User manual

242
n
Foutmeldingen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de
waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen die op de monitor
verschijnen.
Aanduiding Oplossing 0
Ontspannen van de sluiter
uitgeschakeld. Laad de batterij op.
Batterij bijna leeg. Schakel camera uit,
verwijder de batterij en plaats een
opgeladen batterij.
27
Initialisatiefout. Zet de camera uit en
weer aan.
Zet de camera uit, verwijder de batterij,
plaats de batterij terug en zet de camera
weer aan.
2
(Belichtingsaanduiding en de
sluitertijd of het diafragma
knipperen)
Als het onderwerp te helder is, gebruik dan
een lagere ISO-gevoeligheid of kies een
kortere sluitertijd (stand S) of kleiner
diafragma (hogere f-waarde; stand A). Als
het onderwerp te donker is, gebruik dan
een hogere ISO-gevoeligheid, gebruik de
flitser, of kies een langere sluitertijd (stand
S) of groter diafragma (lagere f-waarde;
stand A).
Sluitertijd bulb is niet beschikbaar in
de stand sluitertijdvoorkeuze. Kies
andere sluitertijd of selecteer de
handmatige stand (stand M ).
Wijzig sluitertijd of selecteer stand M.
54,
56
Kaart is vol. U kunt mogelijk nog
foto’s maken met een lagere
beeldkwaliteit of een kleiner
formaat.
Verander beeldkwaliteit en beeldformaat
om kleinere bestanden te krijgen.
69,
72
Wis foto’s.
148
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
23
Fout. Zet de camera uit en weer aan.
Zet de camera uit, verwijder de batterij,
plaats de batterij terug en zet de camera
weer aan.
2
Geen geheugenkaart.
Zet de camera uit en controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
23