User manual

177
U
Maak, hernoem of verwijder mappen, of kies de map waarin de foto’s
worden opgeslagen.
Map selecteren: selecteer de map waarin de foto’s voortaan moeten
worden opgeslagen.
Nieuw: maak een nieuwe map aan en benoem de map volgens de
aanwijzingen op pagina 107–108.
Mapnamen mogen uit maximaal
vijf tekens bestaan.
Hernoemen: selecteer een map uit de lijst en hernoem de map
volgens de aanwijzingen op pagina 107–108.
Wissen: wis alle lege mappen op de geheugenkaart.
Opslagmap
G-knop C opnamemenu
D Mapnamen
De namen van de mappen op de geheugenkaart beginnen met een
driecijferig mapnummer dat automatisch door de camera wordt
toegewezen (bijv. 100NIKON).
In elke map kunnen maximaal 999 foto’s
worden opgeslagen.
Tijdens het fotograferen worden de foto’s opgeslagen
in de map die de geselecteerde mapnaam en het hoogste mapnummer
heeft.
Wanneer er een foto wordt gemaakt terwijl de huidige map vol is of
een foto met het nummer 9999 bevat, dan maakt de camera een nieuwe
map aan door het huidige mapnummer met één te verhogen (d.w.z.
101NIKON).
De camera beschouwt mappen met dezelfde naam maar met
verschillende mapnummers als dezelfde map.
Als bijvoorbeeld de map
NIKON als Opslagmap is geselecteerd, worden alle foto’s in alle mappen
met de naam NIKON (100NIKON, 101NIKON, 102NIKON, enz.) zichtbaar
wanneer Weergavemap op Huidige is ingesteld (0 173).
Bij het
hernoemen van een map worden alle mappen met dezelfde naam
hernoemt, maar blijven de mapnummers intact.
Als Wissen wordt
geselecteerd, worden alle lege genummerde mappen gewist maar blijven
de overige mappen met dezelfde naam onaangetast.
Huidige map
Overige mappen (in
alfabetische volgorde)
NIKON (standaardmap)