User manual

118
l
Flitswaardevergrendeling
Deze functie wordt gebruikt om de flitssterkte te vergrendelen, zodat
u de compositie van uw foto’s kunt wijzigen zonder dat de flitssterkte
verandert en u toch de juiste belichting verkrijgt, ook al bevindt het
onderwerp zich niet in het midden van het beeld.
De flitssterkte wordt
automatisch aangepast aan wijzigingen in ISO-gevoeligheid en
diafragma.
Om flitswaardevergrendeling te gebruiken:
1 Wijs flitswaardevergrendeling toe
aan de f-knop.
Selecteer Flitswaardevergrendeling
voor Fn1-knop toewijzen in het setup-
menu (0 193), druk vervolgens op G
om naar de opnameweergave terug te
keren.
2 Klap de flitser omhoog.
3 Stel scherp.
Plaats het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt
en druk de ontspanknop half in
om op het onderwerp scherp te
stellen.
Pop-upknop voor de
flitser