DIGITALE CAMERA Naslaggids Nl
Inleiding Inhoudsopgave i xx Onderdelen van de camera 1 De opname voorbereiden 6 Basisbewerkingen voor opname en weergave 12 Opnamefuncties 21 Weergavefuncties 59 Films opnemen en weergeven 71 Menu's gebruiken 78 Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven 132 De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken 146 De camera aansluiten op een televisie, printer of computer 150 Technische opmerkingen 159
Inleiding Lees dit eerst Inleiding Om het maximum uit dit product van Nikon te halen, leest u aandachtig “Voor uw veiligheid” (Avi–viii), “ Schokbestendig, waterdicht, stofdicht, condensatie” (Aix), “ Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS, elektronisch kompas)” (Axv) en “Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)” (Axviii) en alle andere instructies en bewaart u deze waar ze worden gelezen door iedereen die de camera gebruikt.
De camerariem bevestigen voor gebruik op het land Verwijder de riem voor gebruik op het land voor u de camera onder water gebruikt.
Informatie en voorzorgsmaatregelen Permanente kennisoverdracht Inleiding Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites: • Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/ • Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support/ • Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.
Over de handleidingen Inleiding • Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon. • De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke product.
Wegwerpen van opslagmedia Inleiding Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben.
Voor uw veiligheid Inleiding Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
Vermijd langdurig contact met de camera, lichtnetlaadadapter of lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn Delen van de apparaten worden heet. Als u de apparaten langere tijd in direct contact met de huid laat komen, dan kan dat lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Inleiding • Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken. • Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. • Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet met kracht los en buig deze niet.
Schokbestendig, waterdicht, stofdicht, condensatie • Lees de volgende instructies alsook de instructies in “Verzorging van het product” (A160). Deze camera is geslaagd in de interne Nikon-test (valtest van een hoogte van 210 cm op een multiplexpaneel van 5 cm) dik overeenkomstig MIL-STD 810F Method 516.5Shock*. Deze test waarborgt niet de waterdichte prestaties van de camera, noch dat de camera in alle omstandigheden vrij zal zijn van schade of storingen.
Inleiding x Als de camera wordt blootgesteld aan overmatige schokken, vibratie of druk door de camera te laten vallen, erop te slaan of er een zwaar voorwerp op te plaatsen, kan de waterdichtheid niet worden gewaarborgd. • Als de camera werd blootgesteld aan schokken, is het aan te bevelen de waterdichtheid te laten nakijken door uw verkoper of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger (tegen betaling).
Inleiding • Als een vreemd voorwerp zich aan de buitenzijde van de camera of in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf vasthecht (bijvoorbeeld aan de gele waterdichte pakking, aan scharnieren, de geheugenkaartsleuf of aansluitingen), dient u dit onmiddellijk te verwijderen met een blaasbalgje. Als een vreemde stof zich vasthecht op de waterdichte pakking binnenin het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf, dient u deze stof te verwijderen met de meegeleverde borstel.
Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder water Inleiding Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat er water in de camera binnensijpelt. • Duik met de camera niet in water dat dieper is dan 30 m. • Gebruik de camera niet continu gedurende 60 minuten of langer onder water. • Gebruik de camera in water met een temperatuur van 0 °C tot 40 °C wanneer u de camera onder water gebruikt. • Gebruik de camera niet in warmtebronnen.
Inleiding 1. Houd het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf gesloten en spoel de camera af met zoet water. Dompel de camera gedurende 10 minuten onder in een ondiep waterbekken dat gevuld is met zoet water (bijvoorbeeld leidingwater of bronwater dat geen zout bevat). • Als de knoppen of schakelaars niet goed werken, kunnen er zich vreemde stoffen hebben afgezet.
Info over bedrijfstemperatuur, vocht en condensatie Inleiding Deze camera werd getest bij temperaturen van −10 °C tot +40 °C. Wanneer u de camera in koude streken of op grote hoogtes gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende voorzorgsmaatregelen. • De prestaties van de accu's (aantal opgenomen beelden en opnametijd) zullen tijdelijk afnemen. Houd de camera en accu's warm in een koudebestendige recipiënt of onder uw kledij voor u deze gebruikt.
Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS, elektronisch kompas) Inleiding Kaart-/locatienaamgegevens van deze camera Voor u locatiegegevensfuncties gebruikt, dient u de “GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS” (A187) te lezen en dient u zich akkoord te verklaren met de voorwaarden. • De kaart- en locatienaaminformatie (Points of Interest: POI) gelden voor april 2014. De kaart- en locatienaaminformatie wordt niet bijgewerkt.
Inleiding xvi Opmerkingen over meetfuncties De COOLPIX AW130 is een camera. Gebruik deze camera niet als navigatietoestel of meetinstrument. • Gebruik informatie (zoals richting, hoogte en waterdiepte) die door de camera werd gemeten, alleen als richtlijn. Gebruik deze informatie niet voor de navigatie van een vliegtuig, wagen of persoon en ook niet voor landmetingen.
Mededelingen Mededeling voor Europese klanten OPGELET DOE GEBRUIKTE ACCU'S VOLGENS DE INSTRUCTIES WEG. Inleiding GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE ACCU WORDT VERVANGEN DOOR EEN VERKEERD TYPE. Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen: • Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk) Inleiding Dit product valt onder de exportvoorschriften van de Verenigde Staten; u dient toelating te verkrijgen van de regering van de Verenigde Staten als u dit product exporteert of opnieuw exporteert naar een land waarvoor de Verenigde Staten een embargo heeft afgekondigd. De volgende landen waren onderworpen aan een embargo: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van radiotransmissies Hou er altijd rekening mee dat gegevens die via radiogolven worden verzonden of ontvangen, kunnen worden onderschept door derden. Merk op dat Nikon niet verantwoordelijk is voor gegevens- of informatielekken die tijdens de gegevensoverdracht kunnen optreden.
Inhoudsopgave Inleiding......................................................................................................................... i Inhoudsopgave Lees dit eerst................................................................................................................................. i Andere informatie ........................................................................................................................................
De opnamestand wijzigen .................................................................................................. 18 De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken ...................................................................... 19 Films opnemen........................................................................................................................ 19 Actiecontrole........................................................................................................................
Inhoudsopgave Beelden in een reeks weergeven.................................................................................................... 62 Beelden in een reeks wissen .............................................................................................................. 63 Beelden bewerken (foto's)................................................................................................... 64 Voor beelden worden bewerkt..................................................................
Inhoudsopgave AF-veldstand............................................................................................................................................. 104 Autofocus-stand ..................................................................................................................................... 105 Film VR .......................................................................................................................................................... 106 Filmlicht ........
Locatiegegevens bij beelden opnemen...................................................................... 133 De opnamelocatie tonen (weergavestand) .......................................................................... 136 De huidige positie op een kaart weergeven (opnamestand).................................... 138 Hoogtemeter en dieptemeter gebruiken................................................................... 140 Logs met bewegingsgegevens opnemen..............................................
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS ................................................................................................ 187 Specificaties ........................................................................................................................... 192 Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................... 197 Index...............................................................
xxvi
Onderdelen van de camera De camerabody 1 2 3 4 5 6 7 15 Onderdelen van de camera 14 13 12 11 10 9 8 1 2 Oogje voor camerariem.......................... ii 9 N-Mark (NFC-antenne) .............147, 149 Ontspanknop.............................................. 13 10 3 Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje ............................................................................. 10 Grendel deksel batterijvak/ geheugenkaartsleuf...................................
1 2 3 4 5 6 7 8 Onderdelen van de camera 16 15 14 13 1 2 Oogje voor camerariem.......................... ii OLED-monitor (monitor)*......................3 3 Zoomknop.................................................... 14 f : groothoek................................ 14 g : tele ............................................... 14 h : miniatuurweergave........... 60 i : zoomweergave..................... 59 j : help.............................................. 23 4 Laadlampje..........................
De monitor De informatie die op de monitor wordt weergegeven tijdens opname en weergave is afhankelijk van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera. Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A121)).
48 47 HDR 49 52 50 51 53 54 55 56 46 43 42 38 39 41 Onderdelen van de camera 4 24 10 44 45 25 26 28 40 400 37 1/250 F2.8 33 32 36 35 34 24 Scherpstelveld (onderwerp volgen) ..................................................................... 89, 90 25 Scherpstelveld (gezichtsherkenning, dierherkenning)..................27, 35, 51, 88 26 Scherpstelveld (handmatig of centrum) .........................................55, 88, 89 27 Scherpstelveld (AF met doelopsporing).................
Weergavestand 9 1 2 3 45678 999 / 999 9999 / 9999 29m00s 29m00s 999 / 999 29 28 26 27 25 24 9999. JPG 15 / 11 / 2015 15:30 16 20 18 Pictogram Sorteer op datum............ 61 Beveiligingspictogram.......................... 96 3 Reeksweergave (wanneer Individuele foto's is geselecteerd) ............................................................................. 98 4 Pictogram Glamour-retouchering .............................................................................
De opname voorbereiden Plaats de accu en de geheugenkaart Batterijvergrendeling Geheugenkaartsleuf De opname voorbereiden • Druk op de ontgrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (1) en draai de grendel van het deksel van het batterijvak/ de geheugenkaartsleuf (2) om het deksel (3) te openen. • Met de positieve en negatieve polen van de accu op de goede plaats, verplaatst u de oranje batterijvergrendeling (4) en plaatst u de accu volledig in het vak (5).
B Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen/sluiten Open en sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet in een zanderige of stofrijke omgeving of met natte handen. Als het deksel wordt gesloten zonder vreemde deeltjes te verwijderen, kan er water in de camera binnensijpelen of kan de camera beschadigd raken. • Als er vreemde deeltjes in het deksel of de camera terechtkomen, dient u deze onmiddellijk te verwijderen met een blaasbalgje of borstel.
De accu opladen 1 Als de accu op zijn plaats zit, sluit u de camera op het lichtnet aan. Laadlampje Lichtnetlaadadapter Stopcontact De opname voorbereiden USB-kabel (meegeleverd) Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u hem op de lichtnetlaadadapter. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product beschadigd raden als u de stekkeradapter met geweld probeert los te maken.
