Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
De scherpstelafstand wordt gemeten vanaf de
brandpuntsvlakmarkering ( E
) op de camerabehuizing, die de
positie van het brandpuntsvlak in de camera aangeeft ( q ).
Gebruik deze markering bij het meten van de afstand tot uw
onderwerp voor handmatige scherpstelling of macrofotografie. De
afstand tussen het brandpuntsvlak en de lensmontageflens staat
bekend als de “flens-achterafstand” ( w ). Bij deze camera bedraagt
de flens-achterafstand 16 mm (0,63 inch).
Als een andere optie dan [ Uit ] is geselect
eer
d v
oor
persoonlijke instelling d9 [ Peaking highlights ], worden
objecten waarop is scherpgesteld aangegeven met gekleurde
omtrekken die verschijnen wanneer de scherpstelling handmatig
wordt aangepast (focus peaking).
Houd er rekening mee dat piekhoogtepunten mogelijk niet
worden weergegeven als de camera geen contouren kan
detecteren. Controleer de scherpstelling in het opnamescherm.
D Lenzen met focusmodusselectie
De handmatige scherpstelmodus kan wor
den gekozen met behulp van de selectieknoppen voor de
scherpstelmodus op de lens (indien beschikbaar).
D Het brandvlakmarkering en de flens-achterafstand
Tip: Hoogtepunten pieken (Focus Peaking)
109
Focus