Gebruikshandleiding
Table Of Contents
- Wat de WT-7 voor u kan betekenen
- Voor uw veiligheid
- Opmerkingen
- Inhoudsopgave
- Inleiding
- Overdracht, bediening en HTTP
- FTP
- Menugids- Kies hardware
- Netwerkinstellingen
- Opties- Automatisch verzenden
- Wissen na verzending
- Verzend bestand als
- Overschrijf bij gelijke naam
- Beveilig bij uploadmarkering
- Verzendingsmarkering (alleen stand FTP- upload)
- Verzend map
- Alles deselecteren?
- HTTP-gebruikersinstellingen
- Batterij-informatie
- Stroombesparing
- Vertraging voor automatisch uit
- MAC-adres
- Firmwareversie
 
 
- Bijlagen
62 FTP
Ethernetverbindingen
5 Geef het nieuwe netwerkprofiel een 
naam.
Een standaard profielnaam wordt 
weergegeven; druk, om de naam te 
bewerken of veranderen zoals wordt 
beschreven in de camerahandleiding, op de 
centrale knop van de multi-selector (als de 
camera een model met aanraakscherm 
betreft, kunt u tekens invoeren door op de letters op het on-
screen toetsenbord te tikken). De profielnaam verschijnt in de 
Netwerk > Netwerkinstellingen-lijst in het setup-menu van de 
camera. Druk op J om verder te gaan naar de volgende stap 
wanneer het invoeren is voltooid.
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en 
druk op J.
• Verkrijg automatisch: Selecteer deze optie als 
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
• Handmatig invoeren: Voer een IP-adres en subnetmasker in 
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om 
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op 
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
7 Kies het servertype.
Markeer FTP of SFTP (beveiligde ftp) en 
druk op 2.
Profielnaam










