterij verwisselt.
• Een merkbare daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist. Koop een nieuwe EN-EL14a-batterij. • Laad de batterij voor gebruik op. Houd voor het fotograferen van belangrijke gebeurtenissen een extra volledig opgeladen EN-EL14a-batterij bij de hand. Afhankelijk van waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk zijn om snel een vervangende batterij te kopen.
Beschikbare instellingen De volgende tabel bevat de instellingen die in de diverse standen beschikbaar zijn. i, j z z — — P, S, A, M z z z z Autom.
i, j P, S, A, M Zoeker z2 z Livebeeld/ film — z Ingeb. AF-hulpverlichting z z Lichtmeting Flitserregeling ingeb.
Ontspanstand Zoeker %, S, T, U, g, k, l, p, m, ', (, 3, 1, 2, n, o 3, ), I z2 z2 (niet beschikbaar in I-stand) z z (niet beschikbaar in %- en I-standen) i, j P, S, A, M z2 z z z z z z z z z (alleen beschikbaar in P-stand) z2 z2 — — z — z2 (alleen beschikbaar in %- en I-standen) Scherpstelstand Overige instellingen Livebeeld/ film AE-L/AF-L-knop vast — Flexibel programma — Belichtingscorrectie — z2 z2 (niet (alleen beschikbaar in Flitsstand z beschikbaar in S-, T-, U-, g- en l- e
Problemen oplossen Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt. Batterij/weergave De camera is aan, maar reageert niet: Wacht tot de opname klaar is. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen.
Opname (Alle standen) Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen. Ontspanknop uitgeschakeld: • Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 15, 23, 338). • Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart (0 253) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 15). • Ingebouwde flitser wordt opgeladen (0 31). • Camera is niet scherpgesteld (0 27). • CPU-objectief met bevestigde diafragmaring maar diafragma niet vergrendeld bij hoogste f-waarde (0 291).
AF-hulpverlichting brandt niet: • AF-hulpverlichting brandt niet als AF-C is geselecteerd voor autofocusstand (0 74) of als continue servo-autofocus is geselecteerd wanneer de camera zich in de stand AF-A bevindt. Kies AF-S. AF-hulp is tevens niet beschikbaar wanneer f (3D-tracking (11 punten)) is geselecteerd voor AF-veldstand; als enkelpunts of dynamisch veld-AF is geselecteerd, selecteer middelste scherpstelpunt (0 78, 80). • De camera bevindt zich momenteel in livebeeld of er wordt een film opgenomen.
Signaal gaat niet af: • Uit is geselecteerd voor Signaal (0 247). • Camera bevindt zich in de stand stil ontspannen (0 70) of er wordt een film opgenomen (0 155). • MF of AF-C is geselecteerd als de scherpstelstand of het voorwerp beweegt wanneer AF-A is geselecteerd (0 74). Foto’s zijn vlekkerig: Reinig voorste en achterste objectiefelementen. Mocht het probleem zich blijven voordoen, reinig dan de beeldsensor (0 314).
Opname (P, S, A, M) Ontspanknop uitgeschakeld: • Objectief zonder CPU is bevestigd: draai de standknop van de camera naar M (0 292). • Standknop naar S gedraaid na sluitertijd “Bulb” of “Time” geselecteerd in stand M: kies nieuwe sluitertijd (0 104). Niet alle sluitertijden zijn beschikbaar: • Flitser in gebruik (0 93). • Wanneer Aan is geselecteerd voor Filminstellingen > Handmatige filminstellingen in het opnamemenu, variëren de beschikbare sluitertijden afhankelijk van de beeldsnelheid (0 159).
Weergave NEF (RAW)-afbeelding wordt niet afgespeeld: Foto werd gemaakt bij beeldkwaliteit NEF (RAW)+JPEG (0 86). Sommige foto’s worden niet weergegeven tijdens weergave: Selecteer Alle voor Weergavemap. Merk op dat Huidige automatisch wordt geselecteerd na het maken van de foto (0 220). Staande foto’s (portretstand) worden liggend (landschap) weergegeven: • Selecteer Aan voor Draai portret (0 221). • De foto werd gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie (0 243).