B Opmerkingen over de USB-kabel • Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden. • Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt. B Opmerkingen over het laden van de accu • De camera kan worden gebruikt terwijl de accu wordt opgeladen, maar de oplaadtijd neemt toe.
Schakel de camera in en stel de weergavetaal, datum en tijd in Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het taalkeuzescherm en het instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok. 1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. • De monitor schakelt in. • Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te zetten. • Merk op dat de hoofdschakelaar wordt geactiveerd enkele seconden nadat de accu werd geplaatst.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de k-knop. Datum en tijd • Gebruik JK om een veld te selecteren, en gebruik vervolgens HI om de datum en tijd in te stellen. • Selecteer het minutenveld en druk op de k-knop om de instelling te bevestigen. D M 01 01 2015 J u m 00 00 Bewerk. 7 Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, gebruikt u HI om Ja te selecteren, waarna u op de k-knop drukt. 8 Lees het bericht over waterdichtheid en druk op K.
Basisbewerkingen voor opname en weergave Opnemen met de stand Autom. scènekeuzekn. 1 Houd de camera stevig vast. • Let op dat uw vingers en overige voorwerpen zich niet voor het objectief, de flitser, de AFhulpverlichting, de microfoon of de luidspreker bevinden. • Als u opnamen in de portretstand (“staand”) maakt, draait u de camera op zo'n manier dat de flitser zich boven het objectief bevindt. Basisbewerkingen voor opname en weergave 2 Kadreer de foto.
3 Druk de ontspanknop half in. • Zodra het onderwerp scherp is, wordt scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen weergegeven. • Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt de camera scherp in het midden van het beeld en wordt het scherpstelveld niet weergegeven. • Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en probeer de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
De zoom gebruiken Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de zoompositie van het objectief. • Om in te zoomen: Verplaats naar g • Om uit te zoomen: Verplaats naar f Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale groothoekstand. Tele Groothoek • Een zoomaanduiding verschijnt op het opnamescherm zodra de zoomknop wordt verplaatst. Optische Digitale • De digitale zoom, waarmee u het onderwerp zoom zoom verder kunt vergroten tot ca.
Beelden afspelen 1 Druk op de c (weergave)knop om naar de weergavestand te gaan. • Als u de c-knop indrukt en ingedrukt houdt terwijl de camera uitgeschakeld is, schakelt de camera in met de weergavestand. 2 Gebruik de multi-selector om het weer te geven beeld te selecteren. Het vorige beeld weergeven • Houd HIJK ingedrukt om snel door de beelden te bladeren. • Om terug te keren naar de opnamestand drukt u op de A-knop of op de ontspanknop.
Beelden wissen 1 Druk op de l (wissen)-knop om het beeld te wissen dat momenteel op de monitor wordt weergegeven. 2 Gebruik HI van de multi-selector om de gewenste wismethode te selecteren en druk op de k-knop. • Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op de d-knop. Basisbewerkingen voor opname en weergave 3 Wissen Huidig beeld Wis gesel. beeld(en) Alle beelden Selecteer Ja en druk op de k-knop. • Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken 1 Gebruik JK van de multi-selector om het te wissen beeld te selecteren, en gebruik H om K weer te geven. • Om de selectie ongedaan te maken, drukt u op I om K te verwijderen. • Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan. 2 Wis gesel. beeld(en) Terug Voeg K toe aan alle beelden die u wilt wissen en druk op de k-knop om de selectie te bevestigen.
De opnamestand wijzigen De volgende opnamestanden zijn beschikbaar. Basisbewerkingen voor opname en weergave • x Autom. scènekeuzekn. De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp. • b Onderwerpstand De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u selecteert.
De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken Wanneer het opnamescherm wordt weergegeven, kunt u op H (m) J (n) I (p) K (o) van de multi-selector drukken om de volgende functies in te stellen. De functies die kunnen worden ingesteld verschillen naargelang de opnamestand. Films opnemen Geef het opnamescherm weer en druk op de b (e filmopname)-knop om de filmopname te starten. Druk opnieuw op de b (e)-knop om de opname te beëindigen.
Actiecontrole De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd door de camera te schudden of te kantelen. Het vorige of volgende beeld weergeven in de schermvullende weergavestand Schud de camera in de schermvullende weergavestand omhoog/omlaag om het volgende beeld weer te geven, of vooruit/achteruit om het vorige beeld weer te geven (wanneer Weergave actiecontrole in het setup-menu (A78) is ingesteld op Aan).
Opnamefuncties x (Autom. scènekeuzekn.)-stand De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (autom. scènekeuzekn.) stand M k-knop Wanneer de camera automatisch het onderwerp van de opname herkent, verandert het pictogram voor de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
B Nadat de camera uit het water werd gehaald Nadat u de camera uit het water heeft gehaald, schakelt de camera soms niet automatisch naar een andere stand vanuit de stand Onder water. Borstel eventuele waterdruppeltjes voorzichtig met uw hand van de camera of veeg ze af met een zachte en droge doek. Zie “Reiniging na gebruik van de camera onder water” (Axii) voor meer informatie over de verzorging van de camera. Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.
Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen) Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*) M K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop * Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
Tips en opmerkingen d Sport • Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu ongeveer 5 beelden met een snelheid van ongeveer 7,0 bps (als de beeldmodus is ingesteld op P). • De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden. • Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in elke reeks.
j Nachtlandschap • In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u u Uit de hand of w Statief. • u Uit de hand (standaardinstelling): - Wanneer het pictogram j op het opnamescherm groen wordt weergegeven, drukt u de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden gecombineerd tot een enkel beeld, dat vervolgens wordt opgeslagen.
m Vuurwerk • De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden. o Tegenlicht Opnamefuncties 26 • In het scherm dat wordt weergegeven nadat o Tegenlicht is geselecteerd, selecteert u ON of OFF om de functie hoog dynamisch bereik (HDR) in of uit te schakelen overeenkomstig het type beeld dat u wilt vastleggen. • OFF (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp in de schaduw verborgen is. - Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt één beeld vastgelegd.
O Dierenportret • Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het dier en stelt hierop scherp. De camera herkent standaard het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los (dierenp. autom. ontsp.). • In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u U Enkelvoudig of V Continu. - U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of kat is herkend.
Intervalfilms opnemen De camera kan automatisch 300 foto's in een bepaald interval vastleggen om intervalfilms te maken (e 1080/30p), die ca. 10 seconden lang zijn. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*) M K M HI M N (interval film) M k-knop * Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
3 4 Stabiliseer de camera met een hulpmiddel zoals een statief. Druk op de ontspanknop om het eerste beeld vast te leggen. 40 30 10m 0s • Stel de belichtingscorrectie (A48) in voor u de sluiter ontspant voor het eerste beeld. De 15m belichtingscorrectie kan niet worden gewijzigd 1010hPa nadat het eerste beeld werd vastgelegd. De scherpstelling en de tint worden vastgezet wanneer het eerste beeld wordt gemaakt. • De sluiter wordt automatisch ontspannen voor het tweede en volgende beelden.
Opnemen met eenvoudig panorama Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*) M K M HI M p (eenvoudig panorama) M k-knop * Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven. 1 Selecteer W Normaal of X Breed als opnamebereik en druk op de k-knop.
4 Verplaats de camera in een van de vier richtingen tot de gidsaanduiding het einde bereikt. Gids • Wanneer de camera detecteert in welke richting hij wordt verplaatst, begint de opname. • De opname eindigt wanneer de camera het opgegeven opnamebereik vastlegt. • De scherpstelling en belichting worden vergrendeld tot de opname is beëindigd.
Weergave met eenvoudig panorama Ga naar de weergavestand (A15), geef een beeld dat met eenvoudig panorama werd opgenomen, weer in de schermvullende weergavestand en druk vervolgens op de k-knop om het beeld in de richting te bladeren die tijdens de opname werd gebruikt. 4/4 15m 1010hPa 0004. JPG 15 / 11 / 2015 15:30 De bedieningsknoppen worden tijdens de weergave op de monitor weergegeven.
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M O (derde pictogram van boven*) M K M HI M selecteer een effect M k-knop * Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven. Type Beschrijving Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld toe te voegen.
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname) U kunt een foto nemen met de functie Glamour-retouchering om menselijke gezichten te verbeteren. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M k-knop 1 Druk op K van de multi-selector. 2 Pas een effect toe. Opnamefuncties • Gebruik JK om een effect te selecteren. • Gebruik HI om de intensiteit van het effect aan te passen. • U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Beschikbare functies in de stand Slim portret • • • • • • Glamour-retouchering (A34) Glimlachtimer (A35) Zelf-collage (A36) Flitsstand (A44) Zelfontspanner (A46) Menu Slim portret (A92) Glimlachtimer gebruiken Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M k-knop Wanneer u op J van de multi-selector drukt om a Glimlachtimer te selecteren en daarna op de k-knop drukt, ontspant de camera de sluiter automatisch wanneer deze een glimlachend gezicht detecteert.
Gebruik van Zelf-collage De camera kan een reeks in intervallen van vier of negen beelden registreren en deze opslaan als één beeld (een collagebeeld). 5/5 15m 1010hPa 0005. JPG 15 / 11 / 2015 15:30 Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M k-knop 1 Opnamefuncties 36 Druk op J van de multi-selector om n Zelf-collage te selecteren en druk op de k-knop. • Er verschijnt een bevestigingsscherm.
B Opmerkingen over Zelf-collage • Als u de ontspanknop indrukt voor de camera het opgegeven aantal opnamen gemaakt heeft, wordt de opname geannuleerd en wordt er geen collagebeeld opgeslagen. De foto's die genomen werden voor de opname geannuleerd werd, worden opgeslagen als afzonderlijke afbeeldingen. • Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
Stand Korte filmvoorstelling (filmclips combineren om korte films te maken) De camera maakt een korte film die tot 30 seconden lang is (e 1080/30p of S 1080/25p) door meerdere filmclips die enkele seconden lang zijn, op te nemen en automatisch met elkaar te combineren. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M M Korte filmvoorstelling-stand M k-knop 1 Druk op de d (menu)-knop en configureer de instellingen om films op te nemen.
