User manual

xiii
Inleiding
Referentiegedeelte..................................... E1
x (Stand Autom. scènekeuzekn.)................ E3
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde
onderwerpen) ...................................................... E4
Tips en opmerkingen............................................. E5
Stand Speciale effecten (effecten toepassen
tijdens de opname)............................................ E7
Stand Slim portret (lachende gezichten
fotograferen) ........................................................ E8
A Autostand .................................................... E10
Functies die kunnen worden ingesteld
met de multi-selector...................................... E11
De flitser gebruiken.............................................. E11
De zelfontspanner gebruiken........................ E14
Macro-stand gebruiken..................................... E15
Helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie)................................ E16
Standaardinstellingen........................................ E17
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................ E19
Scherpstelling .................................................... E20
Gezichtsherkenning gebruiken.................... E20
Huid verzachten gebruiken............................ E21
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
autofocus ................................................................... E21
Scherpstelvergrendeling.................................. E22
Zoomweergave ................................................. E23
Miniatuurweergave,
Kalenderweergave ........................................... E 24
Foto's bewerken ............................................... E25
Voordat u beelden gaat bewerken............ E25
Sneleffecten: Tint of stemming
veranderen................................................................ E26
D-Lighting: Helderheid en contrast
verbeteren................................................................. E27
Huid verzachten: Huidtinten
verzachten................................................................. E28
Kleine afbeelding: het formaat van een
beeld verkleinen .................................................... E29
Uitsnede: een uitgesneden kopie
maken........................................................................... E30
De camera aansluiten op een televisie
(beelden bekijken op een televisie) .......... E31
De camera op een printer aansluiten
(Direct Print) ....................................................... E32
De camera op een printer aansluiten....... E32
Afzo
nderlijke opnamen afdrukken............. E33
Meerdere opnamen afdrukken..................... E35
Films opnemen ................................................. E37
Films afspelen.................................................... E39
Beschikbare opties in de
opnamemenu's................................................. E41
Het opnamemenu (voor stand
A (Autostand))................................................ E42
Instellingen voor beeldmodus
(Beeldformaat en -kwaliteit) ........................... E42
Witbalans (tint aanpassen) .............................. E44
Continu-opname................................................... E46
ISO-waarde................................................................ E47