Foto wordt niet weergegeven op tv: • Kies de juiste videostand (0 260) of uitvoerresolutie (0 218). • A/V (0 215)- of HDMI (0 217)-kabel is niet juist aangesloten. Camera reageert niet op afstandsbediening voor HDMI-CEC-televisie: • Selecteer Aan voor HDMI > Apparaatbesturing in het setup-menu (0 218). • Pas de HDMI-CEC-instellingen aan voor de televisie zoals beschreven in de documentatie behorende bij dit apparaat.
Foutmeldingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen in de zoeker en op de monitor. A Waarschuwingspictogrammen Een knipperende d in de monitor of s in de zoeker duidt aan dat er, door het indrukken van de W (Q)-knop, in de monitor een waarschuwing of foutbericht kan worden weergegeven. Aanduiding Monitor Vergrendel de diafragmaring van het objectief op het kleinste diafragma (grootste f/-waarde).
Aanduiding Monitor Initialisatiefout. Schakel de camera uit en weer in. Batterijniveau laag. Voltooi de bewerking en schakel de camera onmiddellijk uit. Klok niet ingesteld Geen geheugenkaart geplaatst Zoeker Oplossing 0 d/ Schakel de camera uit, verwijder de k batterij, plaats de batterij terug en 15, 17 (knippert) zet de camera weer aan. — Beëindig het reinigen, zet de camera uit en laad de batterij op of vervang de batterij. 319 — Stel de cameraklok in.
Aanduiding Monitor Zoeker Niet beschikbaar als Eye-Fi-kaart is vergrendeld. (/ k (knippert) Deze kaart is niet geformatteerd. Formatteer de kaart. T (knippert) Kaart is vol j/A/s (knippert) — ● (knippert) Onderwerp te helder s (knippert) Onderwerp te donker 338 Technische opmerkingen Oplossing 0 Eye-Fi-kaart is vergrendeld (beveiligd tegen schrijven). Schuif de schakelaar van de 23 schrijfbeveiliging naar de “write”-positie.
Aanduiding Monitor Zoeker A Geen 'Bulb' in S-stand (knippert) & Geen 'Tijd' in S-stand (knippert) Druk op de livebeeldknop q wanneer u een panorama (knippert)/ wilt maken. B Kan geen panorama maken met objectief met deze brandpuntsafstand. — — Oplossing 0 Wijzig sluitertijd of selecteer stand M. 105, 108 Druk op de a-knop om livebeeld te starten voordat een panorama 63 wordt opgenomen. Gebruik een objectief met een brandpuntsafstand van 55 mm of minder om panorama’s te maken.
Aanduiding Monitor Oplossing 0 Fout bij het updaten van de firmware voor optionele flitser. s Flitserfout Neem contact op met een door — (knippert) Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Ontspan de sluiter. Als de fout zich blijft voordoen, neem dan contact Fout. Druk opnieuw op de op met een door Nikon — ontspanknop. geautoriseerde O servicevertegenwoordiger. Opstartfout.
Aanduiding Monitor Kan dit bestand niet weergeven. Zoeker Oplossing Bestand kan niet worden — afgespeeld op de camera. Beelden die met andere apparaten Kan dit bestand niet — zijn gemaakt, kunnen niet worden selecteren. geretoucheerd. De geheugenkaart bevat geen Geen beeld om te NEF (RAW)-afbeeldingen voor — retoucheren. gebruik met NEF (RAW)verwerking. Controleer de printer. Selecteer Controleer de printer. — Doorgaan (indien beschikbaar) om te hervatten. Papier is niet het geselecteerde formaat.
Specificaties ❚❚ Nikon D3300 digitale camera Type Type Objectiefvatting Effectieve beeldhoek Effectieve pixels Effectieve pixels Beeldsensor Beeldsensor Totaal aantal pixels Stofreductiesysteem Opslag Beeldformaat (pixels) Bestandsindeling Digitale reflexcamera Nikon F-vatting (met AF-contacten) Nikon DX-formaat; brandpuntsafstand equivalent aan ca.
Opslag Picture Control-systeem Standaard, Neutraal, Levendig, Monochroom, Portret, Landschap; geselecteerde Picture Control kan worden aangepast Media SD (Secure Digital) en UHS-I compatibel SDHC- en SDXC-geheugenkaarten Bestandssysteem DCF 2.0, DPOF, Exif 2.3, PictBridge Zoeker Zoeker Beelddekking Vergroting Oogafstand Dioptrieregelaar Scherpstelscherm Reflexspiegel Objectiefdiafragma Spiegelreflexzoeker met pentaspiegel op ooghoogte Ca. 95% horizontaal en 95% verticaal Ca. 0,85 × (50 mm f/1.