3 Controleer de opgenomen filmclip of verwijder deze. • Om deze te controleren, drukt u op de k-knop. • Om deze te verwijderen, drukt u op de l-knop. De laatst opgenomen filmclip of alle filmclips kunnen worden verwijderd. • Om verder te gaan met het opnemen van filmclips herhaalt u de handeling in stap 2. • Om de effecten te wijzigen, keert u terug naar stap 1. 4 40 30 20 12 10 0 -10 15 15m 1010hPa Voorbeeld 24m36s 880 Aantal opgenomen filmclips Sla de korte filmvoorstelling op.
Bediening tijdens weergave van filmclips Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop terwijl een filmclip wordt weergegeven (A2). De bedieningsknoppen worden op de monitor weergegeven. De hierna vermelde handelingen kunnen worden uitgevoerd met JK van de multi-selector om een knop te selecteren, waarna u op de k-knop drukt. 16s Bedieningsknoppen Functie Pictogram Beschrijving Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
C Filmopname pauzeren • Een foto (l 4608×2592) kan worden vastgelegd als u op de ontspanknop drukt terwijl het opname-stand-byscherm wordt weergegeven. • U kunt de filmopname pauzeren en beelden weergeven of naar een andere opnamestand gaan om foto's te maken. De filmopname wordt hervat wanneer u opnieuw naar de stand Korte filmvoorstelling gaat.
A (auto)-stand Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop • U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het beeld selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A88). De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A53).
De creatieve instelknop gebruiken U kunt tijdens de opname de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en tint aanpassen. Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop 1 Druk op K van de multi-selector. 2 Gebruik JK om een item te selecteren. Helderheid (Bel. +/-) • F Kleurtoon: hiermee kunt u de tint (rood/ blauw) van het volledige beeld aanpassen. • G Levendigheid: hiermee kunt u de levendigheid van het volledige beeld aanpassen. • o Helderheid (Bel.
Flitsstand U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden. 1 Druk op H (m) van de multi-selector. 2 Selecteer de gewenste flitsstand (A45) en druk op de k-knop. Automatisch • Als de instelling niet wordt toegepast door binnen enkele seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd. C Opnamefuncties 44 Het flitserlampje • De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de ontspanknop half in te drukken.
Beschikbare flitsstanden U Automatisch De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is. • Het pictogram voor de flitsstand op het opnamescherm wordt alleen direct na het uitvoeren van de instelling weergegeven. V Autom. met rode-ogenred. Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser. W Uit De flitser gaat niet af. • Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren wanneer u in donkere omgevingen fotografeert.
Zelfontspanner De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer 10 seconden of 2 seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant. Stel Foto VR (A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij opname te stabiliseren. 1 Druk op J (n) van de multi-selector. 2 Selecteer n10s of n2s en druk op de k-knop. Opnamefuncties • n10s (10 seconden): voor belangrijke gelegenheden, zoals bruiloften. • n2s (2 seconden): om cameratrilling te voorkomen.
Macro-stand (nemen van close-upfoto's) Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te nemen. 1 Druk op I (p) van de multi-selector. 2 Selecteer ON en druk op de k-knop. Macro-stand • Als de instelling niet wordt toegepast door binnen enkele seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd. 3 40 • Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding groen wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op ca. 10 cm van het objectief.
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen. 1 Druk op K (o) van de multi-selector. 2 Selecteer een correctiewaarde en druk op de k-knop. Belichtingscompensatie Opnamefuncties • Om het beeld helderder te maken, stelt u een positieve (+) waarde in. • Om het beeld donkerder te maken, stelt u een negatieve (–) waarde in. • De correctiewaarde wordt toegepast, ook zonder de k-knop in te drukken.
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.) De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna vermeld. Flitser (A44) x (autom. scènekeuzekn.
Flitser (A44) Macro (A47) Belichtingscompensatie (A48) R (speciale effecten) W Uit Uit 0,0 F (slim portret) U Uit9 Uit3 –10 M (korte filmvoorstelling) W3 Uit Uit 0,0 A (auto) U Uit Uit –11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Opnamefuncties 50 Zelfontspanner (A46) 10 11 De camera selecteert automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat de camera heeft geselecteerd. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd. Kan niet worden gewijzigd.
Scherpstellen Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand. Gezichtsherkenning gebruiken In de volgende opnamestanden gebruikt de camera gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op menselijke gezichten. • x (autom. scènekeuzekn.)-stand (A21) • Onderwerpstand Portret of Nachtportret 15m 1010hPa (A23) • Slim portret-stand (A34) 25m 0s 880 • Wanneer AF-veldstand (A88) in de stand A (auto) (A42) is ingesteld op Gezichtprioriteit.
De functie Huid verzachten gebruiken Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde onderwerpstanden wordt gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te verzachten (tot drie gezichten). • Stand Slim portret (A34) - De mate van het Huid verzachten-effect kan worden aangepast. • x (autom. scènekeuzekn.
AF met doelopsporing gebruiken Wanneer AF-veldstand (A88) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de ontspanknop half indrukt. • De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp is, wordt het scherpstelveld in groen weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera hierop 15m 1010hPa automatisch de scherpstelprioriteit in.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht.
Scherpstelvergrendeling Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert. 1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto) (A88). 2 Positioneer het onderwerp in het midden van het beeld en druk de ontspanknop half in. • De camera stelt scherp op het onderwerp en het scherpstelveld wordt in groen weergegeven. • De belichting wordt ook vergrendeld. 3 1/250 F2.8 1/250 F2.
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt. Beperkte functie Optie Continu (A84) Knipperdetectie (A93) Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de flitser niet worden gebruikt. Onderwaterflitser (A126) Wanneer Onderwaterflitser is ingesteld op Aan, kan Autom. met rode-ogenred. niet worden geselecteerd. Als Autom. met rodeogenred. voordien werd geselecteerd, verandert de instelling in Automatisch.
Beperkte functie Optie Beschrijving AF-veldstand Witbalans (A82) Wanneer een andere instelling dan Automatisch is geselecteerd voor Witbalans in de stand AF met doelopsporing, detecteert de camera het hoofdonderwerp niet. Knipperdetectie Zelf-collage (A36) Wanneer Zelf-collage is ingesteld, is Knipperdetectie uitgeschakeld. Continu (A84) Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, kunnen de datum en tijd niet op beelden worden gestempeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving Digitale zoom AF-veldstand (A88) Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de digitale zoom niet worden gebruikt. Sluitergeluid Continu (A84) Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld. B Opmerkingen over digitale zoom • Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet beschikbaar (A125).
Weergavefuncties Zoomweergave Verplaats de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de schermvullende weergavestand (A15) om in te zoomen op het beeld. Gids weergegeven gebied 4/4 15m 1010hPa 0004. JPG 15 / 11 / 2015 15:30 Schermvullende weergave g (i) f (h) 3.0 Beeld wordt ingezoomd. • U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of g (i). • Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multiselector.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave Door de zoomknop naar f (h miniatuurweergave) te verplaatsen in de schermvullende weergavestand (A15), worden beelden als miniaturen weergegeven. 1 / 20 f (h) 1 / 20 f (h) Sun 1 15m 1010hPa 0004.
Stand Sorteer op datum Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M C Sorteer op datum M k-knop Gebruik HI van de multi-selector om een datum Sorteer op datum te selecteren en druk op de k-knop om de 20/11/2015 beelden weer te geven die op de geselecteerde datum werden vastgelegd. 15/11/2015 • Functies in het weergavemenu (A94) kunnen 10/11/2015 worden gebruikt voor de beelden van de geselecteerde opnamedatum (behalve 05/11/2015 Kopiëren).
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen Beelden in een reeks weergeven Beelden die continu of met de functie zelf-collage werden vastgelegd worden als een reeks opgeslagen. Het eerste beeld van een reeks wordt als hoofdfoto 4/5 gebruikt en stelt de reeks voor wanneer deze wordt weergegeven in de schermvullende weergavestand of in de miniatuurweergavestand (standaardinstelling). Voor de functie zelf-collage wordt een collagebeeld gebruikt als hoofdfoto.
Beelden in een reeks wissen Wanneer de l (wissen)-knop wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, zijn de beelden die worden gewist afhankelijk van de manier waarop de reeksen worden weergegeven. • Wanneer de hoofdfoto wordt weergegeven: - Huidig beeld: - Wis gesel. beeld(en): - Alle beelden: Alle beelden in de weergegeven reeks worden verwijderd. Wanneer een hoofdfoto geselecteerd is in het selectiescherm om beelden te wissen (A17), worden alle beelden in die reeks gewist.
Beelden bewerken (foto's) Voor beelden worden bewerkt U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen. Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel. C Beperkingen voor beelden bewerken • Een beeld kan tot 10 keer worden bewerkt. • U kunt mogelijk geen beelden van een bepaald formaat of met bepaalde bewerkingsfuncties bewerken.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop. • Een bewerkte kopie wordt gemaakt. Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M Snel retoucheren M k-knop Gebruik HI van de multi-selector om de intensiteit van het toegepaste effect te selecteren en druk op de k-knop. • De bewerkte versie wordt rechts weergegeven. • Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u op J.
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M D-Lighting M k-knop Gebruik HI van de multi-selector om Uitvoeren te selecteren en druk op de k-knop. • De bewerkte versie wordt rechts weergegeven. • Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u Annuleren en drukt u op de k-knop.
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M Glamour-retouchering M k-knop 1 Gebruik HIJK van de multiselector om het gezicht te selecteren dat u wilt retoucheren, en druk op de k-knop. Onderwerpselectie • Wanneer er slechts één gezicht wordt gedetecteerd, gaat u naar stap 2. Terug 2 Gebruik JK om het effect te selecteren, gebruik HI om het effectniveau te selecteren en druk op de k-knop.
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop. • Een bewerkte kopie wordt gemaakt. Opslaan OK? Ja Nee B Opmerkingen over Glamour-retouchering • Er kan slechts een gezicht tegelijk worden bewerkt. Om een ander gezicht in hetzelfde beeld te retoucheren, selecteert u de bewerkte kopie van het beeld en brengt u bijkomende wijzigingen aan.
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M Kleine afbeelding M k-knop 1 Gebruik HI van de multi-selector om het gewenste kopieformaat te selecteren en druk op de k-knop.
