User manual
157
Technische opmerkingen
Problemen oplossen
Opnamen zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 150
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast. 35, 106
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-waarde is te hoog. U kunt ruis op de volgende manieren
verminderen:
• Door de flitser te gebruiken
• Door een lagere ISO-waarde in te stellen.
47
110
Opnamen zijn te
donker
(onderbelicht).
• De flitser is ingeklapt of er is een opnamestand geselecteerd
die voorkomt dat de flitser wordt gebruikt.
• Het flitsvenster is afgedekt.
• Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de flitser.
• Pas de belichtingscorrectie aan.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Het onderwerp heeft tegenlicht. Selecteer de
onderwerpstand Tegenlicht of klap de flitser uit en stel de
flits-stand in op X (invulflits).
23, 47,
59
21
163
52
110
33, 47
Opnamen zijn te
licht (overbelicht).
Pas de belichtingscorrectie aan. 52
Onverwachte
resultaten wanneer
flitser is ingesteld op
V
(automatisch
met
rode-ogenreductie).
Gebruik een willekeurige andere opnamestand dan
Nachtportret en wijzig de flits-stand naar een andere instelling
dan V (automatisch met rode-ogenreductie) en maak
nogmaals een foto.
47, 59
Huidtinten worden
niet verzacht.
• In bepaalde opnameomstandigheden kunnen huidtinten
van gezichten niet worden verzacht.
• Gebruik Huid verzachten in Glamour-retouchering in het
weergavemenu voor beelden met vier of meer gezichten.
57
71
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de volgende
situaties:
• Wanneer de functie voor ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld bij het maken van opnamen in een donkere
omgeving
• Wanneer de flitser is ingesteld op V (automatisch met
rode-ogenreductie)
• Bij opnamen in de onderwerpstand Nachtlandschap,
Nachtportret of Tegenlicht (wanneer HDR is ingesteld op
Aan)
• Wanneer de functie Huid verzachten wordt toegepast
tijdens de opname
• Bij gebruik van de stand voor continu-opname
–
48
32, 33
43, 57
108
Probleem Oorzaak/Oplossing A










