User manual
138
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
De huidige positie op een kaart weergeven
(opnamestand)
1 Zie “Locatiegegevens bij beelden opnemen” (A133) voor meer informatie.
2 Een wereldkaart wordt getoond wanneer u op de U-knop drukt terwijl de camera niet
positioneert.
• De huidige positie wordt weergegeven in het
midden van de kaart. U kunt een locatie opslaan
en de opgenomen kaart met de opgeslagen
locatie weergeven.
• Wanneer het camera-objectief omlaag gericht is,
wordt een kompas weergegeven.
• De voordien getoonde kaart wordt
weergegeven wanneer de camera de tweede en
volgende keer wordt ingeschakeld.
• De hierna vermelde bewerkingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl een kaart wordt
weergegeven.
1
Actiecontrole kan worden gebruikt (A20).
2
Kan niet worden geselecteerd wanneer de camera niet positioneert.
Ga naar de opnamestand terwijl de camera positioneert
1
M U-knop
2
Handeling Beschrijving
Multi-selector
1
Verplaats de kaartweergave (in acht richtingen).
Zoomknop
1
• g (i): Inzoomen op de kaartweergave.
• f (h): Uitzoomen uit de kaartweergave.
U-knop
Geef een scherm weer waar informatie zoals de richting wordt
getoond (A139). Druk nogmaals op de knop om terug te keren naar
het opnamescherm.
k-knop
Er verschijnt een menu en de hierna beschreven opties kunnen
worden geselecteerd.
Centrum op
huidige
locatie
2
Toont de huidige positie in het midden van de kaart.
Locatie
opslaan
Gebruik de multi-selector om een locatie te selecteren en
druk vervolgens op de k-knop om de locatie op te slaan
(maximaal 30 locaties).
• Selecteer Nee in het bevestigingsvenster om het
registratiescherm te sluiten.
Centrum op
opgeslagen
locatie
Rechtstreeks naar de opgeslagen locatie gaan.
• Zie “Kaartbewerkingen van opgeslagen locaties”
(A139) voor meer informatie.
Huidige stand
Kompas
Huidige stand