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken 1 2 Verplaats de zoomknop om het beeld te vergroten (A59). Pas het beeld aan zodat alleen het gedeelte dat u wil behouden wordt weergegeven en druk vervolgens op de d (menu)-knop. • Verplaats de zoomknop naar g (i) of f (h) om de zoomfactor aan te passen. Stel een 3.0 zoomfactor in waarin u wordt weergegeven. • Gebruik HIJK van de multi-selector om te bladeren naar het gedeelte van het beeld dat u wil weergeven.
Films opnemen en weergeven 1 Geef het opnamescherm weer. • Controleer de resterende opnametijd voor films. 40 30 20 10 0 -10 15m 1010hPa 25m 0s 880 Resterende filmopnametijd 2 Films opnemen en weergeven Druk op de b (e filmopname)-knop om de filmopname te starten. • Het scherpstelveld voor autofocus is verschillend afhankelijk van de instelling voor AF-veldstand (A104).
Gebied vastgelegd in films • Het gebied dat is vastgelegd in een film verschilt afhankelijk van de Filmoptiesinstellingen in het filmmenu. • Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A121) in het setup-menu is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied bevestigen dat in een film zal worden vastgelegd voordat u de opname start.
B Opmerking over opgenomen films B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname • Wanneer Film VR (A106) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname. • Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u Film VR in op Uit om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
Foto's vastleggen tijdens filmopname Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt tijdens een filmopname, wordt één beeld opgeslagen als foto. De filmopname gaat verder terwijl de foto wordt opgeslagen. • Wanneer y in de monitor wordt weergegeven, kunnen foto's worden vastgelegd. Wanneer z wordt weergegeven, kunnen geen foto's worden vastgelegd. • De grootte van het vastgelegde beeld is afhankelijk van de instelling Filmopties (A100).
Bediening tijdens filmweergave Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop terwijl een film wordt weergegeven (A2). Volumeaanduiding De bedieningsknoppen worden op de monitor weergegeven. De hierna vermelde handelingen kunnen worden uitgevoerd met JK van de multi-selector om een knop te selecteren, waarna u op de k-knop drukt. Wanneer gepauzeerd Functie Beschrijving A Houd de k-knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
Films bewerken Alleen het gewenste gedeelte uit een opgenomen film halen Het gewenste gedeelte van een opgenomen film kan als een afzonderlijk bestand worden opgeslagen. Films opnemen en weergeven 1 Speel een film af en pauzeer bij het beginpunt van het gedeelte dat u wilt uitlichten (A75). 2 Gebruik JK van de multi-selector om I in de bedieningsknoppen te selecteren, en druk vervolgens op de k-knop. 3 Gebruik HI om M (kies beginpunt) in de bedieningsknoppen te selecteren.
B Opmerkingen over filmbewerking • Gebruik een accu die voldoende geladen is om te voorkomen dat de camera tijdens de bewerking uitschakelt. Wanneer de aanduiding batterijniveau wordt aangegeven als B, is filmbewerking niet mogelijk. • Een film die door bewerking werd gecreëerd, kan niet opnieuw worden bijgesneden. • Het effectief bijgesneden gedeelte van een film kan lichtjes verschillend zijn van het gedeelte dat werd geselecteerd met de start- en eindpunten.
Menu's gebruiken U kunt de volgende menu's instellen door op de d (menu)-knop te drukken. Menu's gebruiken • A Opnamemenu Beschikbaar door op de d-knop te drukken wanneer het opnamescherm wordt weergegeven. Hiermee kunt u het beeldformaat en de kwaliteit, instellingen van continue opname enzovoort wijzigen. • G Weergavemenu Beschikbaar door op de d-knop te drukken wanneer u beelden in schermvullende weergavestand of miniatuurweergavestand bekijkt. Hiermee kunt u beelden bewerken, diashows afspelen enz.
3 Selecteer een menupictogram en druk op de k-knop. Tijdzone en datum • De menuopties kunnen worden geselecteerd. Foto VR Set-up Monitorinstellingen Datumstempel AF-hulplicht Digitale zoom 4 Selecteer een menuoptie en druk op de k-knop. • Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van de huidige opnamestand of de toestand van de camera, niet worden ingesteld. 5 Selecteer een instelling en druk op de k-knop.
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch)) Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit) Ga naar de opnamestand * M d-knop M Beeldmodus M k-knop * Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch. De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden. Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die moet worden gebruikt tijdens het opslaan van beelden.
B Opmerkingen over beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1 Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een beeldverhouding 1:1. Sommige printers kunnen geen beelden afdrukken met een beeldverhouding van 1:1. B Opmerkingen over de beeldmodus Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
Witbalans (Tint aanpassen) Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M Witbalans M k-knop Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden, zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt. Optie Menu's gebruiken 82 Beschrijving a Automatisch (standaardinstelling) De witbalans wordt automatisch aangepast. b Handm.
Handm. voorinstelling gebruiken Gebruik de volgende procedure om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat tijdens de opname zal worden gebruikt. 1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor de foto wordt gebruikt. 2 Gebruik HI van de multi-selector om Handm. voorinstelling te selecteren in het Witbalans-menu en druk op de k-knop. • De camera zoomt in naar de positie om de witbalans te meten. 3 Selecteer Meten. Witbalans Automatisch Handm.
Continu-opnamen Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M Continu M k-knop Optie Menu's gebruiken 84 Beschrijving U Enkelvoudig (standaardinstelling) Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. k Continu H Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden beelden continu vastgelegd.
B Opmerkingen bij Continu-opnames • Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in elke reeks. • Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan. • Wanneer de ISO-waarde wordt verhoogd, kan er ruis in de vastgelegde beelden optreden. • De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheid.
C Vooropnamecache Wanneer de ontspanknop half of volledig wordt ingedrukt, worden beelden als volgt opgeslagen. Half indrukken Menu's gebruiken 86 Beelden opgeslagen voor de ontspanknop volledig wordt ingedrukt Volledig indrukken Opgeslagen beelden door de ontspanknop volledig in te drukken • Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op het opnamescherm wordt groen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
ISO-waarde Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M ISO-waarde M k-knop Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd. Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, foto's met kortere sluitertijden worden gemaakt, waardoor waasvorming ten gevolge van cameratrilling en bewegingen van het onderwerp kan worden beperkt. • Wanneer een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis bevatten.
AF-veldstand Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M AF-veldstand M k-knop Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert wanneer foto's worden opgenomen. Optie Beschrijving Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht. Zie “Gezichtsherkenning gebruiken” (A51) voor meer informatie.
Optie Beschrijving De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. 40 30 20 10 0 y Centrum -10 15m 1010hPa 25m 0s 880 Scherpstelveld Gebruik deze functie om foto's te maken van bewegende onderwerpen. Registreer het onderwerp waarop de camera scherpstelt. Het scherpstelveld verplaatst zich automatisch om het onderwerp te volgen. Zie “Onderwerp volgen gebruiken” (A90) voor meer informatie.
Onderwerp volgen gebruiken Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M AF-veldstand M k-knop M s Onderwerp volgen M k-knop M d-knop 1 Een onderwerp registreren. • Lijn het onderwerp dat u wilt volgen, uit met de rand in het midden van de monitor en druk op de k-knop. • Wanneer het onderwerp geregistreerd is, wordt er een gele rand (scherpstelveld) rond weergegeven en begint de camera het onderwerp te volgen.
Autofocus-stand Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M k-knop M d-knop M Autofocus-stand M k-knop Bepaal hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt. Optie Beschrijving A Enkelvoudige AF De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. B Fulltime-AF De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. U hoort het geluid van de objectiefmotor terwijl de camera scherpstelt.
Het menu Slim portret • Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)” (A80) voor meer informatie over Beeldmodus. Zelf-collage Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M k-knop M d-knop M Zelf-collage M k-knop Optie Menu's gebruiken 92 Beschrijving Aantal opnamen Stel het aantal opnamen in dat de camera automatisch vastlegt (aantal vastgelegde beelden voor een samengesteld beeld). • 4 (standaardinstelling) of 9 kan worden geselecteerd.
Knipperdetectie Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand M k-knop M d-knop M Knipperdetectie M k-knop Optie Beschrijving y Aan De camera ontspant de sluiter automatisch twee keer bij elke opname en slaat één beeld op waarin Er werd geknipperd op de foto de ogen van het onderwerp die zojuist werd genomen. geopend zijn.
Het Weergavemenu • Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A64) voor informatie over beeldbewerkingsfuncties. Mark. voor upload. via Wi-Fi Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Mark. voor upl. via Wi-Fi M k-knop Selecteer op voorhand beelden in de camera die u naar een slim apparaat wilt overdragen voordat u ze overdraagt. Op het beeldselectiescherm (A99) selecteert u beelden of heft u hun selectie op voor de functie Mark. voor upload. via Wi-Fi.
Diashow Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Diashow M k-knop Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer filmbestanden in de diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld van elke film getoond. 1 Gebruik HI van de multi-selector om Start te selecteren en druk op de k-knop. Diashow Start • De diashow begint.
Beveiligen Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beveiligen M k-knop De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen. Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van de beelden in het beeldselectiescherm (A99). Merk op dat door het formatteren van de geheugenkaart of het interne geheugen van de camera alle gegevens inclusief beveiligde bestanden permanent worden gewist (A129).
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern geheugen) Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Kopiëren M k-knop Beelden kunnen worden gekopieerd tussen een geheugenkaart en het interne geheugen. • Wanneer een geheugenkaart zonder beelden is geplaatst en de camera in weergavestand staat, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk in dit geval op de d-knop om Kopiëren te selecteren.
Reeksweergaveopties Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Reeksweergaveopties M k knop Selecteer de methode waarmee beelden in de reeks moeten worden weergegeven (A62). Optie Beschrijving Q Individuele foto's Toont elk beeld in een reeks een voor een. F wordt weergegeven in het weergavescherm. C Enkel hoofdfoto (standaardinstelling) Toont alleen de hoofdfoto voor beelden in een reeks.
Het beeldselectiescherm Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts hiernaast wordt weergegeven terwijl de camera wordt bediend, volgt u de hierna beschreven procedures om de beelden te selecteren. Beveiligen Terug 1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld te selecteren. • Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan. • Er kan slechts één beeld worden geselecteerd voor Beeld draaien. Ga verder met stap 3.
