User manual

55
#
A: (Diafragmavoorkeuze)
Draai aan de instelschijf om een diafragma te kiezen.
In automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen
terwijl de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale
belichting oplevert.
Grote diafragma’s (lage f-waarden) verhogen het
flitsbereik en verminderen scherptediepte, zodat voorwerpen achter
en voor het hoofdonderwerp onscherp zijn.
Kleine diafragma’s (hoge
f-waarden) verhogen de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en
voor het hoofdonderwerp duidelijk naar voren komen.
Korte
scherptediepte wordt doorgaans gebruikt voor portretten om
achtergronddetails onscherp weer te geven, terwijl lange
scherptediepte wordt gebruikt voor landschapsfoto’s om zowel de
voorgrond als de achtergrond scherp weer te geven.
Groot diafragma (f/5.6) Klein diafragma (f/22)
Instelschijf