Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
Wanneer u portretonderwerpen fotografeert met [ Auto veld-AF ],
gebruik dan P
ersoonlijke instelling a4 [ Auto veld-AF gezichts-/
oogdetectie ] om te kiezen of de camera zowel gezichten als
ogen detecteert (gezichts-/oogdetectie-AF) of alleen gezichten
(gezichts-/oogdetectie-AF). detectie-AF).
Als [ Gezichts- en oogdetectie aan ] is geselecteerd en een
portretonderwerp wordt gedetecteerd, verschijnt er een gele
rand die het scherpstelpunt aangeeft rond het gezicht van
het onderwerp. Als de camera de ogen van het onderwerp
detecteert, verschijnt het gele scherpstelpunt boven het ene of
het andere oog.
Scherpstellen op de gezichten of ogen van
portret
onderwerpen (Gezichts-/oogdetectie-AF)
Gezichten die worden gedetecteerd wanneer [ Gezichtsdetectie aan ] is geselecteerd, worden op
dezelfde manier aangegeven met een geel scherpstelpunt.
Als AF‑C is geselecteerd voor de scherpstelmodus, licht het scherpstelpunt geel op wanneer
gezichten of ogen worden gedetecteerd.
Als AF-S is geselecteerd voor de scherpstelmodus, wordt het scherpstelpunt groen wanneer de
camera scherpstelt.
Als er meer dan één portretonderwerp of meer dan één oog wordt gedetecteerd, verschijnen de
pictogrammen e en f op het scherpstelpunt. U kunt het scherpstelpunt op een ander gezicht of
oog plaatsen door op 4 of 2 te drukken.
Als het onderwerp wegkijkt nadat het gezicht is gedetecteerd, beweegt het scherpstelpunt om de
beweging te volgen.
Tijdens het afspelen kunt u inzoomen op het gezicht of oog dat wordt gebruikt voor scherpstelling
door op J te drukken.
100
Focus