User manual

N
74
N
Scherpstelling
De selectieknop voor scherpstelstand
kan worden gebruikt om te kiezen
tussen normale en macro-autofocus,
en handmatige scherpstelling.
De
gebruiker kan ook het scherpstelveld
voor automatische of handmatige
scherpstelling selecteren (0 75, 80) of
scherpstelvergrendeling gebruiken
om scherp te stellen om de compositie van een foto na het
scherpstellen te wijzigen (0 79).
A Normale en macro-autofocus
Gebruik normale autofocus om scherp te stellen op onderwerpen die zich
op een afstand van 50 cm of meer van het objectief bevinden, of
macro-autofocus om scherp te stellen op bloemen, insecten of ander kleine
objecten die zich op een afstand van ongeveer 10 cm of meer van het
objectief bevinden.
Merk op dat zelfs als t (normale autofocus) is
geselecteerd, macro-autofocus wordt gebruikt wanneer in de
onderwerpstand voor n of 0 is gekozen.
A Autofocus met handcorrectie
Nadat u de ontspankop half heeft ingedrukt om met behulp van autofocus
scherp te stellen, kunt u de scherpstelling handmatig veranderen door de
ontspanknop ingedrukt te houden en aan de scherpstelring te draaien
(0 80).
Om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus, neemt u
uw vinger van de ontspanknop en drukt u hem vervolgens opnieuw half in.
Selectieknop voor scherpstelstand