Het filmmenu Filmopties Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M k-knop Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname. Selecteer filmopties voor normale snelheid om bij normale snelheid op te nemen, of HS-filmopties (A101) om op te nemen in slow of fast motion. De filmopties die kunnen worden geselecteerd verschillen afhankelijk van de Beeldsnelheid-instelling (A107).
HS-filmopties Opgenomen films worden weergegeven in fast of slow motion. Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (A103). Optie h a HS 480/4× j Y HS 1080/0,5× Beeldformaat Beeldverhouding (horizontaal t.o.v. verticaal) 640 × 480 4:3 1920 × 1080 16:9 Beschrijving 1/4-films voor slow motion • Max. opnametijd*: 15 seconden (weergavetijd: 1 minuut) 2×-films voor fast motion • Max.
C Weergave in slow motion en fast motion Bij opname met normale snelheid: Opnametijd 10 sec. Weergavetijd 10 sec. Bij opname met h HS 480/4× (a HS 480/4×): Films worden opgenomen met 4× de normale snelheid. Ze worden in slow motion weergegeven met 4× tragere snelheid. Opnametijd 10 sec. Weergavetijd 40 sec. Weergave in slow motion Bij opname met j HS 1080/0,5× (Y HS 1080/0,5×): Films worden opgenomen met 1/2 van de normale snelheid. Ze worden in fast motion weergegeven met 2× hogere snelheid.
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film) Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M k-knop Films die werden opgenomen met HS-film, kunnen worden weergegeven in slow motion met 1/4 van de normale weergavesnelheid, of in fast motion met een snelheid die twee keer hoger ligt dan de normale weergavesnelheid. 1 Gebruik HI van de multi-selector om een HS-filmoptie te selecteren (A101) en druk op de k-knop.
AF-veldstand Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M AF-veldstand M k-knop Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus tijdens filmopname selecteert. Optie Beschrijving a Gezichtprioriteit (standaardinstelling) Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt deze scherp op dat gezicht (A51).
Autofocus-stand Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Autofocus-stand M k-knop Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand. Optie Beschrijving A Enkelvoudige AF (standaardinstelling) Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer de filmopname start. Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de camera en het onderwerp vrij constant blijft tijdens de filmopname. B Fulltime-AF De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Film VR Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Film VR M k-knop Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films. Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren. Optie Beschrijving V Aan (hybride) (standaardinstelling) Voert optische correctie uit voor cameratrilling met behulp van lens-shift VR en voert tegelijk elektronische VR uit met behulp van beeldverwerking. De beeldhoek (m.a.w.
Windruisreductie Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Windruisreductie M k-knop Optie Beschrijving Y Aan Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind tijdens filmopname over de microfoon blaast. Andere geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen zijn. Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is uitgeschakeld. • Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast ingesteld op Uit.
Het Wi-Fi-optiesmenu Druk op de d-knop M J-menupictogram M k-knop Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen om de camera en een smarttoestel te verbinden. Optie Beschrijving Verbind. met smart app. Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een smarttoestel. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A146) voor meer informatie. Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een smarttoestel.
Toetsenbord tekstinvoer bedienen Tekeninvoer voor SSID en Wachtwoord • Gebruik HIJK van de multi-selector om alfanumerieke karakters te selecteren. Druk op de k-knop om het geselecteerde karakter in het tekstveld in te voeren en beweeg de cursor naar de volgende ruimte. • Selecteer N of O op het toetsenbord en druk op de k-knop om de cursor in het tekstveld te bewegen. • Druk op de l-knop om een karakter te wissen. • Selecteer P op het toetsenbord en druk op de k-knop voor het toepassen van de instelling.
Het Optiesmenu locatiegegevens • Geef het optiesmenu locatiegegevens direct weer door op de d-knop te drukken terwijl een kaart wordt weergegeven. Optiesmenu locatiegeg. Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Optiesmenu locatiegeg. M k-knop Optie Beschrijving Menu's gebruiken Locatiegeg. opnemen Wanneer de instelling Aan wordt gebruikt, worden signalen ontvangen van de navigatiesatellieten en de navigatie start (A133). • Standaardinstelling: Uit A-GPS-best.
2 Gebruik een kaartlezer of een ander apparaat om het gedownloade bestand te kopiëren naar de map “NCFL” van de geheugenkaart. • De map “NCFL” bevindt zich direct onder de rootmap van de geheugenkaart. Als de geheugenkaart geen map “NCFL” heeft, maakt u een nieuwe map aan. 3 Plaats de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in de camera. 4 5 Schakel de camera in. 6 Selecteer A-GPS-best. bijwerken en werk het bestand bij.
Afstand berekenen Druk op de c-knop (weergavestand) M geef een kaart weer (A136) M d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M Afstand berekenen M k-knop Bereken de lineaire afstand van de huidige positie naar de opnamelocatie van het beeld of tussen de opnamelocatie van twee beelden. 1 Gebruik HI van de multi-selector om de gewenste optie te selecteren om de afstand te berekenen en druk op de k-knop.
Points of interest (POI) (Locatienaaminformatie opnemen en weergeven) Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Points of interest (POI) M k-knop Configureer de POI-instellingen (Points of Interest, locatienaaminformatie). Optie Beschrijving POI weergeven Bepaal of de locatienaaminformatie al dan niet wordt weergegeven op het opnamescherm of weergavescherm (A3, 5).
Log aanmaken Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log aanmaken M k-knop Start of stop de opname van logs en sla ze op (A141). Optie Menu's gebruiken 114 Beschrijving Alle logs starten* De camera neemt logs op voor de locatie, de hoogte en de waterdiepte. • Selecteer een interval en tijdsduur waarmee de camera logs opneemt. De standaardinstelling is 15 sec. voor interval en Geg. vr. volg. 24 u loggen voor tijdsduur. Locatielog starten* De camera neemt een locatielog op.
Log weergeven Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log weergeven M k-knop Controleer of wis de loggegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, met Log aanmaken (A114). Optie Beschrijving Locatielogs Selecteer een log (datum) dat u wilt weergeven en druk op de k-knop om een locatielog op een kaart weer te geven (A144). • Druk op de l (wissen)-knop om het geselecteerde log of alle opgeslagen locatielogs te verwijderen.
Elektronisch kompas Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Elektronisch kompas M k-knop Optie Kompasweergave Menu's gebruiken Corrigeer het kompas wanneer de kompasrichting niet correct wordt weergegeven. Wanneer het scherm rechts Kompascorrectie wordt weergegeven, Camera in vorm van acht beweegt u de camera in de verplaatsen.
B Opmerkingen over het gebruik van het elektronisch kompas • Het elektronisch kompas wordt niet weergegeven wanneer het cameraobjectief naar boven is gericht. • Gebruik het elektronisch kompas in deze camera niet wanneer u deelneemt aan bergbeklimmen of andere gespecialiseerde activiteiten. De weergegeven informatie is alleen als algemene richtlijn bedoeld.
Hoogte-/diepteopties Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Hoogte-/diepteopties M k-knop Optie Beschrijving Hoogte-/ dieptecorrectie De hoogte- of waterdieptewaarde wordt gecompenseerd. • Locatiegeg. gebruiken: De hoogte wordt gecompenseerd met behulp van de functie locatiegegevens opnemen. - Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt, selecteert u Ja en drukt u op de k-knop. De hoogte wordt gecompenseerd met behulp van de weergegeven waarde.
Het setup-menu Tijdzone en datum Druk op de d-knop M z-menupictogram M Tijdzone en datum M k-knop Stel de cameraklok in. Optie Beschrijving Datum en tijd • Selecteer een veld: druk op JK van de multi-selector. • Wijzig de datum en tijd: Druk op HI. • Pas de instelling toe: Selecteer de minuutinstelling en druk op de k-knop. Datumnotatie Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/ jaar. Tijdzone Stel de tijdzone en de zomertijd in.
2 Selecteer w Eigen tijdzone of x Reisbestemming en druk op de k-knop. • De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven, veranderen naarmate de eigen tijdzone of de reisbestemming is geselecteerd. 3 Druk op K. Tijdzone Eigen tijdzone Reisbestemming 15/11/2015 15:30 Tijdzone Eigen tijdzone Reisbestemming 15/11/2015 15:30 4 Menu's gebruiken 120 Gebruik JK om de tijdzone te selecteren. 10:30 • Druk op H om de zomertijdfunctie in te schakelen, waarna W wordt weergegeven.
Monitorinstellingen Druk op de d-knop M z-menupictogram M Monitorinstellingen M k-knop Optie Beschrijving Foto-informatie Bepaal of informatie op de monitor wordt weergegeven. Beeld terugspelen Bepaal of het vastgelegde beeld onmiddellijk na de opname wel of niet wordt weergegeven. • Standaardinstelling: Aan Helderheid Pas de helderheid aan. • Standaardinstelling: 3 Foto-informatie Opnamestand Weergavestand 4/4 40 30 20 Info tonen 10 0 -10 15m 1010hPa 15m 1010hPa 0004.
Opnamestand Weergavestand 4/4 40 30 20 10 0 -10 Raster+autom. info 15m 1010hPa 15m 1010hPa 25m 0s 880 Naast de informatie die weergegeven is in Automatische info, verschijnt een raster om foto's beter te kunnen kadreren. Het raster wordt niet weergegeven wanneer films worden opgenomen. 0004. JPG 15 / 11 / 2015 15:30 Hetzelfde als Automatische info. 4/4 40 30 20 10 0 -10 15m 1010hPa 15m 1010hPa 25m 0s 880 Menu's gebruiken 122 Filmbeeld+autom.
Datumstempel Druk op de d-knop M z-menupictogram M Datumstempel M k-knop De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens opname op beelden worden gestempeld. De informatie kan zelfs worden afgedrukt wanneer u een printer gebruikt die de functie datum afdrukken niet ondersteund. 15.11.2015 Optie f Datum Beschrijving De datum wordt gestempeld op de beelden. S Datum en tijd De datum en tijd worden gestempeld op de beelden. Uit (standaardinstelling) De datum en tijd worden niet gestempeld op de beelden.
