User manual

91
r
A Het opnamemenu
Witbalans kan tevens worden geselecteerd met behulp van de optie
Witbalans in het opnamemenu (0 176), welke ook kan worden gebruikt
voor het fijnafstellen van de witbalans (0 92) of voor het meten van een
waarde voor voorinstelling van de witbalans (0 94).
De optie Automatisch in het Witbalans menu
biedt u keuze uit Normaal en Kleur warm licht
behouden. Deze optie zorgt ervoor dat de warme
kleuren van gloeilamplicht kunnen worden
behouden, terwijl de optie I Tl-licht kan worden
gebruikt een lichtbron van het type bulb te
selecteren.
A Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per
beeldweergavescherm en andere omstandigheden.
Kleurtemperatuur is
een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt
gedefinieerd als de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden
verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen.
Terwijl lichtbronnen
met een kleurtemperatuur in de buurt van 5000–5500 K er wit uitzien,
hebben lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals
gloeilamplicht, een enigszins gele of rode zweem.
Lichtbronnen met een
hogere kleurtemperatuur hebben een blauwe zweem.
De cameraopties
voor de witbalans zijn aangepast aan de volgende kleurtemperaturen (alle
waarden zijn bij benadering):
I (natriumdamplampen): 2700 K
J (gloeilamplicht)/
I (warm wit tl-licht): 3000 K
I (wit tl-licht): 3700 K
I (koel wit tl-licht): 4200 K
I (dag wit tl-licht): 5000 K
H (direct zonlicht): 5200 K
N (flitslicht): 5400 K
G (bewolkt): 6000 K
I (daglicht tl-licht): 6500 K
I (kwikdamp op hoge temp.):
7200 K
M (schaduw): 8000 K
A Zie ook
Zie pagina 194 voor informatie over het selecteren van de witbalans met
behulp van de S (g)-knop en de instelschijf.