Sluiter Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende filmvlaksluiter 1 Snelheid /4000 – 30 sec. in stappen van 1/3 LW; Bulb; Tijd Flitssynchronisatiesnelheid X= 1/200 sec.; synchroniseert met sluiter bij 1/200 sec. of langer Ontspannen Ontspanstand Beeldsnelheid Zelfontspanner Belichting Lichtmeetstand Lichtmeetmethode Bereik (ISO 100, f/1.
Belichting Stand Automatische standen (i automatisch; j automatisch, flitser uit); automatisch programma met flexibel programma (P); sluitertijdvoorkeuze (S); diafragmavoorkeuze (A); handmatig (M); onderwerpstanden (k portret; l landschap; p kinderen; m sport; n close-up; o nachtportret); standen speciale effecten (% nachtzicht; S superlevendig; T pop; U foto-illustratie; g kleurenschets; ' speelgoedcamera-effect; ( miniatuureffect; 3 selectieve kleur; 1 silhouet; 2 high-key; 3 low-key; ) HDR-schilderij; I
Scherpstelling Objectiefscherpstelling • Autofocus (AF): Enkelvoudige servo-AF (AF-S); continue servo-AF (AF-C); automatische AF-S/AF-C-selectie (AF-A); anticiperende scherpstelling automatisch geactiveerd overeenkomstig onderwerpstatus • Handmatige scherpstelling (MF): Elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt Scherpstelpunt Kan worden geselecteerd uit 11 scherpstelpunten AF-veldstand Enkelpunts AF, dynamisch veld-AF, automatisch veld-AF, 3D-tracking (11 punten) Scherpstelvergrendeling Scherpstellin
Flitser Flitscorrectie Flitsgereedaanduiding Accessoireschoen Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS) Synchronisatieflits Witbalans Witbalans Livebeeld Objectiefscherpstelling AF-veldstand Autofocus Automatische onderwerpselectie –3 – +1 LW in stappen van 1/3 LW Brandt wanneer de ingebouwde flitser of optionele flitser volledig opgeladen is; knippert nadat dat flitser heeft geflitst op volle sterkte ISO 518 flitsschoencontact met synchronisatie en vergrendeling Geavanceerde draadloze flitssturing ond
Film Lichtmeting DDL-lichtmeting met hoofdbeeldsensor Lichtmeetmethode Matrix Beeldformaat (pixels) en • 1920 × 1080, 60p (progressief)/50p/30p/25p/24p, beeldsnelheid ★ hoog/normaal • 1280 × 720, 60p/50p, ★ hoog/normaal • 640 × 424, 30p/25p, ★ hoog/normaal Beeldsnelheden van 30p (werkelijke beeldsnelheid 29,97 bps) en 60p (werkelijke beeldsnelheid 59,94 bps) zijn beschikbaar wanneer NTSC is geselecteerd voor videostand. 25p en 50p zijn beschikbaar wanneer PAL is geselecteerd voor videostand.
Interface USB Video-uitgang HDMI-uitgang Accessoire-aansluiting Audio-ingang Ondersteunde talen Ondersteunde talen Voeding Batterij Lichtnetadapter Statiefaansluiting Statiefaansluiting Hi-Speed USB NTSC, PAL Type-C HDMI-ministekkeraansluiting Draadloze afstandsbedieningen: WR-1, WR-R10 (apart verkrijgbaar) Afstandsbedieningskabels: MC-DC2 (apart verkrijgbaar) GPS-apparaten: GP-1/GP-1A (apart verkrijgbaar) Stereoministekkeraansluiting (diameter 3,5 mm); ondersteunt optionele stereomicrofoon ME-1 Arabisch
Afmetingen/gewicht Afmetingen (B × H × D) Gewicht Gebruiksomgeving Temperatuur Luchtvochtigheid Ca. 124 × 98 × 75,5 mm Ca. 460 g met batterij en geheugenkaart, maar zonder bodydop; ca. 410 g (alleen camerabody) 0 °C–40 °C 85% of minder (geen condensatie) • Tenzij anders vermeld, zijn alle metingen uitgevoerd conform de normen of richtlijnen van de Camera and Imaging Products Association (CIPA). • Alle getallen hebben betrekking op een camera met een volledig opgeladen accu.