Foto VR Druk op de d-knop M z-menupictogram M Foto VR M k-knop Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van foto's. Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren. Optie Menu's gebruiken 124 Beschrijving V Aan (hybride) Voert optische correctie voor cameratrilling uit met behulp van de lens-shift-methode. In de volgende omstandigheden wordt ook elektronische VR uitgevoerd met behulp van beeldverwerking.
AF-hulplicht Druk op de d-knop M z-menupictogram M AF-hulplicht M k-knop Optie Beschrijving a Automatisch (standaardinstelling) De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer u bij weinig licht op de ontspanknop drukt. De verlichting heeft een bereik van ongeveer 3,0 m in de maximale groothoekstand en ongeveer 3,0 m in de maximale telestand. • Merk op dat voor bepaalde opnamestanden of scherpstelvelden de AF-hulpverlichting mogelijk niet oplicht. Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Geluidsinstellingen Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geluidsinstellingen M k-knop Optie Beschrijving Knopgeluid Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft de camera één pieptoon wanneer bewerkingen worden uitgevoerd, twee pieptonen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen wanneer er zich een fout voordoet. Het opstartgeluid wordt ook weergegeven. • Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de onderwerpstand Dierenportret wordt gebruikt.
Gevoeligh. actiecontrole Druk op de d-knop M z-menupictogram M Gevoeligh. actiecontrole M k-knop Stel de gevoeligheid in van de uitgevoerde bewerking wanneer de camera wordt geschud (actiecontrole) (A20). Wanneer deze optie is ingesteld op Hoog, wordt de bewerking uitgevoerd, zelfs als de camerabeweging klein is. Wanneer deze optie is ingesteld op Laag, wordt de bewerking uitgevoerd als de camerabeweging groot is. De standaardinstelling is Middelmatig.
Kaartacties Druk op de d-knop M z-menupictogram M Kaartacties M k-knop Optie Beschrijving Aan (standaardinstelling) U kunt in- en uitzoomen op kaarten door de camera te schudden (A20). Uit U kunt niet in- en uitzoomen op kaarten door de camera te schudden. B Opmerkingen over kaartacties Als de V (actie)-knop wordt ingedrukt, kunt u alleen met behulp van de zoomknop in- en uitzoomen op kaarten (A2).
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geheugenkaart form./Geheug. formatteren M k-knop Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren. Als u de geheugenkaarten of het interne geheugen formatteert, worden alle gegevens permanent gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet worden hersteld. Sla belangrijke beelden op een computer op voordat u gaat formatteren. Een geheugenkaart formatteren • Plaats een geheugenkaart in de camera.
Opladen via computer Druk op de d-knop M z-menupictogram M Opladen via computer M k-knop Optie a Automatisch (standaardinstelling) Uit De in de camera geplaatste accu wordt niet opgeladen wanneer de camera is aangesloten op een computer. B Menu's gebruiken 130 Beschrijving Wanneer de camera wordt aangesloten op een ingeschakelde computer (A150), wordt de in de camera geplaatste accu automatisch opgeladen met de stroombron van de computer.
Standaardwaarden Druk op de d-knop M z-menupictogram M Standaardwaarden M k-knop Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar de standaardwaarden. • Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet gereset. • Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven De camera begint signalen te ontvangen van navigatiesatellieten wanneer Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. in het z (optiesmenu locatiegegevens) (A78) is ingesteld op Aan. U kunt de ontvangststatus controleren op het 0 opnamescherm. 15m -10 1010hPa • n of o: De camera ontvangt signalen van drie of meer satellieten en berekent de locatiegegevens.
Locatiegegevens bij beelden opnemen Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Optiesmenu locatiegeg. M k-knop Stel Tijdzone en datum (A119) correct in voor u de locatiegegevensfuncties gebruikt. 1 Stel Locatiegeg. opnemen in op Aan. Optiesmenu locatiegeg. 2 Controleer de ontvangststatus op het opnamescherm. Locatiegeg. opnemen A-GPS-best. bijwerken Locatiegegevens wissen 40 30 • n of o: De camera ontvangt signalen van drie of meer satellieten en berekent de 15m locatiegegevens.
B Opmerkingen over locatiegegevensfuncties Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven • Voor u de locatiegegevensfuncties gebruikt, leest u “ Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS, elektronisch kompas)” (Axv). • Het duurt enkele minuten om locatiegegevens te berekenen wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd, nadat de positionering gedurende een lange tijd niet kon worden uitgevoerd of net na het vervangen van de accu.
C Informatie van Points of interest (POI) POI-informatie is locatienaaminformatie voor Locatienaaminformatie (POI-informatie) oriëntatiepunten in de omgeving en andere details. • Wanneer POI weergeven in Points of interest (POI) (A113) in het optiesmenu locatiegegevens is ingesteld op Aan, wordt de informatie voor de dichtstbijgelegen locatienaam voor de huidige positie weergegeven tijdens de opname (alleen 15m wanneer de camera positioneert).
De opnamelocatie tonen (weergavestand) Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld waarbij locatiegegevens werden opgenomen* M U-knop * Het z-pictogram wordt getoond tijdens de weergave van beelden waarbij locatiegegevens werden opgenomen (A5). • Opnamelocatie: De opnamelocatie van het Opnamelocatie beeld met opgenomen locatiegegevens wordt op een kaart getoond. De opnamelocatie van het beeld dat u heeft geselecteerd voor u op de U-knop heeft gedrukt, wordt geel weergegeven.
Bewerkingen wanneer miniatuurbeelden geselecteerd zijn Handeling Beschrijving Multi-selector Gebruik JK om naar het geselecteerde miniatuurbeeld te gaan. • De opnamelocatie van het geselecteerde beeld wordt geel op de kaart. Zoomknop • g (i): Toon het geselecteerde beeld in de schermvullende weergavestand. Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te geven. • f (h): Terug naar de kaartweergave. U-knop Terug naar het weergavescherm.
De huidige positie op een kaart weergeven (opnamestand) Ga naar de opnamestand terwijl de camera positioneert1 M U-knop2 1 Zie “Locatiegegevens bij beelden opnemen” (A133) voor meer informatie. 2 Een wereldkaart wordt getoond wanneer u op de U-knop drukt terwijl de camera niet positioneert. Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven • De huidige positie wordt weergegeven in het midden van de kaart. U kunt een locatie opslaan en de opgenomen kaart met de opgeslagen locatie weergeven.
C Opmerkingen over de weergave van richtings- en locatiegegevens * C 5 6 7 8 9 “----” kan worden weergegeven voor de locatienaaminformatie, afhankelijk van het instellingsniveau in Detailleringsniveau van Points of interest (POI).
Hoogtemeter en dieptemeter gebruiken U kunt de atmosferische druk, de hoogte of de waterdiepte van de huidige positie op het scherm bekijken, en de weergegeven waarden opnemen bij de vastgelegde beelden. • De hoogte, waterdiepte en atmosferische druk die opgenomen zijn bij de beelden, kunnen worden afgedrukt op de beelden met Gegevens afdrukken (A68) in het weergavemenu. • Vastgelegde beelden en bijbehorende logs kunnen worden getoond als u de opnamefuncties voor hoogte- of waterdieptelogs gebruikt (A145).
Logs met bewegingsgegevens opnemen Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log aanmaken M k-knop 1 Gebruik HI van de multi-selector om het type van het op te nemen log te selecteren, en druk op de k-knop. Log aanmaken Alle logs starten Alle logs beëindigen Locatielog starten Locatielog beëindigen 2 Selecteer het interval voor de logopname en druk op de k-knop. • De intervallen die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van het type log dat wordt opgenomen.
B Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven 142 Opmerkingen over logopname • Als de datum en tijd niet ingesteld zijn, kan het log niet worden opgenomen. • Wanneer alle logs of een waterdieptelog worden opgenomen, corrigeert u de hoogte of waterdiepte met behulp van Hoogte-/dieptecorrectie in Hoogte-/diepteopties (A118) in het optiesmenu locatiegegevens voor de logopname begint. • Gebruik een accu die volledig opgeladen is, om te voorkomen dat de camera tijdens de logopname uitschakelt.
Logopname beëindigen en logs opslaan op een geheugenkaart Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log aanmaken M k-knop Opgenomen logs moeten worden opgeslagen op een geheugenkaart, zodat ze kunnen worden weergegeven op een kaart of als een grafiek. 1 • U kunt het log waarvan de opname moet worden beëindigd, selecteren voor de opgegeven tijdsduur verstreken is. 2 Selecteer Logs opslaan en druk op de k-knop. • De loggegevens worden opgeslagen op een geheugenkaart.
De opgenomen locatiegegevens weergeven op een kaart Druk op de d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M Log weergeven M k-knop M Locatielogs M k-knop Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven • Wanneer u een log (datum) selecteert dat u wilt weergeven en op de k-knop drukt, wordt de route van het opgenomen log weergegeven op een kaart. • Druk op de l-knop wanneer het loglijstscherm wordt weergegeven om het geselecteerde log of alle opgeslagen locatielogs te verwijderen.
Hoogte-/dieptelogs als een grafiek weergeven Druk op de d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M Log weergeven M k-knop M Hoogte-/dieptelogs M k-knop • Selecteer een log (datum) dat u wilt Opnamepunt Selectiezone weergeven en druk op de k-knop om de hoogte- of waterdieptegegevens als grafiek weer te geven.
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer u de bijbehorende software “Wireless Mobile Utility” installeert op uw smart-apparaat dat draait op Android OS of iOS en dit aansluit op de camera. Neem foto's U kunt foto's vastleggen met behulp van de twee hieronder beschreven methoden. • Ontspan de sluiter op de camera en sla de genomen foto's op een smart-apparaat op.
Het smart-apparaat verbinden met de camera 1 Druk op de Z (Wi-Fi)-knop op de camera. • Het scherm rechts wordt weergegeven. • Wanneer binnen drie minuten geen verbindingsbevestiging is ontvangen van het smart-apparaat, wordt Geen toegang. weergegeven en keert de camera terug naar het scherm Wi-Fi-opties. • U kunt ook Verbind. met smart app. selecteren in het Wi-Fi-optiesmenu om het scherm rechts weer te geven.
