User manual

156
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een opname
te maken met Autom. scènekeuzekn., de onderwerpstand
Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
28, 32,
35, 46,
51
57
135
Opnamen zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR in bij het maken van foto's. Schakel Film VR
in bij het opnemen van films.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de zelfontspanner is
effectiever).
47
110
122,
135
49
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
opnamen die zijn
gemaakt met
flitslicht.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Klap de
flitser in.
23, 47
Flitser treedt niet in
werking.
De flitser is neergeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het gebruik van
de flitser beperkt.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
23, 47
59
61
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het menu Set-up.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in bepaalde
opnamestanden of bij gebruik van bepaalde instellingen
voor andere functies.
136
62, 136
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Er is een functie ingeschakeld die het gebruik van Beeldmodus
beperkt.
61
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up. In bepaalde
opnamestanden hoort u geen geluid, zelfs als Aan is
geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
136
3
AF-hulpverlichting
licht niet op.
Uit is geselecteerd voor de optie AF-hulp
licht in het menu
Set-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de positie
van het scherpstelveld of van de opnamestand, eventueel niet
aan, zelfs wanneer Automatisch is geselecteerd.
135
Probleem Oorzaak/Oplossing A