❚❚ Batterijlader MH-24 Nominale invoer Nominale uitvoer Ondersteunde batterijen Oplaadtijd Gebruikstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Gewicht 100–240 V wisselstroom, 50/60 Hz, maximaal 0,2 A 8,4 V gelijkstroom/0,9 A Nikon oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL14a Ca. 1 uur en 50 minuten bij een omgevingstemperatuur van 25 °C wanneer de batterij leeg is 0 °C–40 °C Ca. 70 × 26 × 97 mm, exclusief stekkeradapter Ca.
❚❚ Ondersteunde normen • DCF-versie 2.0: de Design Rule for Camera File System (DCF) (ontwerpnormen voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: Digital Print Order Format (DPOF) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart. • Exif-versie 2.
A Handelsmerkinformatie Mac OS en OS X zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Het PictBridge-logo is een handelsmerk. De SD-, SDHC- en SDXC-logo’s zijn handelsmerken van SD 3C, LLC.
Objectiefsets De camera kan als set samen met het hieronder vermelde objectief worden gekocht. AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR en AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.
❚❚ Scherpstelling De scherpstelstand kan worden geselecteerd met behulp van de camerabediening (0 74). Autofocus Scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt (0 74). De scherpstelring kan ook worden gebruikt om de camera scherp te stellen als de ontspanknop half wordt ingedrukt (of als de AF-ON-knop ingedrukt wordt gehouden); de zogeheten “autofocus met handcorrectie” (M/A).
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijder zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen ontstaan waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt). Schaduw Camera D5500/D5300/D5200/D3300 Vignettering Zoomstand 18 mm 24, 35, 45 en 55 mm Minimumafstand zonder vignettering 1,0 m Geen vignettering ❚❚ Vibratiereductie (alleen VR, AF-P DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.
D Vibratiereductie • Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd voordat de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt. • Wanneer vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt ontspannen. Dit duidt niet op een defect.
❚❚ Meegeleverde accessoires • 55 mm voorste objectiefdop LC-55A met klikbevestiging • Achterste objectiefdop ❚❚ Compatibele accessoires • • • • 55 mm schroeffilters Achterste objectiefdop LF-4 Objectiefetui CL-0815 Bajonetkap HB-N106 Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—{).
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefopbouw Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen G-type AF-P DX-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting 18–55 mm f/3.5–5.
AF-S DX NIKKOR 18–55mm f/3.5–5.6G VR II Dit intrekbare objectief, uitsluitend voor gebruik met DX-formaat digitale SLR-camera’s van Nikon, is het objectief dat in deze handleiding doorgaans wordt gebruikt voor illustratieve doeleinden. De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld.
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijder zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen ontstaan waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt). Schaduw Vignettering ❚❚ Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie kan worden ingeschakeld door de vibratiereductieschakelaar naar ON te schuiven en treedt in werking zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
D Vibratiereductie • Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd voordat de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt. • Wanneer vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt ontspannen. Dit duidt niet op een defect.
❚❚ Meegeleverde accessoires • 52 mm voorste objectiefdop LC-52 met klikbevestiging • Achterste objectiefdop ❚❚ Compatibele accessoires • • • • 52 mm schroeffilters Achterste objectiefdop LF-4 Flexibel objectiefetui CL-0815 Bajonetkap HB-69 Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) zoals afgebeeld in Figuur q en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—{).
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefopbouw Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen Vibratiereductie Kortste scherpstelafstand Diafragmalamellen Diafragma Diafragmabereik Lichtmeting Maat voor filters/ voorzetlenzen Afmetingen Gewicht 364 Technische opmerkingen G-type AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting 18–55 mm f/3.5–5.
D Onderhoud van het objectief • Houd de CPU-contacten schoon. • Verwijder stof en pluisjes op het objectiefglas met een blaasbalgje. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken brengt u een kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger aan op een zachte, schone katoenen doek of op een lensdoekje en veegt u vanuit het midden in een cirkelvormige beweging naar de buitenkant over het objectiefglas. • Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of benzeen om het objectief te reinigen.