De Wi-Fi-verbinding verbreken Voer een van de volgende handelingen uit. • Schakel de camera uit. • Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties op de camera (behalve wanneer de camera wordt bediend via de afstandsbediening). • Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat in de stand Uit.
Vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil overzetten U kunt vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil overzetten. Films kunnen niet op voorhand worden geselecteerd voor overdracht. 1 Selecteer de beelden die u wil overzetten. U kunt in de volgende menu's vooraf de beelden selecteren die u wil overzetten naar een smart-apparaat: • Mark. voor upload.
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer U kunt extra genieten van foto's en films door de camera aan te sluiten op een televisie, printer of computer. HDMI-micro-aansluiting (Type D) Micro-USB-aansluiting De camera aansluiten op een televisie, printer of computer 150 Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (A6). Voer de plug recht in.
Beelden bekijken op een televisie A152 Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen worden weergegeven op een televisie. Aansluitmethode: Sluit een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel aan op de HDMI-ingangsaansluiting van de televisie. Beelden afdrukken zonder computer A153 Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer, kunt u beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken.
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie) 1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie. • Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt. HDMI-micro-aansluiting (Type D) De camera aansluiten op een televisie, printer of computer 152 naar HDMI-aansluiting 2 Stel de ingang van de televisie in op externe invoer.
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computer. De camera op een printer aansluiten 1 2 Zet de printer aan. Schakel de camera uit en sluit hem aan op de printer met de USB-kabel. • Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand.
B Als het PictBridge-opstartscherm niet wordt weergegeven Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (A130), kunnen beelden eventueel niet worden afgedrukt wanneer de camera rechtstreeks aangesloten is op bepaalde printers. Als het PictBridge-opstartscherm niet verschijnt nadat de camera werd ingeschakeld, zet u de camera uit en ontkoppelt u de USB-kabel. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op de printer.
Meerdere beelden afdrukken 1 Wanneer het Afdrukselectiescherm wordt weergegeven, drukt u op de d (menu)-knop. 2 Gebruik HI van de multi-selector om Papierformaat te selecteren en druk op de k-knop. Afdrukselectie 15/11/2015 Afdrukmenu Afdrukselectie 3 Selecteer Afdrukselectie of Druk alle beelden af en druk op de k-knop.
Afdrukselectie Selecteer de beelden (maximaal 99) en het Afdrukselectie 10 aantal kopieën (maximaal 9) voor elk beeld. • Gebruik JK van de multi-selector om beelden te selecteren en gebruik HI om 1 1 3 het aantal afdrukken op te geven. • Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan M en het aantal af te drukken kopieën. Om de afdrukselectie Terug te annuleren, stelt u het aantal kopieën in op 0.
Gebruik van ViewNX 2 (Beelden naar een computer overzetten) Installeren ViewNX 2 ViewNX 2 is gratis software waarmee u beelden en films naar uw computer kunt overzetten zodat u ze kunt bekijken, bewerken of delen. Om ViewNX 2 te installeren, downloadt u op onderstaande website het installatieprogramma van ViewNX 2 en volgt u de installatie-instructies op het scherm. http://nikonimglib.com/nvnx/ Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor uw regio.
Als een bericht wordt weergegeven dat u vraagt om een programma te kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2. • Bij gebruik van Windows 7 Als het dialoogvenster rechts wordt weergegeven, dient u de volgende stappen te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren. 1 Klik onder Afbeeldingen en video's importeren op Ander programma. Een dialoogvenster verschijnt waarin u een programma kunt selecteren; selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK. 2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Technische opmerkingen Verzorging van het product .............................................................................. 160 De camera........................................................................................................ 160 De accu ............................................................................................................. 161 De lichtnetlaadadapter............................................................................... 162 Geheugenkaarten..................
Verzorging van het product Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht naast de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (Avi–viii) en “ Schokbestendig, waterdicht, stofdicht, condensatie” (Aix) wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt. De camera Zorg ervoor dat de camera niet onderhevig is aan sterke schokken Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of vibratie, kan deze defect raken. Raak daarnaast het objectief niet aan en oefen er geen kracht op uit.
Opmerkingen over de monitor • Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt; minimaal 99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Reserveaccu's meenemen Neem waar mogelijk volledig geladen reserveaccu's mee wanneer u beelden wil maken van belangrijke gebeurtenissen. Een koude accu gebruiken Bij koud weer neemt de accucapaciteit gewoonlijk af. Als een lege accu bij lage temperatuur wordt gebruikt, schakelt de camera mogelijk niet in. Houd reserveaccu's bij de hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude accu die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Geheugenkaarten Voorzorgsmaatregelen bij gebruik • Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde geheugenkaarten” (A197) voor de aanbevolen geheugenkaarten. • Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de geheugenkaart. • Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten. Formatteren • Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
Reinigen en opbergen Reinigen Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën. Objectief Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u met een zachte doek van het objectief vegen, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden van het objectief naar de randen toe.
Foutmeldingen Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt. Melding De batterijtemperatuur is te hoog. De camera wordt uitgeschakeld. A Oorzaak/Oplossing – Geheugenkaart beschermd tegen overschrijven. De beveiligingsschakelaar is vergrendeld (“lock”). Schuif de beveiligingsschakelaar naar de schrijfstand (“write”). – Deze kaart kan niet gebruikt worden. Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens toegang tot de geheugenkaart. • Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Melding Eerder opgenomen gegevens opslaan als intervalfilm? – Beeld kan niet worden gewijzigd. Controleer of de beelden kunnen worden bewerkt. 64, 175 Kan film niet opnemen. Er heeft zich een time-out fout voorgedaan tijdens het opslaan van de film op de geheugenkaart. Gebruik een snellere geheugenkaart. 72, 197 Geheugen bevat geen beelden. Er staan geen beelden in het interne geheugen of op de geheugenkaart. • Verwijder de geheugenkaart om beelden in het interne geheugen weer te geven.
Melding A Oorzaak/Oplossing 110 Kan huidige positie niet bepalen. De camera kan de huidige positie niet bepalen wanneer de afstand wordt berekend. Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw. – Er is geen geheugenkaart geplaatst. Plaats een geheugenkaart. 6 Geen loggegevens opgenomen. 143 Het maximale aantal loggebeurtenissen dat per dag kan worden opgeslagen, is overschreden.
Melding Technische opmerkingen 168 A Oorzaak/Oplossing Geen toegang. De camera kan het signaal van het smartapparaat niet ontvangen. Breng de draadloze verbinding opnieuw tot stand. • Druk op de Z (Wi-Fi)-knop. • Raak met een NFC-compatibel smartapparaat de camera aan. • Selecteer Verbinden met smart apparaat in het menu Wi-Fi-opties. 108, 147 Kan geen verbinding maken. De camera kan geen verbinding maken terwijl signalen van het smart-apparaat worden ontvangen.
Melding A Oorzaak/Oplossing Printerfout: controleer printerstatus Als het probleem opgelost is, selecteert u Hervatten en drukt u op de k-knop om het afdrukken te hervatten.* – Printerfout: controleer papier. Plaats papier van het gewenste formaat, selecteer Hervatten en druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.* – Printerfout: papierstoring. Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk op de k-knop om het afdrukken te hervatten.* – Printerfout: geen papier.
Problemen oplossen Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt. Problemen met de stroomvoorziening, het scherm, instellingen Technische opmerkingen 170 A Probleem Oorzaak/Oplossing De camera is ingeschakeld, maar reageert niet. Wacht totdat de opname beëindigd is. Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera uit.
Probleem A Oorzaak/Oplossing • Controleer alle aansluitingen. • Wanneer de camera aangesloten is op een computer, wordt de camera mogelijk niet opgeladen wegens een van de hierna beschreven redenen. - Uit is geselecteerd voor Opladen via computer in het setup-menu. - Het opladen stopt als de camera wordt uitgeschakeld.
Probleem Het scherm voor het instellen van de tijdzone en de datum wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. A Oorzaak/Oplossing De klokaccu is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. 10, 11 De standaardwaarden zijn hersteld. De camera maakt geluid. Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op FulltimeAF of in bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat de camera een hoorbaar scherpstelgeluid produceert. 18, 91, 105 Opnameproblemen Probleem Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los.
A Probleem Oorzaak/Oplossing Er worden heldere vlekken weergegeven in beelden die werden vastgelegd met de flitser. Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Stel de instelling voor de flitsstand in op W (uit). Flitser treedt niet in werking. • De flitsstand is ingesteld op W (uit). • Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de flitser beperkt. • Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld. 44 49 125 Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
Probleem Technische opmerkingen 174 A Oorzaak/Oplossing Beelden zijn te helder (overbelicht). Pas belichtingscorrectie aan. 48 Onverwachte resultaten wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch met rodeogenreductie). Gebruik een andere onderwerpstand dan Nachtportret en wijzig de flitsstand in een andere instelling dan V (automatisch met rodeogenreductie) en probeer de foto opnieuw te maken. 44, 49 Huidtinten worden niet verzacht.
Weergaveproblemen Probleem A Oorzaak/Oplossing Bestand kan niet worden weergegeven. • Deze camera kan mogelijk geen beelden weergeven die werden opgeslagen met een digitale camera van een ander merk of model. • Deze camera kan mogelijk geen films weergeven die werden opgenomen met een digitale camera van een ander merk of model. • Deze camera kan mogelijk geen gegevens weergeven die werden bewerkt op een computer. – Kan niet op beeld inzoomen. • De zoomweergave kan niet worden gebruikt met films.
Probleem Nikon Transfer 2 start niet als de camera is aangesloten op een computer. Technische opmerkingen 176 • • • • • Oorzaak/Oplossing A De camera staat uit. De accu is leeg. De USB-kabel is niet correct aangesloten. De camera wordt niet herkend door de computer. De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2 automatisch te starten. Voor meer informatie over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in ViewNX 2.
Locatiegegevensfuncties Probleem A Oorzaak/Oplossing • De camera kan de locatie in bepaalde opnameomgevingen mogelijk niet identificeren. Om de locatiegegevensfuncties te Kan de locatie niet gebruiken, dient u de camera zoveel mogelijk in identificeren of het duurt 134 openlucht te gebruiken. lang om de locatie te • Wanneer u voor het eerst positioneert of als de identificeren.
