User manual

124
t
3 Geef de bracketingopties
weer.
Markeer de huidige
bracketinginstelling en druk
op J.
4 Selecteer een stapgrootte
voor bracketing.
Markeer een stapgrootte voor
bracketing en druk op J. Kies
een waarde tussen 0,3 en 2 LW
(AE-bracketing) of 1 en 3
(witbalansbracketing), of selecteer ADL (ADL-bracketing).
5 Kadreer, stel scherp en maak de foto.
AE-bracketing: de camera varieert de
belichting bij elke opname.
de voor
belichtingscorrectie geselecteerde waarde wordt als volgt
gewijzigd: voor de eerste opname wordt de stapgrootte voor
bracketing toegevoegd aan de huidige waarde, voor de tweede
opname wordt de huidige waarde ongewijzigd gebruikt, en voor
de derde opname, wordt de stapgrootte voor bracketing
afgetrokken van de huidige waarde.
De gewijzigde waarden zijn
weergegeven in de getoonde waarden voor sluitertijd en
diafragma.
Witbalansbracketing: elke opname wordt verwerkt om drie kopieën
te maken, één bij de huidige witbalansinstelling, één met
verhoogd amber en één met verhoogd blauw.