A Een opmerking over groothoek- en supergroothoekobjectieven Autofocus levert mogelijk niet de gewenste resultaten in situaties zoals hieronder getoond. 1 Voorwerpen op de achtergrond beslaan meer van het scherpstelpunt dan het hoofdonderwerp: Als het scherpstelpunt zowel voorgrond- als achtergrondobjecten bevat, stelt de camera mogelijk scherp op de achtergrond en valt het onderwerp mogelijk buiten de scherpstelling.
Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het aantal foto’s dat bij benadering kan worden opgeslagen op een 16 GB SanDisk Extreme Pro SDHC UHS-I-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit en beeldformaat (getallen voor panorama’s zijn niet inbegrepen). Beeldkwaliteit Beeldformaat Bestandsgrootte 1 Aantal beelden 1 Buffercapaciteit 2 NEF (RAW) + JPEG Fijn 3 NEF (RAW) Groot 31,5 MB 345 6 — 19,5 MB 524 11 Groot 12,1 MB 1.000 100 JPEG Fijn Middel 7,4 MB 1.700 100 Klein 3,8 MB 3.
Gebruiksduur van de batterij Het aantal filmopnamen of foto’s dat kan worden gemaakt met een volledig opgeladen batterij, varieert afhankelijk van de staat van de batterij, temperatuur, het interval tussen de opnamen en de tijdsduur dat de menu’s worden weergegeven. Hieronder vindt u enkele voorbeeldgetallen voor EN-EL14a-batterijen (1230 mAh). • Foto’s, enkel beeld ontspanstand (CIPA-standaard 1): circa 700 opnamen • Foto’s, continu-ontspanstand (Nikon-standaard 2): circa 2.
De gebruiksduur van de batterij kan door de volgende oorzaken worden verkort: • Gebruik van de monitor • Half ingedrukt houden van de ontspanknop • Herhaaldelijk bedienen van autofocus • Maken van NEF (RAW)-foto’s • Bij lange sluitertijden • Gebruik van een GP-1 of GP-1A GPS-apparaat • Gebruik van een Eye-Fi-kaart • Gebruik van een WU-1a draadloze mobiele adapter • Gebruik van vibratiereductie (VR) met VR-objectieven • Herhaaldelijk in- en uitzoomen met een AF-P-objectief.
Index Symbolen i (Automatische stand) ................... 4, 25 j (Automatische stand (flitser uit)) .... 4, 25 k (Portret) .............................................. 5, 47 l (Landschap) ...................................... 5, 47 p (Kinderen).......................................... 5, 48 m (Sport) ................................................. 5, 48 n (Close-up) .......................................... 5, 48 o (Nachtportret) .................................. 5, 49 q (Speciale effecten) .......
AE-L.............................................................116 AE-L/AF-L-knop ..........................81, 116, 252 AE-vergrendeling................................... 116 AF.........................................74–82, 144–147 AF met meevolg. scherpst.................. 145 AF-A .............................................................. 74 AF-C .............................................................. 74 Afdrukken................................................. 208 Afdrukken (DPOF).......
Digital Print Order Format (Digitaal afdrukformaat voor digitale camera's) 211, 213, 352 Dioptrieregelaar.............................. 20, 307 Direct op afstand (ML-L3) ...............67, 97 Direct zonlicht (Witbalans)................. 124 D-Lighting ................................................ 266 DPOF ....................................... 211, 213, 352 DPOF-afdrukopdracht.......................... 213 Draadloze afstandsbediening... 99, 258, 309 Draadloze mobiele adapter ......
Hi (Gevoeligheid) ..................................... 95 High-definition ..............................217, 352 Histogram.............................. 174, 220, 271 Hoge lichten ...................................173, 220 Hoofdschakelaar ...................................... 17 Huidig beeld wissen ............................. 192 Hulpstand ................................................... 41 I i-DDL..................................................
Ontspanknop ...................28, 81, 116, 252 Ontspannen bij geen kaart ................ 253 Ontspanstand ............................................67 Opeenvolgende nummering ............ 249 Opnamegegevens................................. 176 Opnamemenu......................................... 222 Opnamemenu terugzetten................ 224 Opslagmap............................................... 257 Optionele flitser.............................230, 299 Overgangseffecten ......................
Televisie..................................................... 215 Terugzetten ....................................224, 233 Tijd............................................................... 110 Tijdstempel (PictBridge)...................... 209 Tijdzone.............................................. 18, 242 Tijdzone en datum ................................242 Timer ............................................................ 71 Timers automatisch uit........................245 Tl-licht (Witbalans) .......
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.