User manual

129
Het menu gebruiken
Het menu Netwerk
Configureer de instellingen voor het draadloze netwerk om de camera te verbinden met
een smart apparaat.
* Zie “Het toetsenbord voor tekstinvoer bedienen” (A130) voor meer informatie over het
invoeren van alfanumerieke tekens.
Het menu Netwerk
Druk op de knop dM menupictogram J M knop k
Optie Beschrijving
Vliegtuigmodus Selecteer Aan om alle draadloze verbindingen uit te schakelen.
Verbind. met smart app.
Selecteer deze optie wanneer u een smart apparaat wilt
verbinden met de camera. Deze instelling kan niet worden
geselecteerd als er al een draadloze verbinding actief is.
Zie stap 3 in “Instellen vanaf een smartphone of tablet” (A15)
voor meer informatie.
Verzenden tijdens opname
Bepaal de omstandigheden waarin beelden automatisch
worden verzonden naar een smart apparaat.
Wi-Fi
Type Wi-Fi-
verbinding
SSID*: Wijzig de SSID. Stel een alfanumerieke SSID van 1 tot
32 tekens in.
Verificatie/encryptie: Selecteer of u de communicatie tussen
de camera en het aangesloten smart apparaat al dan niet wilt
coderen.
De communicatie wordt niet gecodeerd als Open is
geselecteerd.
Wachtwoord*: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord van 8 tot 36 tekens in.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Bluetooth
Verbinding
Selecteer Uitschakelen om de Bluetooth-communicatie uit te
schakelen.
Gekoppelde
apparaten
Wijzig het smart apparaat waarmee u verbinding wilt maken of
verwijder de koppeling met het smart apparaat.
Verzenden
indien
uitgesch.
Stel in of de camera met het smart apparaat mag
communiceren wanneer de camera uit of stand-by staat
(A23).
Standaardw. herstellen
Herstel de standaardwaarden voor alle instellingen van het
menu Netwerk. Deze instelling kan niet worden geselecteerd
als er al een draadloze verbinding actief is.