Probleem Technische opmerkingen 178 A Oorzaak/Oplossing Kan de hoogtemeter of dieptemeter niet uitschakelen. Wanneer Hoogte-/dieptemeter van Hoogte-/ diepteopties in het optiesmenu locatiegegevens is ingesteld op Aan, wordt de hoogtemeter of dieptemeter altijd weergegeven, ongeacht de 118 instelling Monitorinstellingen in het setupmenu. Om de hoogtemeter of dieptemeter uit te schakelen, stelt u Hoogte-/dieptemeter in op Uit.
Probleem Oorzaak/Oplossing A De camera neemt loggegevens op. Om een nieuw Kan Alle logs starten of log op te nemen, selecteert u Alle logs 114, 143 Locatielog starten niet beëindigen of Locatielog beëindigen en beëindigt u het log dat momenteel wordt selecteren. opgenomen. Kan geen loggegevens opslaan. • Controleer of een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Bestandsnamen De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd. Bestandsnaam: DSCN 0001 .JPG (1) (2) (3) Technische opmerkingen 180 (1) Identificatie Niet getoond op het scherm van de camera.
C Loggegevens opgeslagen op geheugenkaarten De loggegevens worden opgeslagen in de map “NCFL”. Bestandsnaam: N151115 0 .log (1) (1) Datum (2) (3) De datum (laatste twee cijfers van het jaar, en de maand en dag in de vorm JJMMDD) waarop de logopname werd gestart, wordt automatisch toegewezen.
Optionele accessoires Batterijlader Batterijlader MH-65 Het duurt ongeveer 2 uur en 30 minuten om een volledig lege accu op te laden. Lichtnetadapter EH-62F (aansluiten zoals aangegeven) Lichtnetadapter Zorg ervoor dat de kabel van de stroomaansluiting volledig in de sleuf van de stroomaansluiting zit voordat u de lichtnetadapter in het batterijvak voert. • Wanneer u de lichtnetadapter gebruikt, kan het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet worden gesloten.
De onderwater-speedlight bevestigen U kunt een SB-N10 onderwater-speedlight gebruiken die op de COOLPIX AW130 bevestigd is om onder water met flitser op te nemen. Stel Onderwaterflitser (A126) in het setup-menu in op Aan tijdens opname.
Controleer of de camera en de onderwater-speedlight uitgeschakeld zijn voor u de bevestiging uitvoert. 1 Bevestig de camera op de adapter van de onderwater-glasvezelkabel. • Lijn de cameraborgschroef van de kabeladapter uit met de statiefaansluiting van de camera en draai de schroef goed vast. B Opmerkingen Draai de borgschroef van de adapter degelijk in de adapter van de statiefaansluiting van de camera, maar oefen niet te veel kracht uit tijdens het aandraaien.
4 Bevestig de onderwaterglasvezelkabel op de kabeladapter. • Verbind het uiteinde van de kabel met het lange rechte gedeelte (het uiteinde dat wordt aangesloten op de SR-CP10A) met de glasvezelaansluiting van de kabeladapter. • Als de aansluiting uitgevoerd is, steekt u de kabel door de twee kabelhouders van de adapter. 5 Verschuif de kabeladapter die op de camera bevestigd is en de kabel tot contact wordt gemaakt met de bevestigingsgids van de steun.
Technische opmerkingen 186 8 Open het sensordeksel van de onderwater-speedlight. 9 Verbind één uiteinde van de kabel (het uiteinde dat wordt aangesloten op SB-N10) met de glasvezelaansluiting van de onderwater-speedlight. • Om de onderwater-speedlight of de camera los te maken van de onderwaterbeugel, voert u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit.
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS De kaartgegevens en locatienaamgegevens die op deze digitale camera zijn opgeslagen (“Gegevens”) zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en niet voor wederverkoop.
Technische opmerkingen 188 Uitsluiting van aansprakelijkheid: NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET AANSPRAKELIJK JEGENS U: MET BETREKKING TOT ELKE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE AARD VAN DE AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, VOOR VERMEENDE VERLIEZEN, LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF HET BEZITTEN VAN DE INFORMATIE, OF VOOR VERLIES VAN WINST, INKOMSTEN, CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN O
Government End Users. If the Data supplied by HERE is being acquired by or on behalf of the United States government or any other entity seeking or applying rights similar to those customarily claimed by the United States government, the Data is a “commercial item” as that term is defined at 48 C.F.R. ("FAR") 2.
Technische opmerkingen 190 Austria: Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen Belgium: - Distribution & Copyright CIRB Croatia/Cyprus/Estonia/Latvia/Lithuania/Moldova/Poland/Slovenia/Ukraine: EuroGeographics Denmark: Contains data that is made available by the Danish Geodata Agency (FOT) Retrieved by HERE 01/2014 Finland: Contains data from the National Land Survey of Finland Topographic Database 06/2012. (Terms of Use available at (http://www.maanmittauslaitos.
Technische opmerkingen Contains information copyrighted by Kartverket, made available in accordance with (http:// creativecommons.org/licenses/by/3.0/no/). Contains data under the Norwegian licence for Open Government data (NLOD) distributed by Norwegian Public Roads Administration (NPRA) Portugal: Source: IgeoE – Portugal Spain: Información geográfica propiedad del CNIG Contains data that is made available by the Generalitat de Catalunya Government in accordance with the terms available at (http://www.
Specificaties Nikon COOLPIX AW130 digitale camera Type Digitale compactcamera Aantal effectieve pixels 16,0 miljoen (beeldverwerking kan het aantal effectieve pixels beperken) Beeldsensor 1 /2,3 inch type CMOS; totaal aantal pixels: circa 16,76 miljoen Objectief NIKKOR-objectief met 5× optische zoom Brandpuntsafstand 4,3–21,5 mm (beeldhoek komt overeen met die van een 24–120 mm objectief in 35mm-kleinbeeldformaat [135]) f/-waarde f/2,8–4,9 Constructie Zoomfactor digitale zoom Vibratiereductie L
Opslag Media Intern geheugen (circa 473 MB), SD/SDHC/SDXCgeheugenkaart Bestandssysteem Voldoet aan DCF en Exif 2.3 Bestandsindelingen Foto's: JPEG Films: MOV (video: H.
Interface USB-aansluiting Micro-USB-aansluiting (gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21), Hi-Speed USB • Ondersteunt Direct Print (PictBridge) HDMI-uitvoeraansluiting HDMI-micro-aansluiting (Type D) Wi-Fi (Draadloos LAN) Standaards IEEE 802.11b/g/n (standaard draadloos LAN-protocol) Bereik (kijklijn) Circa 10 m Bedrijfsfrequentie 2412–2462 MHz (1-11 kanalen) Gegevenssnelheden (effectief gemeten waarden) IEEE 802.11b: 5 Mbps IEEE 802.11g: 17 Mbps IEEE 802.
Gebruiksduur van de accu1 Foto's Circa 370 opnamen bij gebruik van EN-EL12 Films (effectieve gebruiksduur van de accu voor opname)2 Circa 1 h 10 min (1080/30p) bij gebruik van EN-EL12 Circa 1 h 20 min (1080/25p) bij gebruik van EN-EL12 Statiefaansluiting 1/4 (ISO 1222) Afmetingen (B × H × D) Circa 110,4 × 66,0 × 26,8 mm (exclusief uitstekende delen) Gewicht Circa 221 g (inclusief accu en geheugenkaart) Gebruiksomstandigheden Temperatuur Luchtvochtigheid −10 °C–+40 °C (voor gebruik op het land) 0
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL12 Type Oplaadbare lithium-ion batterij Nominale capaciteit 3,7 V DC, 1050 mAh Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C Afmetingen (B × H × D) Circa 32 × 43,8 × 7,9 mm Gewicht Circa 22,5 g Lichtnetlaadadapter EH-71P Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,2 A Nominale uitvoer 5,0 V DC, 1,0 A Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter) Gewicht Circa 48 g (exclusief stekkeradapter) Lichtnetlaadadapter EH-
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende Secure Digital (SD)-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met deze camera. • Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te nemen. Wanneer u een geheugenkaart met een lagere Speed Class-waarde gebruikt, kan de filmopname onverwachts stoppen.
• Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. • Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Google, Inc. • De N-Mark is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Index Symbolen A x Stand Autom. scènekeuzekn. ................................................................. 12, 21 C Onderwerpstand .......................... 23 R Stand speciale effecten............. 33 F Stand Slim portret ...................... 34 M Stand Korte filmvoorstelling ......................................................................... 38 A Autostand ....................................... 42 c Weergavestand............................. 15 C Stand Sorteer op datum...........
Beveiligen ................................................ 96 Bewolkt....................................................... 82 C Camera-aan-lampje....................... 1, 20 Close-up k .................................... 23, 25 Compressieverhouding .................. 80 Computer..................................... 151, 157 Continu...................................................... 84 Continue hoge snelheid................. 84 Creatieve instelknop ......................... 43 Cross-process o.......
HDMI-micro-aansluiting ...................................................... 1, 150, 152 HDR............................................................... 26 Helderheid.............................................. 121 Help .............................................................. 23 Histogram ....................................... 43, 48 Hoofdschakelaar.............................. 1, 20 Hoogcontrast monochr. F........... 33 Hoogte.....................................................
Opties ....................................................... 108 Optiesmenu locatiegeg..... 110, 132 Optionele accessoires .................... 182 Optische zoom ...................................... 14 P Papierformaat........................... 154, 155 Party/binnen f........................... 23, 24 PictBridge..................................... 151, 153 Points of interest (POI) ......... 113, 135 Polsriem ........................................................ ii Pop l.............................
Weergave actiecontrole....... 20, 127 Weergave Eenvoudig panorama ......................................................................... 32 Weergavemenu .......................... 78, 94 Weergavestand ..................................... 15 Wi-Fi verbreken ...................... 108, 148 Wi-Fi-knop ................................. 147, 149 Wi-Fi-optiesmenu ........ 78, 108, 147 Windruisreductie............................... 107 Wireless Mobile Utility.................... 146 Wissen....................
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.